Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1997) (25052), en over:

- de motie-Giskes over compensatie voor de verhoging van de dieselaccijns voor de wegvervoerbranche (25052, nr. 18);

- de motie-Giskes over verlaging van de verbruiksbelasting op frisdranken (25052, nr. 19);

- de motie-R.A. Meijer over het niet verhogen van de accijns op pijptabak (25052, nr. 20);

- de motie-Rabbae over vergroening van het belastingstelsel (25052, nr. 21);

- de motie-Van der Ploeg over de groene beleggingsregeling (25052, nr. 22).

(Zie vergadering van 26 november 1996.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Hillen (CDA):

Voorzitter! Ik wil op uw "levendige" laatste dag als voorzitter graag vooraf kennis ervan geven dat het CDA tegen het belastingplan zal stemmen. Het is een ingewikkeld plan, waarin tal van wetsvoorstellen zijn opgenomen. Normaal gesproken, kan per wetsvoorstel tegen verschillende onderdelen worden gestemd, maar nu moet er "ja" of "nee" gezegd worden. Een aantal elementen in het wetsvoorstel maakt het voor ons onmogelijk om ervoor te stemmen. Ik noem de verhoging van de benzineaccijns. Dit gebeurt niet in Europees verband, zoals is afgesproken in het regeerakkoord. Bij nota van wijziging is de Zalmstrook ingevoerd, waardoor in het "open Europa" langs de grens een aparte accijns zal gelden. Ik noem ook de verhoging van accijns op tabak, die nu in drie delen zal worden ingevoerd. Het schokeffect waardoor mensen ontmoedigd worden, is daardoor weggenomen. Er ontstaat een gat in de begroting, omdat er voor de komende twee jaar vanwege de geleidelijke invoering nog geen dekking is. Dat alles maakt dat wij niet voor het wetsvoorstel kunnen stemmen.

De voorzitter:

Ik heropen de beraadslaging om mee te delen dat de heer Van der Ploeg zijn amendement op stuk nr. 5, de heer Hoogervorst zijn amendementen op de stukken nrs. 9 en 10, de heer De Jong zijn amendement op stuk nr. 11 en de heer Van Dijke zijn amendement op stuk nr. 14 intrekken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De artikelen I t/m V worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Hillen/Reitsma (stuk nr. 12, I) tot het doen vervallen van artikel VI.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD, de SGP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 12 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel VI wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel VIA wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De heer Van Rey wordt aantekening verleend, dat hij geacht wenst te worden tegen dit onderdeel te hebben gestemd.

De artikelen VII en VIII worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Dijke (stuk nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP en het GPV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel IX wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen X en XI worden zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel XII en onderdeel A worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Ploeg (stuk nr. 17, I) tot invoeging van de onderdelen Aa en Ab.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, de RPF, de SGP, het GPV, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 17 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel B, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Van der Ploeg (stuk nr. 17, II en III), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat als gevolg van de aanneming van het amendement-Van der Ploeg (stuk nr. 17, IV) een onderdeel Ca en een onderdeel Cb zijn ingevoegd.

De onderdelen D t/m K worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel XII wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen XIII t/m XVI en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de RPF, de SGP, Voorzitterhet GPV, de VVD en het AOV voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Wij zijn nu toe aan de stemmingen over de moties.

Op verzoek van mevrouw Giskes stel ik voor, haar motie (25052, nr. 18) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mevrouw Giskes trekt haar motie (25052, nr. 19) in.

In stemming komt de motie-R.A. Meijer (25052, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de groep-Nijpels en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rabbae (25052, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF, de SGP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg (25052, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, de RPF, de SGP, het GPV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven