Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet en enkele andere wetten (24258).

(Zie vergadering van 21 november 1995.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van Wingerden (AOV):

Voorzitter! Wetsvoorstel 24258 betekent weer een stuk afbraak van het basispensioen, de AOW. Voortaan worden samenwonende broers en zusters, als het om nieuwe gevallen gaat, op hun AOW-uitkering gekort. Die gaat van 70% naar 50%. De duur van de overlijdensuitkering wordt verlaagd van tweeënhalve maand naar één maand. Vanaf 2015 is er geen toeslag meer voor de jongere partner. Het AOV is tegen deze uitsluitend op financiële bezuinigingsgronden gebaseerde voorstellen en zal dus tegen het wetsvoorstel stemmen.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ook ik zal tegen dit wetsvoorstel stemmen, op grond van de onrechtmatigheid die in de richting van vooral de ongehuwde ouderen plaatsvindt.

De voorzitter:

Mevrouw Doelman-Pel heeft haar amendement op stuk nr. 8 ingetrokken.

In stemming komt het amendement-Van Middelkoop c.s. (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de RPF, de SGP, GroenLinks, de SP, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement, het andere op stuk nr. 7 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m XII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66 en de VVD voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven