Circulaire wijzigingen in de financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2016 voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk

Aan: de bevoegde gezagen van de ambtelijke diensten van de sector Rijk

Onderwerp: Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2016 voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk

Doelstelling: informatieverstrekking

Datum: 10 december 2015

Kenmerk: 2015-0000735980

Ingangsdatum: 1 januari 2016

Geldig tot: 1 januari 2017

Inleiding

Zoals te doen gebruikelijk ontvangt u aan het einde van het kalenderjaar een circulaire over de wijzigingen in de financiële arbeidsvoorwaarden voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk.

U treft in deze circulaire informatie aan over de volgende onderwerpen:

  • 1. Vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen

  • 2. Tegemoetkomingen in het woon-werkverkeer

  • 3. Emolumenten

  • 4. Tegemoetkoming representatiekosten

  • 5. Te werken uren op jaarbasis

  • 6. Arbeidsduur detachering Europese Unie

  • 7. Werkgeversbijdrage kinderopvang uitgezonden rijkspersoneel

  • 8. Werkkostenregeling/IKAP-regeling

  • 9. Stagevergoedingen en pensionkosten voor stagiairs

  • 10. Wijzigingen algemene wet- en regelgeving

  • 11. Wijzigingen sectorale regelgeving en circulaires

  • 12. Signalering Arbeidsvoorwaarden & Rechtspositie Rijk

1. Vergoeding van reis- en verblijfkosten bij binnenlandse dienstreizen

De bedragen voor lunch en avondmaaltijd worden geïndexeerd met de gemiddelde wijziging van de consumentenprijsindexen voor restaurants, fastfood en afhaalservice en cafés. De bedragen voor logies en ontbijt worden geïndexeerd met de consumentenprijsindex voor accommodaties. De bedragen voor de vergoeding van kleine uitgaven overdag en kleine uitgaven ’s avonds worden geïndexeerd met de gewogen gemiddelde stijging van het totaal van de componenten ontbijt, lunch en avondmaaltijd.

De vergoedingen voor verblijfkosten tijdens binnenlandse dienstreizen worden met ingang van 1 januari 2016:

 

Totaal

Netto

Bruto

Lunch

14,62

8,55

6,07

Avondmaaltijd

22,12

21,46

0,66

Logies

90,14

89,15

0,99

Ontbijt

8,80

8,80

 

Kleine uitgaven overdag

4,66

4,15

0,51

Kleine uitgaven ‘s avonds

13,91

8,33

5,58

De vergoedingsbedragen voor het gebruik van een privé vervoermiddel bij dienstreizen, € 0,37 en € 0,09 per kilometer, wijzigen niet.

2. Tegemoetkomingen in het woon-werkverkeer

Het maximumbedrag per maand van de hoge tegemoetkoming per kilometer wordt vastgesteld op een twaalfde deel van de grootverbruikcontractprijs van een OV jaarkaart 2e klasse per 1 januari 2016. Deze grootverbruikcontractprijs bedraagt € 4.600,56 op 1 januari 2016.

Het maximumbedrag per maand van de lage tegemoetkoming per kilometer wordt geïndexeerd met de prijsstijging van een OV jaarkaart 2e klasse. Deze prijsstijging bedraagt 2,02%.

De bedragen per dag worden vastgesteld door de betreffende maandbedragen te vermenigvuldigen met twaalf (maanden) en te delen door 214 (het reguliere aantal reisdagen per jaar, zoals opgenomen in de formule in artikel 12 van de Verplaatsingskostenregeling 1989).

De hoge tegemoetkoming per kilometer wordt vastgesteld, door het niet afgeronde bedrag van 1 januari 2015 (18,54 eurocent) te indexeren met de prijsstijging van een OV jaarkaart 2e klasse van 2,02% en de uitkomst (18,91 eurocent) rekenkundig af te ronden op hele eurocenten (19 eurocent).

De lage tegemoetkoming wordt vastgesteld, op een derde deel van de niet afgeronde hoge tegemoetkoming per kilometer, dat resulteert in een bedrag van 6,30 eurocent, en is rekenkundig afgerond op hele eurocenten (6 eurocent).

Samenvattend wijzigen met ingang van 1 januari 2016 de bedragen die in het kader van het woon-werkverkeer als tegemoetkoming voor het gebruik van eigen vervoer kunnen worden verstrekt als volgt:

  • het bedrag van de hoge kilometervergoeding blijft € 0,19;

  • het bedrag van de lage kilometervergoeding blijft € 0,06;

  • het maximum bedrag per maand voor de hoge kilometervergoeding wijzigt van € 375,79 in € 383,38 en per dag van € 21,07 in € 21,50;

  • het maximumbedrag per maand van de lage kilometervergoeding wijzigt van € 55,66 in € 56,78 en per dag van € 3,12 in € 3,18.

3. Emolumenten

De bedragen, die de ambtenaar maximaal verschuldigd is voor het genot van verwarming, energie en leidingwater genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b tot en met e, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, wijzigen op de gebruikelijke wijze aan de hand van de consumentenprijsindex. Met ingang van 1 januari 2016 worden deze bedragen:

Verwarming van de woning

111,18

Energie voor kookdoeleinden

37,16

Elektrische energie anders dan voor verwarming van de woning en voor kookdoeleinden

26,89

Leidingwater

16,57

Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat in de definitie van de berekeningsbasis van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (artikel 1, onderdeel c) de aflopende toelage bedoeld in artikel 18b van het BBRA 1984 ontbreekt in de opsomming van toelagen die niet moeten worden betrokken bij het vaststellen van de berekeningsbasis. Deze omissie zal worden hersteld. Tot dit is gerealiseerd dient deze toelage ook niet te worden betrokken bij de berekeningsbasis.

De bedragen van de huurwaarde van dienstwoningen, die mede van belang zijn voor de uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, dienen per 1 januari 2016 met 2,5% te worden verhoogd.

Woningen die op of na 1 januari 2015 gereed zijn gekomen, vallen buiten deze verhoging.

Er dient een extra huurverhoging in aanmerking te worden genomen in gevallen waarin de economische huurwaarde van een dienstwoning, behalve door de algemene verhoging van 2,5%, mede door andere factoren is beïnvloed. Bijvoorbeeld als gevolg van een door of vanwege de inhoudingsplichtige aangebrachte verbetering aan de dienstwoning.

Het verschuldigde bedrag voor het privé-gebruik van een dienstauto, zoals genoemd in artikel 3a, eerste lid van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, blijft gehandhaafd op € 0,22 per afgelegde kilometer.

4. Tegemoetkoming representatiekosten

Het bedrag dat de ambtenaar per maand maximaal kan ontvangen als vaste tegemoetkoming voor representatiekosten wordt aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex in de periode september 2014 – september 2015. Hierdoor wijzigt de maximale tegemoetkoming per maand van € 538,13 met ingang van 1 januari 2016 in € 541,36.

5. Te werken uren op jaarbasis

Het aantal te werken uren op jaarbasis bedraagt in 2016 bij een volledige arbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week afgerond 1836 uren.

Dit aantal is het resultaat van de volgende berekening

Aantal dagen in 2016

 

366

Aantal zaterdagen

53

 

Aantal zondagen

52

 

Nieuwjaarsdag, vrijdag 1 januari

1

 

Tweede Paasdag, maandag 28 maart

1

 

Koningsdag, woensdag 27 april

1

 

Bevrijdingsdag, donderdag 5 mei

1

 

Hemelvaartsdag, donderdag 5 mei

 

Tweede Pinksterdag, maandag 16 mei

1

 

Eerste Kerstdag, zondag 25 december

 

Tweede Kerstdag, maandag 26 december

1

 

Totaal zaterdagen, zondagen en feestdagen

111

 

Totaal aantal te werken dagen 2016

 

255

Aantal te werken hele uren (255 x 7,2)

 

1.836

6. Arbeidsduur detachering Europese Unie

De standaard werkweek bij de Europese instellingen bedraagt 40 uur per week. Deze werkweek geldt ook voor de Experts National Détaché (END’ers) die door de ministeries zijn gedetacheerd. Rijksbreed is afgesproken om de arbeidsduur voor deze gedetacheerden op hun verzoek voor de duur van de detachering uit te breiden naar gemiddeld 38 uur per week. Per week wordt dan gemiddeld twee uur compensatieverlof opgebouwd welk verlof verminderd wordt met de bij de EU verplichte feestdagen voor zover die in aantal uitgaan boven de voor de sector Rijk geldende Nederlandse feestdagen.

Voor 2016 heeft de EU de volgende feestdagen voor het personeel vastgesteld1:

1 januari

Nieuwjaarsdag, vrijdag

2 januari

Dag na Nieuwjaarsdag, zaterdag

24 maart

Witte Donderdag

25 maart

Goede Vrijdag

28 maart

Tweede Paasdag, maandag

1 mei

Dag van de Arbeid, zondag

5 mei

Hemelvaartsdag, donderdag

6 mei

Dag na Hemelvaartsdag, vrijdag

9 mei

Verklaring van President Robert Schuman in 1950

16 mei

Tweede Pinksterdag, maandag

21 juli

Nationale feestdag België, dinsdag

15 augustus

Maria-hemelvaart, maandag

2 november

Allerheiligen, dinsdag

3 november

Allerzielen, woensdag

26 t/m 30 december

Vijf dagen eindejaarsvakantie

1 afhankelijk van de standplaats kunnen er verschillen zijn in door de EU vastgestelde feestdagen.

7. Werkgeversbijdrage kinderopvang uitgezonden rijkspersoneel

In de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang uitgezonden rijkspersoneel wordt bij het vaststellen van de hoogte van de bijdrage een uurprijs in aanmerking genomen die niet hoger is dan de op basis van artikel 7 van de Wet kinderopvang vastgestelde uurprijs. De uurprijzen worden voor 1 januari 2016 geïndexeerd met 0,7% (zie Staatsblad 2015, 355) en bedragen:

  • a. dagopvang: een bedrag van maximaal € 6,89;

  • b. buitenschoolse opvang: een bedrag van maximaal € 6,42;

  • c. gastouderopvang: een bedrag van maximaal € 5,52.

8. Werkkostenregeling/IKAP-regeling

De Werkkostenregeling (WKR) is per 1 januari 2013 rijksbreed ingevoerd. De toepassing van de WKR ten opzichte van 2015 wordt ongewijzigd voortgezet. Voor nadere informatie over de toepassing van de WKR binnen het Rijk verwijs ik u naar de circulaire over dit onderwerp, die met een jaar wordt verlengd.

Met het vervallen van de overgangsregeling voor werkgevers die nog geen gebruik maakten van de WKR is met ingang van 1 januari 2016 in de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 de vrije vergoeding of verstrekking voor de fiets voor woon-werkverkeer, vakbondscontributie en bedrijfsfitness vervallen en daarmee ook de daaraan gekoppelde specifieke voorwaarden. Deze specifieke voorwaarden (voor de fiets bijvoorbeeld onder voorwaarden eens per drie jaar een fiets voor woon-werkverkeer tot een maximum bedrag van € 749) worden met terugwerkende kracht opgenomen in de IKAP-regeling rijkspersoneel. Tot dit is gerealiseerd dienen deze specifieke voorwaarden op de voorheen gebruikelijke wijze – zoals deze tot en met 31 december 2010 waren opgenomen in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 – te worden toegepast.

9. Stagevergoedingen en pensionkosten voor stagiairs

De stagevergoedingen worden met ingang van 1 januari 2016 als volgt vastgesteld:

  • Voor wo- en hbo-studenten wordt een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 578,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week.

  • Voor stages op mbo-niveau wordt een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 420,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week.

Daarnaast wordt de maximale vergoeding voor eventueel te verstrekken pensionkosten bij buitenlandse stages met ingang van 1 januari 2016 verhoogd naar € 342,00 per maand en gaat deze maximale vergoeding ook gelden voor binnenlandse stages. De pensionkostenvergoeding zal in het vervolg jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de vergoedingsbedragen van logies bij dienstreizen. In 2016 wordt de circulaire Beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten uit 2012 (Staatscourant 2012, 2726) geactualiseerd.

10. Wijzigingen algemene wet- en regelgeving

De op 1 januari 2016 in werking tredende belastingmaatregelen bevatten, behoudens de gebruikelijke aanpassingen van tarieven, voor afdelingen personeelszaken geen relevante wijzigingen.

Wet flexibel werken

Met ingang van 1 januari 2016 treedt de Wet flexibel werken (Wfw) in werking. Deze wet had voorheen als naam Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) en is aangevuld met andere bepalingen over flexibel werken. Nieuw wordt geregeld dat een werknemer (waaronder ook de ambtenaar wordt begrepen) mag vragen om op een andere plaats te werken en om de werktijden aan te passen. In de Handreiking Tijd, Plaats- en Apparaatonafhankelijk Werken voor leidinggevenden, medewerkers en bedrijfsvoeringspecialisten van rijksorganisaties, wordt toegelicht welke voorwaarden hieraan zijn verbonden en hoe de werkgever de verzoeken moet behandelen.

Wet werken na AOW-gerechtigde leeftijd

Op 1 januari 2016 treedt ook de Wet werken na AOW-gerechtigde leeftijd in werking. Voor rijksambtenaren geldt al langer recht op doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd en is het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd geen reden meer voor ontslag. Het in het ARAR en RDBZ geregelde recht op doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd wordt niet ingeperkt door de wet omdat van de wet ten gunste van werknemers mag worden afgeweken. Ook de maatregelen uit de wet, zoals de specifieke ontslag- en ketenbepalingen gelden niet voor rijksambtenaren, omdat de ARAR-bepalingen gunstiger zijn en deze niet wijzigen.

Meerlingenverlof

Met ingang van 1 april 2016 zal vanwege de Wet modernisering verlofregelingen de aanspraak op zwangerschapsverlof in geval van een meerling in de Wet arbeid en zorg worden aangepast. Het meerlingenverlof houdt in dat in dat geval het zwangerschapsverlof 10 tot uiterlijk 8 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum ingaat. Nu is dat nog 6 tot uiterlijk 4 weken voor de uitgerekende datum. Deze wetswijziging geldt ook voor rijksambtenaren, ondanks het feit dat het ARAR en RDBZ daarop nog niet zijn aangepast. De teksten op Rijksportaal Personeel worden uiteraard aan de gewijzigde situatie aangepast. Zoals is opgenomen in het Uitwerkingsakkoord sector Rijk van 24 september 2015 zullen de gevolgen van de Wet modernisering verlofregelingen worden toegelicht in een circulaire in afwachting van de formalisering daarvan in de rechtspositie. Deze circulaire verschijnt naar verwachting begin 2016.

VAR voor ZZP-ers

In 2016 gaat naar verwachting de wet- en regelgeving voor de Verklaring Arbeidsrelaties (VAR) voor zzp-ers veranderen als de Eerste Kamer voor de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) stemt. Het streven is dat de Wet DBA per 1 april 2016 in werking treedt.

De VAR-verklaring voor zzp'ers wordt dan vervangen door een nieuwe werkwijze waarbij opdrachtgever en opdrachtnemer zelf verantwoordelijk worden voor het beoordelen van de opdrachtrelatie. De Belastingdienst stelt hiervoor algemene modelovereenkomsten beschikbaar en individuele overeenkomsten kunnen aan de Belastingdienst ter toetsing worden voorgelegd.

Opdrachtgevers en opdrachtgevers hebben tot 1 januari 2017 in de implementatiefase de tijd om over te gaan op de nieuwe werkwijze, die dan terugwerkt tot 1 april 2016. In deze periode tot 1 januari 2017 zal de Belastingdienst terughoudend zijn bij de handhaving.

Vanaf 1 april 2016 zal de Belastingdienst geen VAR meer verstrekken aan opdrachtnemers. Een VAR voor 2014 of 2015 blijft geldig blijft tot 1 april 2016 zolang het werk hetzelfde blijft en onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden wordt uitgevoerd. Voor 2016 hoeft in dat geval dus geen nieuwe VAR te worden aangevraagd.

Voor meer informatie verwijs ik u naar de website Rijksoverheid.nl, naar de website van de Belastingdienst en naar de nieuwsberichten op Rijksportaal Personeel.

11. Wijzigingen sectorale regelgeving en circulaires

In de bijlage vindt u een overzicht van de (wijzigingen van) algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen en circulaires die tot stand zijn gekomen sinds de vorige eindejaarscirculaire en circulaires die worden verlengd dan wel ingetrokken.

Een aantal afspraken uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015–2016), het SOR-Uitvoeringsakkoord van 24 april 2015 en het SOR-Uitwerkingsakkoord van 24 september 2015 worden voor 1 januari 2016 geformaliseerd in het ARAR en andere rechtspositionele besluiten. Het betreft de verlenging van het VWNW-beleid, de wijzigingen vanwege de inbesteding van schoonmaakwerkzaamheden en de nieuwe systematiek voor de opbouw van vakantie-uren. Over de nieuwe systematiek voor de opbouw van verlof zal in januari 2016 ook een circulaire worden uitgebracht waarin wordt toegelicht hoe moet worden omgegaan met de vakantieaanspraken van langdurig zieke ambtenaren die zijn ontstaan voor 1 januari 2016.

De overige afspraken uit de drie akkoorden worden nog in regelgeving vertaald; waarbij het de planning is dat dit uiterlijk 1 juli 2016 is gerealiseerd.

Voor wat betreft de inhoudelijke wijzigingen van het Van Werk Naar Werk beleid (VWNW-beleid) geldt vanwege de aard van de afspraken dat die nog niet volledig kunnen worden toegepast voordat deze zijn geformaliseerd. Zelfstandige bestuursorganen (Zbo’s) die de arbeidsvoorwaarden van de sector Rijk volgen kunnen nu al wel in overleg gaan met hun vakbonden over een gewenst afwijkend plaatsingsbereik maar een afwijkend plaatsingsbereik kan pas worden toegepast nadat de mogelijkheid daartoe is opgenomen in het ARAR.

Vanaf 1 januari 2016 hebben de verplichte VWNW- kandidaten van deze Zbo’s al wel voorrang op vacatures bij het Rijk op ambtenaren bij het Rijk zonder voorrangspositie. Voorwaarde hiervoor is wel dat de betreffende Zbo via de directie Organisatie- en Personeelsbeleid (OPR) heeft gemeld gebruik te willen maken van deze nieuwe mogelijkheid en daarbij heeft verklaard de verplichte VWNW-kandidaten van het Rijk dezelfde voorrangspositie bij hun eigen vacatures te zullen geven. Zodra de voorrangspositie in de regelgeving is opgenomen hebben de verplichte VWNW-kandidaten van de Zbo’s die van deze mogelijkheid gebruik maken en de verplichte VWNW-kandidaten van het Rijk vervolgens een gelijke voorrangspositie bij vacatures.

12. Signalering Arbeidsvoorwaarden & Rechtspositie Rijk

Via Signalering Arbeidsvoorwaarden & Rechtspositie Rijk wordt melding gemaakt van in het Staatsblad en de Staatscourant gepubliceerde regelgeving en circulaires. Deze worden niet per post verzonden. Indien u de signalering automatisch wilt ontvangen, kunt u zich aanmelden via https://abonneren.rijksoverheid.nl en vervolgens via Aanmelden nieuwsbrieven de volgende selectie toepassen:

  • Afzender: ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • Thema: Werk en loopbaan

om de Signalering Arbeidsvoorwaarden & Rechtspositie te vinden.

Ik verzoek u met de inhoud van deze circulaire rekening te houden en daaraan voor zover nodig uitvoering te geven.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, namens deze, S. Roos Directeur-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk

BIJLAGE BIJ CIRCULAIRE 2015-0000735980

Algemene maatregelen van bestuur

Datum

Staatsblad

Beschrijving

10-03-2015

2015, 125

Besluit van 10 maart 2015, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, en tot intrekking van het Besluit overgangsrecht FLO-functies in verband met wijzigingen in de rechtspositie van substantieel bezwarende functies

Ministeriële regelingen

Datum

Staatscourant

Beschrijving

17-12-2014

2014, 36922

Regeling tot wijziging van enige wetten, besluiten en regelingen in verband met de jaarlijkse aanpassingen van bedragen aan de prijsontwikkeling van de in die wetten, besluiten en regelingen genoemde bedragen voor 2015

16-12-2014

2014, 36763

Regeling houdende regels over de rijksbrede commissie VWNW-beleid

16-12-2014

2014, 36764

Regeling houdende regels om de overtolligheid bij reorganisatie vast te stellen in het kader van het van werk naar werk beleid voor de sector Rijk 2013–2015

16-12-2014

2014, 36770

Besluit van 16 december 2014, houdende vaststelling van beleidsregels inzake het vaststellen van overtolligheid bij reorganisaties in verband met het van werk naar werk beleid voor de sector Rijk 2013–2015

16-03-2015

2015, 7976

Regeling tot wijziging van de Reisregeling buitenland in verband met de periodieke aanpassing van de tarieflijst

19-03-2015

2015, 8167

Regeling houdende regels over substantieel bezwarende functies (Regeling substantieel bezwarende functies)

23-09-2015

2015, 32553

Regeling tot wijziging van de Reisregeling buitenland in verband met de periodieke aanpassing van de tarieflijst en tot wijziging van de Raamregeling telewerken in verband met de indexering van het bedrag van de vergoeding van de kosten voor gebruik privé-ruimte

Nieuwe circulaires

Datum

Staatscourant

Beschrijving

03-03-2015

2015, 6535

Tijdelijke beleidslijn toepassing eigen risicodragen partnerpensioen boven € 100.000 (vervalt op 1 januari 2016)

04-06-2015

2015, 15672

Toepassing Uitvoeringsakkoord sector Rijk

01-10-2015

2015, 33593

Uitwerkingsakkoord sectoroverleg Rijk

16-10-2015

2015, 36581

Toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015–2016)

23-10-2015

2015, 37839

Toepassing Wet werk en zekerheid bij de Rijksoverheid

Verlenging circulaires

Datum

Staatscourant

Beschrijving

20-09-2013

2013, 26934

Toepassing werkkostenregeling sector Rijk

Circulaires zonder einddatum die worden ingetrokken of vervallen

Datum

Staatscourant

Beschrijving

23-07-2014

2014, 21723

Uitvoering akkoord sector Rijk met betrekking tot substantieel bezwarende functies1

09-12-2004

2004, 238

Pensioengevende looncomponenten van 2 december 20042

13-09-1999

AD1999/U84410

Tegengaan draaideurconstructie binnen de rijksdienst3

X Noot
1

Vervalt omdat de geldigheidsduur beperkt was tot publicatie van de wijziging van de regelgeving met betrekking tot substantieel bezwarende functies in Staatsblad en Staatscourant.

X Noot
2

Wordt ingetrokken omdat de inhoud is verouderd en het ABP-Pensioenreglement voorziet in de beschrijving van pensioengevend inkomen.

X Noot
3

Wordt ingetrokken omdat de inhoud is verouderd vanwege de Aanbestedingswet 2012. De integriteitsaspecten van inhuur van voormalige rijksambtenaren zullen worden opgenomen in de volgende actualisatie van de Gedragscode Integriteit Rijk die voorjaar 2016 wordt verwacht.

Naar boven