Besluit van 27 september 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van sindsdien bekendgemaakte wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 september 2023, nr. 2023-0000589552;

Gelet op:

  • artikel II van de Wet van 17 mei 2023 tot wijziging van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet om een omissie in het overgangsrecht te herstellen (Stb. 2023, 268),

  • artikel III, tweede lid, van het Besluit van 10 maart 2023 tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) (Stb. 2023, 88),

  • artikel II, eerste lid, van het Besluit van 24 maart 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de periodieke beoordeling van gebouwen, de aanscherping van de schileisen van tijdelijke woningen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 106),

  • artikel X van het Besluit 12 april 2023 tot aanpassing van diverse besluiten in verband met de EU-verordening Markttoezicht (Stb. 2023, 124),

  • artikel VI van het Besluit van 19 juni 2023 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en het Besluit energie-audit in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor milieubelastende activiteiten (Stb. 2023, 215),

  • artikel III van het Besluit van 10 juli 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor utiliteitsgebouwen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 272),

  • artikel III, eerste lid, van het Besluit van 30 augustus 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Bouwbesluit 2012 in verband met de uitzonderingsmogelijkheid van de keuringsplicht voor airconditionings- en verwarmingssystemen (Stb. 2023, 288), en

  • artikel XII, eerste lid, van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Onmiddellijk nadat de artikelen of onderdelen van de wetten en algemene maatregelen van bestuur, genoemd in het Besluit van 5 april 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Invoeringswet Omgevingswet, de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, de Aanvullingswet bodem Omgevingswet, de Aanvullingswet natuur Omgevingswet, de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet en enkele andere wetten die met de Omgevingswet verband houden, alsmede het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit, het Invoeringsbesluit Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit grondeigendom Omgevingswet en enkele andere besluiten die daarmee verband houden (Stb. 2023, 113), in werking zijn getreden, treden met ingang van diezelfde datum, zijnde 1 januari 2024, in de hieronder aangegeven volgorde in werking:

  • 1. de Wet van 17 mei 2023 tot wijziging van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet om een omissie in het overgangsrecht te herstellen (Stb. 2023, 268);

  • 2. artikel II van het Besluit van 10 maart 2023 tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van de Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) (Stb. 2023, 88);

  • 3. het Besluit van 24 maart 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de periodieke beoordeling van gebouwen, de aanscherping van de schileisen van tijdelijke woningen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 106);

  • 4. artikel VIII, onderdeel B, van het Besluit van 12 april 2023 tot aanpassing van diverse besluiten in verband met de EU-verordening Markttoezicht (Stb. 2023, 124);

  • 5. het Besluit van 19 juni 2023, tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en het Besluit energie-audit in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor milieubelastende activiteiten (Stb. 2023, 215), met uitzondering van artikel IV;

  • 6. het Besluit van 10 juli 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor utiliteitsgebouwen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 272);

  • 7. het Besluit van 30 augustus 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Bouwbesluit 2012 in verband met de uitzonderingsmogelijkheid van de keuringsplicht voor airconditionings- en verwarmingssystemen (Stb. 2023, 288); en

  • 8. het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023, met uitzondering van:

    • a. artikel I, onderdeel EN, onder 3;

    • b. artikel II, onderdeel V;

    • c. artikel III, onderdelen I, BP, onder 2, BW, CE, onder 5, en CF;

    • d. artikel IV, onderdeel AR; en

    • e. artikel XI.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 september 2023

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Uitgegeven de tweede oktober 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit koninklijk besluit regelt in de eerste plaats dat de wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet en die na 15 maart 2023 zijn bekendgemaakt, net als de Omgevingswet zelf, op 1 januari 2024 in werking treden en dat bij de inwerkingtreding de juiste volgorde wordt gehanteerd. Voor de wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet en die voor 15 maart 2023 zijn bekendgemaakt, is dit al geregeld in het Besluit van 5 april 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Invoeringswet Omgevingswet, de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, de Aanvullingswet bodem Omgevingswet, de Aanvullingswet natuur Omgevingswet, de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet en enkele andere wetten die met de Omgevingswet verband houden, alsmede het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit, het Invoeringsbesluit Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet, het Aanvullingsbesluit grondeigendom Omgevingswet en enkele andere besluiten die daarmee verband houden (Stb. 2023, 113). Hierna kortheidshalve aangeduid als het eerste technische inwerkingtredingsbesluit.

Het vaststellen van de volgorde van inwerkingtreding van de wetten en algemene maatregelen van bestuur is belangrijk omdat het meer dan eens voorkomt dat verschillende wetten of algemene maatregelen van bestuur hetzelfde onderdeel wijzigen. Zo wordt tabel 4.148A van het Besluit bouwwerken leefomgeving bijvoorbeeld door verschillende wijzigingsbesluiten opnieuw vastgesteld, waaronder door het Besluit van 4 november 2020 tot wijziging van diverse besluiten in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels (Stb. 2020, 454), het Besluit van 2 maart 2021, houdende aanpassing van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van de veiligheidscoördinator directe omgeving en enkele andere wijzigingen (Stb. 2021, 147), het Verzamelbesluit Omgevingswet 2022 en het Besluit van 24 maart 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de periodieke beoordeling van gebouwen, de aanscherping van de schileisen van tijdelijke woningen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 106). Samen met het eerste technische inwerkingtredingsbesluit zorgt dit koninklijk besluit ervoor dat tabel 4.148A in de juiste vorm in werking treedt.

Geconsolideerde versies

Voor de uitvoeringspraktijk zijn op de website www.iplo.nl geconsolideerde versies van de regelgeving behorend tot het stelsel beschikbaar gesteld. De versies laten zien hoe onder meer de Omgevingswet en de vier algemene maatregelen van bestuur op grond van de Omgevingswet eruit komen te zien, met inbegrip van zowel de wijzigingen die via dit koninklijk besluit in werking treden als de wijzigingen opgenomen in het eerste technische inwerkingtredingsbesluit. De geconsolideerde versies zijn van belang voor iedereen die zich op de nieuwe regelgeving voorbereidt of daarmee aan de slag gaat.

De andere koninklijke besluiten die het tijdstip van inwerkingtreding van het stelsel bepalen

Zoals hiervoor aangegeven, voorziet dit koninklijk besluit alleen in de inwerkingtreding van de wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet en die bekendgemaakt zijn na 15 maart 2023. De wetten en algemene maatregelen van bestuur die bekendgemaakt zijn voor 15 maart 2023 treden namelijk in werking via het eerste technische inwerkingtredingsbesluit. Zo regelt dat besluit onder meer de inwerkingtreding van de Invoeringswet Omgevingswet, de Aanvullingswetten geluid, bodem, natuur en grondeigendom, het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit, het Invoeringsbesluit Omgevingswet en de Aanvullingsbesluiten geluid, bodem, natuur en grondeigendom. De Omgevingswet zelf treedt in werking via nog een ander koninklijk besluit, te weten het Besluit van 20 maart 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet (Stb. 2023, 89).

Artikelsgewijs

In dit koninklijke besluit wordt de volgorde bepaald waarin de onderdelen van de wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met het stelsel van de Omgevingswet en die bekendgemaakt zijn na 15 maart 2023 in werking treden.

Onderdeel 1

Het eerste onderdeel van dit koninklijke besluit voorziet in de inwerkingtreding van de Wet van 17 mei 2023 tot wijziging van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet om een omissie in het overgangsrecht te herstellen (Stb. 2023, 268). Via die wet wordt een wetstechnische wijziging aangebracht in het overgangsrecht opgenomen in artikel 3.2a van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet. Zie voor een nadere toelichting op de wijziging de memorie van toelichting.1

Onderdeel 2

Dit onderdeel regelt de inwerkingtreding van artikel II van het Besluit van 10 maart 2023 tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) (Stb. 2023, 88). Artikel II brengt enkele wijzigingen aan in het Besluit bouwwerken leefomgeving ter uitvoering van de Europese markttoezichtverordening.2 Zo bevat artikel 2.15a (nieuw) dat via het besluit wordt ingevoegd bijvoorbeeld een verbod om te handelen in strijd met bepaalde artikelen van de Europese markttoezichtverordening.

Onderdeel 3

Dit onderdeel voorziet in de inwerkingtreding van het Besluit van 24 maart 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de periodieke beoordeling van gebouwen, de aanscherping van de schileisen van tijdelijke woningen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 106). Dat besluit wijzigt het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het invoeren van een periodieke beoordelingsplicht van de constructieve veiligheid van grote publieke gebouwen, het aanscherpen van de eisen voor de luchtdoorlatendheid van tijdelijke woningen en de thermische isolatie van de schil, het aanpassen van de brandklasse voor deuren in extra beschermde vluchtroutes, het optillen van eisen ter voorkoming van oververhitting naar AMvB-niveau en het mogelijk maken van het middelen van de waarde van de warmteweerstand (Rc-waarde). Tot slot moet in het bijzonder de wijziging opgenomen in artikel I, onderdeel A, worden genoemd. Deze wijziging strekt ertoe bouwactiviteiten die gaan over verbouw vooralsnog niet onder het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen te laten vallen. Zie in dit verband de beantwoording van de Kamervragen van de leden Crone (GroenLinks/PvdA) en Kemperman (BBB) van 20 juli 2023 (aanhangsels 2022-2023, nr. 12). In de beantwoording is aangegeven dat verbouwactiviteiten van bouwwerken gevolgklasse 1 per 1 juli 2024 onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen vallen. Het via artikel I, onderdeel A, aan artikel 2.17 toegevoegde vierde lid zal daarom per 1 juli 2024 komen te vervallen. Dit tenzij kort voor inwerkingtreding blijkt dat er onvoldoende kwaliteitsborgers beschikbaar zijn of er andere belemmeringen zijn die aan inwerkingtreding van verbouw in de weg staan.

Onderdeel 4

Dit onderdeel regelt de inwerkingtreding van artikel VIII, onderdeel B, van het Besluit van 12 april 2023 tot aanpassing van diverse besluiten in verband met de EU-verordening Markttoezicht (Stb. 2023, 124). Dat onderdeel zorgt ervoor dat het zesde lid dat via artikel VIII, onderdeel A, van dat besluit aan artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit is toegevoegd wordt vernummerd tot vierde lid. Dit is nodig, omdat artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit uit drie leden bestaat na wijziging door artikel 5.48, onderdeel A, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (Stb. 2020, 400) en artikel I, onderdeel I, onderdeel A, van het Besluit van 20 juni 2022 tot wijziging van het Vuurwerkbesluit in verband met verbetering van de handhaafbaarheid en enkele andere wijzigingen (Stb. 2022, 291). Zowel het Invoeringsbesluit Omgevingswet als het Besluit van 20 juni 2022 tot wijziging van het Vuurwerkbesluit in verband met verbetering van de handhaafbaarheid en enkele andere wijzigingen treden tegelijkertijd met de Omgevingswet in werking via het eerste technische inwerkingtredingsbesluit.

Onderdeel 5

Met dit onderdeel wordt de inwerkingtreding geregeld van het Besluit van 19 juni 2023, tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en het Besluit energie-audit in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor milieubelastende activiteiten (Stb. 2023, 215). Via dat besluit worden in de eerste plaats wijzigingen aangebracht in het Besluit activiteiten leefomgeving in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor milieubelastende activiteiten (artikel I). De energiebesparingsplicht is per 1 juli 2023 geactualiseerd (Stb. 2023, 111 en Stb. 2023, 194) en verplicht bedrijven en instellingen om door het treffen van meer maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik de emissie van kooldioxide te reduceren. In het verlengde van de wijzigingen in het Besluit activiteiten leefomgeving worden ook enkele wijzigingen aangebracht in het Besluit kwaliteit leefomgeving (artikel II), het Omgevingsbesluit (artikel III) en het Besluit energie-audit (artikel V). Via dit koninklijk besluit wordt erin voorzien dat de artikelen I, II, III en V van het besluit op 1 januari 2024 in werking treden. Artikel IV is expliciet uitgezonderd van inwerkingtreding. De reden hiervoor is dat het artikel al in werking is getreden op 1 juli 2023 zoals bepaald in artikel VI van het besluit van 19 juni 2023.

Onderdeel 6

Dit onderdeel voorziet in de inwerkingtreding van het Besluit van 10 juli 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor utiliteitsgebouwen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 272). Net als het besluit dat in werking treedt via onderdeel 5 van dit koninklijk besluit, het Besluit van 19 juni 2023 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en het Besluit energie-audit in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor milieubelastende activiteiten (Stb. 2023, 215), heeft ook dat besluit tot doel een impuls te geven aan bedrijven en instellingen om door het treffen van meer maatregelen ter verduurzaming van het energieverbruik de emissie van kooldioxide te reduceren. Waar het besluit dat in werking treedt via onderdeel 5 gaat om de energiebesparingsplicht voor milieubelastende activiteiten, gaat het in het besluit dat via dit onderdeel in werking treedt om de energiebesparingsplicht voor gebouwen. De maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik die op grond van deze plicht getroffen dienen te worden, zullen dan ook door de gebouweigenaar (of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen aan het bouwwerk) getroffen moeten worden. Via het besluit dat via dit onderdeel in werking treedt worden dan ook in de eerste plaats wijzigingen aangebracht in het Besluit bouwwerken leefomgeving (artikel I). Daarnaast wordt middels een wijziging in het Omgevingsbesluit de toezichthoudende taak op de energiebesparingsplicht van het Besluit bouwwerken leefomgeving opgenomen in het basistakenpakket van de Omgevingsdiensten (artikel II).

Onderdeel 7

Het Besluit van 30 augustus 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Bouwbesluit 2012 in verband met de uitzonderingsmogelijkheid van de keuringsplicht voor airconditionings- en verwarmingssystemen (Stb. 2023, 288) strekt tot implementatie van de uitzonderingsmogelijkheden voor de keuringsplicht voor airconditionings- en verwarmingssystemen zoals opgenomen in Richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD) en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (EED). Het artikel van het besluit dat daartoe wijzigingen aanbreng in de artikelen 6.37 en 6.42 van het Besluit bouwwerken leefomgeving treedt via dit koninklijk besluit in werking op 1 januari 2024. Het artikel dat wijzigingen aanbracht in het Bouwbesluit 2012 is in werking getreden op 7 september 2023.

Onderdeel 8

Het eerste technische inwerkingtredingsbesluit voorziet in de inwerkingtreding van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2022. Met dat besluit zijn al veel technische onvolkomenheden opgelost. Het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023 (Stb. 2023, 298) lost resterende onvolkomenheden op in de vier algemene maatregelen van bestuur onder de Omgevingswet en enkele andere aan de Omgevingswet gerelateerde algemene maatregelen van bestuur. Via dit koninklijk besluit treedt het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023 in werking. Enkele onderdelen van dat besluit zijn wel van inwerkingtreding uitgezonderd. Zo vormt de samenhang met het bovenliggende wetsvoorstel, de Verzamelwet Omgevingswet 20.., de reden voor het uitzonderen van de artikelen I, onderdeel EN, onder 3, II, onderdeel V, III, onderdelen I, BP, onder 2, BW, CE, onder 5, en CF en IV, onderdeel AR, van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023. De betreffende wijzigingen zullen worden doorgevoerd als daarvoor een grondslag is gecreëerd in de Omgevingswet of als de te schrappen begripsomschrijvingen een plaats hebben gekregen in de Omgevingswet. Naast de bovengenoemde onderdelen is ook artikel XI van inwerkingtreding uitgezonderd. Het betreffende artikel is al in werking getreden op de dag nadat het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023 in het Staatsblad is geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 36 293, nr. 3.

X Noot
2

Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169).

Naar boven