Besluit van 10 maart 2023 tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 juli 2021, nr. 2021-0000355217;

Gelet op Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) en artikel 120 van de Woningwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 september 2021, nr. W04.21.0196/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 7 maart 2023, nr. 2022-0000401339;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van §1.3. wordt «en kwaliteitsverklaringen» vervangen door «, markttoezicht en kwaliteitsverklaringen».

B

Na artikel 1.11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.11a Verordening (EU) 2019/1020

  • 1. Het is verboden een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is in de handel te brengen in strijd met artikel 4, eerste lid, van verordening (EU) 2019/1020.

  • 2. Het is een marktdeelnemer als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van verordening (EU) 2019/1020 verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 4, derde en vierde lid, van verordening (EU) 2019/2010.

  • 3. Het is een gemachtigde als bedoeld in artikel 3, onder 12, van verordening (EU) 2019/1020 verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 5, tweede lid, tweede zin, van verordening (EU) 2019/1020.

  • 4. Het is een marktdeelnemer verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) 2019/1020.

  • 5. Het is een aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 7, tweede lid, van verordening (EU) 2019/1020.

ARTIKEL II

Het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1a, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Dit besluit berust ook op de artikelen 119 en 119a van de Woningwet.

B

In het opschrift van afdeling 2.2 wordt «en kwaliteitsverklaringen» vervangen door «, markttoezicht en kwaliteitsverklaringen».

C

Na artikel 2.15 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.15a (Verordening (EU) 2019/1020)

  • 1. Het is verboden een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is in de handel te brengen in strijd met artikel 4, eerste lid, van verordening (EU) 2019/1020.

  • 2. Het is een marktdeelnemer als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van verordening (EU) 2019/1020 verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 4, derde en vierde lid, van verordening (EU) 2019/2010.

  • 3. Het is een gemachtigde als bedoeld in artikel 3, onder 12, van verordening (EU) 2019/1020 verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 5, tweede lid, tweede zin, van verordening (EU) 2019/1020.

  • 4. Het is een marktdeelnemer verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) 2019/1020.

  • 5. Het is een aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij verboden met betrekking tot een product waarop de verordening bouwproducten van toepassing is, te handelen in strijd met artikel 7, tweede lid, van verordening 2019/1020.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I van dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2.20, onder A, van de Wet ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) in werking treedt.

  • 2. Artikel II van dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 maart 2023

Willem-Alexander

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Uitgegeven de tweeëntwintigste maart 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

1. Aanleiding

Dit besluit voorziet in de uitvoering van de (nieuwe) Europese markttoezichtverordening1 (hierna: markttoezichtverordening). De markttoezichtverordening is op 16 juli 2019 in werking getreden en geldt vanaf 16 juli 2021. De nieuwe markttoezichtverordening regelt het markttoezicht op producten en heeft als doel het waarborgen dat producten voldoen aan de harmonisatiewetgeving van de Unie. Zij vervangt de artikelen 15 tot en met 29 van verordening (EG) nr. 765/2008 inzake accreditatie en markttoezicht2 (de oude markttoezichtverordening).

De markttoezichtverordening vereist dat iedere lidstaat in de nationale regelgeving bepalingen opneemt ter uitvoering van de markttoezichtverordening. Hiertoe is het wetsvoorstel ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) (hierna: het wetsvoorstel) opgesteld. Dit besluit geeft een uitwerking aan de uitvoering van de verordening en hangt samen met het wetsvoorstel, met name de wijziging van de Woningwet3. Het besluit wijzigt het Bouwbesluit 2012 (hierna: Bouwbesluit) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl). Het Bbl is de opvolger van het Bouwbesluit en zal in werking treden op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. De wijzigingen in het Bouwbesluit en het Bbl zijn daarom hetzelfde van inhoud. De Omgevingswet treedt naar verwachting op 1 januari 2024 in werking.

2. Hoofdlijnen van het voorstel

De nieuwe bepalingen in het Bouwbesluit en het Bbl bevatten, in het kort gezegd, een verbod om te handelen in strijd met bepaalde artikelen van de markttoezichtverordening. Het verbod is toegespitst op de verordening bouwproducten. Die verordening valt onder de reikwijdte van de markttoezichtverordening4 en wordt uitgevoerd in het Bouwbesluit en het Bbl.5 De nieuwe bepalingen in Bouwbesluit en Bbl hebben dus uitsluitend betrekking op eisen die voortvloeien uit de verordening bouwproducten en op de wijze waarop toezicht en handhaving plaatsvindt ten aanzien van die eisen.

De verboden die met dit voorstel worden opgenomen in het Bouwbesluit en Bbl zien op de artikelen 4, 5 en 7 van de markttoezichtverordening. De drie artikelen van de verordening worden hieronder kort toegelicht. Voor een meer uitgebreide toelichting op de overige onderdelen van de markttoezichtverordening wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de memorie van toelichting van het wetsvoorstel.

2.1 Artikelen 4 en 5 van de markttoezichtverordening

De artikelen zoals opgenomen in het Bouwbesluit en het Bbl door middel van voorliggend besluit verbieden dat een (bouw)product in de handel genomen wordt in strijd met artikel 4, eerste lid, van de markttoezichtverordening, dat een marktdeelnemer, als bedoelt in artikel 3, onderdeel 12, van de markttoezichtverordening, ten aanzien van een (bouw)product in strijd handelt met artikel 4, derde en vierde lid, van de markttoezichtverordening en dat een gemachtigde als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder c, van de markttoezichtverordening ten aanzien van een (bouw)product in strijd handelt met artikel 5, tweede lid van de markttoezichtverordening.

Artikel 4 van de markttoezichtverordening bepaalt dat (bouw)producten alleen in de handel mogen worden gebracht als een in de Europese Unie gevestigde marktdeelnemer de beschikking heeft over de voor dat product vereiste documentatie en die deze documentatie heeft gecontroleerd (derde lid, onder a). In geval van bouwproducten gaat het dan om EU-conformiteitsverklaringen (CE-markering) en prestatieverklaringen.

Daarnaast dient de marktdeelnemer, indien een markttoezichtautoriteit een met redenen omkleed verzoek daartoe indient, informatie en documentatie om de EU-conformiteit van het product aan te tonen (artikel 4, derde lid, onderdeel b) te verstrekken in een taal die de markttoezichtautoriteit gemakkelijk kan begrijpen, de markttoezichtautoriteiten te informeren als hij redenen heeft om aan te nemen dat een product in kwestie een risico vormt (derde lid, onderdeel c) en mee te werken met de markttoezichtautoriteiten (derde lid, onderdeel d). De markttoezichtautoriteit voor de Woningwet, en daarmee het Bouwbesluit en Bbl, is de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT), zoals toegelicht in hoofdstuk 3 van deze nota van toelichting.

Artikel 4 van de markttoezichtverordening is gericht tot de in het tweede lid bedoelde marktdeelnemers, te weten: in de Europese Unie gevestigde fabrikanten, importeurs, gemachtigden of fulfilmentdienstverleners. De «fulfilmentdienstverlener» is als nieuwe marktdeelnemer opgenomen in de markttoezichtverordening en is gedefinieerd als «een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van een handelsactiviteit ten minste twee van de volgende diensten aanbiedt: opslag, verpakking, adressering en verzending zonder eigenaar te zijn van de producten, met uitzondering van postdiensten, pakketbezorgdiensten en andere postdiensten of vrachtvervoersdiensten».

Artikel 5 van de markttoezichtverordening bepaalt dat een fabrikant een gemachtigde aanwijst om de in artikel 4, derde lid, genoemde taken te vervullen. Dit naast de taken welke reeds in de verordening bouwproducten aan de gemachtigde zijn toegewezen. De gemachtigde moet op verzoek aan de markttoezichthouder een kopie van het mandaat kunnen overleggen (artikel 5, tweede lid).

2.2 Artikel 7 van de markttoezichtverordening

De artikelen zoals opgenomen in het Bouwbesluit en het Bbl met voorliggend besluit verbieden eveneens dat een marktdeelnemer als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van de markttoezichtverordening met betrekking tot een (bouw)product in strijd handelt met artikel 7, eerste lid, van de markttoezichtverordening en een aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij ten aanzien van een (bouw)product in strijd handelt met artikel 7, tweede lid, van de markttoezichtverordening.

Het eerste lid van artikel 7 van de markttoezichtverordening bepaalt dat marktdeelnemers dienen samen te werken met de markttoezichtautoriteiten bij het nemen van maatregelen voor het wegnemen of beperken van de risico’s die veroorzaakt worden door producten die marktdeelnemers op de markt aanbieden.

Artikel 7, tweede lid, richt zich tot aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij. Dat zijn aanbieders van «elke dienst van de informatiemaatschappij, dat wil zeggen elke dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van een afnemer wordt verricht»6. Van hen wordt vereist dat ze, op verzoek en in specifieke gevallen, samenwerken met de markttoezichtautoriteit om de risico’s van een bepaald (bouw)product dat via hen online te koop werd of wordt aangeboden weg te nemen of, als dat niet mogelijk is, te beperken.

3. Verhouding tot ander recht

3.1 Algemene wet bestuursrecht

De markttoezichtverordening markttoezicht bevat in de artikelen 4 en 5 eisen ten behoeve van toezicht en handhaving. In artikel 4, derde lid, onder b, en artikel 7 van de markttoezichtverordening is bepaald dat een marktdeelnemer of aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij medewerking moet verlenen aan de markttoezichtautoriteit en op verzoek informatie of documentatie moet overleggen. Deze bepaling overlapt met de in artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) opgenomen verplichting om medewerking te verlenen aan toezichthouders. Ook voorziet artikel 5:17 van de Awb in de bevoegdheid van de toezichthouder om inzage te vorderen in zakelijke gegevens en bescheiden. De bepalingen in de markttoezichtverordening zijn echter specifieker en breder dan de bepalingen in de Awb. Zo vereist artikel 7 dat marktdeelnemers en aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij actief handelen om risico’s te beperken, waarbij ze samenwerken met de markttoezichtautoriteit. Daarnaast vereist artikel 4, derde lid, onder b, van de markttoezichtverordening dat de daar bedoelde marktdeelnemer niet alleen op verzoek gegevens en bescheiden overlegt, maar ook aantoont dat is voldaan aan de vereisten van conformiteit voor een specifiek product. Bovendien moet de documentatie in een voor de markttoezichtautoriteit gemakkelijk te begrijpen taal worden aangeleverd. Omdat de bepalingen in de markttoezichtverordening verder strekken en specifieker zijn dan de Awb-bepalingen, zijn de hieruit voortvloeiende verboden als zelfstandige verboden opgenomen in het Bouwbesluit en Bbl.

3.2 Woningwet

In het wetsvoorstel7 dat de basis vormt voor het onderhavige besluit wordt onder andere de Woningwet aangepast. In de Woningwet wordt de grondslag voor de uitwerking in het Bouwbesluit en het Bbl aangevuld en worden definities opgenomen uit de markttoezichtverordening. Daarnaast is het toezicht en de handhaving op de markttoezichtverordening geregeld in de Woningwet.

4. Uitvoering, toezicht en handhaving

Het toezicht en de handhaving van de markttoezichtverordening zal worden belegd bij de ILT8. De ILT wordt hiermee, in mandaat, de markttoezichtautoriteit als bedoeld in artikel 10 van de markttoezichtverordening, voor zover het gaat om handhaving van bepalingen gesteld op grond van de Woningwet. De ILT houdt reeds in mandaat van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening als markttoezichtautoriteit toezicht op de verordening bouwproducten. Voor een meer gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2.20 van het wetsvoorstel.

5. Bestuurlijke en administratieve lasten

Wat de bestuurlijke lasten betreft vloeien er voor de ILT de volgende extra kosten voort uit het toezicht en de handhaving van de markttoezichtverordening:

  • Toezicht op fulfilmentcentra. Hoewel in deze fase een accuraat overzicht van het aantal relevante fulfilmentcentra ontbreekt is de verwachting dat het zal gaan om producten die via webshops te koop worden aangeboden op de Europese markt, dus veelal producten die ook te koop zijn in de grotere bouwmarkten, gericht op de doe-het-zelver.

    • Verwachte kosten op jaarbasis: 0,15 fte (ongeveer 215 uur). Uurtarief 132,00 euro x 215 uur = 28.380,00 euro.

  • Intensiveren samenwerking met douane. Dit zal vooral tijdelijk extra capaciteit vergen en brengt daarna de hieronder weergegeven kostenstijging met zich mee:

    • Verwachte kosten jaar na implementatie (eenmalig): 0,08 fte (ongeveer 115 uur). Uurtarief 132,00 euro x 115 uur = 15.180,00 euro;

    • Verwachte kosten op jaarbasis (going concern): 0,1 fte (ongeveer 142 uur). Uurtarief 132,00 euro x 142 uur = 18.744,00 euro.

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is toegelicht dat er geen directe financiële gevolgen zijn voor burgers. Marktdeelnemers kunnen te maken krijgen met extra lasten vanwege de verplichtingen in de markttoezichtverordening. Omdat de verordening directe werking heeft en geen ruimte biedt voor aanvullende verplichtingen volgen er geen aanvullende lasten uit dit besluit.

6. Financiële gevolgen Rijk

In verband met de uitvoeringskosten voor de ILT, zoals hierboven omschreven, brengt het besluit financiële gevolgen voor het Rijk met zich mee. Deze kosten worden ten laste gebracht van de BZK begroting.

7. Advies, consultatie, notificatie en voorhang

7.1 Handhavings- en uitvoeringstoets ILT

De ILT heeft een uitvoeringstoets uitgevoerd met betrekking tot het besluit. De ILT heeft hierbij enkele suggesties gedaan voor het verduidelijken van de bepalingen in dit besluit, welke zijn verwerkt. Daarnaast is naar voren gekomen dat er kosten voortvloeien uit de nieuwe taken van de ILT op het punt van toezicht en handhaving ten gevolge van de inwerkingtreding van de markttoezichtverordening. Voor een verdere toelichting op de kosten wordt verwezen naar paragraaf 5.

7.2 Overige consultaties, adviezen, voorhang en notificatie

Dit besluit is niet openbaar geconsulteerd, omdat de markttoezichtverordening directe werking heeft en er geen ruimte is voor Nederland als lidstaat om er een andere invulling aan te geven. Een consultatie zou dus niet tot een wijziging van het besluit kunnen leiden. Consultatie van decentrale overheden heeft niet plaatsgevonden, omdat het besluit geen effect heeft voor gemeenten, provincies of waterschappen.

Daarnaast is geen advies gevraagd aan adviesorganen, waaronder het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Dit conform artikel 1:7, eerste lid, van de Awb en de Aanwijzingen voor de regelgeving in geval van één-op-één-uitvoering van Europese verplichtingen.

Het besluit is vanwege het Europeesrechtelijke karakter evenmin ter voorhang aangeboden bij de Eerste en Tweede Kamer (conform artikel 1:8 Awb).

Tot slot geldt voor de technische notificatie op grond van de Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, dat technische notificatie van uitvoering van EU-verplichtingen niet nodig is (artikel 7 van die richtlijn).

8. Inwerkingtreding en overgangsrecht

Dit besluit treedt in werking op het moment dat ook het bovenliggende wetsvoorstel in werking treedt. Er is niet voorzien in overgangsrecht, omdat de markttoezichtverordening rechtstreeks werkt en geen ruimte geeft voor een overgangstermijn.

9. Transponeringstabel

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel, onderdeel III, is een transponeringstabel opgenomen. In die tabel is aangegeven dat de artikelen 4, 5 en 7 via lagere regelgeving worden uitgewerkt. In onderhavig besluit worden die artikelen als volgt uitgewerkt.

Artikel(lid) Verordening 2019/1020

Artikel in het Bouwbesluit 2012 en Bbl

Opmerkingen

Artikel 4, eerste lid

Artikel 1.11a, eerste lid, Bouwbesluit en artikel 2.15a, eerste lid, Bbl

Artikel 4, tweede lid

Geen wettelijke uitvoering nodig, bevat geen norm

Artikel 4, derde en vierde lid

Artikel 1.11a, tweede lid, Bouwbesluit en artikel 2.15a, tweede lid, Bbl

Artikel 4, vijfde lid

Geen wettelijke uitvoering nodig, bevat geen norm

Artikel 5, eerste lid

Geen wettelijke uitvoering nodig, bevat geen norm

Artikel 5, tweede lid

Artikel 1.11a, derde lid, Bouwbesluit en artikel 2.15a, derde lid, Bbl

Artikel 5, derde lid

Geen wettelijke uitvoering nodig, EU-rechtelijk reguleren van feitelijke handelingen

Artikel 7, eerste lid

Artikel 1.11a, vierde lid, Bouwbesluit en artikel 2.15a, vierde lid, Bbl

Artikel 7, tweede lid

Artikel 1.11a, vijfde lid, Bouwbesluit en artikel 2.15a, vijfde lid, Bbl

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordening (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169).

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218).

X Noot
3

Artikel 2.20 van het wetsvoorstel.

X Noot
4

Bijlage I van de verordening markttoezicht.

X Noot
5

Verordening (EU) 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PbEU 2011, L 88).

X Noot
6

De verordening markttoezicht, artikel 3, onder 14, verwijst voor de definitie van diensten van de informatiemaatschappij naar Verordening (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij. De tussen haakjes geplaatste definitie is afkomstig uit artikel 1, onder 1, punt b, van die laatstgenoemde verordening.

X Noot
7

Artikel 2.20 van het wetsvoorstel

X Noot
8

Artikel 2.20 van het wetsvoorstel

Naar boven