5 Vragenuur: Vragen Omtzigt

Vragen van het lid Omtzigt aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Financiën, over het bericht "Belastingdienst bang voor kogels".

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. De ombudsman in Amsterdam is een nacht op de Leidsegracht geweest. Dat deed hij omdat hij daar in 2016 onderzoek had gedaan en toen was het een bende.

Dit keer constateert hij 938 overtredingen. Dat is één keer per 30 seconden een wildplasser, een onverzekerde taxi, een brommer die tegen eenrichtingsverkeer inrijdt, een illegaal straatfeest van horecaondernemingen et cetera. De aantallen liegen er niet om. Zo rijden er 190 taxi's in Amsterdam onverzekerd rond. Hij krijgt het lijstje gewoon van de RDW uitgeprint.

Maar misschien nog wel de meest opvallende uitkomst van het onderzoek gaat over de Belastingdienst. De ombudsman kreeg te horen van de belastingdirecteur, toen hij vroeg naar controles op zwartwerken en illegale omzet: "Dat gebeurt nauwelijks. De belastinginspecteurs lopen namelijk niet met kogelvrije vesten rond."

Als een zzp'er de btw een paar dagen te laat betaalt, volgt een forse boete. Handhaven doen we met de computer achter een bureau. Maar kennelijk dus niet op lastige plekken waar het echt nodig is. Daarom mijn vragen.

1. Hoeveel controles op zwartwerken en illegale omzet hebben er op de Leidsegracht en omgeving plaatsgevonden in het afgelopen jaar, en waren politie en FIOD aanwezig bij deze controles?

2. Controleert uw inspectie — die van SZW — op de arbeidsomstandigheden aldaar?

3. Zijn er in Nederland gebieden waar de Belastingdienst niet durft te komen? We herinneren ons nog heel goed Vinkenslag. Als die gebieden er zijn, waar bevinden die zich?

4. Heeft de regering overleg gehad met de ombudsman van Amsterdam en wat is hier uitgekomen?

5. Dat lijstje met onverzekerde taxi's, mag ik ervan uitgaan dat die 190 mensen aangeschreven zijn? En als ze geen verzekering betalen, kunt u waarschijnlijk ook even hun belastingadministratie controleren, want die zou weleens vaker niet dan wel kunnen kloppen.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Koolmees:

Voorzitter. Naast minister van Financiën en Sociale Zaken ben ik ook nog staatssecretaris van Financiën vandaag. Ook de staatssecretaris is in Brussel bij de eurogroep. Ik heb het artikel van de Amsterdamse ombudsman inderdaad ook gelezen. In dat artikel is ingegaan op een anonieme quote van een onbekende directeur van de Belastingdienst, die tegen de Amsterdamse ombudsman zou hebben gezegd dat de Belastingdienst alleen met helmen en kogelvrije vesten bij bepaalde bedrijven, kroegen, naar binnen wil. Dit zou suggereren dat er geen controle plaatsvindt.

De Belastingdienst ervaart geen belemmeringen bij het uitvoeren van zijn handhavingstaak in de gemeente Amsterdam. Dat geldt in zijn algemeenheid, maar ook specifiek in de binnenstad van Amsterdam. Hij herkent zich dus ook niet in de uitspraak van de Amsterdamse ombudsman, want naast het in voorkomende gevallen uitvoeren van boekenonderzoeken voeren bijvoorbeeld ook deurwaarders hun werkzaamheden uit indien er sprake is van invordering van belastingschulden. Via het Landelijk Informatie en Expertise Centrum, het LIEC, en de Regionale Informatie en Expertise Centra, de RIEC's, is er goede samenwerking tussen bijvoorbeeld de gemeenten, de politie en de Belastingdienst. Er zijn goede afspraken over wie welke taken heeft en ook over wanneer de politie wordt betrokken bij gezamenlijke acties van de Belastingdienst en de politie. Er vinden ook regelmatig acties plaats in de binnenstad van Amsterdam. De uitlatingen van de gemeentelijke ombudsman worden dan ook niet herkend door de Belastingdienst.

Daar staat wel gelijk vraag 4 van de heer Omtzigt tegenover: heeft de Belastingdienst al contact gehad met de ombudsman? Dat is nog niet gebeurd, maar bij dezen zeg ik u toe dat dat wel gaat gebeuren, om deze bevindingen te verifiëren en te achterhalen waar deze vandaan komen. Daarbij zullen ook de andere opmerkingen over de onverzekerde taxi's worden meegenomen.

De heer Omtzigt (CDA):

De Belastingdienst ervaart geen belemmeringen, terwijl de ombudsman van de hoofdstad zegt: jongens, er gaat iets heel erg mis. Sterker nog, voetnoot 11 van het rapport was de meest vermakelijke: Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Amsterdam, wil meer controles. Laat dat even op u inwerken. Waar heeft u dat eerder gezien? Dat ziet u nergens. Ze willen controles van de Belastingdienst omdat een aantal zaken zich totaal nergens aan houdt. Als een beroepsgroep zelf om controles vraagt, en zeker de horeca — sorry dat ik deze sector een klein beetje discrimineer — dan is er wat aan de hand. Boekenonderzoeken en deurwaardersbezoeken vinden plaats tussen 9.00 uur 's morgens en 19.00 uur 's avonds. Maar dat hele onderzoek ging over de puinzooi die het er 's nachts is. Je kunt 's nachts dus vrolijk zwartwerken. Je kunt 's nachts vrolijk je omzet anders opgeven, want dat vinden deze controles niet. Ik zou dus graag antwoorden willen hebben op elk van deze vijf vragen, schriftelijk, en er dan over kunnen praten. Inderdaad hoop ik dat er bij die antwoorden in ieder geval de toezegging zit dat die 190 onverzekerde taxi's al aangeschreven en beboet zijn. Als dat laaghangend fruit niet geplukt wordt, dan weet ik echt niet welke controles er nog wel uitgevoerd worden in dit land.

Minister Koolmees:

Voorzitter. Ik begrijp de reactie van de heer Omtzigt. Over vraag 1, hoeveel controles er hebben plaatsgevonden, kan ik op dit moment gewoon geen uitsluitsel geven. Dat begrijpt de heer Omtzigt ook. Ik zal deze vraag wel doorspelen naar de staatssecretaris van Financiën zodat hij schriftelijk beantwoord kan worden. Datzelfde geldt voor de vraag over de 190 onverzekerde taxi's die er rondrijden. Ook daarover komt schriftelijk meer informatie naar de heer Omtzigt en de Kamer. Het signaal is helder, zeg ik erbij tegen de heer Omtzigt. Over de ombudsman in Amsterdam heb ik in het eerste antwoord al aangegeven dat het verstandig is dat de staatssecretaris contact opneemt of laat opnemen met de ombudsman om deze signalen op te pakken. Als het gaat over de gebieden, heb ik nog één aanvullend antwoord voor de heer Omtzigt. Naast de monodisciplinaire aanpak, zoals dat dan heet, ten aanzien van de heffing, controle en inning werkt de Belastingdienst op basis van eigen bevoegdheden ook samen met de politie en gemeenten, ook in Amsterdam, in het kader van de aanpak van de ondermijnende criminaliteit middels het LIEC en het RIEC. Dat zei ik al in het eerste antwoord. Daar is een Handhavingsknelpunt Malafide Horeca. Dat is een apart aandachtspunt voor deze handhavende instanties. Op basis van de integrale informatiepositie wordt dan beoordeeld of interventies noodzakelijk zijn. Dat kan een regulier boekenonderzoek zijn, maar het kan ook een inval zijn. Bij dit soort handhavingspunten wordt er dus samen opgetrokken met bijvoorbeeld de politie. Dit is dus een lopend traject, getiteld "malafide horeca", wat ook aangeeft dat dit een aandachtspunt is voor de handhavende diensten en inspecties.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik snap dat we geen volledige antwoorden krijgen, maar ik hecht er echt aan om schriftelijk te vernemen of er in Nederland no-gogebieden zijn, in Amsterdam of elders, waar belastingambtenaren en andere handhavers slechts met grote moeite of onder politiebescherming willen komen. Als die er zijn, wil ik een lijstje hebben met wat eraan gedaan wordt. Niets is meer ondermijnend voor de belastingmoraal van de gewone Nederlander die aan het eind van de maand zijn salaris krijgt en onmiddellijk zijn belasting betaalt of gewoon zijn belastingformulier invult. Voor de rest hoop ik dat ik de antwoorden binnen ongeveer twee weken tegemoet kan zien, zodat we er dan eens over kunnen spreken. Ja, ik ken mijn pappenheimers hier; anders wacht ik weer een halfjaar. Dit was namelijk een vervolgonderzoek en het is daar al jaren een bende.

Minister Koolmees:

Nu worden als het ware schriftelijke vragen mondeling ingediend. Ik zal deze signalen doorgeven aan de staatssecretaris van Financiën. In zijn algemeenheid wordt wat is gezegd over die no-gogebieden niet herkend door de Belastingdienst. Bij sommige interventies wordt wel degelijk de hulp ingeschakeld van de politie, om juist gezamenlijk op te trekken, omdat er wel degelijk risico is op gevaar. Maar dat betekent niet dat het no-goarea's zijn. Maar nogmaals, ik zal deze vraag doorgeleiden naar de staatssecretaris van Financiën, met het verzoek om deze binnen twee weken te beantwoorden.

De voorzitter:

Ik ken de heer Omtzigt. Als die antwoorden niet binnen twee weken de Kamer hebben bereikt, dan weet ik dat hij er bij de regeling staat.

Minister Koolmees:

Voorzitter, ik ken de heer Omtzigt ook heel goed.

De voorzitter:

Ja, precies.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik doe op voorhand al het verzoek om via de commissie de schriftelijke vragen te inventariseren, want ik heb er ook nog een aantal. Het lijkt mij verstandig om die vragen te inventariseren. We lezen dit soort berichten in de krant en wat daarin wordt beschreven, is natuurlijk onacceptabel voor al die mensen die netjes op tijd hun belasting betalen. De heer Omtzigt gaf dat ook al aan. Plekken waar fraude plaatsvindt zijn vaak het meest onveilig. Deelt de minister dat afzien van controles op dat soort gelegenheden kan leiden tot een broedplaats voor juist dat soort activiteiten?

Ik kom op mijn tweede punt. Ik hoorde de minister net in zijn antwoord iets zeggen over malafide horeca en …

De voorzitter:

Nee, mevrouw Lodders. Eén vraag.

Mevrouw Lodders (VVD):

… dat er knelpunten zouden zijn.

Minister Koolmees:

In eerste instantie lijkt het mij verstandig als u alle schriftelijke vragen inventariseert in de commissie en die vervolgens naar de staatssecretaris stuurt, want dan kunnen we een veel gedetailleerder antwoord geven. Maar in zijn algemeenheid ben ik het eens met de tekst van mevrouw Lodders: als je afziet van controles, leidt dat juist tot een concentratie van criminaliteit. Ik denk dat dat in zijn algemeenheid klopt.

De voorzitter:

Wat in de commissie wordt besproken, is echt aan de commissie. Dat moet de commissie zelf bepalen.

Minister Koolmees:

U gaat over orde, mevrouw de voorzitter.

Mevrouw Leijten (SP):

Belasting innen en veiligheid bieden zijn twee kerntaken van de overheid. Die raken elkaar hier in een zeer zorgelijk rapport van de ombudsman. Maar het wordt door de Belastingdienst een beetje weggezet als: wij herkennen dit niet. Wij erkennen het ook niet, zegt de minister. Maar de ombudsman van de hoofdstad zegt: er zijn horecagelegenheden waar de Belastingdienst niet komt, want ze zijn daar hun leven niet zeker. Wat gaat hier mis? Ik zou zeggen: ga zelf in de nachtelijke uren eens op pad met die ombudsman en kijk dan of het beeld van de Belastingdienst nog een herkenbaar beeld is.

Minister Koolmees:

Ik begrijp de vraag van mevrouw Leijten. Tegelijkertijd heb ik bij de Belastingdienst gecheckt wat hiervan klopt. De Belastingdienst geeft richting de staatssecretaris en mij aan dat dit beeld wordt herkend en dat er wel degelijk interventies en acties plaatsvinden, ook in de binnenstad van Amsterdam, waarbij de Belastingdienst samen met de politie optrekt om te handhaven. Tegelijkertijd zie ik ook wel dat het een beeld is dat tegengesteld is aan wat de Amsterdamse ombudsman in het artikel aangeeft. Daarom heb ik net ook al richting de heer Omtzigt aangegeven dat ik het heel verstandig vind dat de staatssecretaris contact opneemt met de Amsterdamse ombudsman om deze bewering te verifiëren.

De heer Nijboer (PvdA):

Het punt van de Amsterdamse ombudsman is dat de Belastingdienst bang is voor kogels. Ik kan me dat wel voorstellen. Je hebt nu het Holleeder-proces. Je zou als belastingambtenaar maar een belastingformuliertje bij Holleeder moeten ophalen. Ik snap dus wel dat belastingambtenaren bang zijn. Het zou andersom moeten zijn: de kogels zouden bang moeten zijn voor de Belastingdienst. De vraag is echt wat dit kabinet doet aan de grote criminaliteit die we kennen uit de onderwereld — denk aan drugshandel en vrouwenhandel — om ook de belastingambtenaren voldoende bescherming te bieden.

Minister Koolmees:

Wat ik heb proberen aan te geven in mijn antwoorden op de eerste vragen van de heer Omtzigt, is dat de Belastingdienst richting mij aangeeft zich niet te herkennen in het beeld over no-goarea's of in het beeld dat ze niet handhaven waar dat nodig is omdat er sprake is van onveilige situaties. Er wordt juist samen met de politie, samen met de bescherming, opgetrokken om ervoor te zorgen dat er ook handhavend opgetreden kan worden. Tegelijkertijd constateer ik dat er twee signalen zijn. Er is ook het signaal dat de Amsterdamse ombudsman afgeeft. Ik vind het heel verstandig dat de staatssecretaris en de Belastingdienst met hem in gesprek gaan om te kijken of het beeld herkend wordt, waar dit beeld vandaan komt en hoe we het kunnen voorkomen. In zijn algemeenheid ben ik het natuurlijk met de heer Nijboer eens, maar deze twee signalen staan wel haaks op elkaar. Het lijkt mij heel verstandig dat daar helderheid over komt, ook in reactie op de schriftelijke vragen die de heer Omtzigt heeft gesteld.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Kan dan ook duidelijk zijn in hoeveel gevallen de politie daadwerkelijk mee moet, niet alleen naar de Wallen maar ook naar de andere horeca, zodat we weten wanneer de Belastingdienst niet meer alleen kan? Deze taak zou ook niet op de schouders van de politie moeten liggen, als de organisaties zo bar en boos zijn.

Minister Koolmees:

Deze vraag zal ik toevoegen aan de schriftelijke set die richting uw Kamer komt.

De voorzitter:

Verder wil ik meegeven dat Amsterdam ook een prachtige stad is.

Minister Koolmees:

Als Rotterdammer … Eh, ja.

De voorzitter:

Dank u wel. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit vragenuur. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur. Dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven