Besluit van 4 februari 2015 tot wijziging van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen in verband met het wijzigen van bestaande decentralisatie- en integratie-uitkeringen en het introduceren van nieuwe decentralisatie- en integratie-uitkeringen (2013)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 december 2014, nr. 2014-0000664740, Directie CZW/S&B, DCB CZW/S&B, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 januari 2015, No.W04.14.0463/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 januari 2015, 2015-0000051385, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 2o, 2p, 2s, 2t, 2v, 14, 23, 29a, 29c, 29i, 29hh, 29ii, 29tt, 29uu, 29yy en 29zz vervallen.

B

Aan artikel 2c. Regionale luchthavens, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2c-5, de in die bijlage genoemde uitkering.

C

Aan artikel 2i. Externe veiligheid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2i-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

D

Aan artikel 2n. Waddenfonds, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangt de provincie Fryslân € 36.824.000.

E

Artikel 2q. Beter benutten, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2q-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

F

Artikel 2r. DU Ontwikkel / OEM-variabel, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2r-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

G

Artikel 2u. Monumenten, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2u-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

H

Artikel 2w. Zwemwaterrichtlijn EU, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2w-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

I

Artikel 2x. Natuur, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2x-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

J

Na artikel 2x worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 2y. Afsluitdijk

In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2y, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 2z. Agrarisch natuurbeheer

In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2z, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 2aa. Life Sciences Park Oss

In het jaar 2013 ontvangt de provincie Noord-Brabant € 1.600.000.

Artikel 2bb. TransNetAero

In het jaar 2013 ontvangt de provincie Flevoland € 34.000.

K

Artikel 27. Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «Wet maatschappelijke ondersteuning 2015» vervangen door: Wet maatschappelijke ondersteuning.

2. In de aanhef wordt «Wet maatschappelijke ondersteuning 2015» vervangen door: Wet maatschappelijke ondersteuning.

3. In het opschrift van de bijlagen 27b, 27c en 27e en 27f wordt «Wet maatschappelijke ondersteuning 2015» telkens vervangen door: Wet maatschappelijke ondersteuning.

4. De bijlage genoemd in artikel 27, onderdeel b, vervalt.

5. Er worden twee onderdelen toegevoegd luidende:

  • g. Met ingang van 2011 ontvangen gemeenten jaarlijks een uitkering waarbij de verdeelmaatstaven genoemd in bijlage 27g worden gehanteerd voor de verdeling van het totaal beschikbare bedrag voor de uitkering. Artikel 3, derde tot en met vijfde lid, van het Besluit financiële verhoudingen 2001 is van overeenkomstige toepassing op deze uitkering;

  • h. De gemeenten, genoemd in bijlage 27h, ontvangen voor het jaar 2011 op basis van de in onderdeel g genoemde verdeelmaatstaven het in die bijlage genoemde bedrag.

L

Aan artikel 29j. Herstructurering bedrijventerreinen, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29j-5, de in die bijlage genoemde uitkering.

M

Artikel 29k. Impuls brede scholen combinatiefuncties tweede tranche wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «Impuls brede scholen combinatiefuncties tweede tranche» vervangen door: Buurtsportcoaches.

2. Er wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 5. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29k-5, de in die bijlage genoemde uitkering.

N

Aan artikel 29o. Spoorse doorsnijdingen, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29o-5, de in die bijlage genoemde uitkering.

O

Aan artikel 29ij. Gezond in de stad, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ij-4, de in die bijlage genoemde uitkering.

P

Aan artikel 29dd. Jeugd, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29dd-4, de in die bijlage genoemde uitkering.

Q

Aan artikel 29jj. Versterking peuterspeelzaalwerk, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29jj-4, de in die bijlage genoemde uitkering.

R

Aan artikel 29kk. Vrouwenopvang, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29kk-4, de in die bijlage genoemde uitkering.

S

Artikel 29oo. Bestaand Rotterdams gebied, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangt de gemeente Rotterdam € 2.527.000.

T

Aan artikel 29pp. Eigen kracht, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29pp-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

U

Artikel 29vv. Kwaliteitssprong Zuid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangt de gemeente Rotterdam € 1.400.000.

V

Artikel 29ww. LHBT emancipatiebeleid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ww-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

W

Aan artikel 29xx. Maatschappelijke opvang, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. De gemeenten, genoemd in bijlage 29xx-c, ontvangen voor het jaar 2011 op basis van de in onderdeel a genoemde maatstaven het in die bijlage genoemde bedrag.

X

Artikel 29aaa. Quick wins binnenhavens, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangt de gemeente Waalwijk € 4.643.000.

Y

Artikel 29bbb. Vsv-programmagelden RMC-regio’s G4, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29bbb-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

Z

Artikel 29ccc. We Can Young, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ccc-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

AA

Na artikel 29ccc worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 29ddd. ESF-programma

In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ddd, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 29eee. Uitvoeringskosten inburgering

In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29eee, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 29fff. Jeugdwerkloosheid

In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29fff, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 29ggg. Veiligheidshuizen

In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ggg, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 29hhh. Werkgeversdienstverlening

In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29hhh, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 29iii. Zichtbare schakel

In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29iii, de in die bijlage genoemde uitkering.

BB

Aan artikel 31b. Bedrijventerreinen (Topperprojecten), wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In het jaar 2013 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 31b-4, de in die bijlage genoemde uitkering.

CC

Aan artikel 31c. Bodemsanering, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31c-4, de in die bijlage genoemde uitkering.

DD

Aan artikel 31e. Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In het jaar 2013 ontvangt de provincie Groningen € 10.468.000.

EE

Aan artikel 31i. Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV), wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31i-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

FF

Aan artikel 31j. Nationale gebiedsontwikkelingen, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31j-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

GG

Aan artikel 31k. Green Deal, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31k-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

HH

Aan artikel 31m. Sterke regio’s, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2013 ontvangen de gemeente en provincies, genoemd in bijlage 31m-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

II

Artikel 31n. Invoeringskosten Jeugdzorg, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2013 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 31n-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

JJ

De bijlagen behorend bij het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen worden als volgt gewijzigd:

1. De bijlagen 2p, 2v, 14 t/m 14-4, 23a, 27b, 29a t/m 29a-4, 29c t/m 29c-4, 29i t/m 29i-4, en 29ii t/m 29ii-3 en 29tt vervallen.

2. Na bijlage 2c-4 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2c-5.

3. Na bijlage 2i-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2i-3.

4. Na bijlage 2q wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2q-2.

5. Na bijlage 2r wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2r-2.

6. Na bijlage 2u wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2u-2.

7. Na bijlage 2w wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2e-2.

8. Na bijlage 2x wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2x-2.

9. Na bijlage 2x-2 worden ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlagen 2y en 2z.

10. Na bijlage 27f wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 27g.

11. Na bijlage 29j-4 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29j-5.

12. Na bijlage 29k-4 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29k-5.

13. Na bijlage 29o-4 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29o-5.

14. Na bijlage 29ij-3 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29ij-4.

15. Na bijlage 29dd-3 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29dd-4.

16. Na bijlage 29jj-3 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29jj-4.

17. Na bijlage 29kk-3 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29kk-4.

18. Na bijlage 29pp-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29pp-3.

19. Na bijlage 29ww wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29ww-2.

20. Na bijlage 29xx-b wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29xx-c.

21. Na bijlage 29bbb wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29bbb-2.

22. Na bijlage 29ccc wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29ccc-2.

23. Na bijlage 29ccc-2 worden ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlagen 29ddd, 29eee, 29fff, 29ggg, 29hhh en 29iii,

24. Na bijlage 31b-3 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31b-4.

25. Na bijlage 31c-3 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31c-4.

26. Na bijlage 31i-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31i-3.

27. Na bijlage 31j-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31j-3.

28. Na bijlage 31k-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31k-3.

29. Na bijlage 31m-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31m-3.

30. Na bijlage 31n wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31n-2.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013, met uitzondering van artikel I, de onderdelen K en W, die terugwerken tot en met 1 januari 2011.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 4 februari 2015

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Uitgegeven de twintigste maart 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Bijlagen behorend bij artikel I van het Besluit van 4 februari 2015 tot wijziging van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen in verband met het wijzigen van bestaande decentralisatie- en integratie-uitkeringen en het introduceren van nieuwe decentralisatie- en integratie-uitkeringen (2013)

Bijlage 2c-5, genoemd in artikel 2c. Regionale luchthavens

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 56.437

Flevoland

€ 20.739

Fryslân

€ 130.823

Gelderland

€ 164.177

Groningen

€ 38.489

Limburg

€ 49.756

Noord-Brabant

€ 123.942

Noord-Holland

€ 86.649

Overijssel

€ 45.569

Utrecht

€ 41.479

Zeeland

€ 66.109

Zuid-Holland

€ 109.135

Totaal

€ 933.304

Bijlage 2i-3, genoemd in artikel 2i. Externe veiligheid

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 498.000

Flevoland

€ 334.000

Fryslân

€ 771.000

Gelderland

€ 2.314.000

Groningen

€ 896.000

Limburg

€ 1.481.000

Noord-Brabant

€ 3.374.000

Noord-Holland

€ 2.249.000

Overijssel

€ 1.252.000

Utrecht

€ 961.000

Zeeland

€ 904.000

Zuid-Holland

€ 4.966.000

Totaal

€ 20.000.000

Bijlage 2q-2, genoemd in artikel 2q. Beter benutten

Provincie

Uitkering 2013

Groningen

€ 4.500.000

Overijssel

€ 480.000

Totaal

€ 4.980.000

Bijlage 2r-2, genoemd in artikel 2r. DU Ontwikkel / OEM-variabel

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 23.916.539

Flevoland

€ 21.071.891

Fryslân

€ 21.158.399

Gelderland

€ 1.362.297

Groningen

€ 12.996.235

Limburg

€ 24.020.731

Noord-Brabant

€ 39.341.801

Noord-Holland

€ 59.817.425

Overijssel

€ 23.619.446

Utrecht

€ 40.801.435

Zeeland

€ 16.587.165

Zuid-Holland

€ 77.971.218

Totaal

€ 362.664.582

Bijlage 2u-2, genoemd in artikel 2u. Monumenten

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 494.185

Flevoland

€ 118.541

Fryslân

€ 1.463.888

Gelderland

€ 1.670.808

Groningen

€ 902.832

Limburg

€ 1.777.234

Noord-Brabant

€ 1.722.352

Noord-Holland

€ 4.717.863

Overijssel

€ 1.249.181

Utrecht

€ 1.526.928

Zeeland

€ 1.327.425

Zuid-Holland

€ 3.028.763

Totaal

€ 20.000.000

Bijlage 2w-2, genoemd in artikel 2w. Zwemwaterrichtlijn EU

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 77.007

Flevoland

€ 56.991

Fryslân

€ 89.873

Gelderland

€ 119.896

Groningen

€ 85.584

Limburg

€ 71.288

Noord-Brabant

€ 139.911

Noord-Holland

€ 169.934

Overijssel

€ 54.132

Utrecht

€ 49.843

Zeeland

€ 105.600

Zuid-Holland

€ 179.941

Totaal

€ 1.200.000

Bijlage 2x-2, genoemd in artikel 2x. Natuur

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 22.070.000

Flevoland

€ 18.260.000

Fryslân

€ 26.890.000

Gelderland

€ 60.770.000

Groningen

€ 13.530.000

Limburg

€ 31.490.000

Noord-Brabant

€ 72.160.000

Noord-Holland

€ 7.930.000

Overijssel

€ 32.780.000

Utrecht

€ 36.230.000

Zeeland

€ 2.030.000

Zuid-Holland

€ 69.430.000

Totaal

€ 393.570.000

Bijlage 2y, genoemd in artikel 2y. Afsluitdijk

Provincie

Uitkering 2013

Fryslân

€ 665.706

Groningen

€ 500.000

Totaal

€ 1.165.706

Bijlage 2z, genoemd in artikel 2z. Agrarisch natuurbeheer

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 39.723

Flevoland

€ 65.887

Fryslân

€ 542.260

Gelderland

€ 102.153

Groningen

€ 295.575

Limburg

€ 79.213

Noord-Brabant

€ 83.500

Noord-Holland

€ 270.887

Overijssel

€ 75.405

Utrecht

€ 144.123

Zeeland

€ 22.591

Zuid-Holland

€ 281.962

Totaal

€ 2.003.279

Bijlage 27g, genoemd in artikel 27. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

Maatstaf

Omschrijving maatstaf

Bron

Peildatum (t = uitkerinfgsjaar)

Inwoners

Inwoners op 1-1-uitkeringsjaar

CBS

1 januari jaar t

Jongeren

Inwoners jonger dan 20 jaar op 1-1- uitkeringsjaar

CBS

1 januari jaar t

Inwoners < 65 jaar

Inwoners jonger dan 65 jaar op 1-1- uitkeringsjaar

CBS

1 januari jaar t

inwoners 65 jaar en jonger dan 75 jaar

Inwoners 65 t/m 74 jaar op 1-1-uitkeringsjaar

CBS

1 januari jaar t

Inwoners 75 jaar en jonger dan 85 jaar

Inwoners 75 t/m 84 jaar op 1-1-uitkeringsjaar

CBS

1 januari jaar t

Inwoners 85 jaar en ouder

Inwoners 85 jaar of ouder op 1-1-uitkeringsjaar

CBS

1 januari jaar t

Eenpersoonshuishoudens van 65 t/m 74 jaar

Eenpersoonshuishouden (particuliere huishoudens) 65 t/m 74 jaar

CBS

1 januari jaar t

Eenpersoonshuishoudens van 75 t/m 84 jaar

Eenpersoonshuishouden (particuliere huishoudens) 75 t/m 84 jaar

CBS

1 januari jaar t

Eenpersoonshuishoudens van 85 jaar en ouder

Eenpersoonshuishouden (particuliere huishoudens) 85 jaar en ouder

CBS

1 januari jaar t

Huishoudens met laag inkomen

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS

Betaalmaand mei jaar t

Woonruimten

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS

Betaalmaand mei jaar t

Huishoudens met laag inkomen (drempel)

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS

Betaalmaand mei jaar t

Particuliere huishoudens 65–74 jaar

Particuliere huishoudens, leeftijd van referentiepersoon 65 t/m 74 jaar

CBS

1 januari jaar t

Particuliere huishoudens 75–84 jaar

Particuliere huishoudens, leeftijd van referentiepersoon 75 t/m 84 jaar

CBS

1 januari jaar t

Particuliere huishoudens 85 jaar en ouder

Particuliere huishoudens, leeftijd van referentiepersoon 85 jaar en ouder

CBS

1 januari jaar t

Gemiddeld gestandaardiseerde inkomen (alle gemeenten)

Gemiddeld gestandaardiseerde inkomen (alle gemeenten) van alle particuliere huishoudens.

CBS, bewerkt door BZK

De meest recente op het uitkeringsjaar of een daarvóór gelegen jaar betrekking hebbende inkomensstatistiek, voor zover deze is bekendgemaakt op uiterlijk 1 september van het tweede jaar volgend op het uitkeringsjaar

Gemiddeld gestandaardiseerde inkomen (gemeente)

Gemiddeld gestandaardiseerde inkomen (gemeente) van alle particuliere huishoudens.

CBS, bewerkt door BZK

De meest recente op het uitkeringsjaar of een daarvóór gelegen jaar betrekking hebbende inkomensstatistiek, voor zover deze is bekendgemaakt op uiterlijk 1 september van het tweede jaar volgend op het uitkeringsjaar

Farmaceutische Kosten Groep (FKG)

Betreft het aantal verzekerden dat in het peiljaar een medicijn gebruikte dat voorkomt in het referentiebestand voor de Farmacie Kosten Groepen (FKG’s) in het kader van de risicoverevening Zorgverzekeringswet met een standaarddagdosering van meer dan 180, waarbij sprake is van meervoudige FKG’s.

Vektis

Declaratiegegevens t-2, FKG’s volgens risicovereveningsmodel jaar t

Inwoners jaar t-2

Inwoners jaar t-2 waarbij t het uitkeringsjaar is

CBS

1 januari jaar t-2

Uitkeringsontvangers

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS, UWV, SZW, APG, Het Algemeen mijnwerkersfonds van de steenkolenmijnen Limburg

ultimo jaar t-1

Bijstandsontvangers

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS

ultimo jaar t-1

Minderheden

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS

1 januari jaar t

Omgevingsadressendichtheid

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS

1 januari jaar t

Klantenpotentieel regionaal

Maatstaf uit algemene uitkering gemeentefonds

CBS

1 januari jaar t

Aantal bedden in de geestelijke gezondheidszorg (GGZbed)

Aantal bedden in bepaalde Awbz-instellingen

VWS

2004

Aantal bedden in het verpleeghuis (VPHbed)

Aantal bedden in bepaalde Awbz-instellingen

VWS

2004

Aantal bedden in de zwakzinnigenzorg

Aantal bedden in bepaalde Awbz-instellingen

VWS

2004

Vast bedrag voor iedere gemeente

Bijlage 27h, genoemd in artikel 27. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

Gemeente

Uitkering 2011

Aa en Hunze

€ 2.495.773

Aalburg

€ 944.736

Aalsmeer

€ 1.978.953

Aalten

€ 2.854.306

Achtkarspelen

€ 2.819.012

Alblasserdam

€ 1.801.888

Albrandswaard

€ 1.287.431

Alkmaar

€ 8.422.411

Almelo

€ 7.736.830

Almere

€ 9.724.085

Alphen aan den Rijn

€ 5.205.998

Alphen-Chaam

€ 694.697

Ameland

€ 275.800

Amersfoort

€ 9.799.212

Amstelveen

€ 6.919.795

Amsterdam

€ 59.708.623

Anna Paulowna

€ 955.233

Apeldoorn

€ 14.938.932

Appingedam

€ 1.810.550

Arnhem

€ 13.037.310

Assen

€ 6.083.751

Asten

€ 1.187.966

Baarle-Nassau

€ 715.996

Baarn

€ 2.632.053

Barendrecht

€ 2.508.241

Barneveld

€ 3.221.763

Bedum

€ 995.654

Beek

€ 1.765.086

Beemster

€ 654.534

Beesel

€ 1.306.393

Bellingwedde

€ 1.255.952

Bergambacht

€ 668.183

Bergeijk

€ 1.310.096

Bergen L

€ 1.438.491

Bergen NH

€ 2.705.267

Bergen op Zoom

€ 6.907.603

Berkelland

€ 4.325.903

Bernheze

€ 2.165.356

Bernisse

€ 877.894

Best

€ 2.025.065

Beuningen

€ 1.722.805

Beverwijk

€ 4.014.376

Binnenmaas

€ 2.177.776

Bladel

€ 1.416.202

Blaricum

€ 546.570

Bloemendaal

€ 1.387.528

Boarnsterhim

€ 1.470.523

Bodegraven-Reeuwijk

€ 2.108.348

Boekel

€ 657.725

Borger-Odoorn

€ 2.660.144

Borne

€ 1.843.275

Borsele

€ 1.760.103

Boskoop

€ 1.035.322

Boxmeer

€ 2.356.631

Boxtel

€ 2.536.733

Breda

€ 15.209.484

Brielle

€ 1.079.418

Bronckhorst

€ 3.721.927

Brummen

€ 2.124.598

Brunssum

€ 4.116.440

Bunnik

€ 947.292

Bunschoten

€ 1.151.799

Buren

€ 1.660.555

Bussum

€ 2.918.093

Capelle aan den IJssel

€ 5.698.384

Castricum

€ 2.701.053

Coevorden

€ 3.992.850

Cranendonck

€ 1.706.405

Cromstrijen

€ 1.015.577

Cuijk

€ 2.154.857

Culemborg

€ 1.951.856

Dalfsen

€ 2.155.193

Dantumadiel

€ 2.245.658

De Bilt

€ 3.780.049

De Marne

€ 1.215.222

De Ronde Venen

€ 2.541.267

De Wolden

€ 2.253.340

Delft

€ 8.341.650

Delfzijl

€ 3.518.725

Den Helder

€ 6.008.553

Deurne

€ 2.712.430

Deventer

€ 8.928.795

Diemen

€ 1.803.304

Dinkelland

€ 2.043.494

Dirksland

€ 795.248

Doesburg

€ 1.299.031

Doetinchem

€ 5.764.504

Dongen

€ 2.210.973

Dongeradeel

€ 2.643.878

Dordrecht

€ 11.476.419

Drechterland

€ 1.230.941

Drimmelen

€ 2.208.003

Dronten

€ 2.751.339

Druten

€ 1.391.364

Duiven

€ 1.703.915

Echt-Susteren

€ 3.510.703

Edam-Volendam

€ 1.809.883

Ede

€ 8.476.571

Eemnes

€ 512.396

Eemsmond

€ 1.842.330

Eersel

€ 1.474.894

Eijsden-Margraten

€ 2.060.002

Eindhoven

€ 21.953.334

Elburg

€ 1.711.895

Emmen

€ 13.264.918

Enkhuizen

€ 1.673.754

Enschede

€ 16.240.467

Epe

€ 3.459.725

Ermelo

€ 2.694.158

Etten-Leur

€ 3.419.909

Ferwerderadiel

€ 783.399

Franekeradeel

€ 2.240.172

Gaasterlan-Sleat

€ 1.041.001

Geertruidenberg

€ 1.896.766

Geldermalsen

€ 1.749.020

Geldrop-Mierlo

€ 3.449.616

Gemert-Bakel

€ 2.235.694

Gennep

€ 1.861.281

Giessenlanden

€ 847.427

Gilze en Rijen

€ 2.069.793

Goedereede

€ 989.448

Goes

€ 4.177.776

Goirle

€ 1.753.843

Gorinchem

€ 3.395.001

Gouda

€ 5.849.339

Graafstroom

€ 492.978

Graft-De Rijp

€ 426.732

Grave

€ 1.095.482

Groesbeek

€ 2.229.667

Groningen

€ 14.875.939

Grootegast

€ 1.056.137

Gulpen-Wittem

€ 1.454.117

Haaksbergen

€ 2.097.830

Haaren

€ 1.151.732

Haarlem

€ 13.371.665

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 363.713

Haarlemmermeer

€ 7.979.542

Halderberge

€ 2.860.952

Hardenberg

€ 5.160.040

Harderwijk

€ 3.823.227

Hardinxveld-Giessendam

€ 1.511.297

Haren

€ 1.742.952

Harenkarspel

€ 1.055.840

Harlingen

€ 1.761.272

Hattem

€ 1.032.048

Heemskerk

€ 3.665.319

Heemstede

€ 2.406.285

Heerde

€ 1.736.839

Heerenveen

€ 4.717.919

Heerhugowaard

€ 3.269.400

Heerlen

€ 12.997.110

Heeze-Leende

€ 1.290.195

Heiloo

€ 1.827.338

Hellendoorn

€ 3.204.224

Hellevoetsluis

€ 2.956.852

Helmond

€ 7.439.113

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 1.750.475

Hengelo O

€ 8.074.115

Het Bildt

€ 1.106.761

Heumen

€ 1.123.897

Heusden

€ 3.322.766

Hillegom

€ 1.758.227

Hilvarenbeek

€ 1.040.537

Hilversum

€ 8.144.822

Hof van Twente

€ 3.366.366

Hoogeveen

€ 6.456.015

Hoogezand-Sappemeer

€ 4.440.703

Hoorn

€ 5.728.483

Horst aan de Maas

€ 3.287.712

Houten

€ 2.073.789

Huizen

€ 3.312.802

Hulst

€ 3.050.861

IJsselstein

€ 2.196.112

Kaag en Braassem

€ 1.637.886

Kampen

€ 4.295.044

Kapelle

€ 950.397

Katwijk

€ 4.615.584

Kerkrade

€ 6.693.881

Koggenland

€ 1.372.899

Kollumerland en Nwkruisl

€ 1.309.503

Korendijk

€ 775.446

Krimpen aan den IJssel

€ 2.345.943

Laarbeek

€ 1.635.012

Landerd

€ 1.097.957

Landgraaf

€ 4.680.803

Landsmeer

€ 778.186

Langedijk

€ 1.485.728

Lansingerland

€ 2.235.167

Laren

€ 867.311

Leek

€ 1.899.552

Leerdam

€ 2.125.249

Leeuwarden

€ 10.425.752

Leeuwarderadeel

€ 1.021.355

Leiden

€ 8.555.970

Leiderdorp

€ 2.060.194

Leidschendam-Voorburg

€ 7.341.598

Lelystad

€ 5.267.004

Lemsterland

€ 1.142.059

Leudal

€ 2.865.850

Leusden

€ 1.746.762

Liesveld

€ 537.200

Lingewaal

€ 703.101

Lingewaard

€ 3.413.661

Lisse

€ 1.895.893

Littenseradiel

€ 760.778

Lochem

€ 3.178.834

Loon op Zand

€ 2.078.122

Lopik

€ 788.737

Loppersum

€ 1.083.897

Losser

€ 2.342.694

Maasdonk

€ 740.263

Maasdriel

€ 1.799.402

Maasgouw

€ 2.613.841

Maassluis

€ 3.049.922

Maastricht

€ 13.981.207

Marum

€ 820.917

Medemblik

€ 3.153.426

Meerssen

€ 1.839.773

Menameradiel

€ 1.200.392

Menterwolde

€ 1.235.954

Meppel

€ 3.108.857

Middelburg

€ 4.833.790

Middelharnis

€ 1.768.419

Midden Drenthe

€ 3.284.309

Midden-Delfland

€ 950.671

Mill en Sint Hubert

€ 987.056

Millingen aan de Rijn

€ 569.431

Moerdijk

€ 3.080.008

Montferland

€ 3.591.435

Montfoort U

€ 711.413

Mook en Middelaar

€ 601.894

Muiden

€ 409.299

Naarden

€ 1.181.922

Neder-Betuwe

€ 1.743.494

Nederlek

€ 1.232.895

Nederweert

€ 1.405.464

Neerijnen

€ 782.700

Niedorp

€ 686.770

Nieuwegein

€ 4.454.361

Nieuwkoop

€ 1.722.171

Nieuw-Lekkerland

€ 575.931

Nijkerk

€ 2.731.065

Nijmegen

€ 14.770.976

Noord-Beveland

€ 770.318

Noordenveld

€ 3.133.798

Noordoostpolder

€ 3.530.329

Noordwijk

€ 2.198.191

Noordwijkerhout

€ 1.294.380

Nuenen c.a.

€ 1.453.702

Nunspeet

€ 2.321.033

Nuth

€ 1.629.497

Oegstgeest

€ 1.300.889

Oirschot

€ 1.206.944

Oisterwijk

€ 2.322.921

Oldambt

€ 5.625.353

Oldebroek

€ 1.722.630

Oldenzaal

€ 3.198.681

Olst-Wijhe

€ 1.536.160

Ommen

€ 1.496.825

Onderbanken

€ 867.328

Oost Gelre

€ 2.628.482

Oosterhout

€ 4.764.564

Oostflakkee

€ 992.558

Ooststellingwerf

€ 2.898.770

Oostzaan

€ 655.277

Opmeer

€ 838.594

Opsterland

€ 2.751.352

Oss

€ 7.760.501

Oud-Beijerland

€ 1.708.369

Oude IJsselstreek

€ 4.311.189

Ouder-Amstel

€ 908.721

Ouderkerk

€ 604.037

Oudewater

€ 685.656

Overbetuwe

€ 3.135.767

Papendrecht

€ 2.541.883

Peel en Maas

€ 3.333.377

Pekela

€ 1.830.647

Pijnacker-Nootdorp

€ 2.245.986

Purmerend

€ 7.424.215

Putten

€ 1.947.870

Raalte

€ 3.136.066

Reimerswaal

€ 1.919.690

Renkum

€ 3.430.205

Renswoude

€ 243.399

Reusel-De Mierden

€ 894.410

Rheden

€ 5.480.013

Rhenen

€ 1.565.931

Ridderkerk

€ 4.935.491

Rijnwaarden

€ 964.117

Rijnwoude

€ 1.181.632

Rijssen-Holten

€ 3.127.030

Rijswijk

€ 6.031.926

Roerdalen

€ 2.000.513

Roermond

€ 6.088.146

Roosendaal

€ 7.647.974

Rotterdam

€ 64.053.563

Rozendaal

€ 86.017

Rucphen

€ 2.439.084

Schagen (oud)

€ 1.754.344

Schermer

€ 266.095

Scherpenzeel

€ 674.645

Schiedam

€ 7.755.317

Schiermonnikoog

€ 130.382

Schijndel

€ 1.934.748

Schinnen

€ 1.231.355

Schoonhoven

€ 1.018.355

Schouwen-Duiveland

€ 3.440.935

’s-Gravenhage

€ 43.951.670

’s-Hertogenbosch

€ 11.992.467

Simpelveld

€ 1.176.665

Sint-Anthonis

€ 922.162

Sint-Michielsgestel

€ 2.230.887

Sint-Oedenrode

€ 1.437.076

Sittard-Geleen

€ 11.302.907

Skarsterlan

€ 2.516.210

Sliedrecht

€ 2.719.203

Slochteren

€ 1.240.439

Sluis

€ 2.925.255

Smallingerland

€ 5.999.283

Soest

€ 3.864.298

Someren

€ 1.450.957

Son en Breugel

€ 1.199.342

Spijkenisse

€ 6.069.298

Stadskanaal

€ 4.704.156

Staphorst

€ 890.521

Stede Broec

€ 1.618.558

Steenbergen

€ 2.130.484

Steenwijkerland

€ 4.722.162

Stein

€ 2.700.888

Stichtse Vecht

€ 4.194.151

Strijen

€ 767.291

Sudwest Fryslan

€ 7.719.168

Ten Boer

€ 559.756

Terneuzen

€ 6.244.564

Terschelling

€ 375.613

Texel

€ 1.206.641

Teylingen

€ 2.189.909

Tholen

€ 2.505.736

Tiel

€ 3.199.011

Tilburg

€ 19.116.972

Tubbergen

€ 1.587.795

Twenterand

€ 2.924.925

Tynaarlo

€ 2.967.616

Tytsjerksteradiel

€ 3.026.706

Ubbergen

€ 1.017.316

Uden

€ 3.294.322

Uitgeest

€ 694.294

Uithoorn

€ 2.137.624

Urk

€ 639.325

Utrecht

€ 19.009.780

Utrechtse Heuvelrug

€ 4.182.395

Vaals

€ 1.213.763

Valkenburg aan de Geul

€ 2.076.220

Valkenswaard

€ 3.088.646

Veendam

€ 3.535.640

Veenendaal

€ 5.090.014

Veere

€ 1.753.886

Veghel

€ 2.850.061

Veldhoven

€ 3.533.157

Velsen

€ 6.289.021

Venlo

€ 10.912.659

Venray

€ 3.613.092

Vianen

€ 1.478.057

Vlaardingen

€ 8.251.575

Vlagtwedde

€ 2.329.529

Vlieland

€ 104.542

Vlissingen

€ 5.276.199

Vlist

€ 734.350

Voerendaal

€ 1.238.128

Voorschoten

€ 1.770.715

Voorst

€ 2.250.286

Vught

€ 2.130.765

Waalre

€ 1.210.377

Waalwijk

€ 4.384.808

Waddinxveen

€ 1.969.967

Wageningen

€ 2.360.118

Wassenaar

€ 1.748.201

Waterland

€ 1.224.931

Weert

€ 4.733.293

Weesp

€ 1.491.506

Werkendam

€ 1.947.481

West Maas en Waal

€ 1.500.931

Westerveld

€ 2.157.248

Westervoort

€ 1.135.385

Westland

€ 7.119.272

Weststellingwerf

€ 2.946.790

Westvoorne

€ 1.028.712

Wierden

€ 1.697.030

Wieringen

€ 863.249

Wieringermeer

€ 1.022.814

Wijchen

€ 3.207.279

Wijdemeren

€ 1.654.091

Wijk bij Duurstede

€ 1.324.009

Winsum

€ 1.116.574

Winterswijk

€ 3.278.735

Woensdrecht

€ 1.871.600

Woerden

€ 3.200.172

Wormerland

€ 1.238.669

Woudenberg

€ 868.358

Woudrichem

€ 1.106.041

Zaanstad

€ 13.336.102

Zaltbommel

€ 1.896.772

Zandvoort

€ 2.042.431

Zederik

€ 949.335

Zeevang

€ 390.272

Zeewolde

€ 878.132

Zeist

€ 5.434.336

Zevenaar

€ 3.081.043

Zijpe

€ 800.430

Zoetermeer

€ 8.796.189

Zoeterwoude

€ 641.747

Zuidhorn

€ 1.422.128

Zuidplas

€ 2.305.085

Zundert

€ 2.141.333

Zutphen

€ 4.710.163

Zwartewaterland

€ 1.508.784

Zwijndrecht

€ 4.597.893

Zwolle

€ 9.397.622

Totaal

€ 1.455.985.635

Bijlage 29j-5, genoemd in artikel 29j. Herstructurering bedrijventerreinen

Gemeente

Uitkering 2013

Oss

€ 325.000

Rotterdam

€ 530.000

Totaal

€ 855.000

Bijlage 29k-5, genoemd in artikel 29k. Buurtsportcoaches

Gemeente

Uitkering 2013

Aa en Hunze

€ 101.640

Aalburg

€ 61.320

Aalsmeer

€ 88.080

Achtkarspelen

€ 122.360

Alblasserdam

€ 73.200

Albrandswaard

€ 79.680

Alkmaar

€ 359.520

Almelo

€ 303.800

Almere

€ 784.560

Alphen aan den Rijn

€ 302.120

Alphen-Chaam

€ 40.040

Ameland

€ 28.000

Amersfoort

€ 543.120

Amstelveen

€ 124.920

Amsterdam

€ 2.583.840

Apeldoorn

€ 626.080

Appingedam

€ 38.160

Arnhem

€ 516.320

Assen

€ 281.400

Asten

€ 72.240

Baarn

€ 53.280

Barendrecht

€ 145.000

Barneveld

€ 266.560

Bedum

€ 34.200

Beek

€ 45.400

Beemster

€ 25.600

Beesel

€ 55.160

Bellingwedde

€ 33.040

Bergambacht

€ 25.120

Bergeijk

€ 44.960

Bergen L

€ 23.760

Bergen NH

€ 81.400

Bergen op Zoom

€ 183.600

Berkelland

€ 189.560

Bernheze

€ 57.480

Bernisse

€ 36.000

Best

€ 94.200

Beuningen

€ 81.600

Beverwijk

€ 61.320

Bladel

€ 70.800

Bloemendaal

€ 67.400

Boarnsterhim

€ 73.200

Bodegraven-Reeuwijk

€ 106.000

Boekel

€ 33.000

Borger-Odoorn

€ 105.000

Borne

€ 91.840

Borsele

€ 102.760

Boskoop

€ 70.560

Boxmeer

€ 124.880

Boxtel

€ 89.400

Breda

€ 659.960

Brielle

€ 27.000

Bronckhorst

€ 134.400

Brummen

€ 75.120

Brunssum

€ 72.800

Bunnik

€ 26.400

Bunschoten

€ 40.920

Buren

€ 47.640

Capelle aan den IJssel

€ 223.920

Castricum

€ 106.000

Coevorden

€ 61.680

Cranendonck

€ 78.680

Cromstrijen

€ 37.200

Cuijk

€ 103.320

Culemborg

€ 91.800

Dalfsen

€ 52.680

Dantumadiel

€ 86.240

De Bilt

€ 123.800

De Marne

€ 30.600

De Ronde Venen

€ 194.600

De Wolden

€ 101.080

Delft

€ 306.320

Delfzijl

€ 75.000

Den Helder

€ 222.040

Deurne

€ 133.280

Deventer

€ 396.200

Diemen

€ 93.240

Dinkelland

€ 123.760

Doesburg

€ 35.200

Doetinchem

€ 232.680

Dongen

€ 90.480

Dongeradeel

€ 109.200

Dordrecht

€ 481.600

Drechterland

€ 82.600

Drimmelen

€ 76.800

Dronten

€ 129.000

Druten

€ 80.920

Duiven

€ 125.720

Echt-Susteren

€ 113.960

Edam-Volendam

€ 126.560

Ede

€ 209.040

Eemsmond

€ 51.000

Eersel

€ 54.400

Eijsden-Margraten

€ 39.400

Eindhoven

€ 726.320

Elburg

€ 102.760

Emmen

€ 366.480

Enkhuizen

€ 71.680

Enschede

€ 579.880

Epe

€ 129.080

Ermelo

€ 93.840

Etten-Leur

€ 118.800

Ferwerderadiel

€ 39.480

Franekeradeel

€ 74.880

Gaasterlan-Sleat

€ 44.240

Geertruidenberg

€ 57.600

Geldermalsen

€ 69.760

Geldrop-Mierlo

€ 65.760

Gemert-Bakel

€ 101.760

Gennep

€ 55.920

Giessenlanden

€ 46.800

Gilze en Rijen

€ 106.400

Goeree-Overflakkee

€ 174.000

Goes

€ 142.240

Goirle

€ 37.320

Gorinchem

€ 140.840

Gouda

€ 308.000

Graft-De Rijp

€ 16.960

Grave

€ 54.600

Groesbeek

€ 52.400

Groningen

€ 519.960

Grootegast

€ 33.600

Gulpen-Wittem

€ 22.320

Haaksbergen

€ 72.600

Haarlem

€ 462.480

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 23.800

Haarlemmermeer

€ 535.680

Halderberge

€ 64.320

Hardenberg

€ 269.920

Harderwijk

€ 185.640

Hardinxveld-Giessendam

€ 61.000

Haren

€ 44.320

Harlingen

€ 45.200

Hattem

€ 36.200

Heemskerk

€ 157.080

Heemstede

€ 88.560

Heerde

€ 74.760

Heerenveen

€ 171.080

Heerhugowaard

€ 160.400

Heerlen

€ 300.160

Heeze-Leende

€ 62.160

Heiloo

€ 64.400

Hellendoorn

€ 151.200

Hellevoetsluis

€ 68.400

Helmond

€ 317.520

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 120.120

Hengelo O

€ 335.720

Heusden

€ 185.640

Hillegom

€ 68.880

Hilvarenbeek

€ 49.000

Hilversum

€ 135.600

Hof van Twente

€ 145.600

Hollands Kroon

€ 207.480

Hoogeveen

€ 159.400

Hoogezand-Sappemeer

€ 133.280

Hoorn

€ 247.440

Horst aan de Maas

€ 150.480

Houten

€ 234.920

Huizen

€ 127.400

Hulst

€ 90.960

IJsselstein

€ 141.360

Kaag en Braassem

€ 47.280

Kampen

€ 233.240

Kapelle

€ 56.280

Katwijk

€ 281.960

Koggenland

€ 84.240

Krimpen aan den IJssel

€ 87.600

Laarbeek

€ 65.200

Landgraaf

€ 95.200

Landsmeer

€ 17.880

Langedijk

€ 121.240

Lansingerland

€ 135.520

Leek

€ 58.800

Leerdam

€ 90.160

Leeuwarden

€ 280.560

Leiden

€ 284.600

Leiderdorp

€ 48.720

Leidschendam-Voorburg

€ 150.240

Lelystad

€ 318.640

Lemsterland

€ 58.240

Leudal

€ 154.000

Leusden

€ 89.000

Lingewaal

€ 34.800

Lingewaard

€ 137.400

Lisse

€ 65.200

Littenseradiel

€ 37.600

Lochem

€ 111.120

Loon op Zand

€ 67.000

Lopik

€ 70.280

Loppersum

€ 19.440

Losser

€ 77.520

Maasdonk

€ 22.440

Maasgouw

€ 74.640

Maassluis

€ 70.080

Maastricht

€ 362.320

Marum

€ 32.800

Medemblik

€ 185.920

Meerssen

€ 32.040

Menterwolde

€ 36.600

Meppel

€ 91.800

Middelburg

€ 191.520

Midden Drenthe

€ 60.000

Midden-Delfland

€ 60.400

Mill en Sint Hubert

€ 46.760

Millingen aan de Rijn

€ 10.560

Moerdijk

€ 104.000

Molenwaard

€ 88.000

Montferland

€ 102.800

Montfoort U

€ 64.960

Muiden

€ 29.400

Naarden

€ 80.360

Neder-Betuwe

€ 102.000

Nederlek

€ 43.200

Nederweert

€ 68.880

Neerijnen

€ 39.800

Nieuwegein

€ 235.200

Nieuwkoop

€ 50.760

Nijkerk

€ 176.120

Nijmegen

€ 538.720

Noord-Beveland

€ 18.200

Noordenveld

€ 90.600

Noordoostpolder

€ 157.600

Noordwijk

€ 64.400

Noordwijkerhout

€ 54.240

Nunspeet

€ 107.280

Nuth

€ 39.800

Oirschot

€ 78.120

Oisterwijk

€ 109.200

Oldambt

€ 103.800

Oldebroek

€ 74.400

Oldenzaal

€ 132.720

Olst-Wijhe

€ 76.720

Ommen

€ 71.960

Oost Gelre

€ 113.760

Oosterhout

€ 214.480

Ooststellingwerf

€ 92.400

Oostzaan

€ 40.320

Opmeer

€ 52.920

Opsterland

€ 93.000

Oss

€ 346.360

Oud-Beijerland

€ 91.440

Oude IJsselstreek

€ 144.000

Ouder-Amstel

€ 54.880

Ouderkerk

€ 16.080

Oudewater

€ 19.320

Papendrecht

€ 56.040

Peel en Maas

€ 155.280

Pekela

€ 29.920

Pijnacker-Nootdorp

€ 158.600

Purmerend

€ 323.120

Putten

€ 76.000

Raalte

€ 165.200

Reimerswaal

€ 74.000

Renkum

€ 119.840

Reusel-De Mierden

€ 50.400

Rheden

€ 157.080

Rhenen

€ 57.800

Ridderkerk

€ 157.640

Rijnwoude

€ 80.920

Rijssen-Holten

€ 155.520

Rijswijk

€ 144.760

Roerdalen

€ 74.760

Roermond

€ 173.520

Roosendaal

€ 132.000

Rotterdam

€ 2.257.640

Schagen

€ 196.840

Schermer

€ 23.520

Scherpenzeel

€ 24.800

Schiedam

€ 207.200

Schiermonnikoog

€ 20.000

Schijndel

€ 95.480

Schinnen

€ 36.200

Schoonhoven

€ 50.960

Schouwen-Duiveland

€ 55.560

’s-Gravenhage

€ 1.840.160

’s-Hertogenbosch

€ 518.840

Simpelveld

€ 40.040

Sint-Anthonis

€ 54.040

Sint-Michielsgestel

€ 51.720

Sint-Oedenrode

€ 54.000

Sittard-Geleen

€ 348.600

Skarsterlan

€ 120.400

Sliedrecht

€ 71.200

Slochteren

€ 46.200

Sluis

€ 83.440

Smallingerland

€ 165.800

Son en Breugel

€ 28.920

Spijkenisse

€ 292.600

Stadskanaal

€ 131.880

Staphorst

€ 65.400

Stede Broec

€ 81.120

Steenbergen

€ 92.120

Steenwijkerland

€ 105.120

Stein

€ 66.800

Stichtse Vecht

€ 261.800

Strijen

€ 27.000

Sudwest Fryslan

€ 305.760

Ten Boer

€ 34.720

Terneuzen

€ 181.680

Terschelling

€ 28.000

Texel

€ 56.840

Teylingen

€ 69.480

Tholen

€ 119.560

Tiel

€ 133.200

Tilburg

€ 753.480

Tubbergen

€ 104.720

Twenterand

€ 87.360

Tynaarlo

€ 129.640

Tytsjerksteradiel

€ 137.200

Ubbergen

€ 35.840

Uden

€ 170.800

Uithoorn

€ 118.720

Urk

€ 122.640

Utrecht

€ 1.009.120

Utrechtse Heuvelrug

€ 200.760

Vaals

€ 18.240

Valkenburg aan de Geul

€ 40.000

Valkenswaard

€ 82.400

Veendam

€ 61.760

Veenendaal

€ 165.600

Veere

€ 65.000

Veghel

€ 69.600

Veldhoven

€ 124.400

Velsen

€ 163.040

Venlo

€ 382.760

Venray

€ 104.160

Vianen

€ 85.400

Vlaardingen

€ 224.400

Vlagtwedde

€ 62.160

Vlieland

€ 20.000

Vlissingen

€ 161.560

Vlist

€ 43.680

Voerendaal

€ 40.080

Voorschoten

€ 68.400

Voorst

€ 94.360

Vught

€ 45.840

Waalre

€ 51.800

Waalwijk

€ 179.200

Waddinxveen

€ 80.400

Wageningen

€ 48.840

Wassenaar

€ 61.280

Waterland

€ 49.800

Weert

€ 186.760

Weesp

€ 45.400

Werkendam

€ 117.320

West Maas en Waal

€ 75.600

Westerveld

€ 62.160

Westervoort

€ 49.200

Westland

€ 189.120

Weststellingwerf

€ 72.000

Westvoorne

€ 38.200

Wierden

€ 104.440

Wijchen

€ 174.440

Wijdemeren

€ 69.200

Wijk bij Duurstede

€ 61.920

Winsum

€ 45.400

Winterswijk

€ 104.160

Woensdrecht

€ 57.400

Woerden

€ 188.160

Wormerland

€ 48.400

Woudenberg

€ 54.600

Woudrichem

€ 44.800

Zaanstad

€ 571.760

Zaltbommel

€ 109.200

Zandvoort

€ 53.760

Zederik

€ 45.400

Zeevang

€ 24.480

Zeewolde

€ 112.560

Zeist

€ 241.640

Zevenaar

€ 52.680

Zoetermeer

€ 425.760

Zuidhorn

€ 51.680

Zuidplas

€ 188.720

Zundert

€ 58.600

Zwartewaterland

€ 84.600

Zwijndrecht

€ 171.640

Zwolle

€ 469.840

Totaal

€ 55.212.080

Bijlage 29o-5, genoemd in artikel 29o. Spoorse doorsnijdingen

Gemeente

Uitkering 2013

Gouda

€ 1.792.753

Heerhugowaard

€ 1.062.503

Heerlen

€ 1.000.000

Helmond

€ 7.717.314

Leiden

€ 11.900.000

Zutphen

€ 141.694

Totaal

€ 23.614.264

Bijlage 29ij-4, genoemd in artikel 29ij. Gezond in de stad

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 40.643

Almelo

€ 48.868

Amersfoort

€ 68.705

Amsterdam

€ 1.115.251

Arnhem

€ 110.315

Breda

€ 74.027

Deventer

€ 51.287

Dordrecht

€ 108.864

Eindhoven

€ 126.766

Emmen

€ 29.514

Enschede

€ 101.123

Groningen

€ 46.932

Haarlem

€ 79.350

Heerlen

€ 41.610

Helmond

€ 60.480

Hengelo O

€ 24.676

Leeuwarden

€ 35.804

Leiden

€ 62.415

Lelystad

€ 49.835

Maastricht

€ 41.126

Nijmegen

€ 76.931

Rotterdam

€ 1.162.183

Schiedam

€ 106.929

’s-Gravenhage

€ 688.504

’s-Hertogenbosch

€ 63.383

Sittard-Geleen

€ 22.740

Tilburg

€ 126.282

Utrecht

€ 277.724

Venlo

€ 58.545

Zaanstad

€ 87.575

Zwolle

€ 34.353

Totaal

€ 5.022.740

Bijlage 29dd-4, genoemd in artikel 29dd. Jeugd

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 165.775

Almelo

€ 296.468

Almere

€ 457.617

Amersfoort

€ 128.380

Amsterdam

€ 4.209.153

Apeldoorn

€ 75.177

Arnhem

€ 565.178

Breda

€ 436.799

Deventer

€ 235.941

Dordrecht

€ 525.469

Ede

€ 58.600

Eindhoven

€ 422.920

Emmen

€ 82.888

Enschede

€ 793.023

Groningen

€ 553.998

Haarlem

€ 313.817

Heerlen

€ 277.192

Helmond

€ 264.084

Hengelo O

€ 74.792

Leeuwarden

€ 142.644

Leiden

€ 213.580

Lelystad

€ 463.015

Maastricht

€ 230.543

Nijmegen

€ 605.273

Rotterdam

€ 8.207.313

Schiedam

€ 316.901

’s-Gravenhage

€ 2.139.274

’s-Hertogenbosch

€ 340.803

Sittard-Geleen

€ 176.185

Tilburg

€ 826.949

Utrecht

€ 907.524

Venlo

€ 424.462

Zaanstad

€ 256.374

Zoetermeer

€ 104.477

Zwolle

€ 207.412

Totaal

€ 25.500.000

Bijlage 29jj-4, genoemd in artikel 29jj. Versterking peuterspeelzaalwerk

Gemeente

Uitkering 2013

Aa en Hunze

€ 115.699,70

Aalburg

€ 40.977,78

Aalsmeer

€ 50.616,54

Aalten

€ 69.067,38

Achtkarspelen

€ 80.948,56

Alblasserdam

€ 36.196,74

Albrandswaard

€ 43.541,68

Alkmaar

€ 146.371,84

Almelo

€ 133.267,10

Almere

€ 382.334,48

Alphen aan den Rijn

€ 131.971,46

Alphen-Chaam

€ 36.918,96

Ameland

€ 18.297,72

Amersfoort

€ 266.348,36

Amstelveen

€ 128.976,56

Amsterdam

€ 1.084.404,82

Apeldoorn

€ 309.683,84

Appingedam

€ 21.508,42

Arnhem

€ 223.217,46

Assen

€ 124.457,96

Asten

€ 38.690,38

Baarle-Nassau

€ 25.111,04

Baarn

€ 45.436,80

Barendrecht

€ 90.266,06

Barneveld

€ 144.373,62

Bedum

€ 27.986,64

Beek

€ 32.021,16

Beemster

€ 28.031,20

Beesel

€ 27.967,70

Bellingwedde

€ 46.283,94

Bergambacht

€ 27.526,84

Bergeijk

€ 56.271,14

Bergen L

€ 50.910,82

Bergen NH

€ 66.143,00

Bergen op Zoom

€ 120.177,06

Berkelland

€ 129.284,92

Bernheze

€ 73.478,62

Bernisse

€ 35.495,56

Best

€ 58.355,86

Beuningen

€ 59.217,04

Beverwijk

€ 62.448,58

Binnenmaas

€ 68.244,04

Bladel

€ 51.479,66

Blaricum

€ 19.778,20

Bloemendaal

€ 47.398,54

Boarnsterhim

€ 70.506,98

Bodegraven-Reeuwijk

€ 91.753,76

Boekel

€ 28.575,62

Borger-Odoorn

€ 125.269,46

Borne

€ 43.415,90

Borsele

€ 86.745,60

Boskoop

€ 35.675,16

Boxmeer

€ 78.628,90

Boxtel

€ 61.529,16

Breda

€ 284.860,58

Brielle

€ 34.023,52

Bronckhorst

€ 123.692,86

Brummen

€ 53.075,46

Brunssum

€ 44.000,28

Bunnik

€ 33.273,70

Bunschoten

€ 44.279,98

Buren

€ 88.088,50

Bussum

€ 54.254,96

Capelle aan den IJssel

€ 106.222,76

Castricum

€ 71.241,32

Coevorden

€ 130.679,94

Cranendonck

€ 52.104,56

Cromstrijen

€ 34.081,14

Cuijk

€ 54.039,68

Culemborg

€ 54.672,58

Dalfsen

€ 81.880,02

Dantumadiel

€ 57.840,12

De Bilt

€ 90.534,64

De Marne

€ 60.906,12

De Ronde Venen

€ 121.591,16

De Wolden

€ 98.179,14

Delft

€ 135.530,16

Delfzijl

€ 73.204,64

Den Helder

€ 98.457,08

Deurne

€ 74.496,74

Deventer

€ 181.035,04

Diemen

€ 40.685,38

Dinkelland

€ 83.233,00

Doesburg

€ 21.561,84

Doetinchem

€ 108.949,84

Dongen

€ 51.132,74

Dongeradeel

€ 95.222,36

Dordrecht

€ 199.100,92

Drechterland

€ 53.900,72

Drimmelen

€ 63.963,78

Dronten

€ 116.045,96

Druten

€ 43.825,34

Duiven

€ 58.382,28

Echt-Susteren

€ 73.538,48

Edam-Volendam

€ 52.625,66

Ede

€ 261.460,28

Eemnes

€ 23.202,92

Eemsmond

€ 67.600,64

Eersel

€ 55.150,70

Eijsden-Margraten

€ 71.982,42

Eindhoven

€ 306.221,68

Elburg

€ 55.355,50

Emmen

€ 253.443,00

Enkhuizen

€ 31.157,60

Enschede

€ 264.170,36

Epe

€ 88.771,54

Ermelo

€ 60.841,56

Etten-Leur

€ 73.910,64

Ferwerderadiel

€ 37.297,88

Franekeradeel

€ 63.099,58

Gaasterlan-Sleat

€ 50.656,82

Geertruidenberg

€ 37.624,38

Geldermalsen

€ 68.141,26

Geldrop-Mierlo

€ 66.468,36

Gemert-Bakel

€ 73.015,96

Gennep

€ 42.194,64

Giessenlanden

€ 49.193,26

Gilze en Rijen

€ 56.792,52

Goeree-Overflakkee

€ 141.943,60

Goes

€ 75.378,42

Goirle

€ 42.615,72

Gorinchem

€ 58.860,92

Gouda

€ 124.465,38

Graft-De Rijp

€ 20.105,42

Grave

€ 28.716,58

Groesbeek

€ 45.153,16

Groningen

€ 255.221,98

Grootegast

€ 47.265,42

Gulpen-Wittem

€ 61.474,76

Haaksbergen

€ 60.810,58

Haaren

€ 39.816,84

Haarlem

€ 219.919,66

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 18.101,02

Haarlemmermeer

€ 315.063,54

Halderberge

€ 67.942,36

Hardenberg

€ 173.754,02

Harderwijk

€ 81.514,70

Hardinxveld-Giessendam

€ 38.438,76

Haren

€ 41.495,74

Harlingen

€ 30.664,16

Hattem

€ 25.850,14

Heemskerk

€ 70.178,40

Heemstede

€ 44.822,02

Heerde

€ 51.077,34

Heerenveen

€ 114.505,32

Heerhugowaard

€ 99.638,62

Heerlen

€ 127.765,90

Heeze-Leende

€ 45.156,30

Heiloo

€ 40.295,54

Hellendoorn

€ 85.995,98

Hellevoetsluis

€ 69.476,36

Helmond

€ 152.487,56

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 49.846,50

Hengelo O

€ 140.588,76

Het Bildt

€ 43.781,06

Heumen

€ 40.063,16

Heusden

€ 87.646,84

Hillegom

€ 36.383,36

Hilvarenbeek

€ 46.421,44

Hilversum

€ 135.975,34

Hof van Twente

€ 92.293,10

Hollands Kroon

€ 165.281,42

Hoogeveen

€ 128.434,40

Hoogezand-Sappemeer

€ 68.036,38

Hoorn

€ 117.909,44

Horst aan de Maas

€ 96.862,34

Houten

€ 114.376,04

Huizen

€ 80.158,68

Hulst

€ 90.169,72

IJsselstein

€ 67.180,16

Kaag en Braassem

€ 73.241,62

Kampen

€ 119.998,70

Kapelle

€ 32.425,98

Katwijk

€ 119.412,42

Kerkrade

€ 64.261,14

Koggenland

€ 77.546,58

Kollumerland en Nwkruisl

€ 52.602,98

Korendijk

€ 38.548,70

Krimpen aan den IJssel

€ 50.526,00

Laarbeek

€ 50.264,46

Landerd

€ 41.159,72

Landgraaf

€ 57.525,84

Landsmeer

€ 28.579,66

Langedijk

€ 54.883,50

Lansingerland

€ 110.771,86

Laren

€ 18.634,52

Leek

€ 47.673,64

Leerdam

€ 45.575,94

Leeuwarden

€ 150.748,26

Leeuwarderadeel

€ 29.501,80

Leiden

€ 169.446,48

Leiderdorp

€ 48.994,98

Leidschendam-Voorburg

€ 109.507,46

Lelystad

€ 156.033,42

Lemsterland

€ 42.288,60

Leudal

€ 101.315,82

Leusden

€ 64.777,00

Lingewaal

€ 37.842,98

Lingewaard

€ 88.754,48

Lisse

€ 42.493,30

Littenseradiel

€ 72.699,66

Lochem

€ 103.297,92

Loon op Zand

€ 48.878,90

Lopik

€ 62.160,24

Loppersum

€ 54.572,52

Losser

€ 56.018,46

Maasdonk

€ 34.395,42

Maasdriel

€ 68.411,10

Maasgouw

€ 52.840,34

Maassluis

€ 50.443,54

Maastricht

€ 162.732,66

Marum

€ 36.736,56

Medemblik

€ 122.569,06

Meerssen

€ 43.747,92

Menameradiel

€ 48.074,88

Menterwolde

€ 38.180,60

Meppel

€ 65.572,66

Middelburg

€ 87.681,82

Midden Drenthe

€ 140.817,98

Midden-Delfland

€ 51.387,74

Mill en Sint Hubert

€ 33.893,32

Millingen aan de Rijn

€ 12.368,10

Moerdijk

€ 107.874,40

Molenwaard

€ 103.095,52

Montferland

€ 85.383,96

Montfoort U

€ 36.060,22

Mook en Middelaar

€ 21.840,10

Muiden

€ 17.860,12

Naarden

€ 36.645,90

Neder-Betuwe

€ 71.291,30

Nederlek

€ 36.431,26

Nederweert

€ 47.254,02

Neerijnen

€ 47.159,50

Nieuwegein

€ 96.713,98

Nieuwkoop

€ 83.205,38

Nijkerk

€ 92.019,00

Nijmegen

€ 237.659,70

Noord-Beveland

€ 40.890,74

Noordenveld

€ 97.111,58

Noordoostpolder

€ 155.268,24

Noordwijk

€ 46.597,52

Noordwijkerhout

€ 39.071,22

Nuenen c.a.

€ 46.033,62

Nunspeet

€ 79.342,96

Nuth

€ 33.724,70

Oegstgeest

€ 41.049,90

Oirschot

€ 49.544,36

Oisterwijk

€ 52.383,32

Oldambt

€ 114.785,02

Oldebroek

€ 63.464,60

Oldenzaal

€ 55.636,48

Olst-Wijhe

€ 56.995,22

Ommen

€ 73.988,96

Onderbanken

€ 21.162,00

Oost Gelre

€ 74.669,30

Oosterhout

€ 102.410,40

Ooststellingwerf

€ 92.011,70

Oostzaan

€ 21.789,70

Opmeer

€ 38.435,44

Opsterland

€ 110.058,92

Oss

€ 177.046,08

Oud-Beijerland

€ 46.699,96

Oude IJsselstreek

€ 96.867,42

Ouder-Amstel

€ 29.005,44

Ouderkerk

€ 27.600,36

Oudewater

€ 26.662,68

Overbetuwe

€ 111.411,22

Papendrecht

€ 53.902,10

Peel en Maas

€ 107.907,62

Pekela

€ 32.150,92

Pijnacker-Nootdorp

€ 104.953,76

Purmerend

€ 131.519,78

Putten

€ 64.269,98

Raalte

€ 98.697,18

Reimerswaal

€ 68.653,04

Renkum

€ 59.989,48

Renswoude

€ 12.690,50

Reusel-De Mierden

€ 38.217,38

Rheden

€ 83.854,34

Rhenen

€ 48.400,04

Ridderkerk

€ 70.112,86

Rijnwaarden

€ 31.695,04

Rijnwoude

€ 52.894,80

Rijssen-Holten

€ 94.230,26

Rijswijk

€ 60.770,96

Roerdalen

€ 57.045,72

Roermond

€ 98.034,80

Roosendaal

€ 148.517,40

Rotterdam

€ 938.711,88

Rozendaal

€ 7.044,10

Rucphen

€ 44.574,40

Schagen

€ 134.471,94

Schermer

€ 29.320,20

Scherpenzeel

€ 20.175,38

Schiedam

€ 119.798,50

Schiermonnikoog

€ 9.172,82

Schijndel

€ 45.028,54

Schinnen

€ 27.179,98

Schoonhoven

€ 22.521,42

Schouwen-Duiveland

€ 111.333,48

’s-Gravenhage

€ 747.538,60

’s-Hertogenbosch

€ 221.562,86

Simpelveld

€ 20.457,44

Sint-Anthonis

€ 41.478,82

Sint-Michielsgestel

€ 63.934,70

Sint-Oedenrode

€ 44.324,84

Sittard-Geleen

€ 150.762,40

Skarsterlan

€ 103.643,62

Sliedrecht

€ 42.314,74

Slochteren

€ 63.551,04

Sluis

€ 98.057,46

Smallingerland

€ 118.273,42

Soest

€ 87.344,58

Someren

€ 46.590,14

Son en Breugel

€ 34.065,68

Spijkenisse

€ 118.990,70

Stadskanaal

€ 87.291,66

Staphorst

€ 60.015,58

Stede Broec

€ 40.360,12

Steenbergen

€ 64.156,04

Steenwijkerland

€ 153.233,72

Stein

€ 43.440,76

Stichtse Vecht

€ 149.549,26

Strijen

€ 28.337,30

Sudwest Fryslan

€ 270.451,06

Ten Boer

€ 30.247,80

Terneuzen

€ 148.576,98

Terschelling

€ 32.352,02

Texel

€ 75.455,64

Teylingen

€ 81.927,28

Tholen

€ 80.502,72

Tiel

€ 80.684,66

Tilburg

€ 325.224,10

Tubbergen

€ 74.419,02

Twenterand

€ 87.812,76

Tynaarlo

€ 98.429,42

Tytsjerksteradiel

€ 105.960,62

Ubbergen

€ 27.442,80

Uden

€ 78.361,68

Uitgeest

€ 25.703,26

Uithoorn

€ 50.205,04

Urk

€ 51.646,52

Utrecht

€ 446.855,20

Utrechtse Heuvelrug

€ 118.050,80

Vaals

€ 24.756,32

Valkenburg aan de Geul

€ 35.933,08

Valkenswaard

€ 55.818,96

Veendam

€ 58.539,88

Veenendaal

€ 118.637,48

Veere

€ 78.059,26

Veghel

€ 88.094,24

Veldhoven

€ 74.350,22

Velsen

€ 126.106,28

Venlo

€ 189.062,90

Venray

€ 122.308,90

Vianen

€ 44.241,92

Vlaardingen

€ 106.834,06

Vlagtwedde

€ 64.779,20

Vlieland

€ 10.579,80

Vlissingen

€ 72.108,96

Vlist

€ 34.811,66

Voerendaal

€ 31.306,16

Voorschoten

€ 40.482,30

Voorst

€ 77.315,44

Vught

€ 50.871,30

Waalre

€ 32.108,52

Waalwijk

€ 83.697,72

Waddinxveen

€ 50.177,78

Wageningen

€ 55.743,30

Wassenaar

€ 52.587,24

Waterland

€ 49.221,24

Weert

€ 91.947,16

Weesp

€ 32.532,76

Werkendam

€ 73.967,76

West Maas en Waal

€ 54.659,84

Westerveld

€ 103.046,82

Westervoort

€ 29.280,02

Westland

€ 191.059,30

Weststellingwerf

€ 94.770,30

Westvoorne

€ 34.983,22

Wierden

€ 59.290,26

Wijchen

€ 86.758,44

Wijdemeren

€ 62.526,26

Wijk bij Duurstede

€ 52.357,68

Winsum

€ 50.361,22

Winterswijk

€ 76.595,14

Woensdrecht

€ 51.280,32

Woerden

€ 110.894,06

Wormerland

€ 37.175,08

Woudenberg

€ 27.298,50

Woudrichem

€ 43.551,08

Zaanstad

€ 246.645,86

Zaltbommel

€ 76.295,10

Zandvoort

€ 28.163,72

Zederik

€ 51.065,94

Zeevang

€ 33.601,90

Zeewolde

€ 75.659,28

Zeist

€ 113.633,92

Zevenaar

€ 66.892,26

Zoetermeer

€ 205.496,70

Zoeterwoude

€ 24.965,88

Zuidhorn

€ 69.774,14

Zuidplas

€ 97.967,60

Zundert

€ 52.673,40

Zutphen

€ 83.056,78

Zwartewaterland

€ 60.979,54

Zwijndrecht

€ 74.629,80

Zwolle

€ 210.337,18

Totaal

€ 35.000.001,62

Bijlage 29kk-4, genoemd in artikel 29kk. Vrouwenopvang

Gemeente

Uitkering 2013

Den Helder

€ 1.038.174

Vlaardingen

€ 1.074.204

Helmond

€ 1.118.331

Hilversum

€ 1.285.315

Spijkenisse

€ 1.386.682

Ede

€ 1.406.017

Heerlen

€ 1.428.518

Zaanstad

€ 1.587.965

Vlissingen

€ 1.840.193

Delft

€ 1.868.581

Amersfoort

€ 1.913.217

Dordrecht

€ 1.977.746

Almere

€ 1.995.488

Alkmaar

€ 2.081.818

Gouda

€ 2.194.653

Emmen

€ 2.250.464

Venlo

€ 2.367.959

Nijmegen

€ 2.507.622

Apeldoorn

€ 2.519.173

Maastricht

€ 2.677.986

Haarlem

€ 2.804.457

Eindhoven

€ 2.842.738

Enschede

€ 3.254.767

’s-Hertogenbosch

€ 3.341.643

Zwolle

€ 3.408.480

Groningen

€ 3.989.620

Leiden

€ 4.316.835

Leeuwarden

€ 4.449.555

Tilburg

€ 5.164.612

Utrecht

€ 5.422.421

’s-Gravenhage

€ 5.499.457

Arnhem

€ 5.772.212

Rotterdam

€ 6.130.321

Breda

€ 6.405.661

Amsterdam

€ 8.636.116

Totaal

€ 107.959.001

Bijlage 29pp-3, genoemd in artikel 29pp. Eigen kracht

Gemeente

Uitkering 2013

Groningen

€ 50.000

Leeuwarden

€ 50.000

Deventer

€ 50.000

Enschede

€ 50.000

Hengelo O

€ 50.000

Doetinchem

€ 50.000

Nijmegen

€ 50.000

Tiel

€ 50.000

Amersfoort

€ 50.000

Zeist

€ 50.000

Alkmaar

€ 50.000

Haarlem

€ 50.000

Delft

€ 50.000

Breda

€ 50.000

Eindhoven

€ 50.000

Helmond

€ 50.000

Tilburg

€ 50.000

Almere

€ 50.000

Totaal

€ 900.000

Bijlage 29ww-2, genoemd in artikel 29ww. LHBT emancipatiebeleid

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 20.000

Almere

€ 20.000

Amersfoort

€ 20.000

Amsterdam

€ 100.000

Arnhem

€ 20.000

Breda

€ 20.000

Capelle aan den IJssel

€ 20.000

Delft

€ 20.000

Deventer

€ 20.000

Dordrecht

€ 20.000

Eindhoven

€ 20.000

Enschede

€ 20.000

Goes

€ 20.000

Groningen

€ 20.000

Haarlem

€ 20.000

Heerlen

€ 20.000

Helmond

€ 20.000

Hengelo O

€ 20.000

Hoorn

€ 20.000

Leeuwarden

€ 20.000

Leiden

€ 20.000

Leidschendam-Voorburg

€ 20.000

Lelystad

€ 20.000

Maastricht

€ 20.000

Middelburg

€ 20.000

Nijmegen

€ 20.000

Oss

€ 20.000

Purmerend

€ 20.000

Rotterdam

€ 100.000

Schiedam

€ 20.000

’s-Gravenhage

€ 100.000

’s-Hertogenbosch

€ 20.000

Sittard-Geleen

€ 20.000

Sudwest Fryslan

€ 20.000

Tilburg

€ 20.000

Utrecht

€ 100.000

Venlo

€ 20.000

Vlissingen

€ 20.000

Westland

€ 20.000

Zoetermeer

€ 20.000

Zwolle

€ 20.000

Totaal

€ 1.140.000

Bijlage 29xx-c, genoemd in artikel 29xx. Maatschappelijke opvang

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

2.833.948,00

Almelo

2.461.168,00

Almere

5.118.614,00

Amersfoort

4.390.096,00

Amsterdam

40.402.586,00

Apeldoorn

5.774.620,00

Arnhem

7.667.232,00

Assen

3.798.289,00

Bergen op Zoom

2.424.783,00

Breda

5.912.931,00

Delft

2.584.141,00

Den Helder

1.447.446,00

Deventer

3.017.680,00

Doetinchem

2.948.012,00

Dordrecht

6.058.427,00

Ede

2.167.209,00

Eindhoven

12.206.034,00

Emmen

2.342.216,00

Enschede

7.054.892,00

Gouda

1.843.737,00

Groningen

13.131.422,00

Haarlem

6.587.177,00

Heerlen

6.205.529,00

Helmond

2.904.250,00

Hilversum

2.603.113,00

Hoorn

1.952.873,00

Leeuwarden

13.226.453,00

Leiden

5.306.248,00

Maastricht

6.988.957,00

Nijmegen

7.973.300,00

Oss

3.201.235,00

Purmerend

1.223.032,00

Rotterdam

36.875.904,00

’s-Gravenhage

20.372.663,00

’s-Hertogenbosch

4.323.504,00

Spijkenisse

2.607.581,00

Tilburg

7.851.785,00

Utrecht

17.005.596,00

Venlo

6.675.422,00

Vlaardingen

2.051.044,00

Vlissingen

5.900.636,00

Zaanstad

2.124.112,00

Zwolle

7.682.220,00

Totaal

€ 307.228.117

Bijlage 29bbb-2, genoemd in artikel 29bbb. Vsv-programmagelden RMC-regio’s G4

Gemeente

Uitkering 2013

Amsterdam

€ 1.800.000

Rotterdam

€ 2.300.000

’s-Gravenhage

€ 1.300.000

Utrecht

€ 1.300.000

Totaal

€ 6.700.000

Bijlage 29ccc-2, genoemd in artikel 29ccc. We Can Young

Gemeente

Uitkering 2013

Groningen

€ 20.000

Zwolle

€ 20.000

Apeldoorn

€ 20.000

Arnhem

€ 20.000

Alkmaar

€ 20.000

Amsterdam

€ 20.000

Delft

€ 20.000

Dordrecht

€ 20.000

Leiden

€ 20.000

’s-Gravenhage

€ 20.000

Breda

€ 20.000

Eindhoven

€ 20.000

Helmond

€ 20.000

Tilburg

€ 20.000

Almere

€ 20.000

Totaal

€ 300.000

Bijlage 29ddd, genoemd in artikel 29ddd. ESF-programma

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 100.000

Almere

€ 100.000

Amersfoort

€ 100.000

Amsterdam

€ 100.000

Apeldoorn

€ 100.000

Arnhem

€ 100.000

Breda

€ 100.000

Doetinchem

€ 100.000

Dordrecht

€ 100.000

Ede

€ 100.000

Eindhoven

€ 100.000

Emmen

€ 100.000

Enschede

€ 100.000

Goes

€ 100.000

Gorinchem

€ 100.000

Gouda

€ 100.000

Groningen

€ 100.000

Haarlem

€ 100.000

Heerlen

€ 100.000

Helmond

€ 100.000

Hilversum

€ 100.000

Leeuwarden

€ 100.000

Leiden

€ 100.000

Nijmegen

€ 100.000

Roermond

€ 100.000

Rotterdam

€ 100.000

’s-Gravenhage

€ 100.000

’s-Hertogenbosch

€ 100.000

Tiel

€ 100.000

Tilburg

€ 100.000

Utrecht

€ 100.000

Venlo

€ 100.000

Zaanstad

€ 100.000

Zoetermeer

€ 100.000

Zwolle

€ 100.000

Totaal

€ 3.500.000

Bijlage 29eee, genoemd in artikel 29eee. Uitvoeringskosten inburgering

Gemeente

Uitkering 2013

Aa en Hunze

€ 3.904

Aalburg

€ 4.294

Aalsmeer

€ 19.128

Aalten

€ 6.246

Achtkarspelen

€ 14.444

Alblasserdam

€ 10.540

Albrandswaard

€ 18.348

Alkmaar

€ 101.887

Almelo

€ 113.989

Almere

€ 422.384

Alphen aan den Rijn

€ 73.000

Alphen-Chaam

€ 2.733

Ameland

€ 390

Amersfoort

€ 179.572

Amstelveen

€ 170.203

Amsterdam

€ 3.519.997

Apeldoorn

€ 110.866

Appingedam

€ 2.733

Arnhem

€ 101.497

Assen

€ 27.326

Asten

€ 11.711

Baarle-Nassau

€ 3.513

Baarn

€ 16.786

Barendrecht

€ 38.647

Barneveld

€ 26.545

Bedum

€ 7.027

Beek

€ 9.759

Beemster

€ 3.123

Beesel

€ 8.198

Bellingwedde

€ 3.904

Bergambacht

€ 7.027

Bergeijk

€ 5.856

Bergen L

€ 5.075

Bergen NH

€ 12.492

Bergen op Zoom

€ 99.936

Berkelland

€ 16.005

Bernheze

€ 13.663

Bernisse

€ 7.807

Best

€ 14.834

Beuningen

€ 10.150

Beverwijk

€ 61.289

Binnenmaas

€ 14.834

Bladel

€ 10.540

Blaricum

€ 6.636

Bloemendaal

€ 14.834

Boarnsterhim

€ 4.684

Bodegraven-Reeuwijk

€ 23.813

Boekel

€ 3.904

Borger-Odoorn

€ 11.711

Borne

€ 11.711

Borsele

€ 8.588

Boskoop

€ 19.909

Boxmeer

€ 13.273

Boxtel

€ 25.765

Breda

€ 194.406

Brielle

€ 10.540

Bronckhorst

€ 12.882

Brummen

€ 4.294

Brunssum

€ 22.251

Bunnik

€ 11.321

Bunschoten

€ 10.150

Buren

€ 10.150

Bussum

€ 40.208

Capelle aan den IJssel

€ 119.064

Castricum

€ 26.155

Coevorden

€ 19.519

Cranendonck

€ 12.102

Cromstrijen

€ 5.856

Cuijk

€ 23.032

Culemborg

€ 41.770

Dalfsen

€ 12.492

Dantumadiel

€ 8.588

De Bilt

€ 31.620

De Marne

€ 2.342

De Ronde Venen

€ 16.786

De Wolden

€ 10.540

Delft

€ 128.823

Delfzijl

€ 9.759

Den Helder

€ 51.529

Deurne

€ 14.053

Deventer

€ 58.556

Diemen

€ 46.454

Dinkelland

€ 6.246

Doesburg

€ 5.465

Doetinchem

€ 23.813

Dongen

€ 10.540

Dongeradeel

€ 9.759

Dordrecht

€ 175.668

Drechterland

€ 8.979

Drimmelen

€ 10.540

Dronten

€ 35.524

Druten

€ 11.711

Duiven

€ 12.882

Echt-Susteren

€ 18.738

Edam-Volendam

€ 14.834

Ede

€ 80.027

Eemnes

€ 8.198

Eemsmond

€ 6.636

Eersel

€ 9.759

Eijsden-Margraten

€ 11.321

Eindhoven

€ 347.823

Elburg

€ 7.807

Emmen

€ 83.540

Enkhuizen

€ 12.882

Enschede

€ 167.080

Epe

€ 16.005

Ermelo

€ 10.930

Etten-Leur

€ 37.866

Ferwerderadiel

€ 4.294

Franekeradeel

€ 11.321

Gaasterlan-Sleat

€ 5.856

Geertruidenberg

€ 10.150

Geldermalsen

€ 17.957

Geldrop-Mierlo

€ 26.155

Gemert-Bakel

€ 12.102

Gennep

€ 5.075

Giessenlanden

€ 5.075

Gilze en Rijen

€ 24.203

Goeree-Overflakkee

€ 20.299

Goes

€ 31.620

Goirle

€ 8.198

Gorinchem

€ 51.529

Gouda

€ 111.256

Graft-De Rijp

€ 1.171

Grave

€ 8.979

Groesbeek

€ 4.684

Groningen

€ 215.486

Grootegast

€ 4.684

Gulpen-Wittem

€ 7.807

Haaksbergen

€ 8.979

Haaren

€ 9.369

Haarlem

€ 382.956

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 4.684

Haarlemmermeer

€ 195.187

Halderberge

€ 40.989

Hardenberg

€ 25.374

Harderwijk

€ 30.449

Hardinxveld-Giessendam

€ 9.759

Haren

€ 9.369

Harlingen

€ 15.225

Hattem

€ 3.904

Heemskerk

€ 44.503

Heemstede

€ 20.299

Heerde

€ 7.417

Heerenveen

€ 29.278

Heerhugowaard

€ 37.476

Heerlen

€ 117.502

Heeze-Leende

€ 6.246

Heiloo

€ 14.834

Hellendoorn

€ 13.273

Hellevoetsluis

€ 22.251

Helmond

€ 143.267

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 18.348

Hengelo O

€ 73.390

Het Bildt

€ 7.417

Heumen

€ 6.636

Heusden

€ 17.957

Hillegom

€ 13.273

Hilvarenbeek

€ 5.856

Hilversum

€ 129.994

Hof van Twente

€ 16.786

Hollands Kroon

€ 19.519

Hoogeveen

€ 21.471

Hoogezand-Sappemeer

€ 19.519

Hoorn

€ 53.481

Horst aan de Maas

€ 24.594

Houten

€ 33.572

Huizen

€ 59.727

Hulst

€ 16.005

IJsselstein

€ 34.743

Kaag en Braassem

€ 16.005

Kampen

€ 28.107

Kapelle

€ 4.684

Katwijk

€ 47.626

Kerkrade

€ 46.845

Koggenland

€ 12.492

Kollumerland en Nwkruisl

€ 7.807

Korendijk

€ 6.246

Krimpen aan den IJssel

€ 18.738

Laarbeek

€ 11.321

Landerd

€ 8.979

Landgraaf

€ 23.032

Landsmeer

€ 8.198

Langedijk

€ 12.492

Lansingerland

€ 42.551

Laren

€ 7.417

Leek

€ 8.198

Leerdam

€ 20.299

Leeuwarden

€ 76.513

Leeuwarderadeel

€ 7.417

Leiden

€ 169.422

Leiderdorp

€ 30.449

Leidschendam-Voorburg

€ 83.150

Lelystad

€ 113.989

Lemsterland

€ 6.246

Leudal

€ 19.909

Leusden

€ 21.861

Lingewaal

€ 8.588

Lingewaard

€ 18.348

Lisse

€ 14.834

Littenseradiel

€ 3.904

Lochem

€ 17.176

Loon op Zand

€ 9.369

Lopik

€ 5.856

Loppersum

€ 2.342

Losser

€ 18.348

Maasdonk

€ 6.636

Maasdriel

€ 19.519

Maasgouw

€ 13.663

Maassluis

€ 62.850

Maastricht

€ 163.176

Marum

€ 5.856

Medemblik

€ 10.540

Meerssen

€ 14.053

Menameradiel

€ 7.807

Menterwolde

€ 2.733

Meppel

€ 19.519

Middelburg

€ 21.080

Midden Drenthe

€ 15.615

Midden-Delfland

€ 9.369

Mill en Sint Hubert

€ 5.856

Millingen aan de Rijn

€ 4.684

Moerdijk

€ 16.786

Molenwaard

€ 14.834

Montferland

€ 10.930

Montfoort U

€ 9.759

Mook en Middelaar

€ 7.027

Muiden

€ 6.246

Naarden

€ 15.225

Neder-Betuwe

€ 10.150

Nederlek

€ 12.102

Nederweert

€ 7.807

Neerijnen

€ 5.075

Nieuwegein

€ 53.872

Nieuwkoop

€ 17.957

Nijkerk

€ 24.594

Nijmegen

€ 176.058

Noord-Beveland

€ 3.904

Noordenveld

€ 19.519

Noordoostpolder

€ 34.743

Noordwijk

€ 16.786

Noordwijkerhout

€ 8.588

Nuenen c.a.

€ 14.053

Nunspeet

€ 10.540

Nuth

€ 9.759

Oegstgeest

€ 16.005

Oirschot

€ 9.759

Oisterwijk

€ 12.492

Oldambt

€ 14.053

Oldebroek

€ 8.588

Oldenzaal

€ 19.519

Olst-Wijhe

€ 11.321

Ommen

€ 9.759

Onderbanken

€ 5.856

Oost Gelre

€ 14.053

Oosterhout

€ 48.406

Ooststellingwerf

€ 11.321

Oostzaan

€ 8.198

Opmeer

€ 4.684

Opsterland

€ 17.957

Oss

€ 58.946

Oud-Beijerland

€ 21.861

Oude IJsselstreek

€ 13.663

Ouder-Amstel

€ 14.053

Ouderkerk

€ 5.465

Oudewater

€ 4.684

Overbetuwe

€ 19.909

Papendrecht

€ 25.765

Peel en Maas

€ 20.690

Pekela

€ 8.979

Pijnacker-Nootdorp

€ 32.011

Purmerend

€ 53.872

Putten

€ 8.588

Raalte

€ 15.615

Reimerswaal

€ 19.128

Renkum

€ 20.690

Renswoude

€ 1.171

Reusel-De Mierden

€ 4.684

Rheden

€ 21.080

Rhenen

€ 8.588

Ridderkerk

€ 37.085

Rijnwaarden

€ 2.733

Rijnwoude

€ 7.027

Rijssen-Holten

€ 18.348

Rijswijk

€ 86.273

Roerdalen

€ 6.636

Roermond

€ 69.877

Roosendaal

€ 130.385

Rotterdam

€ 2.140.417

Rozendaal

€ 781

Rucphen

€ 17.957

Schagen

€ 27.717

Schermer

€ 4.294

Scherpenzeel

€ 1.952

Schiedam

€ 115.160

Schijndel

€ 4.684

Schinnen

€ 6.636

Schoonhoven

€ 16.396

Schouwen-Duiveland

€ 10.930

’s-Gravenhage

€ 1.301.895

’s-Hertogenbosch

€ 168.641

Simpelveld

€ 7.807

Sint-Anthonis

€ 3.904

Sint-Michielsgestel

€ 10.930

Sint-Oedenrode

€ 7.027

Sittard-Geleen

€ 103.059

Skarsterlan

€ 14.834

Sliedrecht

€ 22.642

Slochteren

€ 5.465

Sluis

€ 14.053

Smallingerland

€ 29.278

Soest

€ 48.016

Someren

€ 8.588

Son en Breugel

€ 9.369

Spijkenisse

€ 61.679

Stadskanaal

€ 7.417

Staphorst

€ 5.465

Stede Broec

€ 17.567

Steenbergen

€ 10.150

Steenwijkerland

€ 20.690

Stein

€ 9.759

Stichtse Vecht

€ 56.995

Strijen

€ 7.027

Sudwest Fryslan

€ 63.631

Ten Boer

€ 3.904

Terneuzen

€ 31.620

Terschelling

€ 781

Texel

€ 10.150

Teylingen

€ 19.519

Tholen

€ 10.930

Tiel

€ 59.727

Tilburg

€ 277.555

Tubbergen

€ 5.075

Twenterand

€ 7.417

Tynaarlo

€ 9.759

Tytsjerksteradiel

€ 13.273

Ubbergen

€ 1.952

Uden

€ 21.471

Uitgeest

€ 8.588

Uithoorn

€ 21.471

Urk

€ 10.540

Utrecht

€ 573.849

Utrechtse Heuvelrug

€ 30.449

Vaals

€ 9.759

Valkenburg aan de Geul

€ 7.807

Valkenswaard

€ 20.299

Veendam

€ 16.786

Veenendaal

€ 40.989

Veere

€ 8.979

Veghel

€ 28.888

Veldhoven

€ 28.888

Velsen

€ 58.166

Venlo

€ 108.133

Venray

€ 49.187

Vianen

€ 10.930

Vlaardingen

€ 87.834

Vlagtwedde

€ 3.123

Vlissingen

€ 37.866

Vlist

€ 8.198

Voerendaal

€ 6.636

Voorschoten

€ 14.053

Voorst

€ 7.807

Vught

€ 20.299

Waalre

€ 13.663

Waalwijk

€ 27.326

Waddinxveen

€ 23.813

Wageningen

€ 29.668

Wassenaar

€ 30.449

Waterland

€ 11.321

Weert

€ 39.818

Weesp

€ 24.984

Werkendam

€ 10.150

West Maas en Waal

€ 8.198

Westerveld

€ 6.246

Westervoort

€ 12.882

Westland

€ 67.144

Weststellingwerf

€ 15.615

Westvoorne

€ 7.027

Wierden

€ 11.321

Wijchen

€ 12.492

Wijdemeren

€ 17.957

Wijk bij Duurstede

€ 9.369

Winsum

€ 6.636

Winterswijk

€ 23.422

Woensdrecht

€ 16.005

Woerden

€ 39.818

Wormerland

€ 7.027

Woudenberg

€ 6.636

Woudrichem

€ 4.294

Zaanstad

€ 181.914

Zaltbommel

€ 37.476

Zandvoort

€ 14.053

Zederik

€ 7.417

Zeevang

€ 3.513

Zeewolde

€ 11.321

Zeist

€ 90.567

Zevenaar

€ 5.856

Zoetermeer

€ 137.802

Zoeterwoude

€ 3.904

Zuidhorn

€ 10.930

Zuidplas

€ 40.208

Zundert

€ 16.786

Zutphen

€ 34.743

Zwartewaterland

€ 7.807

Zwijndrecht

€ 55.433

Zwolle

€ 94.080

Totaal

€ 19.999.989

Bijlage 29fff, genoemd in artikel 29fff. Jeugdwerkloosheid

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 702.500

Almere

€ 822.000

Amersfoort

€ 339.000

Amsterdam

€ 1.184.000

Apeldoorn

€ 814.500

Arnhem

€ 581.500

Breda

€ 757.500

Doetinchem

€ 377.500

Dordrecht

€ 271.500

Ede

€ 308.500

Eindhoven

€ 680.000

Emmen

€ 591.500

Enschede

€ 1.101.500

Goes

€ 414.000

Gorinchem

€ 153.000

Gouda

€ 287.000

Groningen

€ 1.638.500

Haarlem

€ 438.000

Heerlen

€ 1.040.000

Helmond

€ 377.000

Hilversum

€ 216.000

Leeuwarden

€ 1.257.000

Leiden

€ 451.000

Nijmegen

€ 710.500

Roermond

€ 239.500

Rotterdam

€ 2.790.000

’s-Gravenhage

€ 1.331.000

’s-Hertogenbosch

€ 768.000

Tiel

€ 289.000

Tilburg

€ 741.000

Utrecht

€ 802.500

Venlo

€ 414.500

Zaanstad

€ 424.000

Zoetermeer

€ 521.000

Zwolle

€ 662.500

Totaal

€ 24.496.500

Bijlage 29ggg, genoemd in artikel 29ggg. Veiligheidshuizen

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

251.790,00

Almere

205.590,00

Amsterdam

676.830,00

Apeldoorn

318.010,00

Arnhem

278.740,00

Assen

197.890,00

Dordrecht

195.580,00

Eindhoven

319.550,00

Enschede

277.200,00

Groningen

265.650,00

Haarlem

219.450,00

Hilversum

98.560,00

Leeuwarden

271.040,00

Leiden

294.910,00

Maastricht

259.490,00

Middelburg

161.700,00

Nijmegen

218.680,00

Rotterdam

773.850,00

’s-Gravenhage

585.200,00

’s-Hertogenbosch

251.020,00

Tilburg

461.230,00

Utrecht

546.700,00

Venlo

214.060,00

Zaanstad

140.910,00

Zwolle

215.600,00

Totaal

€ 7.699.230

Bijlage 29hhh, genoemd in artikel 29hhh. Werkgeversdienstverlening

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 130.000

Amersfoort

€ 130.000

Amsterdam

€ 130.000

Apeldoorn

€ 130.000

Arnhem

€ 130.000

Breda

€ 130.000

Doetinchem

€ 130.000

Dordrecht

€ 130.000

Dronten

€ 130.000

Ede

€ 130.000

Eindhoven

€ 130.000

Emmen

€ 130.000

Enschede

€ 130.000

Goes

€ 130.000

Gorinchem

€ 130.000

Gouda

€ 130.000

Groningen

€ 130.000

Haarlem

€ 130.000

Heerlen

€ 130.000

Helmond

€ 130.000

Hilversum

€ 130.000

Leeuwarden

€ 130.000

Leiden

€ 130.000

Nijmegen

€ 130.000

Roermond

€ 130.000

Rotterdam

€ 130.000

’s-Gravenhage

€ 130.000

’s-Hertogenbosch

€ 130.000

Tiel

€ 130.000

Tilburg

€ 130.000

Utrecht

€ 130.000

Venlo

€ 130.000

Zaanstad

€ 130.000

Zoetermeer

€ 130.000

Zwolle

€ 130.000

Totaal

€ 4.550.000

Bijlage 29iii, genoemd in artikel 29iii. Zichtbare schakel

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 43.477

Almelo

€ 66.137

Almere

€ 139.397

Amersfoort

€ 200.967

Amsterdam

€ 1.412.286

Arnhem

€ 290.098

Barneveld

€ 20.605

Bergen op Zoom

€ 70.604

Beverwijk

€ 37.622

Breda

€ 182.627

Castricum

€ 29.264

Culemborg

€ 83.012

Delft

€ 55.036

Den Helder

€ 134.918

Deventer

€ 243.482

Doetinchem

€ 49.411

Dordrecht

€ 163.679

Ede

€ 105.681

Eindhoven

€ 149.290

Emmen

€ 87.923

Enschede

€ 54.877

Gouda

€ 63.985

Groningen

€ 228.952

Halderberge

€ 104.623

Heemskerk

€ 33.443

Heerlen

€ 75.403

Heiloo

€ 16.717

Helmond

€ 114.013

Hengelo O

€ 119.735

Hoogezand-Sappemeer

€ 47.621

Hoorn

€ 149.325

Leerdam

€ 27.959

Leeuwarden

€ 121.252

Leeuwarderadeel

€ 66.181

Leiden

€ 175.477

Lelystad

€ 79.759

Maastricht

€ 99.192

Medemblik

€ 29.061

Menterwolde

€ 82.651

Moerdijk

€ 71.330

Nieuwegein

€ 99.148

Nijmegen

€ 204.150

Roosendaal

€ 35.302

Rotterdam

€ 1.496.497

Schiedam

€ 163.812

’s-Gravenhage

€ 1.021.453

’s-Hertogenbosch

€ 192.467

Spijkenisse

€ 79.680

Stadskanaal

€ 85.543

Stichtse Vecht

€ 126.242

Terneuzen

€ 66.410

Tilburg

€ 142.086

Utrecht

€ 449.175

Vlaardingen

€ 109.587

Vlagtwedde

€ 46.060

Zaanstad

€ 54.886

Zoetermeer

€ 113.687

Zwijndrecht

€ 67.133

Zwolle

€ 119.612

Totaal

€ 10.000.002

Bijlage 31b-4, genoemd in artikel 31b. Bedrijventerreinen

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 1.128.244

Flevoland

€ 981.081

Fryslân

€ 1.275.406

Gelderland

€ 4.421.406

Groningen

€ 1.128.243

Limburg

€ 2.796.081

Noord-Brabant

€ 4.007.902

Noord-Holland

€ 5.411.149

Overijssel

€ 3.266.595

Utrecht

€ 1.226.352

Zeeland

€ 1.724.554

Zuid-Holland

€ 5.687.987

Totaal

€ 33.055.000

Bijlage 31c-4, genoemd in artikel 31c. Bodemsanering

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 331.095

Almelo

€ 370.627

Amersfoort

€ 318.821

Amsterdam

€ 14.467.933

Arnhem

€ 381.863

Breda

€ 434.164

Deventer

€ 354.112

Dordrecht

€ 330.661

Eindhoven

€ 349.143

Emmen

€ 546.316

Enschede

€ 437.866

Groningen

€ 435.663

Haarlem

€ 874.854

Heerlen

€ 343.985

Helmond

€ 306.400

Hengelo O

€ 400.308

Leeuwarden

€ 365.072

Leiden

€ 343.317

Maastricht

€ 388.625

Nijmegen

€ 345.127

Rotterdam

€ 1.199.471

Schiedam

€ 315.764

’s-Gravenhage

€ 1.128.961

’s-Hertogenbosch

€ 294.383

Sittard-Geleen

€ 2.991

Tilburg

€ 546.537

Utrecht

€ 271.585

Venlo

€ 426.964

Zaanstad

€ 1.212.115

Zwolle

€ 327.997

Totaal

€ 27.852.720

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 1.056.233

Flevoland

€ 145.228

Fryslân

€ 3.442.212

Gelderland

€ 11.714.191

Groningen

€ 2.047.186

Limburg

€ 542.697

Noord-Brabant

€ 20.004.542

Noord-Holland

€ 5.830.493

Overijssel

€ 10.246.040

Utrecht

€ 1.209.129

Zeeland

€ 332.063

Zuid-Holland

€ 9.726.630

Totaal

€ 66.296.644

Bijlage 31i-3, genoemd in artikel 31i. Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV)

Gemeente

Uitkering 2013

Alkmaar

€ 1.354.995

Almelo

€ 987.763

Amersfoort

€ 1.081.057

Amsterdam

€ 42.715.798

Arnhem

€ 3.457.423

Breda

€ 1.400.026

Deventer

€ 1.397.957

Dordrecht

€ 2.162.775

Eindhoven

€ 2.415.540

Emmen

€ 814.043

Enschede

€ 2.653.693

Groningen

€ 7.075.836

Haarlem

€ 2.702.028

Heerlen

€ 2.331.946

Helmond

€ 602.773

Hengelo O

€ 1.122.567

Leeuwarden

€ 3.149.678

Leiden

€ 2.048.668

Lelystad

€ 55.317

Maastricht

€ 1.662.987

Nijmegen

€ 2.536.119

Rotterdam

€ 30.230.473

Schiedam

€ 2.525.335

’s-Gravenhage

€ 20.724.251

’s-Hertogenbosch

€ 777.715

Sittard-Geleen

€ 1.215.183

Tilburg

€ 2.270.851

Utrecht

€ 6.800.427

Venlo

€ 1.376.012

Zaanstad

€ 1.978.528

Zwolle

€ 1.223.632

Totaal

€ 152.851.396

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 2.253.887

Flevoland

€ 1.356.621

Fryslân

€ 4.189.652

Gelderland

€ 6.897.792

Groningen

€ 4.251.826

Limburg

€ 4.947.092

Noord-Brabant

€ 8.339.225

Noord-Holland

€ 6.504.746

Overijssel

€ 2.832.078

Utrecht

€ 2.462.702

Zeeland

€ 3.796.886

Zuid-Holland

€ 12.803.034

Totaal

€ 60.635.541

Bijlage 31j-3, genoemd in artikel 31j. Nationale gebiedsontwikkelingen

Gemeente

Project

Uitkering 2013

Amsterdam

Noordelijke IJ-overs

€ 3.650.000

Culemborg

Hollandse Waterlinie

€ 555.000

Den Haag

World Forum

€ 7.259.000

Den Haag

Scheveningen boulevard

€ 513.000

Dordrecht

Westelijke Dordtse Oever

€ 15.000.000

Emmen

Dierenpark

€ 4.500.000

Enschede

Muziekkwartier

€ 560.000

Groningen

Europark

€ 280.000

Hengelo

Hart van Zuid

€ 3.060.000

Leeuwarden

Nieuw Zaailand

€ 412.000

Roosendaal

Spoorhaven

€ 800.000

Rotterdam

Hart van Zuid

€ 1.311.000

Tilburg

Spoorzone

€ 585.000

Zaandam

Inverdan

€ 588.000

Zaltbommel

Station/vesting

€ 728.000

Zwartewaterland

Bedrijventerrein

€ 40.000

Totaal

 

€ 39.841.000

Provincie

Project

Uitkering 2013

Gelderland

Traverze Dieren

€ 4.379.000

Limburg

Ooijen-Wanssum

€ 8.250.000

Noord-Holland

Naardermeer

€ 302.000

Utrecht

Fort Vechten

€ 282.000

Zeeland

Waterduinen

€ 6.000.000

Zuid-Holland

Oude Rijn zone

€ 3.000.000

Totaal

 

€ 22.213.000

Bijlage 31k-3, genoemd in artikel 31k. Green Deal

Gemeente

Uitkering 2013

Amsterdam

€ 117.000

Den Helder

€ 117.000

Nijmegen

€ 2.500.000

Utrecht

€ 408.000

Totaal

€ 3.142.000

Provincie

Uitkering 2013

Groningen

€ 2.810.000

Noord-Holland

€ 208.000

Zuid-Holland

€ 150.000

Totaal

€ 3.168.000

Bijlage 31m-3, genoemd in artikel 31m. Sterke regio’s

Gemeente

Uitkering 2013

Haarlemmermeer

€ 5.900.000

Totaal

€ 5.900.000

Provincie

Uitkering 2013

Zuid-Holland

€ 1.800.000

Totaal

€ 1.800.000

Bijlage 31n-2, genoemd in artikel 31n. Invoeringskosten Jeugdzorg

Gemeente

Uitkering 2013

Aa en Hunze

€ 71.175

Aalburg

€ 56.738

Aalsmeer

€ 87.090

Aalten

€ 77.243

Achtkarspelen

€ 81.979

Alblasserdam

€ 68.482

Albrandswaard

€ 76.508

Alkmaar

€ 173.304

Almelo

€ 153.732

Almere

€ 401.625

Alphen aan den Rijn

€ 154.796

Alphen-Chaam

€ 47.327

Ameland

€ 38.451

Amersfoort

€ 309.573

Amstelveen

€ 161.100

Amsterdam

€ 1.146.755

Apeldoorn

€ 279.695

Appingedam

€ 49.966

Arnhem

€ 258.592

Assen

€ 147.535

Asten

€ 58.888

Baarle-Nassau

€ 40.976

Baarn

€ 69.660

Barendrecht

€ 123.479

Barneveld

€ 142.164

Bedum

€ 49.821

Beek

€ 54.748

Beemster

€ 46.577

Beesel

€ 53.448

Bellingwedde

€ 44.281

Bergambacht

€ 50.578

Bergeijk

€ 61.772

Bergen L

€ 52.139

Bergen NH

€ 74.068

Bergen op Zoom

€ 130.886

Berkelland

€ 104.137

Bernheze

€ 84.580

Bernisse

€ 50.540

Best

€ 81.497

Beuningen

€ 73.754

Beverwijk

€ 95.246

Binnenmaas

€ 76.814

Bladel

€ 64.274

Blaricum

€ 46.347

Bloemendaal

€ 70.303

Boarnsterhim

€ 66.485

Bodegraven-Reeuwijk

€ 90.434

Boekel

€ 50.540

Borger-Odoorn

€ 71.436

Borne

€ 69.209

Borsele

€ 72.476

Boskoop

€ 59.469

Boxmeer

€ 77.541

Boxtel

€ 81.941

Breda

€ 303.551

Brielle

€ 56.439

Bronckhorst

€ 90.724

Brummen

€ 64.963

Brunssum

€ 70.609

Bunnik

€ 57.311

Bunschoten

€ 70.999

Buren

€ 75.896

Bussum

€ 89.814

Capelle aan den IJssel

€ 135.331

Castricum

€ 85.766

Coevorden

€ 88.842

Cranendonck

€ 62.966

Cromstrijen

€ 51.963

Cuijk

€ 72.782

Culemborg

€ 81.635

Dalfsen

€ 81.015

Dantumadiel

€ 64.228

De Bilt

€ 101.000

De Marne

€ 48.038

De Ronde Venen

€ 103.846

De Wolden

€ 71.206

Delft

€ 149.914

Delfzijl

€ 69.760

Den Helder

€ 114.573

Deurne

€ 82.147

Deventer

€ 194.850

Diemen

€ 69.309

Dinkelland

€ 78.436

Doesburg

€ 50.456

Doetinchem

€ 122.729

Dongen

€ 73.004

Dongeradeel

€ 73.456

Dordrecht

€ 219.150

Drechterland

€ 65.062

Drimmelen

€ 73.058

Dronten

€ 104.787

Druten

€ 63.884

Duiven

€ 77.549

Echt-Susteren

€ 73.976

Edam-Volendam

€ 82.683

Ede

€ 226.174

Eemnes

€ 48.283

Eemsmond

€ 58.260

Eersel

€ 60.119

Eijsden-Margraten

€ 68.865

Eindhoven

€ 336.161

Elburg

€ 73.693

Emmen

€ 199.479

Enkhuizen

€ 60.571

Enschede

€ 266.619

Epe

€ 81.558

Ermelo

€ 73.463

Etten-Leur

€ 100.900

Ferwerderadiel

€ 48.398

Franekeradeel

€ 66.654

Gaasterlan-Sleat

€ 49.002

Geertruidenberg

€ 66.118

Geldermalsen

€ 79.829

Geldrop-Mierlo

€ 93.150

Gemert-Bakel

€ 79.492

Gennep

€ 59.086

Giessenlanden

€ 57.985

Gilze en Rijen

€ 74.641

Goeree-Overflakkee

€ 112.117

Goes

€ 87.174

Goirle

€ 68.819

Gorinchem

€ 89.852

Gouda

€ 152.164

Graft-De Rijp

€ 43.203

Grave

€ 52.537

Groesbeek

€ 58.735

Groningen

€ 255.149

Grootegast

€ 55.353

Gulpen-Wittem

€ 49.989

Haaksbergen

€ 72.201

Haaren

€ 54.350

Haarlem

€ 265.570

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 41.274

Haarlemmermeer

€ 290.873

Halderberge

€ 75.047

Hardenberg

€ 139.815

Harderwijk

€ 112.484

Hardinxveld-Giessendam

€ 65.376

Haren

€ 61.917

Harlingen

€ 57.556

Hattem

€ 52.438

Heemskerk

€ 92.262

Heemstede

€ 76.003

Heerde

€ 61.818

Heerenveen

€ 101.314

Heerhugowaard

€ 128.583

Heerlen

€ 142.646

Heeze-Leende

€ 56.049

Heiloo

€ 68.597

Hellendoorn

€ 92.102

Hellevoetsluis

€ 92.071

Helmond

€ 186.189

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 86.317

Hengelo O

€ 164.130

Het Bildt

€ 50.724

Heumen

€ 60.196

Heusden

€ 102.438

Hillegom

€ 64.595

Hilvarenbeek

€ 57.028

Hilversum

€ 166.525

Hof van Twente

€ 88.674

Hollands Kroon

€ 112.423

Hoogeveen

€ 124.260

Hoogezand-Sappemeer

€ 85.300

Hoorn

€ 151.207

Horst aan de Maas

€ 100.059

Houten

€ 126.402

Huizen

€ 98.001

Hulst

€ 71.696

IJsselstein

€ 95.958

Kaag en Braassem

€ 74.259

Kampen

€ 129.524

Kapelle

€ 55.406

Katwijk

€ 145.171

Kerkrade

€ 88.161

Koggenland

€ 71.581

Kollumerland en Nwkruisl

€ 54.029

Korendijk

€ 50.548

Krimpen aan den IJssel

€ 80.701

Laarbeek

€ 67.526

Landerd

€ 58.138

Landgraaf

€ 81.076

Landsmeer

€ 48.627

Langedijk

€ 79.638

Lansingerland

€ 147.244

Laren

€ 48.543

Leek

€ 65.429

Leerdam

€ 67.541

Leeuwarden

€ 168.583

Leeuwarderadeel

€ 49.255

Leiden

€ 189.525

Leiderdorp

€ 76.019

Leidschendam-Voorburg

€ 136.655

Lelystad

€ 166.188

Lemsterland

€ 55.781

Leudal

€ 86.134

Leusden

€ 81.099

Lingewaal

€ 51.053

Lingewaard

€ 110.411

Lisse

€ 67.794

Littenseradiel

€ 52.529

Lochem

€ 83.035

Loon op Zand

€ 67.625

Lopik

€ 59.010

Loppersum

€ 49.140

Losser

€ 68.222

Maasdonk

€ 51.320

Maasdriel

€ 72.514

Maasgouw

€ 63.593

Maassluis

€ 80.923

Maastricht

€ 164.184

Marum

€ 50.341

Medemblik

€ 105.881

Meerssen

€ 59.393

Menameradiel

€ 55.988

Menterwolde

€ 51.489

Meppel

€ 88.245

Middelburg

€ 107.634

Midden Drenthe

€ 85.529

Midden-Delfland

€ 64.940

Mill en Sint Hubert

€ 49.714

Millingen aan de Rijn

€ 41.764

Moerdijk

€ 90.242

Molenwaard

€ 92.408

Montferland

€ 85.177

Montfoort U

€ 58.184

Mook en Middelaar

€ 44.541

Muiden

€ 43.233

Naarden

€ 65.919

Neder-Betuwe

€ 78.092

Nederlek

€ 54.236

Nederweert

€ 57.556

Neerijnen

€ 54.871

Nieuwegein

€ 123.869

Nieuwkoop

€ 76.210

Nijkerk

€ 105.881

Nijmegen

€ 251.140

Noord-Beveland

€ 42.728

Noordenveld

€ 80.135

Noordoostpolder

€ 118.674

Noordwijk

€ 69.263

Noordwijkerhout

€ 57.212

Nuenen c.a.

€ 66.761

Nunspeet

€ 80.793

Nuth

€ 52.820

Oegstgeest

€ 71.742

Oirschot

€ 61.588

Oisterwijk

€ 71.994

Oldambt

€ 87.220

Oldebroek

€ 72.660

Oldenzaal

€ 86.164

Olst-Wijhe

€ 62.116

Ommen

€ 60.640

Onderbanken

€ 43.103

Oost Gelre

€ 83.203

Oosterhout

€ 115.048

Ooststellingwerf

€ 72.683

Oostzaan

€ 47.281

Opmeer

€ 52.132

Opsterland

€ 84.007

Oss

€ 167.191

Oud-Beijerland

€ 72.805

Oude IJsselstreek

€ 95.040

Ouder-Amstel

€ 54.450

Ouderkerk

€ 47.097

Oudewater

€ 49.760

Overbetuwe

€ 117.205

Papendrecht

€ 85.055

Peel en Maas

€ 99.531

Pekela

€ 51.588

Pijnacker-Nootdorp

€ 135.821

Purmerend

€ 155.201

Putten

€ 74.955

Raalte

€ 92.438

Reimerswaal

€ 75.927

Renkum

€ 78.941

Renswoude

€ 42.453

Reusel-De Mierden

€ 52.047

Rheden

€ 94.359

Rhenen

€ 66.302

Ridderkerk

€ 95.353

Rijnwaarden

€ 49.645

Rijnwoude

€ 63.463

Rijssen-Holten

€ 106.578

Rijswijk

€ 92.109

Roerdalen

€ 60.448

Roermond

€ 113.456

Roosendaal

€ 150.695

Rotterdam

€ 957.035

Rozendaal

€ 35.062

Rucphen

€ 60.793

Schagen

€ 108.605

Schermer

€ 41.925

Scherpenzeel

€ 50.640

Schiedam

€ 148.583

Schiermonnikoog

€ 33.868

Schijndel

€ 69.140

Schinnen

€ 50.249

Schoonhoven

€ 52.231

Schouwen-Duiveland

€ 81.589

’s-Gravenhage

€ 834.815

’s-Hertogenbosch

€ 249.748

Simpelveld

€ 46.730

Sint-Anthonis

€ 51.871

Sint-Michielsgestel

€ 79.339

Sint-Oedenrode

€ 61.719

Sittard-Geleen

€ 158.093

Skarsterlan

€ 80.020

Sliedrecht

€ 73.387

Slochteren

€ 58.849

Sluis

€ 63.241

Smallingerland

€ 125.308

Soest

€ 107.159

Someren

€ 60.938

Son en Breugel

€ 60.119

Spijkenisse

€ 140.075

Stadskanaal

€ 82.109

Staphorst

€ 68.811

Stede Broec

€ 68.597

Steenbergen

€ 66.891

Steenwijkerland

€ 103.265

Stein

€ 66.263

Stichtse Vecht

€ 136.808

Strijen

€ 45.375

Sudwest Fryslan

€ 173.373

Ten Boer

€ 46.362

Terneuzen

€ 112.071

Terschelling

€ 39.079

Texel

€ 53.501

Teylingen

€ 95.453

Tholen

€ 80.013

Tiel

€ 104.045

Tilburg

€ 339.879

Tubbergen

€ 72.032

Twenterand

€ 94.902

Tynaarlo

€ 85.583

Tytsjerksteradiel

€ 86.294

Ubbergen

€ 46.447

Uden

€ 98.758

Uitgeest

€ 55.949

Uithoorn

€ 81.023

Urk

€ 84.733

Utrecht

€ 519.255

Utrechtse Heuvelrug

€ 109.279

Vaals

€ 43.593

Valkenburg aan de Geul

€ 52.583

Valkenswaard

€ 74.955

Veendam

€ 75.514

Veenendaal

€ 147.780

Veere

€ 67.013

Veghel

€ 95.086

Veldhoven

€ 99.554

Velsen

€ 137.856

Venlo

€ 177.765

Venray

€ 101.681

Vianen

€ 65.039

Vlaardingen

€ 135.805

Vlagtwedde

€ 55.360

Vlieland

€ 34.113

Vlissingen

€ 94.565

Vlist

€ 48.819

Voerendaal

€ 49.522

Voorschoten

€ 74.152

Voorst

€ 68.819

Vught

€ 74.244

Waalre

€ 60.311

Waalwijk

€ 102.630

Waddinxveen

€ 73.754

Wageningen

€ 78.406

Wassenaar

€ 75.254

Waterland

€ 58.398

Weert

€ 102.875

Weesp

€ 59.515

Werkendam

€ 78.383

West Maas en Waal

€ 61.244

Westerveld

€ 60.142

Westervoort

€ 55.827

Westland

€ 200.910

Weststellingwerf

€ 71.772

Westvoorne

€ 52.285

Wierden

€ 73.440

Wijchen

€ 101.321

Wijdemeren

€ 68.872

Wijk bij Duurstede

€ 71.443

Winsum

€ 56.822

Winterswijk

€ 78.253

Woensdrecht

€ 63.800

Woerden

€ 122.806

Wormerland

€ 57.220

Woudenberg

€ 55.995

Woudrichem

€ 56.646

Zaanstad

€ 272.525

Zaltbommel

€ 83.723

Zandvoort

€ 52.973

Zederik

€ 56.990

Zeevang

€ 42.766

Zeewolde

€ 77.151

Zeist

€ 133.464

Zevenaar

€ 80.158

Zoetermeer

€ 231.905

Zoeterwoude

€ 44.939

Zuidhorn

€ 68.207

Zuidplas

€ 102.714

Zundert

€ 63.065

Zutphen

€ 110.396

Zwartewaterland

€ 78.811

Zwijndrecht

€ 99.944

Zwolle

€ 238.814

Totaal

€ 39.750.000

Provincie

Uitkering 2013

Drenthe

€ 150.000

Flevoland

€ 300.000

Fryslân

€ 150.000

Gelderland

€ 150.000

Groningen

€ 150.000

Limburg

€ 150.000

Noord-Brabant

€ 150.000

Noord-Holland

€ 150.000

Overijssel

€ 150.000

Utrecht

€ 150.000

Zeeland

€ 150.000

Zuid-Holland

€ 150.000

Totaal

€ 1.950.000

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Het voorliggende wijzigingsbesluit wijzigt het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen. Dit besluit stelt voor een groot aantal van die uitkeringen de verdeling vast voor het uitkeringsjaar 2013.

Systematiek decentralisatie- en integratie-uitkeringen

Algemeen

Artikel 5, tweede lid, van de Fv-wet biedt de mogelijkheid om naast de algemene uitkering verplichtingen op te nemen in het gemeente- en provinciefonds (hierna: de fondsen of fonds) in de vorm van integratie- of decentralisatie-uitkeringen. Voor beide type uitkeringen geldt dat die op een andere wijze wordt uitgekeerd dan door middel van de algemene uitkering.

De integratie-uitkering wordt gebruikt wanneer de termijn voor overgang is vastgesteld maar de generieke verdeling nog niet is bepaald of wordt nagegaan of die juist is. De decentralisatie-uitkering wordt gebruikt voor uitkeringen voor beleid waarbij de overgangstermijn naar de algemene uitkering onduidelijk is of voor beleid met een tijdelijke looptijd of in het geval de uitkering niet aan alle gemeenten of provincies toekomt.

Duur

Het beleid voor integratie-uitkeringen is dat de overgangstermijn naar de algemene uitkering zo veel mogelijk beperkt wordt tot 3 jaar. Het hanteren van een overgangstermijn houdt verband met mogelijke herverdeeleffecten. Een overgangstermijn is nodig om of grote herverdeeleffecten op te vangen of om te bezien of de verdeling aansluit op de gewenste herverdeeleffecten.

De overgangstermijn voor de decentralisatie-uitkering, voor zover geen sprake is van een tijdelijke uitkering, hoeft niet vooraf bepaald te worden en is afhankelijk van het moment dat een generieke verdeling mogelijk is. Voor decentralisatie-uitkeringen dient op grond van artikel 13, vijfde lid, van de Fv-wet te worden bezien of zij in een integratie-uitkering kunnen worden gewijzigd, dan wel of zij kunnen worden opgenomen in de algemene uitkering. In de begrotingen van de fondsen wordt hiervan verslag gedaan.

Besteding

Integratie- en decentralisatie-uitkeringen komen ingevolge artikel 13, tweede lid, van de Fv-wet toe aan de algemene middelen. Het is uitdrukkelijk de intentie van de regering om zo min mogelijk bestedingsvoorwaarden aan de decentralisatie-uitkeringen te koppelen.

Verantwoording

Bij de verantwoording van de vrij besteedbare middelen staat de horizontale verantwoording centraal: gedeputeerde staten en het college van burgemeester en wethouders verantwoorden aan de staten respectievelijk de raad. Over de besteding van een decentralisatie- of integratie-uitkering wordt aan het Rijk dan ook geen verantwoording afgelegd over de wijze van besteding, dit in tegenstelling tot bij de specifieke uitkering.

Uitkeringenstelsel

Het huidige uitkeringenstelsel omvat verschillende type uitkeringen: de algemene uitkering, de decentralisatie- en integratie-uitkering, de verzameluitkering en de specifieke uitkering. Met de introductie van de decentralisatie- en verzameluitkering is het aantal specifieke uitkeringen de afgelopen jaren verminderd. De vorderingen ten aanzien van het terugbrengen van het aantal specifieke uitkeringen worden jaarlijks aan de Tweede Kamer gerapporteerd via de Onderhoudsagenda Specifieke Uitkeringen. Sinds 2008 is het aantal specifieke uitkeringen van 101 teruggebracht tot 45. De verwachting is ook dat het aantal specifieke uitkeringen de komende jaar verder wordt teruggebracht1. Het is het voornemen om in de komende jaren die middelen die nu nog via een verzameluitkering worden uitgekeerd op te nemen in de Fondsen als decentralisatie uitkering. Voorts wordt naar aanleiding van de interdepartementale onderzoeken bezien op welke wijze het aantal uitkeringen verder kan worden teruggebracht.

Centra voor Jeugd en Gezin

De middelen voor de brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin zijn met ingang van 2012 toegevoegd aan het gemeentefonds als decentralisatie-uitkering. Voor de realisatie van de Centra voor Jeugd en Gezin heeft het kabinet Balkenende IV een aantal financieringstromen gebundeld tot een brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG). Met ingang van 1 januari 2012 is de BDU CJG vervallen en zijn de middelen van € 368,137 miljoen conform de gemaakte afspraken aan het gemeentefonds toegevoegd. De verdeling van de decentralisatie-uitkering kent dezelfde parameters als die gebruikt zijn voor de verdeling BDU CJG. De bedragen BDU CJG waren gebaseerd op de geprognosticeerde aantallen jongeren, lage inkomens, minderheden en eenoudergezinnen voor het jaar 2010. Voor het jaar 2012 zijn de aantallen van de parameters per gemeente aangepast aan de actuele situatie. Hiervoor werden de meest recente gegevens van het CBS gebruikt. De gebruikte maatstaven in verdeelsysteem zijn opgenomen in artikel 29ss, onderdeel a, en bijbehorende bijlage 29ss-a. Omdat de waarden van de maatstaven voor 2012 nog niet definitief zijn, kan de definitieve hoogte van de uitkering aan de gemeenten voor 2012 nog niet worden vastgesteld. Artikel 29ss zal daardoor niet wijzigen in het onderhavige besluit.

Consultatie

Al deze uitkeringen zijn in een eerder stadium bekendgemaakt aan alle provincies en gemeenten middels de circulaires voor het provinciefonds en het gemeentefonds. Tevens zijn veel van deze uitkeringen een uitvloeisel van bestuurlijke afspraken tussen het Rijk, provincies en gemeenten. Provincies en gemeenten zijn ruimschoots betrokken geweest bij het vaststellen van deze uitkeringen. Een formele consultatieronde bij het Interprovinciaal overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is daarom niet noodzakelijk geacht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

De uitkeringen genoemd in de artikelen 2p, 2s, 2t, 2v, 29tt, 29uu, 29yy en 29zz waren eenmalige decentralisatie-uitkeringen. De uitkeringen genoemd in de artikelen 2o, 14, 23, 29a, 29c, 29i, 29hh en 29ii zijn afgelopen en kunnen daarom komen te vervallen.

Onderdeel B
Regionale luchthavens

Als gevolg van de wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Stb. 2008, 561) zijn de provincies het bevoegd gezag geworden voor de gedecentraliseerde luchthavens. In 2006 zijn afspraken gemaakt over verdeling van de kosten tussen de provincies en het Rijk. Voor 2013 bedraagt de toevoeging aan het provinciefonds als decentralisatie-uitkering € 933.304. Verdeling over de provincies vindt plaats op basis van het aantal luchthavens per provincie zoals bij de berekening in 2005 is gehanteerd. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2c, vijfde lid, en de daarbij behorende bijlage 2c-5 van het onderhavige besluit.

Onderdeel C
Externe Veiligheid

In het bestuursakkoord 2008–2011 tussen Rijk en provincies2 is vastgelegd dat de provincies, na overleg met de VNG, afspraken maken met gemeenten over de professionalisering en de versterking van de externe veiligheidstaken en het oppakken van nieuwe taken zoals is vastgelegd in relevante externe veiligheidsbesluiten (Besluit externe veiligheid inrichtingen, Registratiebesluit externe veiligheid en het in voorbereiding zijnde Besluit transportroutes externe veiligheid en Besluit externe veiligheid buisleidingen). Hiervoor stellen de provincies capaciteit en of middelen beschikbaar aan gemeenten. De provincies ontvangen hiervoor in de periode 2011–2014 een bedrag van € 20 miljoen per jaar, door middel van een decentralisatie-uitkering uit het provinciefonds. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2i, derde lid, en de daarbij behorende bijlage 2i-3 van het onderhavige besluit.

Onderdeel D
Waddenfonds

Het kabinet heeft besloten om het Waddenfonds in 2012 te decentraliseren. Dat betekent dat de Waddenprovincies de bevoegdheid krijgen om de middelen te besteden voor het vergroten en versterken van natuur- en landschapwaarden van het waddengebied, het verminderen of wegnemen van externe bedreigingen van de natuurlijke rijkdom van de Waddenzee, een duurzame economische ontwikkeling in het waddengebied en een substantiële transitie naar een duurzame energiehuishouding in het waddengebied. Dit met het doel om op voorhand tussen de drie waddenprovincies afspraken te maken over de doelen van het Waddenfonds en de financiering, verdeling en besteding van het geld hebben de drie waddenprovincies een bestuursakkoord opgesteld. Dit voorkomt elk jaar terugkerende discussies tussen de provincies onderling. Het akkoord is geen voorwaarde voor het verkrijgen van de onderhavige decentralisatie-uitkering. Evenmin wordt een afzonderlijke financiële verantwoordingsinformatie gevraagd over de bestedingen noch kunnen de uitkeringen worden teruggevorderd. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2n, derde lid, van het onderhavige besluit.

Onderdeel E
Beter benutten

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft in 2012 en 2013 budget ter beschikking gesteld voor de uitvoering van de 254 multimodale benuttingsmaatregelen. Het doel is om de files met eenvijfde terug te dringen en de programma’s bevatten maatregelen voor fiets, OV, spoor, binnenvaart en weg. Overdracht van de middelen aan de provincies vindt plaats via een decentralisatie-uitkering. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2q, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 2q-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel F
DU Ontwikkel / OEM-variabel

In het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds per 1 januari 2012 wordt onderscheid gemaakt tussen beheer- en ontwikkeltaken, omdat beide andere verdeelcriteria vragen. Het beheerdeel omvat de vaste jaarlijks terugkerende kosten, bijvoorbeeld het betalen van de salarissen, onderhoud provinciehuis, wegen, groen, etc. Het ontwikkeldeel van het provinciefonds betreft taken zoals aanleg van nieuwe wegen, integrale gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied, natuur en bodemsanering, maar ook taken met betrekking tot buitengewone groei en krimp.

In het verdeelmodel wordt er ook rekening mee gehouden dat provincies in staat zijn een deel van hun taken (ijkpunten) te financieren met eigen inkomsten uit de zogenaamde «overige eigen middelen» (OEM). De OEM in het nieuwe verdeelmodel wordt samengesteld uit twee onderdelen. Er is een vast deel van 5,48% dat wordt verondersteld voor alle provincies. Dit vaste deel is in mindering gebracht op alle ijkpunten. Het variabele deel is bepaald op 35% van de inkomsten uit energiebedrijven (situatie in 2016), tegen een fictief rendement van 3%.

Om verdeeltechnische redenen is er voor gekozen om een deel van het bedrag dat gemoeid is met de ontwikkeltaken en het vaste deel van de OEM via een decentralisatie-uitkering (DU Ontwikkel / OEM-variabel) uit te betalen aan de provincies. De decentralisatie-uitkering heeft een looptijd van een jaar en wordt elk jaar opnieuw uitgekeerd.

De decentralisatie-uitkering «DU Ontwikkel / OEM-variabel» bedraagt in 2013 € 362,665 miljoen. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2r, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 2r-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel G
Monumenten

Vanaf 2012 is de regierol in het restauratiebeleid monumenten structureel gedecentraliseerd van het Rijk naar de provincies. Hiervoor is een decentralisatie-uitkering Monumenten gevormd. Deze uitkering verdeelt met ingang van 2012 € 20 miljoen per jaar over de provincies. De sleutel voor de verdeling van deze gelden is het aantal rijksmonumenten in een provincie. Provincies bepalen welke rijksmonumenten worden gerestaureerd. Zij verbinden geldstromen van regionale partners, waaronder gemeenten en particulieren. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2u, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 2u-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel H
Zwemwaterrichtlijn EU

Over de periode 2012–2015 wordt door het Rijk aan de provincies jaarlijks € 1,2 miljoen beschikbaar gesteld als financiële compensatie in verband met de invoering van de nieuwe Europese Zwemwaterrichtlijn en de nieuwe taken die daaruit volgen voor de provincies. Deze nieuwe taken zijn voornamelijk het informeren van de burgers over de zwemwaterkwaliteit op zwemwaterlocaties met behulp van borden en via het internet. In 2012 is deze nieuwe richtlijn in werking getreden. Het bedrag wordt uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2w, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 2w-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel I
Natuur

Op grond van het op 20 september 2011 tussen het Rijk en het IPO gesloten natuurakkoord wordt de verantwoordelijkheid voor het natuurbeleid en het landelijk gebied overgedragen van Rijk aan provincies. Op 23 november 2012 hebben het Rijk en de afzonderlijke provincies de afrondingsovereenkomst Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) ondertekend. Deze afrondingsovereenkomst vormt de basis voor de verdeling van de integratie-uitkering Natuur in de periode 2012–2014. In totaal bedraagt de uitkering in 2013 € 393,57 miljoen. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2x, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 2x-2 van het onderhavige besluit.

De Minister van Economische Zaken heeft besloten om van het voornemen om bovengenoemde integratie-uitkering Natuur op termijn op te nemen in de algemene uitkering af te zien. Derhalve is het feitelijk een (tijdelijke) decentralistie-uitkering ter afronding van het ILG. Het Ministerie van Economische Zaken gebruikt in haar correspondentie met onder meer de Eerste en Twee Kamer de term «decentralisatie-uitkering». Omdat de integratie-uitkering voor 2013 reeds in de Slotwet van de begroting 2013 van het provinciefonds is vastgesteld, wordt deze term in onderhavig besluit nog gebruikt.

Onderdeel J
Afsluitdijk

Op 23 december 2011 hebben Rijk en regio gezamenlijk de bestuursovereenkomst Afsluitdijk getekend. Het Rijk staat voor de opgave om de Afsluitdijk weer aan de veiligheidseisen te laten voldoen. Afgesproken is dat de regio zorgt voor de uitwerking van de ambities op onder meer het gebied van duurzame energie, recreatie, toerisme en natuurontwikkeling. In dit kader is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2013 € 1,166 miljoen beschikbaar gesteld in de vorm van een decentralisatie-uitkering. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2y en de daarbij behorende bijlage 2y van het onderhavige besluit.

Agrarisch natuurbeheer

Voor de organisatie van het agrarisch natuurbeheer 2014 zijn in 2013 kosten gemaakt voor de gebiedscoördinatoren en agrarische natuurverenigingen en de invoering van SNL+. De provincies hebben gezamenlijk hiervoor een incidentele vergoeding van € 2,003 miljoen ontvangen als decentralisatie-uitkering. Dit is 50% van de geraamde kosten. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2z en de daarbij behorende bijlage 2z van het onderhavige besluit.

Life Sciences Park Oss

Ten behoeve van de realisatie en exploitatie van het project Life Sciences Park Oss (Pivot Park) ontvangt de provincie Noord-Brabant in 2013 € 1,6 miljoen via een decentralisatie-uitkering. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2aa.

TransNetAero

Via een decentralisatie-uitkering ontvangt de provincie Flevoland in 2013 een bedrag van € 34.000 voor het project TransNetAero. Dit project heeft als doelstelling een actieve uitwisseling van kennis en innovaties tussen aerospace-MKB’s uit Noord-West Europese Regio’s. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2bb.

Onderdeel K
Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning

In artikel 27, in het nieuwe onderdeel h, wordt de verdeling van het WMO-budget 2011 over alle gemeenten geregeld. Vanaf 2008 wordt de verdeling van de middelen berekend aan de hand van objectieve criteria. Deze objectieve criteria zijn met ingang van 2011 gewijzigd. Daarvoor zijn in onderdeel g van dit artikel nieuwe verdeelmaatstaven vastgelegd. Voor de vastgestelde uitkeringen in het jaar 2011 wordt hiervoor bijlage 27h toegevoegd en voor de nieuwe verdeelmaatstaven vanaf het jaar 2011 wordt bijlage 27g toegevoegd.

Er worden tevens een aantal redactionele wijzigingen doorgevoerd in artikel 27 en de daarbij behorende bijlagen. In het Uitvoeringsbesluit WMO 2015 (Stb. 2014, 420) is abusievelijk een aantal redactionele wijziging doorgevoerd in artikel 27 en de daarbij behorende bijlage van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen, in verband met de inwerkingtreding en uitvoering van de Wet maatschappelijk ondersteuning 2015. Artikel 27 en daarbij behorende bijlagen van dat besluit verwijzen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De (verdeling van) en vaststelling van de uitkering uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning in het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen betreft echter de vaststelling van de definitieve verdeling van het WMO-budget voor de jaren 2007, 2008, 2009,2010 en 2011 op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning zoals die luidde voor 1 januari 2015.

Onderdeel L
Herstructurering bedrijventerreinen

Voor de herstructurering van bedrijventerreinen ontvangen de gemeenten op grond van artikel 29j, vijfde lid, van onderhavig besluit voor 2013 de in de daarbij behorende bijlage 29j-5 genoemde uitkeringen.

Onderdeel M
Buurtsportcoaches (Impuls brede scholen combinatiefuncties)

Om gemeenten te ondersteunen in het creëren van voldoende sport- en beweegaanbod voor alle inwoners van jong tot oud, investeren de ministeries van Volkshuisvesting, Welzijn en Sport en Onderwijs Cultuur en Wetenschappen in de uitbreiding en een bredere inzet van combinatiefuncties met extra buurtsportcoaches. Dit bouwt voort op het beleid «Impuls brede scholen» waarbij combinatiefuncties worden ingezet voor de sectoren onderwijs, sport en cultuur. Hiervoor wordt de naam van de decentralisatie-uitkering «Impuls brede scholen combinatiefuncties tweede tranche» gewijzigd in «Buurtsportcoaches». Er gaan 2.900 buurtsportcoaches actief aan de slag. Doordat zij zowel werkzaam zijn bij een sport- of beweegaanbieder als in tenminste één andere sector, dragen zij eraan bij dat meer mensen in hun eigen nabije omgeving kunnen sporten en bewegen. Het totale bedrag dat op grond van artikel 29k, vijfde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29k-5, vanuit het Rijk beschikbaar is gesteld voor 2013, bedraagt € 55,212 miljoen.

Onderdeel N
Spoorse doorsnijdingen

Voor het opheffen of verminderen van de barrièrewerking van het spoor, ook wel spoorse doorsnijdingen genoemd, ontvangen gemeenten, genoemd in bijlage 29o-5, behorend bij artikel 29o, vijfde lid, in 2013 de in die bijlage genoemde decentralisatie-uitkering.

Onderdeel O
Gezond in de stad

De middelen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor Gezond in de stad (totaal € 5,023 miljoen per jaar) zijn vanaf 2010 via een decentralisatie-uitkering voor de G31 beschikbaar gesteld. Hiermee blijven deze steden extra middelen ontvangen voor uitvoering van de gemeentelijke taken in het kader van de Wet publieke gezondheid. Daarmee kunnen de steden zich extra inzetten om gezondheidsachterstanden zoveel mogelijk terug te dringen via een wijkgerichte integrale aanpak gericht op gezonde bewoners, gezonde leefomgeving en een samenhangende eerstelijnszorg met preventief aanbod. De verdeling van de decentralisatie-uitkering aan de gemeenten in 2013 is geregeld in artikel 29ij, vierde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29ij-4.

Onderdeel P
Jeugd

Vanaf 2010 zijn de middelen voor het preventieve lokale jeugdbeleid gefaseerd aan het gemeentefonds toegevoegd via de decentralisatie-uitkering Jeugd (DU-Jeugd). Met de DU-Jeugd kan het preventieve lokale jeugdbeleid in brede zin vorm worden geven. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2013 (€ 25,5 miljoen) is geregeld in artikel 29dd, vierde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29dd-4.

Onderdeel Q
Versterking peuterspeelzaalwerk

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt middelen ter beschikking om voor jonge kinderen in peuterspeelzalen en kindercentra een veilige, stimulerende omgeving te creëren waarbij medewerkers in staat zijn om een risico op een taalachterstand in het Nederlands te signaleren en dat effectief aan te pakken. Door harmonisatie van de wet- en regelgeving over de kwaliteit van peuterspeelzalen met die van kindercentra ontstaat een kwaliteitsimpuls. Door deze investering worden peuterspeelzalen in een betere positie gebracht om de laagdrempelige voorziening te kunnen behouden. Er is € 35 miljoen per jaar voor kwaliteitsverbetering van peuterspeelzalen aan het gemeentefonds als decentralisatie-uitkering toegevoegd. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2013 is geregeld in artikel 29jj, vierde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29jj-4.

Onderdeel R
Vrouwenopvang

De specifieke uitkering vrouwenopvang is per 2011 omgevormd naar een decentralisatie-uitkering. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2013 van € 107,959 miljoen is geregeld in artikel 29kk, vierde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29kk-4.

Onderdeel S
Bestaand Rotterdams gebied

In het kader van het Project Mainport Rotterdam ontvangt Rotterdam de decentralisatie-uitkering Bestaand Rotterdams gebied. Het gaat om het ontwikkelen van de Rotterdamse haven en het gelijktijdig verbeteren van het woon- en leefklimaat. De uitkering van 2011 t/m 2015 bedraagt € 2.527.000 per jaar. De uitkering in 2013 aan de gemeente Rotterdam is geregeld in artikel 29oo, derde lid, van het onderhavige besluit.

Onderdeel T
Eigen kracht

Ten behoeve van de uitvoering van het programma Eigen Kracht om vrouwen zonder startkwalificatie te begeleiden naar werk ontvangen 18 grote gemeenten in 2011, 2012 en 2013 € 50.000 per gemeente per jaar in de vorm van een decentralisatie-uitkering. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2013 is geregeld in artikel 29pp, derde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29pp-3.

Onderdeel U
Kwaliteitssprong Zuid

De gemeente Rotterdam ontvangt in het kader van het Nationaal Programma Kwaliteitsprong Zuid in de periode 2012–2015 € 1,4 miljoen per jaar via een decentralisatie-uitkering. Rotterdam-Zuid moet de komende 20 jaar de sprong maken naar het niveau van de vier grote steden in ons land. Dat betekent: meer werk, betere scholing en opleiding en de vestiging van ook mensen met hogere inkomens in een aantrekkelijk woongebied. Dit is de gezamenlijke ambitie waaraan de gemeente Rotterdam, het Rijk en alle overige bij Rotterdam-Zuid betrokken partijen zich hebben verbonden met het ondertekenen van het Nationaal Programma Kwaliteitsprong Zuid. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29vv, tweede lid, van het onderhavige besluit.

Onderdeel V
LHBT emancipatiebeleid

De decentralisatie-uitkering LHBT-emancipatiebeleid (LHBT: Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen en Transgender personen) heeft als doelstelling de «veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal». Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29ww, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 29ww-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel W
Maatschappelijke opvang

In artikel 29xx, onderdeel c, en bijbehorende bijlage 29xx-c van het onderhavige besluit wordt de verdeling van het budget 2011 van de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang onder 43 centrumgemeenten geregeld. Met ingang van 1 januari 2010 ontvangen de 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid via een decentralisatie-uitkering middelen ten behoeve van beleid op deze prestatievelden. De gebruikte maatstaven in het verdeelsysteem zijn opgenomen in artikel 29xx, onderdeel a, en bijbehorende bijlage 29xx-a.

Onderdeel X
Quick wins binnenhavens

Het restbudget van de regeling Quick wins Binnenvaart wordt primair ingezet voor een versterking van het landelijke netwerk van binnenhavens en inlandterminals langs achterlandverbindingen en hoofdvaarwegen. Hieraan wordt invulling gegeven door, op basis van cofinanciering, middelen beschikbaar te stellen via een decentralisatie-uitkering aan gemeenten voor een beperkt aantal havengerelateerde gebiedsontwikkelingen. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29aaa, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 29aaa-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel Y
Vsv-programmagelden RMC-regio’s G4

De vier grootste gemeenten ontvangen in 2013 in totaal € 6,7 miljoen via de decentralisatie-uitkering voortijdig schoolverlaten (vsv) RMC-regio’s G4. Het nieuwe vsv-instrumentarium is vanaf schooljaar 2012–2013 in werking getreden om de aangescherpte doelstelling van maximaal 25.000 vsv-ers in 2016 te bereiken. Voor de RMC-regio’s G4 (Agglomeratie Amsterdam, Haaglanden/Westland, Rijnmond en Utrecht) wordt de bijdrage aan de G4 uitgekeerd. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29bbb, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 29bbb-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel Z
We Can Young

Via decentralisatie-uitkering We Can Young ontvangen 15 gemeenten in 2012, 2013 en 2014 elk € 20.000 euro per jaar. Het doel is de relationele en seksuele weerbaarheid van jongeren te vergroten en daarmee een bijdrage leveren aan de preventie van geweld tegen vrouwen. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29ccc, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 29ccc-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel AA
ESF-programma

In het kader van de nieuwe (Europees Sociaal Fonds) ESF-programmaperiode 2014–2020 zullen centrumgemeenten namens de arbeidsmarktregio’s optreden als aanvrager van ESF-projecten. Deze centrumgemeente draagt namens de arbeidsmarktregio de eindverantwoordelijkheid voor het project. Deze coördinerende rol brengt opstart- en voorbereidingskosten met zich mee. Het Ministerie van SZW stelt daarom in 2013 via een decentralisatie-uitkering eenmalig een bedrag van € 3,5 miljoen ter beschikking als bijdrage in deze kosten (€ 100.000 per centrumgemeente). Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29ddd en de daarbij behorende bijlage 29ddd van het onderhavige besluit.

Uitvoeringskosten inburgering

Het kabinet stelt in 2013 via een decentralisatie-uitkering eenmalig € 20 miljoen beschikbaar voor de uitvoeringskosten inburgering in 2014 en volgende jaren. Nederland telde op 1 oktober 2013 nog ruim 51.000 mensen die voor 1 januari 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden en nog niet aan hun inburgeringsplicht hadden voldaan. De € 20 miljoen wordt over de gemeenten verdeeld naar rato van het aantal personen dat nog aan de inburgeringsplicht moet voldoen. Dat komt neer op een bedrag van € 390 per inburgeringsplichtige. Het aantal inburgeringsplichtigen per gemeente is ontleend aan het informatiesysteem inburgering per 1 oktober 2013. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29eee en de daarbij behorende bijlage 29eee van het onderhavige besluit.

Jeugdwerkloosheid

Ten behoeve van de regionale aanpak van de jeugdwerkloosheid in de 35 arbeidsmarktregio’s alsmede de ondersteuning daarbij door de Programmaraad wordt in 2013 € 24,497 miljoen beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering Jeugdwerkloosheid. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29fff en de daarbij behorende bijlage 29fff van het onderhavige besluit.

Veiligheidshuizen

Met ingang van 2013 worden de middelen voor veiligheidshuizen toegevoegd aan het gemeentefonds. De bijdrage van € 7,7 miljoen structureel wordt verdeeld over de 25 zetelgemeenten van de veiligheidsregio’s en wordt als decentralisatie-uitkering verstrekt. De middelen zijn bedoeld als bijdrage in de gemeenschappelijke kosten en basisfaciliteiten die nodig zijn voor een goede ketensamenwerking in het regionale veiligheidshuis. De verdeling van de middelen over de 25 zetelgemeenten van de veiligheidsregio’s is gebaseerd op de percentages zoals overeengekomen in het budgetverdeelsysteem (BVS) van de Nederlandse politie. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29ggg en de daarbij behorende bijlage 29ggg van het onderhavige besluit.

Werkgeversdienstverlening

Ten behoeve van het project om te komen tot beter inzicht in de werkzoekendenbestanden en om meer werkzoekenden aan het werk te helpen stelt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via een decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds eenmalig in 2013 een bedrag beschikbaar van € 4,55 miljoen aan 35 arbeidsmarktregio’s (130.000 per gemeente). Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29hhh en de daarbij behorende bijlage 29hhh van het onderhavige besluit.

Zichtbare schakel

Om gemeenten meer sturingsmogelijkheden te geven om op lokaal niveau een goede verbinding te leggen tussen preventie, wonen, welzijn en zorg is in 2009 is het programma «Zichtbare schakel: de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt» gestart bij ZonMw (Zorgonderzoek Nederland en Medische wetenschappen). Uit de tussenrapportage van dit programma blijkt dat de Zichtbare Schakels als wijkverpleegkundige deze rol heel goed vervullen.3 Om de projecten uit dit programma te borgen kiest het Rijk ervoor de middelen (€ 10 miljoen per jaar) gedurende twee jaar via een decentralisatie-uitkering aan gemeenten beschikbaar te stellen. Dit geeft gemeenten de ruimte voor hun regierol om preventie en curatie te verbinden op lokaal niveau en het maken van afspraken met zorgverzekeraars. Voor 2013 is de bijdrage vastgesteld in artikel 29iii en de daarbij behorende bijlage 29iii van het onderhavige besluit.

Onderdeel BB
Bedrijventerreinen

In het kader van het bedrijventerreinenbeleid is afgesproken om de middelen te decentraliseren naar de gemeenten en provincies via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds en het provinciefonds. De verdeling van de uitkering aan de provincies in 2013 is geregeld in artikel 31b, vierde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31b-4.

Onderdeel CC
Bodemsanering

Het bodemontwikkelingsbeleid en de aanpak spoedlocaties wordt in de periode 2010–2014 tot uitvoer gebracht. Het bodembeleid wordt in die periode uitgevoerd door de provincies en gemeenten. De verdeling van het budget voor bodemsanering aan gemeenten en provincies in 2013 is geregeld in artikel 31c, vierde lid, van onderhavig besluit en de daarbij behorende bijlage 31c-4.

Onderdeel DD
Zuiderzeelijn

Tot en met 2010 werd € 300 miljoen ingezet voor een Ruimtelijk Economisch Programma (REP), de helft daarvan rechtstreeks te beheren door de drie in het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) samenwerkende noordelijke provincies, de andere helft te beschikken via de begroting van het Ministerie van Economische Zaken. In de context van de decentralisatie van het regionaal economisch beleid is in het bestuurlijk overleg van 18 januari 2012 door de Minister van Economische Zaken met het SNN afgesproken om het nog resterende bedrag op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken over te dragen aan de regio. Hiertoe strekt de toevoeging aan de decentralisatie-uitkering Zuiderzeelijn van het provinciefonds, waarbij de provincie Groningen als financieel loket fungeert voor het gehele SNN. De uitkering aan de provincie Groningen in 2013 is geregeld in artikel 31e, vierde lid, van het onderhavige besluit.

Onderdeel EE
Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV)

In het coalitieakkoord van Balkenende IV (Tweede Kamer, 2006–2007, 30 891, nr. 4) is in het kader van de decentralisatie afgesproken de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) in te trekken. Dit is bij het afsluiten van de bestuursakkoorden met gemeenten en provincies in 2007 en 2008 herbevestigd. Het verstrekken van financiële middelen voor stedelijke vernieuwing door het Rijk aan gemeenten (de G-31, de zogenaamde rechtstreekse gemeenten) en provincies (ten behoeve van de zogenaamde niet-rechtstreekse gemeenten), vindt met ingang van 1 januari 2011 voor het tijdvak tot en met 2014 plaats via een decentralisatie-uitkering uit het gemeente- en provinciefonds. Voor de ISV zijn daarbij drie landelijke doelstellingen geformuleerd:

  • bevordering van de kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad voor zover nodig rekening houdend met een te verwachten afname van het aantal huishoudens;

  • bevordering van de fysieke kwaliteit van de leefomgeving;

  • bevordering van een gezonde en duurzame leefomgeving in het algemeen en meer in het bijzonder ten aanzien van bodem, geluid en binnenstedelijke luchtkwaliteit.

De zogenoemde rechtstreekse gemeenten hebben vanuit hun lokale opgaven hun gemeentelijke doelstellingen voor ISV-3 geformuleerd, waarbij deze landelijke doelstellingen als referentie dienden. Het Rijk heeft daarvoor geen prestatie-indicatoren verplicht gesteld. Dit laat gemeenten de ruimte om zelf binnen dit kader het zwaartepunt van hun afspraken te bepalen, waar tijdens vorige periodes ISV het Rijk tot in detail bepaalde waarover afspraken werden gemaakt. Door intrekken van de wet vervalt de specifieke verantwoording aan het Rijk. Er is nog slechts sprake van een horizontale verantwoording aan de gemeenteraad. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2013 is geregeld in artikel 31i, derde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31i-3.

Onderdeel FF
Nationale gebiedsontwikkelingen

In de bestuursafspraken 2011–2015 tussen het Rijk en de VNG/IPO/UvW (Tweede Kamer, 2010–2011, 29 544, nr. 336) is afgesproken dat de lopende nationale gebiedsontwikkelingen, projecten in het kader van het subsidiebesluit Investering Ruimtelijke Kwaliteit (BlRK) en Nota Ruimte, in aanmerking kunnen komen voor overdracht aan provincies en gemeenten. De verdeling van de decentralisatie-uitkering aan de gemeenten en provincies in 2013 is geregeld in artikel 31j, derde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31j-3.

Onderdeel GG
Green Deal

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunt via een decentralisatie-uitkering in het gemeente- en provinciefonds de uitvoering bij gemeenten en provincies van het Plan van Aanpak Energiebesparing Gebouwde Omgeving. Centraal in dit plan staat de voorbeeldrol van overheden ten aanzien van energiebesparing. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2013 is geregeld in artikel 31k, derde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31k-3.

Onderdeel HH
Sterke regio’s

Enkele regio’s en sectoren zijn economisch sterk ontwikkeld, maar extra inspanningen zijn nodig om de (internationale) concurrentiekracht van deze sterke regio’s te verstevigen. Via de decentralisatie-uitkering sterke regio’s ontvangen gemeenten en provincies hiervoor middelen. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2013 is geregeld in artikel 31m, derde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31m-3.

Onderdeel II
Invoeringskosten jeugdzorg

Voor de invoeringskosten voor de decentralisatie jeugdzorg is in 2013 € 39,75 miljoen beschikbaar voor de gemeenten en € 1,95 miljoen voor de provincies. De verdeling van de decentralisatie-uitkering aan de gemeenten en provincies in 2013 is geregeld in artikel 31n, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31n-2.

Onderdeel JJ

In dit artikel worden de vervallen en gewijzigde bijlagen opgesomd.

Artikel II

Inwerkingtreding

Dit besluit werkt voor twee uitkeringen terug tot en met 1 januari 2011. Dat zijn de uitkeringen die aan de gemeenten worden verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en ten behoeve van de Maatschappelijke opvang (MO). Op grond van de maatstaven in artikel 27, onderdeel g, is de verdeling over alle gemeenten van het WMO-budget voor het jaar 2011 vastgesteld (Artikel I, onderdeel K). Op grond van de maatstaven in artikel 29xx, onderdeel a, is de verdeling over alle gemeenten van het MO-budget voor het jaar 2011 vastgesteld (Artikel I, onderdeel W). Voor alle overige uitkeringen betreft het besluit het jaar 2013 en werkt het besluit daarom terug tot en met 1 januari 2013.

Terugwerkende kracht is niet bezwaarlijk. Op grond van artikel 15 van de Fv-wet hebben de provincies en gemeenten de uitkeringen als voorschot ontvangen. Over de voorlopig vastgestelde omvang ervan waren zij reeds bij circulaires voor de fondsen op de hoogte gesteld. Bij dit besluit wordt pas de daadwerkelijk hoogte van de uitkeringen vastgesteld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 B, nr. 13

X Noot
2

Tweede Kamer, 2008–2009, 31 700-VII, nr. 44

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 23 235 nr. 95

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven