23 235 Thuiszorg

Nr. 95 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 februari 2012

Met deze brief wil ik u informeren over twee recent uitgebrachte rapporten over de taken van de wijkverpleegkundige. Ik ben erg blij met de resultaten hiervan. Er zijn de afgelopen tijd vanuit verschillende perspectieven diverse projecten gestart, met één gezamenlijk doel; de wijkverpleegkundige duidelijk aanwezig in de wijk. De nadruk ligt op een coördinerende en signalerende rol van de wijkverpleegkundige, waarmee de zorg rondom kwetsbare cliënten in de wijk beter passend georganiseerd wordt.

Tussenrapportage van ZonMw

Het programma «Zichtbare schakel: de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt», is in 2009 gestart met als doel het verbeteren van een integrale aanpak tussen wonen, preventie, zorg en welzijn, te beginnen in de 40 aandachtswijken. De extra wijkverpleegkundigen zorgen ervoor dat er sluitende zorg- en dienstverlening in de wijk gerealiseerd is, die beter aansluit bij de behoeften van de wijkbewoners. Het uitgangspunt hierbij is het actief (op)zoeken van knelpunten en gezondheidsproblemen die kwetsbare bewoners ervaren en waar reguliere hulp niet aanwezig is.

Er is een brede consensus over de meerwaarde van een generalistische functie in de wijk: cliënten, wijkverpleegkundigen/thuiszorg, huisartsen, gemeenten en welzijnsorganisaties zijn positief over de nieuwe manier van werken van de wijkverpleegkundigen. De inzet leidt tot betere samenwerking tussen de diverse (zorg)organisaties in de buurt.

Uit de tussenrapportage1, die ik uw Kamer op 19 december 2011 heb toegestuurd, blijkt dat deze manier van werken van wijkverpleegkundigen positief uitpakt op de volgende onderdelen:

  • snelle en toegankelijke zorg voor kwetsbare burgers zonder indicatie;

  • beter bereik van kwetsbare burgers;

  • goede verbinding van preventie en zorg voor deze burgers;

  • beter aanbod van integrale zorgverlening aan de burgers.

Rapport V&VN en NPCF

De beroepsorganisatie Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) hebben in elf proeftuinen onderzocht hoe de wijkverpleegkundige ruimte kan krijgen voor het verbinden van eerstelijnszorg, care en welzijn rondom kwetsbare ouderen. Uitgangspunt bij al deze proftuinen is dat de wijkverpleging als basisvoorziening wordt ingezet.

De focus van dit onderzoek ligt op de zorg aan kwetsbare ouderen. De wijkverpleegkundigen kregen, na overleg met de zorgkantoren, de gelegenheid om de indicatie van de cliënt «naast zich neer» te leggen. Op basis van hun eigen professionele blik konden zij samen met de kwetsbare oudere de zorgvraag in volle breedte (zorg, wonen en welzijn) vaststellen en uitvoering hieraan geven. Deze nieuwe uitvoering van zorg is gericht op meer samenwerking met andere professionals, activering van de zelfredzaamheid van de cliënt, sturing op gezondheid en gedrag van de cliënt en coördinatie van de zorg.

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn;

  • kwetsbare ouderen ervaren meer afstemming van de zorgvraag;

  • ouderen ervaren versterking van de zelfredzaamheid door de ondersteuning;

  • wijkverpleegkundigen vinden het werk uitdagender worden;

  • ondanks werken buiten de indicatie en het inzetten van een hoger opleidingsniveau, zijn de projecten binnen de financiële kaders gebleven;

  • de samenwerking met andere (zorg)organisaties in de buurt is verbeterd.

Conclusie

Ik heb groot vertrouwen in de zorg die ontstaat in de wederkerigheid tussen cliënt en professional. Ik vind het belangrijk dat er geluisterd wordt naar de cliënt. Daarnaast zet ik me in voor de professionalisering van de medewerkers. De uitkomsten van deze projecten laten zien dat dit ook samen mogelijk is. Beide rapporten geven eenzelfde beeld. De wijkverpleegkundige terug in de wijk, met een coördinerende, signalerende rol waarbij de indicatie kan worden losgelaten biedt gunstige perspectieven. Naast de door mij gesubsidieerde projecten zijn er ook initiatieven van zorginstellingen die zelf aan de slag zijn gegaan om de wijkverpleegkundige een belangrijker rol in de zorg te geven. Dat gaat de goede kant op.

Om vervolg te kunnen geven aan de projecten van ZonMw, bezien de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik op welke wijze deze de komende periode kunnen worden voortgezet. Ook kijk ik hoe de inspirerende voorbeelden bekend kunnen worden gemaakt en verspreid.

Voor de structurele borging van deze zorg is de NZa gevraagd een uitvoeringstoets uit te voeren over de vaste structurele financiering van de wijkverpleegkundige. De mogelijkheden worden bezien om de rol van de wijkverpleegkundige te borgen en te integreren in het reguliere zorgaanbod. Hiertoe heb ik mij recent ook laten informeren door een aantal wijkverpleegkundigen zelf en hun visie beluisterd.

Ik zal uw Kamer nader informeren als er een besluit is genomen over de voortzetting van de ZonMw projecten en nadat de uitkomsten van de NZa uitvoeringstoets bekend zijn.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Tweede Kamer vergaderjaar 2011–2012, 23 235, nr. 94.

Naar boven