6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de brieven van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over het opmaken van een aantal voordrachten ter vervulling van vacatures in de Hoge Raad (33875, nrs. 6 tot en met 10), over de brief van de commissie voor de Werkwijze over een voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met de aanmelding op de presentielijst (34186, nr. 1) en over de brief van het Presidium over de evaluatie van de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties (33606, nr. 15). 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van GroenLinks geacht wenst te worden vóór de motie-Bisschop c.s. over de aanpak van antisemitisme in Europa (34166, nr. 17) te hebben gestemd. 

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Visser tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Anne Mulder en het lid De Caluwé tot lid in de bestaande vacature. 

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Bruins Slot tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature. 

Ik benoem in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Beertema tot lid in plaats van het lid Bosma. 

Ik deel de Kamer mee dat de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst tot haar ondervoorzitter heeft gekozen het lid Aukje de Vries. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) (33872); 

  • -het wetsvoorstel Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet) (34109); 

  • -het wetsvoorstel Regels over het hergebruik van overheidsinformatie (Wet hergebruik van overheidsinformatie) (34123); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur in verband met aanvullingen ter voorkoming van misbruik (34106). 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 21501-32, nr. 660; 21501-32, nr. 759; 31389, nr. 140; 32813, nr. 83; 33400-XII, nr. 44; 33400-XVI, nr. 87; 33979, nr. 53 

Tevens deel ik mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 30196, nr. 290; 33738, nr. 15; 29683, nr. 180; 26991, nr. 457; 32034, nr. 14; 33738, nr. 12; 33738, nr. 13; 28973, nr. 158. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het VAO Stages en subsidieregeling praktijkleren, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 8 april, met als eerste spreker mevrouw Siderius van de SP; 

  • -het VAO Noodhulp, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 8 april, met als eerste spreker de heer Sjoerdsma van D66; 

  • -het VAO Politie, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 9 april, met als eerste spreker mevrouw Tellegen van de VVD. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Smaling van de SP. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Op de voorpagina van Trouw — dat vond ik mooi — stond dat niet alleen bijen de pijp uitgaan vanwege bijengif, maar een hele serie insecten. Dat is heel schadelijk, want dat kan het hele voedselweb op zijn kop zetten. Zelfs minister Dijsselbloem, aanwezig bij deze regeling van werkzaamheden, weet dat nog, gezien zijn Wageningse achtergrond. Ik wil mijn collega's verzoeken om daarover een debat te voeren. Ik zeg daar meteen bij dat we al een debat hebben staan dat over verdelgen gaat, maar dat gaat over onkruid. Dit zou daarmee eventueel gecombineerd kunnen worden. 

De voorzitter:

Dat debat is ook door uw fractie aangevraagd en dat wordt op verzoek van de Kamer binnenkort gepland. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor dit verzoek. De Kamer heeft een motie van de Partij voor de Dieren aangenomen voor een algeheel, nationaal verbod op dit gevaarlijke landbouwgif. Die motie wordt door dit kabinet niet uitgevoerd. Daarom hebben wij er behoefte aan om hierover op korte termijn met het kabinet van gedachten te wisselen. 

De voorzitter:

Het idee om dat toe te voegen aan het Roundup-debat steunt u ook? 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ja. 

De heer Graus (PVV):

Zowel de Partij voor de Dieren als de PVV heeft vorig jaar al gewaarschuwd voor het feit dat het ook slecht is voor andere insecten. Er is blijkbaar niets mee gedaan, dus van harte steun voor het debat. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Geen steun voor een apart debat. Er zijn verschillende debatten gepland en daar kunnen we dit aan toevoegen. 

De heer Leenders (PvdA):

Heel goed om het hier op korte termijn over te hebben. Dé manier om dat te doen, is het te koppelen aan het debat over glyfosaat, dat inderdaad voor volgende week of de week daarop is gepland. 

De heer Koolmees (D66):

Steun van D66. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het debatverzoek ook. 

De heer Geurts (CDA):

Steun om het te koppelen aan iets wat al op de lijst staat. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek, maar als de aanvrager denkt dat het makkelijk ergens anders bijgevoegd kan worden, vind ik dat ook prima. 

De voorzitter:

Ik stel voor dat we het toevoegen aan de agenda van het debat dat bekendstaat als het Roundup-debat. 

De heer Smaling (SP):

Zou u er dan ook twee minuutjes spreektijd aan kunnen toevoegen? De bijen hebben toch wel recht op een eigen plekje naast glyfosaat. 

De voorzitter:

Het maakte geen onderdeel uit van uw verzoek, moet ik heel eerlijk zeggen. Ik stel voor dat we het met één minuut extra doen. Ik kan me herinneren dat, toen het Roundup-debat werd aangevraagd, ook al door mevrouw Ouwehand werd gezegd dat ze dit erbij wilde betrekken. 

De heer Smaling (SP):

Ik had er niet op gerekend dat u zo'n goed geheugen had, voorzitter. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Of eigenlijk weet ik niet of ik "dank u wel" moet zeggen. Het is dus vijf minuten spreektijd geworden. 

Het woord is aan de heer Monasch van de Partij van de Arbeid. 

De heer Monasch (PvdA):

Als je hier staat, op het spreekgestoelte, heb je normaal gesproken het gevoel een normaal lichaamsformaat te hebben, maar als je hier na de heer Smaling staat, voel je je opeens heel klein. Het katheder staat namelijk nogal hoog. 

Voorzitter. Vanochtend werd in het NOS Journaal gemeld dat er een stille oorlog gaande is om verouderde serviceflats. In Nederland is die gaande tussen vastgoedondernemers en een groot aantal hoogbejaarde bewoners van die serviceflats en hun erfgenamen. De inzet is het bezit van die serviceflats. Omdat dit een probleem is dat in den brede speelt bij de transformatie — dat lelijke woord voor "omzetting" — van deze huizen in het kader van de toekomst van de ouderenhuisvesting, vraag ik over deze problematiek met serviceflats een debat aan. Het moet ten eerste gaan over het bericht over de manier waarop de bewoners worden bejegend. Zij worden op een vrij agressieve manier bejegend. Ik wil graag dat de minister daar in een brief op ingaat. Ten tweede moet het gaan over de rol van de woningcorporaties in samenwerking met de projectontwikkelaars. Ten derde wil ik weten hoe dit past binnen de transitieagenda ouderenhuisvesting. Graag wil ik daarover een brief en daarna een debat. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor zowel de brief als het debat. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Het is triest hoe dit kabinet omgaat met de ouderen. Het is triest hoe dit kabinet de sociale volkshuisvesting in de uitverkoop zet. En het is triest hoe dit kabinet de huren laat exploderen. 

De heer Monasch (PvdA):

En daar ging het allemaal niet eens over! 

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik hoop dat dit debat er snel komt en dat ik dan eindelijk die voorstellen van de Partij van de Arbeid zie om dit tij te keren. 

De voorzitter:

Steun van de SP voor dit debat. 

De heer Fritsma (PVV):

Ook de PVV steunt de brief en het debat. 

De heer Koolmees (D66):

D66 ook. 

De heer Van der Linde (VVD):

De VVD steunt het verzoek om een brief. Van de appartementen van vanmorgen staan er trouwens gewoon 28 op funda te koop. Ik wil dus eerst weleens even de feiten op een rij hebben. 

De voorzitter:

Een brief dus? 

De heer Van der Linde (VVD):

Alleen steun voor een brief. 

De voorzitter:

Steun voor de brief, niet voor het debat. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik ben nog niet zover gegaan dat ik funda al helemaal nagetrokken heb, maar ik steun wel het verzoek om een brief en het verzoek om een debat. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks voor beide. 

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP steunt het verzoek om een brief. Als die aanleiding geeft tot een debat, dan ook steun voor het debat. Maar eerst alleen de brief. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik ben een beetje verbaasd, want we hebben toch een aanjaagteam onder leiding van een illustere PvdA'er, de heer Norder? Je zou toch zeggen dat het dan allemaal opgelost is. In ieder geval is de zaak die ik heb aangemeld, nog steeds niet opgelost. Maar goed, ik steun dit verzoek, want dan kan ik in ieder geval daar weer eens over beginnen. Dat is een mooie testcase. 

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, u hebt de steun van een meerderheid voor een brief met informatie en ook de steun van een meerderheid om na ontvangst van die brief een debat over dit onderwerp te voeren. Ik voeg het toe aan de lijst. De spreektijd is vier minuten per fractie. 

Het woord is aan mevrouw Vermeij van de Partij van de Arbeid. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Voorzitter. We zijn midden in een debat over beloningen aan de top bij ABN AMRO, maar vanochtend hebben wij begrepen dat een andere door de staat geredde bank, de ING, een richtlijn heeft doen uitgaan die erop is gericht om tijdelijke werknemers voor 1 juli de laan uit te sturen. Dit is in strijd met zowel de letter als de geest van de Wet werk en zekerheid en het door alle werkgevers ondertekende sociaal akkoord. De PvdA wil een debat met de minister van Sociale Zaken, de heer Asscher, over dit gedrag van werkgevers en over het signaal dat hiervan uitgaat, zeker gezien de extra riante beloning die de top van ING zichzelf toekent. 

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik steun het verzoek om een debat. We willen van tevoren graag een brief van de minister van Sociale Zaken, waarin hij ook ingaat op de uitspraak van de heer Henry Stroek vandaag in de Volkskrant en op Radio 4. Hij is van het CNV. Hij zegt dat uitzendkrachten in de agrarische sector en de voedingsmiddelenindustrie met bosjes op straat komen te staan. Daarop wil ik graag een reactie, plus een antwoord van de minister op de vraag of de Wet werk en zekerheid nu averechts uitpakt. 

De heer Ulenbelt (SP):

Steun voor het debat. Dat is bitter nodig. Ik zou ook graag een brief van de minister willen hebben, maar liever nog een noodwet waarmee hij voor 1 juli deze problemen opruimt. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De heer Ulenbelt (SP):

Het is een probleem dat voortvloeit uit een wet die niet helemaal goed was. Een noodwet zou dat kunnen repareren. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik denk inderdaad dat er haast bij geboden is, maar dat zou in het debat aan de orde moeten komen. Ik zou dus heel snel dat debat willen, misschien volgende week al. Ik steun ook het verzoek van de VVD over mogelijke andere onwenselijke effecten van de Wet werk en zekerheid. 

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor het debat. Het is inderdaad noodzakelijk om te zien wat er gebeurt en of het sociaal akkoord nageleefd wordt. Als de regering een brief stuurt, zou ik ook graag een reactie willen hebben op wat de ING zelf zegt. Er staat een statement op de site van ING waarin staat dat dit onderdeel is van het sociaal plan dat eerder is aangekondigd. Ik zou voor het debat wel willen weten hoe de minister daarop reageert. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik trek het nog iets breder. Dit gaat inderdaad over het sociaal akkoord. Er werd net al gevraagd om een reactie op een uitlating van een bestuurder van het CNV. Dan zou ik zeggen: laat de sociale partners hier zelf ook eens op reageren. Dan kan dat ook meegenomen worden bij het debat, dat wat mij betreft wat breder wordt getrokken dan alleen ING. Ik denk dat we hier anders tot 1 juli elke week met voorbeelden staan waar het mis kan gaan rond de Wet werk en zekerheid. Ik wil een groter debat over de Wet werk en zekerheid, voorafgegaan door een brief, met ook een reactie van de sociale partners. 

De voorzitter:

Maar u steunt ook het verzoek zoals het voorligt, maar u houdt liever een breder debat. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ja. 

De heer Koolmees (D66):

Ook D66 steunt het debat en ontvangt graag een brief. In die brief zouden wij ook graag antwoord willen hebben op de vraag of de minister vóór zijn uitspraken bij de ING heeft gecheckt wat er aan de hand was en wat de reactie van ING was op de berichtgeving. 

De voorzitter:

Mevrouw Vermeij, u hebt brede steun van de Kamer voor een debat. Een aantal mensen heeft gevraagd of dat debat zo snel mogelijk kan worden ingepland. Ik zie ook u instemmend knikken. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ja, heel graag. 

De voorzitter:

Ik kijk naar de heer Anne Mulder. Ik zie ook hem instemmend knikken, waardoor er direct ook voor dit verzoek een meerderheid is. 

Mevrouw Leijten (SP):

Zullen wij maar weggaan dan? 

De voorzitter:

Nee, helemaal niet. Dit is een pragmatische oplossing. Mevrouw Leijten, als u de behoefte hebt om ook te reageren, mag dat. Ik heb het nu in ieder geval voor de Handelingen gezegd. Als mensen een debat snel op de agenda willen, is het altijd handig om dat direct onderdeel te laten zijn van het verzoek. We hebben namelijk 36 meerderheidsdebatten en de enige manier om het snel te plannen is als de Kamer zich daar ook in meerderheid voor uitspreekt. Zo is het bedoeld, niet meer en zeker ook niet minder dan dat. Ik zal het toevoegen aan de agenda zo snel het kan. De spreektijd bedraagt vier minuten per fractie. Voor de brief zal ik het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. 

Dan geef ik het woord aan mevrouw Dijkstra van D66. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. Voor alle duidelijkheid: op de agenda voor de regeling staat dat ik een debat aanvraag over de rol van de zorgverzekeraars en de positie van de wijkverpleegkundigen. Wat mij betreft gaat het debat dat ik aanvraag echter over de status van de zorghervormingen. De fractievoorzitter van een coalitiepartij kondigt vandaag in de kranten aan dat de zorgplannen ingrijpend moeten worden gewijzigd en moeten worden aangepast. Dat roept vraagtekens op rond de stelselwijziging, met mogelijk hogere premies en minder zorgaanbieders. Mijn vraag is: past dit binnen het regeerakkoord? We moeten dit heel snel opgehelderd hebben, want we hebben ingrijpende wijzigingen in de zorg doorgevoerd. Nu ontstaat er opnieuw onzekerheid voor mensen. Ik zou daarom ook voorafgaand aan dit debat voor dinsdag 12.00 uur een brief van het kabinet willen hebben met daarin antwoord op de vraag wat dit betekent voor het regeerakkoord. 

De voorzitter:

Ik formuleer het even heel precies. U vraagt een debat aan over de status van de zorghervormingen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het gaat lekker in de coalitie op het moment: de ene week het ene proefballonnetje en de andere week het andere. Ik kan me in ieder geval heel goed voorstellen dat de fracties van D66, ChristenUnie en SGP zich buitengewoon gepiepeld voelen door de manier waarop dit nu gaat. 

De voorzitter:

Dat is voor het debat. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, maar ik hecht er toch aan om dat hier gezegd te hebben. De CDA-fractie vindt dat de PvdA Nederland in de maling neemt … 

De voorzitter:

Ik vind dat u nu echt moet proberen om aan te geven of u voor of tegen dit debat bent. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

… en de wijkverpleegkundigen in de kou laat staan. 

De voorzitter:

Voor of tegen dit debat? 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik steun het verzoek daarom van harte. 

Mevrouw Leijten (SP):

Toen de VVD met haar plannetje kwam om de grenzen dicht te doen, konden we daar als Kamer direct dezelfde week — en ik wil mijn zin graag afmaken — over debatteren. Sterker nog, er werd twee keer in een week over gedebatteerd. Het lijkt me heel erg logisch dat wij nu over de kritiek van de Partij van de Arbeid op de wijkverpleegkundige zorg van de PvdA-staatssecretaris volgende week debatteren. 

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het verzoek, maar wel snel. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik wens de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid nog veel meer stages toe en wil graag dat debat houden. 

De voorzitter:

Ook snel begrijp ik. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het debatverzoek. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Los van welke gemoedsgesteldheden dan ook, steun voor het debat dat D66 heeft aangevraagd. 

De voorzitter:

Ook zo snel mogelijk? Ja, zo te zien. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Steun voor een debat dat zo snel mogelijk wordt gehouden. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Mevrouw Dijkstra voegde terecht toe dat het hierbij ook gaat om de status van het regeerakkoord. Daar is mijn fractie ook benieuwd naar. Dus ook van GroenLinks van harte steun voor het debat. 

De heer Rutte (VVD):

We praten zeer regelmatig in allerhande AO's over de status van de hervormingen van de zorg. Dat hebben we met elkaar zo afgesproken in de commissie voor VWS. Volgende week hebben we een uitgebreid AO over de wijkverpleegkundige zorg. We kunnen het hierover uitgebreid hebben op allerhande manieren. Geen steun voor dit debat dus. 

De voorzitter:

Mevrouw Dijkstra, ik stel vast dat u de steun hebt van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een zo snel mogelijk in te plannen debat over de status van de zorghervormingen. Dat gaan we doen. De spreektijd is vier minuten per fractie. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zou graag willen vragen of de spreektijd iets ruimer kan. 

De voorzitter:

Ik snap dat u dat allemaal wilt. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik ondersteun dat van harte. We hebben hierover een AO en het is een belangrijk onderwerp, dus graag uitbreiding van de spreektijd. Ik zou het ook graag volgende week houden. 

De voorzitter:

Ik snap dat u allemaal meer spreektijd wilt. Er is ook een AO volgende week, dus u zou zich in het plenaire debat tot de hoofdlijnen kunnen beperken. In het algemeen overleg hebt u de ruimte. Dan zullen wij ons best doen om dat niet over elkaar heen te plannen. Dat geef ik u in overweging. Zo hebt u in één week volop spreektijd om te praten over de dingen die u zo belangrijk vindt en kunnen we ons in de plenaire zaal beperken tot de hoofdlijnen van het debat. Daar is doorgaans, zelfs in het debat over ABN AMRO van vandaag — niet zelfs, dat is ook een belangrijk onderwerp — gewoon vier minuten spreektijd voor. Ik stel voor dat wij het daarbij houden. Ik zal er goed op letten wat het betekent voor de spreektijden als het AO van de agenda af moet. Laat ik dit meegeven. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik had een vraag juist over dit punt. Ik steun uw wijze woorden over het niet laten interfereren van beide debatten. Ik ga niet op voorhand akkoord met het weghalen van het AO over de wijkverpleegkundigen. Ik meen dat dit ook niet de strekking was van het verzoek van mevrouw Dijkstra. 

De voorzitter:

Daar ga ik ook niet over. Ik zeg alleen dat mijn ervaring is dat er soms maar één moment is dat zo'n plenair debat kan worden gevoerd en een meerderheid van de Kamer heeft nu gezegd dat dit debat volgende week moet plaatsvinden. U was een van de leden die daarop aandringen. Wij gaan ons best doen om beide overleggen niet over elkaar heen te plannen. Dat is in ieders belang. Ik kan dit niet garanderen, maar ik ga het wel proberen. Ik heb u goed gehoord en ik heb iedereen instemmend zien knikken. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik heb nog een tweede vraag. Mevrouw Dijkstra heeft om een brief gevraagd. Zij was niet heel specifiek over de inhoud van die brief. Ik zou graag willen dat wordt geïnventariseerd wat in die brief aan de orde moet worden gesteld. 

De voorzitter:

Dat ga ik doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet zodat het weet dat er is verzocht om een brief aan de Kamer. Ik zal de griffier van de commissie vragen om de vragen te inventariseren die moeten worden beantwoord in die brief. 

Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 15.15 uur tot 15.21 uur geschorst. 

Naar boven