34 550 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2017

Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2016

Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) op 27 oktober jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 15, item 10) is een drietal moties ingediend in relatie tot de positie van Brainport Eindhoven. Deze zijn vervolgens ook aangenomen (Handelingen II 2016/17, nr. 16, item 19).

Uw Kamer heeft tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) (Handelingen II 2016/17, nr. 18, items 4 en 7) verzocht om een duiding van de betreffende moties. Mede namens de Ministers van Infrastructuur en Milieu en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap doe ik u die duiding hierbij toekomen.

Het betreft de navolgende moties:

  • Motie Ziengs (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 26): verzoekt de regering, op korte termijn in samenwerking met de regio Eindhoven uit te zoeken welke bijdragen de afgelopen en komende jaren zijn geïnvesteerd vanuit EZ, IenM en OCW in de Brainport Eindhoven en waar nog de aanvullende behoeften zitten om de concurrentiekracht te versterken;

  • Motie Agnes Mulder/Verhoeven (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 29): verzoekt de regering, Brainport Eindhoven te erkennen als mainport van Nederland en dit samen met de regio uit te werken; en

  • Motie Mei Li Vos (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 32): verzoekt de regering om, alsnog deze aanbeveling1 van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur over te nemen en Eindhoven Brainport te erkennen en behandelen als een economisch kerngebied van nationale betekenis conform het advies van de Rli.

Tijdens de begrotingsbehandelingen van EZ en IenM is het belang van Brainport Eindhoven als een van de economische kerngebieden van Nederland reeds onderschreven. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstuk 32 660, nr. 50) en tevens uit de kabinetsreactie op het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur «Mainports voorbij» (Kamerstukken 24 691 en 29 665, nr. 127).

Het kabinet zal dan ook uitvoering geven aan de genoemde moties, langs de hieronder geschetste lijnen. Daarmee erkennen en behandelen we de Brainport Eindhoven, in lijn met de moties Agnes Mulder/Verhoeven en Mei Li Vos, als economisch kerngebied van nationale betekenis, net zoals de mainports ook economische kerngebieden van nationale betekenis zijn.

Actieagenda Brainport

Bedrijven, kennisinstellingen en regionale overheden in de Brainport regio Eindhoven, en de provincie Noord-Brabant, willen een Brainport Actieagenda ontwikkelen. Ik heb de regio namens het kabinet recent mijn actieve steun aan deze agenda toegezegd. Deze Actieagenda kan ook bijdragen aan de doorontwikkeling van het Bedrijfsleven- en Topsectorenbeleid in komende jaren.

De analyse waar de motie Ziengs naar vraagt zal ik als bouwsteen in het traject van de actieagenda inbrengen. Ik sta positief tegenover het verzoek om de relevante bijdragen die afgelopen jaren vanuit EZ, IenM en OCW zijn geïnvesteerd en nog voorzien zijn, in de Brainport regio Eindhoven in kaart te brengen. Dit kan bijdragen aan een goed en objectief beeld van de Rijksinvesteringen in de regio. Ik zal dit overzicht met de partijen in de Brainportregio Eindhoven bespreken en het nadien aan uw Kamer zenden.

Uitvoeringsagenda REOS

Het kabinet onderkent het belang van de Brainport Eindhoven en ziet dit als een van de drie economische kerngebieden van ons land. Dat komt onder andere tot uitdrukking in de Ruimtelijk Economische Ontwikkelingsstrategie (REOS), die eerder naar uw Kamer is gestuurd (bijlage bij Kamerstuk 34 300 A, nr. 70). In de uitvoeringsagenda die wordt opgesteld heeft Brainport Eindhoven een prominente plaats, gelijkwaardig aan de Noordelijke en Zuidelijke Randstad. REOS is ook een belangrijke bouwsteen voor de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) waaraan momenteel wordt gewerkt. De NOVI gaat onder meer in op de lange termijn strategie voor het vestigingsklimaat in de economische kerngebieden, waar de RLI in haar advies om vraagt.

Tot slot

Naast de twee lijnen zoals hierboven benoemd, hecht ik eraan u nog te wijzen op twee additionele ontwikkelingen:

Met Prinsjesdag heeft het kabinet een extra impuls vanuit het Rijk aan het regionaal vestigingsklimaat en voorzieningenniveau (o.a. aan het internationaal onderwijs) van Brainport Eindhoven bekendgemaakt.

Dit illustreert de bijzondere betekenis die Brainport Eindhoven heeft voor de nationale economie. Ook de provincie Noord-Brabant gaat hieraan bijdragen.

Voor de langere termijn wordt momenteel gekeken naar de toekomstbestendigheid van het stelsel van financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten en specifiek de verdeling van het gemeentefonds, waarbij onder meer wordt onderzocht hoe regionaal economische groei en samenwerking kan worden gefaciliteerd. De Brainportregio en haar «centrum» gemeente Eindhoven zijn betrokken bij dit proces als proeftuin in het kader van de Studiegroep Openbaar Bestuur.2 Ik ben hierbij nauw betrokken en ondersteun dit van harte.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

De motietekst formuleert de aanbeveling van de Rli als volgt: «dat de Rli Brainport

Eindhoven een economisch kerngebied noemt en adviseert om deze aan de twee andere

economische kerngebieden, namelijk de Noordelijke en Zuidelijke Randstad, te verbinden in

een Strategie Vestigingsklimaat 2040».

X Noot
2

Zie o.a. Kamerstuk 32 140, nr. 28, Kamerstukken 34 300 B en 34 300 C, nr. 22, Kamerstuk 31 490, nr. 198

Naar boven