33 763 Toekomst van de krijgsmacht

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2013

Hierbij ontvangt u de tweede halfjaarrapportage over het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (HVD). Deze rapportage is opgenomen in het overzicht van periodieke rapportages Defensie dat de Kamer op 22 april jl. is aangeboden (Kamerstuk 32 733, nr. 126). Hieronder wordt per HVD-fase kort de stand van zaken weergegeven, in het bijzonder de wijzigingen ten opzichte van de vorige halfjaarrapportage van 15 mei 2013 (Kamerstuk 32 733, nr. 129). De bijlage bevat een tabel met het totaaloverzicht van de financiële besparingen en de planning van de afzonderlijke maatregelen1.

Fase 1

De afstoting van de Koningin Beatrix Kazerne in Den Haag is met één jaar vertraagd, omdat voor de verhuizing van de Koninklijke Marechaussee (KMar) naar het Plein Kalvermarkt Complex meer tijd nodig is. Daarentegen gaat de verhuizing van het Instituut Defensie Leergangen en van de KMar Post te Den Helder sneller dan gepland, evenals de afstoting van post Eygelshoven. De besparing op de vastgoedexploitatie van fase 1 is niet gewijzigd en blijft € 35,5 miljoen structureel vanaf 2019.

De bestuursovereenkomst met de gemeente Amsterdam over de (gedeeltelijke) overdracht van het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) wordt op 5 december a.s. getekend. De financiële aspecten van deze overeenkomst worden betrokken bij de volgende halfjaarrapportage.

Fase 2a

Het project herlocatie Gezondheids- en Tandartscentra, dat uit een aantal deelprojecten bestaat, is met één jaar vertraagd. Daardoor verschuift ook de maximale besparing van fase 2a, die verder ongewijzigd blijft op € 1,3 miljoen per jaar structureel, met één jaar naar 2017.

Fase 2b

In afwachting van een overleg met de Kamer zijn sinds de brief over fase 2b van 14 mei 2013 (Kamerstuk 32 733, nr. 128) geen onomkeerbare maatregelen getroffen. De fase 2b-brief stond op de agenda van het notaoverleg van 6 november 2013 over de nota In het belang van Nederland. In de tussentijd is onder andere de maatregel Herinrichting Defensiebedrijf Grondgebonden systemen (DBGS) nader uitgewerkt. Gebleken is dat voor de herinrichting van het DBGS twee jaar langer nodig is. De geraamde besparing van fase 2b van € 5,1 miljoen structureel vanaf 2019 verandert hierdoor niet.

Fase 3

De fase 3-brief met het totaaloverzicht van het HVD is op 4 september jl. aangeboden aan de Kamer (Kamerstuk 32 733, nr. 138). Aan deze fase zijn geen besparingen gekoppeld.

Financieel overzicht

Exploitatie

In de vorige rapportage meldde ik dat de maatregelen van het HVD een geraamde opbrengst hebben van € 41,9 miljoen structureel per jaar vanaf 2019. Ten opzichte van het gestelde doel van € 61 miljoen is er dus een tekort van € 19,1 miljoen. Sindsdien is besloten dit tekort te betrekken bij de totale financiële problematiek van Defensie. Hierover heb ik de Kamer afzonderlijk geïnformeerd, onder meer in antwoord op schriftelijke vragen over de financiële problematiek van 28 augustus jl. (Kamerstuk 32 733, nr. 137).

Daarmee is het doel van het HVD verlaagd tot € 41,9 miljoen structureel. De opbrengst van het HVD is ten opzichte van de vorige rapportage niet gewijzigd en bedraagt nog steeds € 41,9 structureel per jaar vanaf 2019. Zie de bijlage voor het totaaloverzicht.

In de vorige rapportage is voorts gemeld dat uit het HVD mogelijk nog enkele miljoenen extra voortvloeien als de exploitatiebesparingen bekend worden van projecten die een afzonderlijk traject doorlopen. Te denken valt aan de samenwerking tussen de Nationale Politie en het Kleding en Persoonlijke Uitrusting (KPU) bedrijf van Defensie, verdere herstructurering van het munitiebedrijf, de ontruiming van het Marine Etablissement in Amsterdam (MEA) en de verdere vulling van de Kromhoutkazerne in Utrecht. Deze opbrengsten zijn dus nog niet ingeboekt. Ik ben zeer gemotiveerd die projecten door te laten gaan en de besparingen in te boeken ter verlichting van de algemene financiële druk op Defensie.

De gevolgen van de vastgoedmaatregelen uit de nota In het belang van Nederland (Kamerstuk 33 763, nr. 1 van 17 september jl.) en mijn aanvulling daarop van 25 oktober jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 7) zijn nog niet in deze halfjaarrapportage verwerkt. De business cases daarvan worden nu nader uitgewerkt. Ik streef ernaar de Kamer hierover te informeren in de volgende rapportage, die op Verantwoordingsdag in mei 2014 wordt verstuurd. Zoals ik in antwoord op schriftelijke vragen over de toekomstnota heb gesteld, ontvangt u over de marinierskazerne in Vlissingen in het voorjaar van 2014 afzonderlijk bericht. Op grond van het besluit ook het Mariniers Opleidings Centrum (MOC) in Vlissingen onder te brengen, wordt de behoeftestelling voor de marinierskazerne nu herijkt en betrokken bij de lopende Public Private Comparator (PPC).

Investeringen

Volgens de oorspronkelijke plannen was voor € 477 miljoen aan vastgoedinvesteringen gepland op de betrokken complexen. Deze projecten zijn in het kader van het HVD allemaal herijkt en gebleken is dat beduidend minder investeringen nodig zijn dan aanvankelijk was geraamd. De totale investeringsbehoefte voor het HVD, zoals thans opgenomen in de HVD-plannen, bedraagt € 420,9 miljoen. In de vorige jaarrapportage was hiervoor abusievelijk nog het bedrag van € 397 miljoen opgenomen.

De afwijking in de vorige rapportage is ontstaan, omdat een investeringsreeks voor fase 2a niet goed was verwerkt. Het grootste deel van het verschil van € 23,8 miljoen (na afronding), te weten € 22,5 miljoen, was in de defensieplannen al geoormerkt voor fase 2a en is dus geen nieuwe problematiek. Het resterende deel van € 1,3 miljoen is wel een extra investeringsbehoefte ten opzichte van de vorige halfjaarrapportage. Dit wordt in de defensieplannen verwerkt. Evenals in de vorige rapportage zijn de benodigde investeringen voor de marinierskazerne Vlissingen nog niet in deze investeringen meegenomen, omdat de PPC daarvoor nog loopt.

Risico’s

Vergeleken met de al onderkende risico’s in de vorige rapportage, wordt een extra risico onderkend, namelijk de goede afstemming van de nieuwe vastgoedmaatregelen uit de nota In het belang van Nederland op de al lopende HVD-maatregelen. De precieze gevolgen hiervan worden de komende maanden nader bezien.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven