32 733 Beleidsbrief Defensie

Nr. 128 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2013

Inleiding

Op 25 juni 2012 heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd over fase 2a van het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (Kamerstuk 32 733, nr. 69). In deze brief informeer ik u over plannen voor de resterende onderwerpen uit fase 2:

  • de herinrichting van de munitieketen;

  • de herinrichting van het Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen (DBGS);

  • de reorganisatie van de materieellogistieke eenheden van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS);

  • de herbelegging van het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO);

  • de afstoting van diverse splinterlocaties.

Daarnaast komen ook twee onderwerpen aan bod uit fase 1 die in fase 2b nader zijn uitgewerkt:

  • de verdere ontwikkeling van de belegging in Den Helder;

  • de reductie van de opslag met twintig procent.

Ten slotte maak ik van de gelegenheid gebruik u te informeren over de ontwikkelingen rondom het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) en de vliegbasis Eindhoven.

Bij diverse maatregelen worden de geraamde investeringen en de verwachte besparingen op de vastgoedexploitatie genoemd. De investeringen zijn niet alleen nodig om de besparing in de vastgoedexploitatie te realiseren, maar ook voor het kunnen doorvoeren van de reorganisaties en het realiseren van de overige daarmee samenhangende besparingen op de personele en materiële exploitatie. Die overige besparingen zijn niet opgenomen in deze brief, maar tellen wel mee bij de beoordelingen die voor de afzonderlijke maatregelen zijn opgesteld, zoals ik tijdens het algemeen overleg over vastgoed van 6 februari jl. heb uiteengezet.

Daarnaast wordt in deze brief geen rekening gehouden met de netto verkoopopbrengsten (verkoopopbrengsten minus afstotingskosten) van overtollige faciliteiten. Die zijn nog niet in de begroting opgenomen.

De plannen in deze brief worden uitgevoerd in overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst, die ze toetst op de economische gevolgen voor verschillende regio’s. Voor 1 juli 2013 worden er geen onomkeerbare stappen gezet.

Herinrichting munitieketen

Het project Herinrichting Defensie Munitieketen is gericht op de verbetering van de doelmatigheid van de munitieketen. Daartoe wordt in de toekomst het aantal locaties teruggebracht tot één centraal depot, zeven hoofdlocaties en acht sublocaties. Hierdoor kunnen 25 kleinere bunkerlocaties, vaak op kazerneterreinen gelegen, worden gesloten. Het Munitie Magazijn Complex (MMC) Veenhuizen zal, samen met de locaties Alphen (NB), Wassenaar/De Kom, Coevorden, Staphorst, Ritthem en Bergen (Duitsland), worden heringericht als centraal depot, waarbij de verzamelfunctie van MMC Ruinen zal worden geïntegreerd in de locatie Veenhuizen. Ruinen wordt vervolgens afgestoten. De overblijvende hoofd- en sublocaties zijn als volgt:

Hoofdlocatie

Sublocatie

Den Helder

Amsterdam

Texel

Leeuwarden

 

Hoenderloo – Infanterie Schietkamp Harskamp

Reek

Oirschot

Rucphen

Oldebroek – Artillerie Schietkamp

Lauwersmeer

Havelte

Gilze-Rijen

 

Volkel

 

Doorn (wordt t.z.t. Vlissingen)

Rotterdam

Dit project wordt uitgevoerd in de jaren 2014, 2015 en 2016. De geraamde projectkosten bedragen € 8,1 miljoen, exclusief verkoopopbrengsten. De jaarlijkse besparing op de exploitatie bedraagt € 0,84 miljoen vanaf 2016.

Herinrichting DBGS

Op 1 november 2011 is het Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen (DBGS) opgericht als samenvoeging van een aantal op het onderhoud van landsystemen gerichte organisatieonderdelen. Daarbij is het DBGS van de DMO overgeheveld naar het CLAS.

Het DBGS moet een beperkte voorraad aanhouden om goederen te kunnen leveren die vanaf de fabriek niet binnen de gewenste leveringstijd beschikbaar zijn. Deze zgn. dynamische voorraad zal worden geconcentreerd op een nieuw te bouwen magazijn op Logistiek Complex Kamp Soesterberg. Hierdoor kan medio 2016 het Complex Steenwijk worden gesloten en afgestoten en een aantal verspreid staande loodsen worden gesloopt. De opslagbehoefte op Lettele kan worden gehalveerd.

De investeringskosten voor het nieuwe magazijn in Soesterberg bedragen € 19,8 miljoen, exclusief de verkoopopbrengsten van Steenwijk. De structurele besparing op de vastgoed-exploitatie bedraagt € 1,3 miljoen vanaf 2017.

Reorganisatie materieellogistieke eenheden CLAS

Door de reorganisatie van de materieellogistiek worden het DBGS en de huidige zes herstelcompagnieën omgevormd tot het Materieellogistiek Commando en drie nieuwe Brigade Herstelcompagnieën. De totale personele omvang van de materieellogistieke eenheden wordt met ongeveer een derde verminderd. Deze reductie is deels toe te schrijven aan de verkleining van de te ondersteunen organisatie, maar het grootste deel vloeit voort uit een meer doelmatige inrichting van de organisatie.

Deze reorganisatie leidt tot een verminderde vastgoedbehoefte van elf gebouwen op elf locaties. Een deel van deze gebouwen krijgt een nieuwe bestemming, een deel zal worden gesloopt. De besparing op de vastgoedexploitatie bedraagt vanaf 2014 € 0,3 miljoen structureel. De reorganisatie vergt aanpassingen van werkplaatsen, onder meer op de locaties Havelte, Wezep en Oirschot. De hiervoor benodigde investeringen, in totaal € 43,1 miljoen, kunnen worden betaald uit de vrijval van eerder geplande investeringen die inmiddels zijn achterhaald.

Herbelegging IDGO

Het Kennis- en Trainingscentrum Logistiek Geneeskundige Dienst (KTC) zal als gevolg van de reorganisatie van de geneeskundige opleidingen overgaan van het CLAS naar het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO) van het CDC. Eerder is voor bouwkundige aanpassingen van de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum € 22,5 miljoen in het investeringsplan opgenomen. Nu is besloten tot de verhuizing van het IDGO naar Ermelo valt deze investering vrij. De verdere concentratie van opleidingen in Ermelo biedt mogelijkheden tot verdergaande doelmatigheid doordat ondersteunende functies kunnen worden gecombineerd.

Bij de beoordeling van de vastgoedbehoefte in Ermelo is uitgegaan van het vastgoedplan IDGO uit 2007. Volgens de huidige berekeningen kan de bestaande bebouwing in Ermelo voorzien in ongeveer dertig procent van de vastgoed-behoefte van het IDGO. Voor de overige behoefte aan direct bij de opleiding behorend vastgoed is nieuwbouw nodig, vooral voor leslokalen, legering en kantoorfuncties. Dit vergt een totale investering van € 42,2 miljoen. Na aftrek van de genoemde vrijval resteert een netto investeringsbehoefte van € 19,7 miljoen. De reorganisatie van het IDGO, die dit jaar begint, kan nog tot een verkleining van deze behoefte leiden. De structurele besparing op de vastgoedexploitatie bedraagt € 2,2 miljoen vanaf 2019.

Afstoten splinterlocaties

Door de reorganisatie van het Centrum voor Mens en Luchtvaart wordt de locatie aan de Kampweg in Soesterberg overtollig en komt deze vanaf 2014 beschikbaar voor afstoting. Wegens de verhuizing naar Italië van een zogenaamde DARS1-eenheid voor commandovoering over luchtoperaties komt een deel van het complex Convooi AOCS in Nieuw Milligen vrij voor afstoting. Het oefenterrein Oudemolen wordt weinig gebruikt en kan worden afgestoten. Hetzelfde geldt voor het oefenterrein Dijkveld. De afstoting van deze splinterlocaties levert vanaf 2016 een structurele besparing op de vastgoedexploitatie op van € 0,5 miljoen.

Ontwikkelingen Den Helder

Het verbeteren van de doelmatigheid van de belegging binnen marinecomplex Den Helder maakte deel uit van fase 1 van het herbeleggingsplan, maar moest nog verder worden uitgewerkt. Op het Nieuwe Haventerrein wordt een aantal gebouwen aangepast en worden andere gesloopt om objecten in de omgeving, zoals de Lkol Maaskamp-kazerne en de Marinekazerne Buitenveld, te kunnen afstoten. Andere objecten en locaties die vrijkomen, zijn het gebouw van de Dienstkring van de Dienst Vastgoed Defensie, de accommodatie van de marechaussee en huurlocaties van het bedrijfsmaatschappelijk werk. De plannen moeten nog verder worden uitgewerkt. Vooralsnog zal de structurele bezuiniging op de exploitatie van het vastgoed € 2,9 miljoen vanaf 2016 bedragen. Hiervan was in fase 1 van het herbeleggingsplan reeds € 1,3 miljoen opgenomen.

Twintig procent reductie opslag

Ook de reductie van de opslag met twintig procent maakte deel uit van fase 1 van het herbeleggingsplan, maar vereiste nog nadere uitwerking. Inmiddels zijn plannen uitgewerkt die voorzien in een reductie van het bruto vloeroppervlak voor opslag met 26 procent. Zo wordt onder meer Logistiek Complex Huijbergen afgestoten en de huur van een opslagloods in Aalsmeer beëindigd. Op een aantal andere locaties wordt de opslagbehoefte kleiner. De besparing op de exploitatiekosten van opslagplaatsen loopt op tot € 7,1 miljoen in 2019. Dit is minder dan de € 10 miljoen die in fase 1 voor de reductie van opslagcapaciteit was ingeboekt. Een deel van de beoogde besparingen is ingeboekt bij de maatregelen voor de herinrichting van de munitieketen.

Marine Etablissement Amsterdam

Defensie zal het Marine Etablissement te Amsterdam (MEA) binnen enkele jaren, waarschijnlijk in 2018, grotendeels hebben verlaten. De structurele besparing op de vastgoedexploitatie van het terrein kan oplopen tot ongeveer € 4 miljoen, afhankelijk van de omvang van het door Defensie te behouden terrein. Een deel van deze besparing, € 0,6 miljoen, is al meegerekend in fase 1 van het herbeleggingsplan.

Van de nu aanwezige eenheden zullen in elk geval het district West van de Koninklijke marechaussee en de Nationale Reserve (Natres) op het terrein blijven. De marechaussee heeft minder dan vijf jaar geleden een nieuw pand in een hoek van het terrein betrokken. De Natres is hoofdzakelijk een vrijwilligersorganisatie met een kleine vaste staf. Over de bestemming van de Dienst Werving en Selectie en het evenementencentrum wordt de komende maanden een besluit genomen. Voor de herplaatsing van de overige defensieonderdelen wordt binnenkort een plan vastgesteld.

Naar de toekomst van het terrein van het MEA wordt samen met het Rijks Vastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de gemeente Amsterdam een verkenning uitgevoerd. Het gaat om een locatie met een defensietraditie en om een prominente plek in de hoofdstad die een bijzondere bestemming verdient. De ontwikkeling van een breed gedragen beeld van die bestemming vergt tijd. Het zal daarom nog geruime tijd duren voordat de toekomstige bestemming van het terrein is uitgekristalliseerd en de ontwikkeling daarvan gestalte krijgt. Het Rijk en de gemeente Amsterdam leggen over de aanpak van deze ontwikkeling later dit jaar een aantal afspraken vast in een bestuursovereenkomst.

Vliegbasis Eindhoven

Over de vliegbasis Eindhoven staat in de beleidsbrief Defensie na de kredietcrisis van 8 april 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 1): «Uitgangspunt is dat Eindhoven een civiele luchthaven wordt. Militair medegebruik zal afhangen van alternatieve mogelijkheden, zoals samenwerking met België. Te denken is aan een geïntegreerde uitvoering van het luchttransport en de stationering van middelen op één locatie.» In samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt nu gewerkt aan een luchthavenbesluit voor Eindhoven dat, overeenkomstig het Aldersadvies Eindhoven en het kabinetsbesluit daarover, voorziet in een groei van het civiele luchtverkeer tot 2020. Defensie blijft streven naar afstoting van de basis, maar bij gebrek aan een concreet perspectief daarop blijft de luchthaven in ieder geval tot 2020 militair.

Samenvattend overzicht

Het totale financiële effect van de bovenstaande maatregelen uit fase 2b is naar verwachting een jaarlijkse besparing op de exploitatie van de huisvesting die oploopt tot € 5,1 miljoen vanaf 2019 (zie onderstaande tabel). Daarnaast zijn met de genoemde maatregelen aanvullende investeringen gemoeid. Deze zullen in het Defensie Investerings Plan worden afgedekt en in de begroting worden verwerkt.

(bedragen in miljoenen euro)

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Herinrichting

munitieketen

     

– 0,84

– 0,84

– 0,84

– 0,84

Herinrichting DBGS

       

– 1,3

– 1,3

– 1,3

Reorganisatie

MATLOG CLAS

 

– 0,3

– 0,3

– 0,3

– 0,3

– 0,3

– 0,3

Herbelegging

IDGO

           

– 2,2

Afstoting

splinterlocaties

     

– 0,5

– 0,5

– 0,5

– 0,5

Totaal

– 0,0

– 0,3

– 0,3

– 1,6

– 2,9

– 2,9

– 5,1

Vervolg herbeleggingsplan

Zoals ik in het Algemeen Overleg op 6 februari jl. heb meegedeeld, ben ik afgestapt van de benaming Strategisch Vastgoedplan voor fase 3 van het herbeleggingsplan. Deze term leidde ten onrechte tot de gedachte dat Defensie tal van herbeleggingsmaatregelen neemt en pas na afloop daarvan een visie op het vastgoed ontwikkelt. Fase 3 heeft ten doel een totaalbeeld van het vastgoed na de beleidsbrief van 2011 te schetsen. Ik zal u daarover voor het zomerreces informeren.

Verder zal ik u conform mijn eerdere toezeggingen halfjaarlijks een voortgangsrapportage over de uitvoering van het herbeleggingsplan aanbieden, te beginnen met de Verantwoordingsdag deze maand. Daarin zal ik een geactualiseerd overzicht opnemen van de opbrengsten van alle maatregelen uit de verschillende fasen van het herbeleggingsplan. Dan kan ik u ook precies inzicht bieden in hoeverre de beoogde besparing van € 61 miljoen op de exploitatie van het defensievastgoed wordt bereikt.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Deployable Air Control Centre, Recognized Air Picture Production Centre, Sensor Fusion Post

Naar boven