2 Tbs

Aan de orde is het VAO Tbs (AO d.d. 28/10). 

De voorzitter:

Ik heet alle aanwezigen van harte welkom, in het bijzonder de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Goedemorgen. Het nu volgende VAO vindt plaats naar aanleiding van een AO op 28 oktober, de verjaardag van mijn jongste zoon. Maar dat terzijde. 

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. U zei het al: op 28 oktober was er een algemeen overleg. Ik had daar twee moties willen indienen, maar die bewaar ik voor de voortzetting van het debat dat we gisteren voerden over de herziening van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. Om te beginnen gaat het om een motie over de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dan rest mij een motie die ik wel wil indienen, die gaat over de isd-maatregel. Ik zei het gisteren ook al: isd staat voor inrichting stelselmatige daders. Weliswaar heeft de staatssecretaris in het algemeen overleg gezegd dat er een toezegging ligt van zijn voorganger. Er is een kosten-batenanalyse uitgevoerd, die uitwijst dat professionals ook vinden dat een verlenging meerwaarde kan bieden en dat een aanvullende verkenning wordt uitgevoerd naar wenselijkheid, juridische mogelijkheden en financiële implicaties van zo'n verlenging van die maatregel. Die uitkomsten komen voor eind 2015 naar de Kamer. Maar omdat het al enige tijd duurt, wil ik de motie die ik klaar had liggen, toch indienen. Ik ben bereid de motie aan te houden tot na het kerstreces, want dan hebben we eind 2015 gehad. Gisteren kwam de stok achter de deur al langs, en deze motie wil ik ook als zodanig gebruiken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de isd-maatregel volgens deskundigen naar behoren werkt, maar dat het recidivepercentage desondanks erg hoog is; 

constaterende dat het doel van de isd-maatregel primair is om crimineel gedrag feitelijk onmogelijk te maken door insluiting en daarnaast is gericht op gedragsverandering; 

overwegende dat er signalen zijn dat de behandelduur te kort is en de beoogde gedragsverandering daardoor niet behaald wordt; 

verzoekt de regering, na te gaan of de behandelduur te kort is en indien dat het geval is ervoor te zorgen dat de isd-maatregel kan worden verlengd, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Helder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 196 (29452). 

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. De belangrijkste vraag in het AO was, hoe om te gaan met verwarde personen en ex-tbs'ers die tussen wal en schip vallen als het gaat om een ggz-behandeling en een strafrechtelijk traject. De casus in Leeuwarden gaf veel stof tot nadenken. De staatssecretaris heeft de meeste punten wel doorgeschoven naar minister Schippers in het kader van de vervanging van de Wet BOPZ — ik bedoel dat niet onaardig — dus wat ons betreft geen motie op dit punt. Maar de CDA-fractie vraagt de staatssecretaris wel om toch nog eens stil te staan bij de motie-Oskam/Kooijman/Bruins Slot over de succesvolle aanpak in Den Haag van verwarde personen en deze motie nadrukkelijk te betrekken bij de behandeling van dit soort zaken. 

Verder zijn er andere punten besproken. De CDA-fractie was geschrokken van het inspectierapport van Veiligheid en Justitie over contrabande in tbs-klinieken. Zo stelde de inspectie bij vijf van de zeven klinieken vast dat de beveiliging niet op orde was. Heeft de staatssecretaris sinds die tijd erbovenop gezeten? Heeft hij in elk geval de klinieken gevraagd, voor 1 januari 2016 een plan van aanpak voor toegangscontroles in te leveren? Dat zou eind van deze maand zijn. Kan de staatssecretaris daar iets meer over zeggen? De Kamer bespreekt daarna graag de uitkomst met de staatssecretaris. Wij vragen hem daarom, dat plan naar de Kamer te sturen. Kan hij toezeggen of de maatregelen die nu al genomen worden door de klinieken, worden geïmplementeerd om de veiligheid te verbeteren? 

In het AO is ook gesproken over de vele verplaatsingen in het tbs-landschap en de onrust, alsmede de veiligheidsrisico's die dat met zich meebrengt. Het lijkt er bovendien op dat uit zorg de resocialisatie van tbs'ers niet van de grond komt en rechters zich genoodzaakt zien, de tbs telkens maar voor één jaar te verlengen, terwijl een verlenging van twee jaar vaak gewenst is. De staatssecretaris heeft in het AO gezegd dat hij dat met de Raad voor de rechtspraak zou bespreken. Wat is daaruit gekomen? 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Op 28 oktober jl. heeft mijn collega mevrouw Kooiman gesproken over de toename of de zorgen over de toename van verwarde personen op straat. Vorige week heb ik zelf nog een rapport gepresenteerd over een onderzoek onder duizend personeelsleden van de geestelijke gezondheidszorg. Daaruit bleek dat zeven op de tien medewerkers van de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg het tempo waarmee het aantal plekken in die instellingen wordt afgebouwd, onverantwoord hoog vindt. Daarom dien ik samen met mevrouw Kooiman de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de commissie-Hoekstra heeft geconcludeerd dat er sprake is van capaciteitsgebrek in de geestelijke gezondheidszorg; 

van mening dat de afbouw van ggz-plekken in de ggz mogelijk negatieve gevolgen heeft voor de veiligheid en voor verhoging van de werkdruk bij de politie kan zorgen; 

verzoekt de regering, de consequenties van het afbouwen van residentiële plekken in de ggz in kaart te brengen, te bezien wat de impact hiervan is op onze veiligheid en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 197 (29452). 

De voorzitter:

Er hebben zich verder geen sprekers gemeld, terwijl de staatssecretaris om drie minuten schorsing heeft gevraagd. Ik schors de vergadering dan ook. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris voor zijn reactie op de ingediende moties. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Mevrouw Helder gaf bij de indiening van haar motie eigenlijk precies aan waar wij staan. Ik ben het eens met haar verzoek om een en ander na te gaan. Daar zijn wij mee bezig. Mevrouw Helder heeft al de conclusie getrokken — dat is haar goed recht — dat er waarschijnlijk moet worden verlengd. Ik denk dat ik heel binnenkort met het bericht kom dat ik die mening deel. Dan kan mevrouw Helder haar motie alsnog in stemming brengen als zij bereid is om die nu aan te houden. 

De heer Oskam had het over de contrabande in tbs-klinieken. Ik heb nog geen plan van aanpak ontvangen. Daar heeft men nog even de tijd voor, tot het einde van het jaar. De veiligheid staat echter wel centraal, dus maatregelen die niet konden wachten op een plan van aanpak, zijn al door de klinieken genomen. Met maatregelen die volgens het inspectierapport nodig bleken, is niet gewacht. Ik wacht even af of het plan van aanpak aanleiding geeft tot nieuwe maatregelen. Ik ben ook bereid om het plan van aanpak naar de Kamer te sturen, zodat wij hierover van gedachten kunnen wisselen. 

Het gesprek met de Raad voor de rechtspraak staat gepland voor januari. Dat is het reguliere gesprek. Dat heeft nog niet plaatsgevonden, dus kan ik nog niet vertellen wat de uitkomst is. 

Ik kom op de motie van mevrouw Siderius. Daarin vraagt zijn iets wat valt onder de verantwoordelijkheid van mijn collega, de minister van VWS. Daarom zal ik de motie ontraden. Ik denk dat het verstandig is om met haar te wisselen of dit een zinnige invulling is. Het lijkt mij dat een gedachtewisseling te prefereren is, dus ontraad ik de motie. 

Mevrouw Siderius (SP):

In deze motie wordt gevraagd om de consequenties voor de veiligheid in Nederland te onderzoeken en te inventariseren. Volgens mij staat hier de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en hebben wij daarnaast een minister van Volksgezondheid. Het lijkt mij dat de staatssecretaris zich enigszins druk moet maken over het deel in de motie dat over de veiligheid van Nederland gaat. Ik begrijp niet dat de staatssecretaris zo gemakkelijk zegt: u moet niet bij mij zijn, maar een deurtje verder kijken. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Meer een deurtje terug. U bent hier een deur te ver. Alles in Nederland kan gevolgen hebben voor de veiligheid, ook belastingeffecten. U wordt als Kamer bovendien op de hoogte gehouden van het verloop van de trajecten. In deze motie legt u een een-op-eenrelatie die wij als kabinet niet erkennen. Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid zie ik niet meteen dat er aan de noodrem moet worden getrokken langs mijn collega heen. Dus ook op inhoudelijke gronden ontraad ik deze motie. 

De heer Oskam (CDA):

Ik heb nog een puntje over de aanpak in Den Haag van verwarde personen. Ik weet dat de staatssecretaris zegt dat er elders in het land ook goede methodieken zijn, maar misschien is het handig dat hij — de motie is aangenomen — hiervoor reclame maakt en dat hij het beleid in breder verband promoot. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ja, wij zullen ook de Haagse aanpak promoten. Dan bedoel ik niet alleen onze eigen Haagse kabinetsaanpak, maar ook het beleid dat door de gemeenten wordt gevoerd. Dat past in het beleid om op de werkvloer te kijken hoe dingen het beste kunnen en dat vervolgens over te nemen in het beleid, in plaats van alleen maar andersom. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

De stemmingen vinden komende dinsdag plaats. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven