4 AFM-rapportage over het verkennend onderzoek beheer kredieten mkb

Aan de orde is het VSO de AFM-rapportage over het verkennend onderzoek bij de afdelingen bijzonder beheer die kredieten voor het mkb behandelen (31311, nr. 152).

De voorzitter:

Ik heet alle aanwezigen in de zaal van harte welkom, in het bijzonder de minister van Financiën. Als eerste geef ik het woord aan de heer Ronnes van het CDA.

De heer Ronnes (CDA):

Voorzitter. Het dossier bijzonder beheer bij banken houdt ons nu al een tijdje bezig. We zijn blij dat de politiek en nu ook de AFM dit onderwerp, waar sommige ondernemers echt van wakker liggen, breed hebben opgepakt, met effect. We zien dat banken onder andere de Handreiking Bijzonder Beheer van de Nederlandse Vereniging van Banken ter hand nemen. Daarmee laten de banken eindelijk zien dat de kritiek op bijzonder beheer niet iets is om luchtig over te doen, maar dat er veranderingen moeten komen.

Met de handreiking van de banken en het verkennend onderzoek van de AFM zijn we er alleen nog niet. Dat bleek maar weer eens uit de brief van de minister over de rol van de AFM en de banken in het derivatendossier. De AFM komt nog met een vervolg op zijn onderzoek en het CDA presenteert zijn zwartboek nog. Dit VSO is dus in de ogen van het CDA niet de afsluiting van dit onderwerp, maar voor nu dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meer transparantie over de afwegingen van een bank om een bedrijf in bijzonder beheer te plaatsen en over de risicobeoordeling kan bijdragen aan de proportionaliteit van maatregelen die aan ondernemers worden opgelegd;

constaterende dat de AFM concludeert dat de onderbouwing van de hoogte van de kostenverhogende maatregelen aan de klant in het bijzondere beheer verbetering behoeft en dat de kosten niet altijd onderbouwd konden worden;

voorts overwegende dat het door de gebrekkige voorlichting en vastlegging nu achteraf door ondernemers lastig te controleren is of de kostenverhogende maatregelen rechtvaardig, proportioneel en redelijk zijn opgelegd;

verzoekt de regering om in overleg te treden met banken om in hun voorwaarden op te nemen dat kostenmaatregelen goed onderbouwd worden en dat rekeninghouders toegang hebben tot de relevante informatie uit hun kredietdossier, zoals documentatie ten aanzien van het beheerregime, welke tarieven en financieringsvoorwaarden van toepassing zijn en gespreksverslagen;

verzoekt de regering tevens om in overleg met de banken te onderzoeken of de betreffende ondernemers de mogelijkheid kunnen krijgen om per eerder opgelegde kostenmaatregel een onderbouwing van hun bank te ontvangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ronnes en Koolmees. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 155 (31311).

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Voorzitter. De VVD was en is er voorstander van dat banken en belangenorganisaties in het mkb afspraken maken over wat beide partijen van bijzonder beheer mogen verwachten. We zijn ook blij dat de banken dit opgepakt hebben en onlangs de Handreiking Bijzonder Beheer hebben gepresenteerd, die in overleg met zowel MKB-Nederland als Ondernemend Nederland tot stand is gekomen. We hadden het nog mooier gevonden als partijen die gezamenlijk hadden ondertekend. Misschien is dat nog een stap voor de toekomst.

Ik heb een drietal vragen aan de minister. Hoe kijkt hij aan tegen de Handreiking Bijzonder Beheer? Hoe wordt ervoor gezorgd dat banken zich eraan houden, dus dat zij wordt gehandhaafd? Is de minister bereid om met banken af te spreken dat de handreiking na een redelijke tijd wordt geëvalueerd?

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Bijzonder beheer wordt ook weleens de ziekenboeg van banken genoemd. Het is hierbij de vraag of de patiënten er beter worden of juist slechter. In het rapport van de AFM werd forse kritiek geuit op de informatievoorziening aan de ondernemingen. Die informatievoorziening is heel belangrijk. Juist in dergelijke omstandigheden, als je er al slecht voorstaat, wil je weten wat je te wachten staat. Zo worden bedrijven er bijvoorbeeld door verrast dat ze niet meer te maken hebben met een bank, maar met een organisatie waaraan het is uitbesteed. Ze worden ook verrast door plotselinge kostenverhogingen. Dat draagt allemaal niet bij aan het herstel van bedrijven, met name als het gaat om taxaties door dure externe partijen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de AFM vaststelt dat banken klanten in een bijzonderbeheertraject regelmatig confronteren met extra kosten voor taxaties;

constaterende dat klanten in bijzonderbeheertrajecten door deze extra kosten verder in de problemen kunnen komen;

verzoekt de regering, onderzoek te doen naar de mogelijkheden om het in rekening brengen van kosten van taxateurs bij klanten in een bijzonderbeheertraject te verbieden en de Kamer hierover op korte termijn te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Merkies. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 156 (31311).

De heer Merkies (SP):

Over de informatievoorziening aan de klanten dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de AFM vaststelt dat banken klanten onvoldoende informeren over de gevolgen van overplaatsing naar bijzonder beheer;

overwegende dat bedrijven in een bijzonderbeheertraject recht hebben om te weten waar zij aan toe zijn;

verzoekt de regering, op korte termijn in overleg te treden met de bancaire sector om de informatievoorziening aan klanten in bijzonderbeheertrajecten te verbeteren en de Kamer hierover op korte termijn te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Merkies. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 157 (31311).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. De AFM heeft in haar rapport over bijzonder beheer de banken volledig vrijgepleit van onredelijke maatregelen. Het enige kritiekpuntje was de communicatie. De minister en de bijzonder-beheerafdelingen vieren dan ook feest, maar de mkb'ers waren een stuk minder blij. Sterker nog: voor hen was deze conclusie een klap in het gezicht. Vandaar vier moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mkb'ers die ondergebracht zijn bij de afdeling "bijzonder beheer" met extra kosten (renteopslagen, beheerskosten, behandelfees en extra aflossingen) worden opgezadeld, terwijl ze vaak al in de financiële problemen zitten of dreigen te komen;

overwegende dat dit onwenselijk is en er niet toe bijdraagt om bedrijven er weer bovenop te krijgen;

overwegende dat het zowel in het belang van de bank als van het bedrijf is om vanuit bijzonder beheer weer terug te keren naar regulier beleid;

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat geen additionele kosten, zoals renteopslagen, fees en beheerskosten, mogen worden doorberekend aan bedrijven in bijzonder beheer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tony van Dijck en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 158 (31311).

De voorzitter:

U hebt nog een minuut. Dus ik zou heel snel lezen, als ik u was.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Mijn volgende motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bedrijven geen inzage hebben in hun klant-/kredietdossier bij de bank;

overwegende dat het voor een bedrijf helder en transparant moet zijn wanneer de bank overgaat tot plaatsing in bijzonder beheer (criteria) en welke gevolgen dit heeft voor de klant en zijn kredietovereenkomst;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat bedrijven volledige inzage krijgen in hun klant-/kredietdossier en bekend zijn met de criteria die een bank hanteert bij plaatsing in bijzonder beheer en met de mogelijke gevolgen hiervan, teneinde verrassingen en willekeur te allen tijde te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tony van Dijck en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 159 (31311).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de AFM heeft gesignaleerd dat de communicatie in veel gevallen tekortschiet, waardoor de plaatsing van bedrijven in bijzonder beheer vaak als een verrassing komt;

overwegende dat de AFM heeft vastgesteld dat banken een overdracht naar bijzonder beheer eerder moeten aankondigen en de reden tot plaatsing in bijzonder beheer beter moeten onderbouwen;

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de mogelijke plaatsing in bijzonder beheer ruim van tevoren bekend wordt gemaakt aan het betreffende bedrijf, met opgaaf van een goed onderbouwde reden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tony van Dijck en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 160 (31311).

U kunt nog één motie indienen.

Ik dank u wel. Hiermee is er een einde gekomen aan de termijn van de zijde van de Kamer. Ik kijk even naar de minister om te zien of hij direct kan antwoorden. Hij heeft de moties nog niet, dus schors ik de vergadering enkele minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Dijsselbloem:

Voorzitter. Ik zal mij beperken tot de vragen die mevrouw De Vries heeft gesteld en de moties. Mevrouw De Vries heeft vastgesteld dat de Nederlandse Vereniging van Banken zelf het initiatief heeft genomen tot het doen van een handreiking. De handreiking is bedoeld voor de banken. De NVB zegt nadrukkelijk dat het geen zelfregulering is, maar een handreiking. Men verwacht dat de banken de punten oppakken en dat ze voortaan langs de voorgestelde lijn gaan werken. De handreiking gaat vooral over de wijze waarop men met de klant omgaat: op tijd waarschuwen, de informatievoorziening en de toegang tot informatie. Het is slechts een handreiking. Ik waardeer enerzijds het initiatief van de NVB. Ik denk dat het goed is dat ze laat zien dat ze de kritiek serieus neemt. Tegelijkertijd — daarmee kom ik meteen op de tweede vraag van mevrouw De Vries — is het wel verstandig om bijvoorbeeld na twee jaar eens te kijken hoe het gaat. Dat kan de NVB zelf doen, of wij kunnen het laten doen. Daar zullen we met de NVB over spreken. Als we uitgaan van het slechtste geval dat de banken de handreiking negeren, dan hebben we over drie jaar weer een rapport waarin staat dat de informatievoorziening niet goed is en dat er onzorgvuldig wordt gewerkt. Ik denk dat de mevrouw De Vries gelijk heeft als zij zegt dat we na een bepaalde periode de handreiking en de wijze waarop ze ter hand wordt genomen, moeten evalueren. Ik zei na twee jaar, maar daar kom ik later op terug, want daar gaan we nog afspraken over maken. Het lijkt mij een goede toezegging die ook helpt bij een paar moties die over dit onderwerp zijn ingediend.

In de motie-Ronnes/Koolmees op stuk nr. 155 wordt de regering verzocht om met de banken in overleg te treden over een goede onderbouwing van kostenmaatregelen, toegang tot relevantie informatie uit het kredietdossier, en een onderbouwing van eerder opgelegde kostenmaatregelen. Ik denk dat dit heel sterk in lijn is met de wijze waarop wij hier eerder over hebben gesproken. Ik steun de motie en laat het oordeel erover aan de Kamer.

In de motie-Merkies op stuk nr. 156 staat dat klanten in bijzonder beheer niet te maken moeten krijgen met extra kosten van bijvoorbeeld taxateurs. Dat kan ik niet toezeggen. Ook als je in bijzonder beheer zit, is het krediet verbonden met kosten. Dat kunnen ook extra kosten zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de taxatie van onroerend goed als dat al een aantal jaren niet meer is gebeurd. Het is in wederzijds belang om opnieuw te laten taxeren. De kosten hiervan kunnen in rekening worden gebracht bij klanten. Ik vind de motie te ver gaan en ontraad haar.

De heer Merkies (SP):

Het gaat mij in dit geval specifiek om de taxatiekosten die worden gemaakt, omdat de bank het prettig vindt om extra informatie te hebben over de gezondheid van het bedrijf. Ik vraag mij af of de minister het eens is met het principe dat bedrijven die al op hun gat liggen, nog eens extra met vrij hoge kosten worden belast. Je zou immers ook kunnen zeggen dat het een risico is dat alle bedrijven die een lening krijgen, treft. Ik begrijp dat dit mogelijk tot een verhoging leidt, omdat het kan worden doorbelast door de bank. Die verhoging is waarschijnlijk echter marginaal, vergeleken met de enorme kosten die bedrijven in bijzonder beheer voor hun kiezen krijgen.

Minister Dijsselbloem:

Ik vind de gedachte van de heer Merkies sympathiek omdat het gaat over bedrijven die in een financieel moeilijke situatie zitten. Tegelijkertijd zijn er ook aan hun krediet kosten verbonden. Juist in zo'n situatie kan het noodzakelijk zijn om een nieuwe taxatie te hebben van de waarde van het onderpand. Ik denk niet dat we tegen de bank kunnen zeggen dat deze kosten niet meer in rekening gebracht kunnen worden en dat ze bij het krediet horen. Het bankwezen is nu eenmaal een commercieel bedrijf. Natuurlijk zal per geval moeten worden afgewogen of het nog zinvol is, of dat de problematiek er alleen maar door wordt vergroot. Het is echter aan de klant en de bank om te beoordelen of het in die specifieke situatie zinvol is om de extra kosten nog te maken. Als het zo slecht ervoor staat dat het niet meer hoeft, dan moet je het ook niet doen. Als het belangrijk is om zo'n taxatie te doen om tot een oplossing en nieuwe afspraken te komen, dan moet je die wel doen. Die kosten horen natuurlijk wel bij het verleende krediet. Ik denk toch dat we daarin niet de lijn moeten trekken dat het voortaan niet meer in rekening mag worden gebracht, want die kosten doen zich gewoon voor. Daar moeten we toch vrij precies in zijn.

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, ik zie dat u nogmaals wilt interrumperen. Heel eerlijk gezegd was ik even bezig met koffie bestellen. We doen twee vragen. Ik weet niet zeker of u al een of twee vragen hebt gesteld. De heer Ronnes roept dat u er al drie hebt gesteld!

De heer Merkies (SP):

Het was er eentje.

De voorzitter:

Ga uw gang, mijnheer Merkies. Stelt u uw tweede vraag.

De heer Merkies (SP):

Het is ook iets wat de heer Ronnes belangrijk vindt, denk ik.

De minister zegt het nu goed: het wordt in rekening gebracht omdat het gekoppeld is aan een lening. Ik kan mij dat voorstellen. Dat zou je dan misschien voor elke lening moeten doen, want het probleem is dat er bedrijven zijn die hadden kunnen doorstarten, maar die dat door deze enorme extra kosten misschien niet kunnen. Daarover maak ik mij zorgen.

Minister Dijsselbloem:

Dat snap ik, maar het is toch moeilijk om in algemene zin te zeggen om dat te voorkomen dat dit type kosten voortaan niet meer in rekening mag worden gebracht bij klanten in bijzonder beheer. Dat gaat mij echt veel te ver. Ik ben het met de heer Merkies eens dat bank en klant — de bank heeft daarin een grote verantwoordelijkheid — heel precies moeten bekijken of het maken van al die extra kosten nog zinvol is of dat het probleem daarmee nog meer wordt vergroot, waardoor de klant over de rand gaat. Je kunt niet van hieruit en in algemene zin proberen een streep te trekken en te zeggen dat dit voortaan niet meer mag. In alle eerlijkheid, deze kosten worden gemaakt in het proces. Ik ben het wel met de heer Merkies eens dat de kosten soms echt niet zinvol zijn. Ik ontraad daarom deze motie op stuk nr. 156.

In de motie-Merkies op stuk nr. 157 wordt de regering verzocht, in overleg te treden met de sector om de informatievoorziening te verbeteren en de Kamer hierover te informeren. Mijn waarneming is dat de banken op basis van het AFM-rapport en de handreiking van de NVB het nu gewoon beter moeten gaan doen. Ik heb mevrouw De Vries zo-even toegezegd dat we dit bijvoorbeeld over twee jaar gaan evalueren. We gaan dan na of het beter loopt. Je zou kunnen zeggen dat deze motie overbodig is. Ik leg haar maar zo uit dat ik dit punt meeneem in de evaluatie, waarbij we nagaan of het is verbeterd, en dat ik de Kamer daarover informeer. Als ik de motie zo mag lezen, dan laat ik het oordeel erover aan de Kamer. Dan neem ik die mee in het verdere traject.

De motie-Tony van Dijck/Graus op stuk nr. 158 gaat ook over het onmogelijk maken dat additionele kosten worden doorberekend. Ik herhaal mijn reactie op de motie-Merkies op stuk nr. 156: ik vind dat te ver gaan. Er moet buitengewoon kritisch worden gekeken naar de vraag welke kosten worden gemaakt, maar we kunnen niet zeggen dat additionele kosten niet meer in rekening mogen worden gebracht. Dat is echt een zaak tussen bank en klant. Ik ontraad daarom deze motie.

Voorzitter: Elias

Minister Dijsselbloem:

De motie-Tony van Dijck/Graus op stuk nr. 159 gaat verder dan de motie-Ronnes/Koolmees op stuk nr. 155. In deze motie wordt gesproken over volledige inzage in het klant- en kredietdossier. Dit gaat verder dan de motie op stuk nr. 155, waarin werd gesproken over de relevante informatie uit het kredietdossier en die ook wordt gespecificeerd. Op dat punt wil ik blijven bij de motie op stuk nr. 155. Met het punt dat men bekend moet zijn met de criteria die een bank hanteert, ben ik het eens. Dat zit ook in de handreiking. Op dat punt heb ik er geen probleem mee, maar het punt van de volledige inzage gaat echt verder dan we moeten willen, mede vanwege bedrijfsvertrouwelijkheid en concurrentiegevoelige informatie die over het bankbedrijf in zo'n dossier kan zitten. Ik kan daarin niet meegaan. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 159.

In de motie-Tony van Dijck/Graus op stuk nr. 160 wordt de regering verzocht, ervoor te zorgen dat de mogelijke plaatsing in bijzonder beheer ruim van tevoren bekend wordt gemaakt aan het betreffende bedrijf, met opgaaf van goed onderbouwde redenen. Dat staat bijna letterlijk in de handreiking van de NVB. In die zin is de motie overbodig, maar in dezelfde goede sfeer als ik de motie van de heer Merkies heb uitgelegd, zou ik ook deze motie als ondersteuning van beleid kunnen zien. Daarmee laat ik het oordeel erover aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de beantwoording. Aanstaande dinsdag zal over de ingediende moties worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven