32 500 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011

Nr. 81 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2011

Met deze brief en bijlage informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik de moties, aangenomen tijdens de wetgevingsoverleggen en de behandeling van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk VII), ten uitvoer zal brengen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Bijlage Bij brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met kenmerk 2010–844281

Moties ingediend bij het wetgevingsoverleg over het onderdeel Overheidspersoneel van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2011

32 500-VII, nr. 7

De motie-Heijnen over een nieuwe wet financiering politieke partijen.

Reactie

Over enkele aspecten van het voorliggende wetsvoorstel terzake (van het vorige kabinet) wil ik mijzelf nog beraden. Het wetsvoorstel wordt alsdan aangepast.

32 500-VII, nr. 9

De motie-Van der Burg over precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven

Reactie

Begin 2011 zal ik de Tweede Kamer, na afweging van de voor- en nadelen van de verschillende opties, informeren over verdere invulling van deze motie.

32 500-VII, nr. 11

De gewijzigde motie-Schouw over een bestuursakkoord met de decentrale overheden.

Reactie

Begin 2011 zal ik de Tweede Kamer informeren over het standpunt van het kabinet inzake een nieuw bestuursakkoord met de medeoverheden.

32 500-VII, nr. 15

De motie-Heijnen over de maximumnorm voor de inhuur van externen en het maximumuurtarief die dienen te gelden voor zelfstandige bestuursorganen.

Reactie

De strekking van de motie is in strijd met de Kaderwet ZBO’s. ZBO’s zijn zelf verantwoordelijk voor het inrichten van hun bedrijfsvoering. Onderzocht zal worden of en op welke wijze aan de motie gevolg kan worden gegeven.

32 500-VII, nr. 16

De motie-Heijnen over de vormgeving van de adequate aansturing en doorzettingsmacht.

Reactie

In de toelichting op het «Uitvoeringsprogramma compacte rijksdienst» – die ik in januari aan uw Kamer zal sturen – wordt ingegaan op de sturing op dit programma.

Moties ingediend bij Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onderdelen Binnenlandse Zaken en Wonen en Integratie, voor het jaar 2011

32 500-VII, nr. 24

De motie-Heijnen/Schouw over de rol van commissarissen van de Koningin en burgemeesters bij integriteitshandhaving.

Reactie

Wat betreft deze motie kan ik uw Kamer mededelen dat ik hierop in een brief begin 2011 terugkom. In de brief zullen tevens de andere kwesties op het punt van integriteit van politieke ambtsdragers aan de orde komen (o.a. VOG voor wethouders en gedeputeerden).

32 500-VII, nr. 28

De motie-Van Raak over invoering van een wethoudersnorm.

Reactie

Ik heb inmiddels al een eerste gesprek gehad met de VNG. Ik zal deze gesprekken voortzetten conform de wens van de motie.

32 500-VII, nr. 29

De motie-Koopmans over aanpassing van de gedragsregels voor oud-bewindslieden.

Reactie

Begin 2011 zal ik een brief aan de Tweede Kamer doen toekomen over dit onderwerp.

32 500-VII, nr. 30

De motie-Schouw c.s. over vermindering van de controledrukte.

Reactie

Deze hangt samen met motie 32 500-VII, nr. 11 van het lid Schouw over een bestuursakkoord met de decentrale overheden. Ik kan u melden dat begin 2011 duidelijkheid zal worden verschaft over het standpunt van het kabinet inzake een nieuw bestuursakkoord met de medeoverheden.

Mocht er een bestuursakkoord tot stand komen, bestaat het voornemen om daarin maatregelen voor besparing van lasten af te spreken. Door stringente toepassing van het beginsel «je gaat erover of niet» is een lastenbesparing te behalen.

32 500-VII, nr. 31

De motie-Schouw c.s. over een evenwichtig behoud van jonge ambtenaren.

Reactie

Ik onderschrijf de intentie van deze motie. De wijze waarop deze ingevuld kan worden maakt onderdeel uit van de CAO-besprekingen met de vakcentrales die nu gaande zijn.

32 500-VII, nr. 32

De motie-Schouw c.s. over versnelde realisatie van één bedrijfsvoering binnen het Rijk.

Reactie

In de toelichting op het «Uitvoeringsprogramma compacte rijksdienst» – die ik in januari aan uw Kamer zal sturen – zal ik ingaan op deze motie.

32 500-VII, nr. 35

De motie Ortega-Martijn-Schouw over voortzetten van het beleid voor de stedelijke problematiek.

Reactie

Ik zie deze motie waarin de regering wordt opgeroepen het beleid voor de stedelijke problematiek met kracht voort te zetten als een ondersteuning van mijn beleid. Er is tot eind 2014 stedenbeleid met als doel de gemeentebesturen in staat te stellen wonen en leven in de steden en omliggende gemeenten aantrekkelijk te maken. Met een zelfde inzet bevorder ik de leefbaarheid in de wijken. Op uw verzoek zal ik u begin 2011 een visie over de wijkenaanpak toezenden. Verder vindt er over de aanpak voor de Ortega-gemeenten eind 2011 een evaluatie plaats, waarover u tezijnertijd wordt geïnformeerd

32 500-VII, nr. 37

De motie- Van der Staaij over een twee derde meerderheid voor meer belangrijke verdragen.

Reactie

Deze motie zal worden betrokken bij de reactie van het kabinet op het rapport van de staatscommissie Grondwet.

32 500-VII, nr. 39

De motie-Dibi c.s. over aanpassing van de Remigratiewet.

Reactie

Ik zal de Kamer op een later tijdstip informeren over deze motie om de remigratiewet te beperken tot de eerste generatie migranten.

32 500-VII, nr. 52

De motie Karabulut/Voortman over verwerven door corporaties van koopwoningen van mensen in betalingsproblemen.

Reactie

Ik ben bereid bij Aedes onder de aandacht te brengen dat corporaties in voorkomende gevallen zelf een afweging kunnen maken of zij in staat en bereid zijn dergelijke huishoudens ter wille te zijn, door hun woning aan te kopen. Ik neem aan dat corporaties in praktijk daarbij laten meewegen welke inkomensperspectieven zo’n huishouden heeft, en of het aankopen van de woning op enigerlei wijze past in het verhuurbeleid van de corporatie. Ik zal corporaties niet opleggen hiertoe over te gaan.

32 500-VII, nr. 54

De motie Van Bochove/Monasch over behandeling van de herziene Woningwet in dit parlementaire jaar.

Reactie

Ik zal mijn uiterste best doen om behandeling in dit parlementaire jaar en inwerkingtreding per 1-1-2012 te realiseren.

32 500-VII, nr. 55

De motie Verhoeven/Voortman over de inventarisatie van knelpunten in de woonvoorschriften.

Reactie

Ik zal de knelpunten met betrekking tot studentenhuisvesting inventariseren. Wat betreft de bouwregelgeving biedt de bestaande wet- en regelgeving (zoals inzake bestemmingsplannen en het bouwbesluit) voldoende mogelijkheden om een functieverandering van bijvoorbeeld kantoor naar wonen te realiseren. Dit geldt ook voor studentencomplexen.

Naar boven