31 066 Belastingdienst

Nr. 716 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 28 oktober 2020

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 31 augustus 2020 inzake de Rapportage onderzoek signalen kinderopvangtoeslag (Kamerstuk 31 066, nr. 695).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 27 oktober 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Rog

Adjunct-griffier van de commissie, Sjerp

1

Welke acties zijn er uitgezet na het bericht voor de ministersstafvergadering van 19 augustus 2013? Welke voorlichtingscampagne is wanneer van start gegaan? Wat zijn de resultaten geweest van deze voorlichtingscampagne?

De informatievoorziening over het risico van deze constructie waarbij werd geadverteerd met gratis kinderopvang door veelal de eigen bijdrage niet in rekening te brengen, is gegaan via de ondernemers in de Kinderopvang branche. Wanneer de gegevens van de Belastingdienst aangaven dat dit het geval was, of wanneer dit in de media naar voren is gekomen, is er actief en direct contact opgenomen met de desbetreffende kinderopvangorganisatie om hen op de risico’s te wijzen. De meeste ondernemers hebben hun aanbod vrijwel direct aangepast. Daarnaast zijn de Brancheorganisatie (BK) en BOinK gewezen op dit punt en informeren zij ondernemers en ouders over deze regels.

2

Waarom is er op 20 mei 2014 niet gesproken over terugvorderingen terwijl het probleem wel bekend was tot op het hoogste niveau?

Hiervoor is een aparte expertmeeting georganiseerd op 21 november 2014. Er zijn ook stukken gevonden van voor, na en tussen de expertmeetings van 20 mei en 21 november waaruit blijkt dat de eigen bijdrage de aandacht had. Deze stukken zijn opgenomen in de rapportage.

3

Tijdens de expertmeeting op 21 november 2014 komt het niet volledig betalen van de EB aan de orde en de sanctie die daarop staat. Wordt hierin een verband gelegd met de informatie uit het bericht voor de ministerstafvergadering van 19 augustus? Zo ja welk verband? Zo nee, waarom niet?

Tijdens de expertmeeting van 21 november 2014 is stilgestaan bij het terugvorderen van de kinderopvangtoeslag als de eigen bijdrage niet (volledig) is betaald. Hierbij wordt hetzelfde wettelijk kader aangehaald zoals beschreven in de ministerstafrapportage van 19 augustus 2013. Of er tijdens de expertmeeting ook specifiek is stilgestaan bij de «truc» van het aanbieden van gratis opvang waar de ministerstafrapportage op ziet, blijkt niet uit de gevonden documenten.

4

Welke informatie over de hoge terugvorderingen, de impact op individuele huishoudens en de restrictieve uitleg heeft de Minister wel bereikt en wanneer? Kan het zijn dat informatie niet gedocumenteerd is maar wel gedeeld met de Minister?

De Minister is op diverse momenten op de hoogte gesteld. In document 4 (een bericht voor de ministerstaf van 3 juni 2013) wordt verwezen naar een eerdere standpuntbepaling van de Minister. Vermoedelijk wordt hier gedoeld op de uitkomsten van een mondeling overleg. Hier zijn geen documenten over gevonden. Het document 9a (een bericht voor de ministerstaf van 19 augustus 2013) maakt melding van de terugvorderingen, zie de laatste zin: «er bestaat een gelijkgestemd gevoel intern dat het volledig terugvorderen van de toeslag in geval van onwetend handelen, een zeer forse straf is». Uit document 9b valt op te maken dat de Minister deze boodschap begrepen heeft. In document 13 (een bericht voor de ministerstaf van 8 december 2014) worden de termen proportionaliteit en onwetendheid in samenhang met elkaar gebruikt. In document 19 (een bericht voor de ministerstaf van 6 juli 2015) wordt de kwestie uitgebreid toegelicht. In het algemeen overleg van 24 september 2014 gaf de Minister aan op de hoogte te zijn van de problemen.

5

Op welke momenten voorafgaand aan het algemeen overleg (AO) van 5 februari 2015 is er in de Kamer gesproken over deze gesignaleerde problemen (schriftelijke vragen, feitelijke vragen, algemeen overleg, debat, mondelinge vragen enz.)?

Er zijn voorafgaand aan het algemeen overleg (hierna: AO) van 5 februari 2015 momenten geweest dat er met uw Kamer is gesproken over onduidelijkheden in het uitkeren van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT). Dit ging om signalen over het toekennen en uitkeren van de KOT. Hieronder schets ik voor u een tijdlijn om een overzichtelijk beeld te geven van deze momenten.

2011

13/01 AO Belastingdienst: Er is gesproken over mogelijke fraude in de KOT, specifiek over fraude met BSN-nummers en het storten van KOT op verkeerde bankrekeningnummers1.

18/05 AO Kinderopvang: In dit AO2 is gesproken over de uitvoering Motie De Mos3 over het verhalen van de naheffing die ouders kregen op de frauderende gastouderbureaus. Ook is er gesproken over mogelijke fraude bij de kinderopvang.

15/06 AO Belastingdienst: Tijdens dit AO4 is door het lid Omtzigt (CDA) gevraagd naar de fraude bij kinderopvangorganisaties en achterstanden bij betalingen. Specifiek ging het over het vaststellen van juiste gegevens, bijvoorbeeld de juiste naam koppelen aan een bankrekening.

2013

14/02 Kamerbrief SZW: De brief5 geeft antwoord op de Kamervragen van de VVD fractie over fraude met de KOT.

2/10 AO Kinderopvang: In dit overleg6 is gesproken over een stelsel van directe financiering, hierbij ging het ook over fraudegevoeligheid ten aanzien van de KOT.

2014

15/01 Debat over fraude met toeslagen (red. de «Bulgarenfraude): Een debat7 met Minister Plasterk van BZK en Staatssecretaris Weekers van Financiën over de focus op fraudemaatregelen en de manieren waarop toeslagen te makkelijk aangevraagd kunnen worden.

15/05 AO Belastingdienst: In dit AO8 is gesproken over de toeslagenproblematiek met aanvragen.

14/07 Kamerbrief SZW: Een brief9 met antwoorden op Kamervragen van de leden Ulenbelt (SP) en Van Ojik (GroenLinks) over het bericht dat een gezin de dupe is geworden van een bedrag aan teveel ontvangen KOT dat terugbetaald dient te worden.

8/10 AO Belastingdienst: In dit overleg10 is gesproken over de Bulgarenfraude. Er is de link gelegd tussen fraude en eerdere berichtgeving over het aanleveren van onjuiste gegevens omtrent de KOT. Het lid Klaver (GroenLinks) en Staatssecretaris Wiebes discussiëren over de effecten van fraudebestrijding.

16/10 Kamerbrief Financiën: Een brief11 met antwoorden op Kamervragen van de leden Nijboer, Yücel en Hamer over fraude met KOT.

6

Klopt het dat de casus Appelbloesem in 2009 begint? Klopt het dat er pas naar documenten over die casus wordt gezocht vanaf 2013? Kunt u de zoekopdracht uitbreiden naar de periode 2009–2013?

De casus de Appelbloesem is in 2009 begonnen.12 In mijn brieven van 8 juni13 en 17 juni14 2020 schrijf ik uw Kamer dat de zoektocht in beginsel gericht zal zijn op de periode van oktober 2012 tot eind oktober 2019. Het startpunt ligt op het moment dat Belastingdienst/Toeslagen in voorbereiding op een Raad van State-uitspraak in een Appelbloesem-casus over het recht op kinderopvangtoeslag bij het niet betalen van de eigen bijdrage, voornemens is verschillende opties uit te werken en af te stemmen met het Ministerie van SZW. Dit blijkt uit de tijdlijn van Belastingdienst/Toeslagen die eerder met uw Kamer is gedeeld.15 Het eindpunt betreft de uitspraak van de Raad van State op 23 oktober 2019.16 Vanaf dat moment kan de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag proportioneel vaststellen op het moment dat de ouder de eigen bijdrage niet volledig heeft betaald. Op 2 juli 2020 heeft uw Kamer besloten tot het instellen van de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag. Op 14 juli 2020 heeft de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag documenten en inlichtingen gevorderd.

7

Indien u de zoekopdracht niet wilt uitbreiden naar voor 2013, waarom weigert u dat dan? Want er is aanleiding te denken dat er toen relevante informatie aanwezig was.

Zie het antwoord op vraag 6.

8

Kunt u de conceptbrief waarnaar document 25 (de mail van SG Loes Mulder aan SG Manon Leijten) verwijst, aan de Kamer doen toekomen?

Dit betreft een document van het Ministerie van Financiën. Zoals ook de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen & Douane in haar brief van 20 oktober jl. heeft aangegeven, wordt dit document niet gedeeld, omdat het een concept van een openbare Kamerbrief betreft. Het document is gedeeld met de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag, die documenten en inlichtingen heeft gevorderd bij acht departementen die onder andere zien op de totstandkoming van de compensatieregeling voor de gedupeerde ouders in de CAF-11-zaak. De documenten zijn in die hoedanigheid met uw Kamer gedeeld. Zo betracht ik een zorgvuldige en transparante werkwijze

9

Kan de regering (dus niet alleen de bewindspersoon van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) alle relevante documenten rondom de concept-kabinetsbrief, waarover op 7 juni 2019 in het kabinet is gesproken, aan de Kamer doen toekomen?

Over deze periode zijn er meerdere stukken. De parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag heeft over deze periode documenten en inlichtingen gevorderd. De documenten zijn in die hoedanigheid met uw Kamer gedeeld. Zo betracht ik een zorgvuldige en transparante werkwijze

10

Kunt u het stuk, dat de ambtenaar van Financiën, die een frisse blik op de zaak geworpen had voor Staatssecretaris Snel en dat begin juni aan hem gestuurd is, openbaar maken en aan de Kamer doen toekomen (bron NRC)?

Hiervoor verwijs ik naar de brief van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen & Douane van 14 oktober jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 712)

11

Kunt u een beschrijving geven van het proces dat zich begin juni heeft afgespeeld over een mogelijke compensatie van ouders? Wie heeft met wie gesproken en wie heeft toen een compensatie voor de ouders geblokkeerd?

In de vraagstelling wordt er ten onrechte van uitgegaan dat er een compensatievoorstel is tegengehouden. Dit is niet het geval. Vanaf het moment dat de omvang van de affaire bij Staatssecretaris Snel duidelijk begon te worden, heeft het kabinet zijn inzet om de gedupeerde ouders recht te doen onderschreven. Voor een omschrijving van het proces verwijs ik naar mijn antwoorden op eerdere Kamervragen van de leden Kwint en Alkaya.17

12

Hoe vaak en wanneer is er (in)formeel overleg geweest tussen de regering (inclusief de belastingdienst) en de Raad van State over kinderopvangtoeslag en proportioneel terugvorderen?

Er is geen beleidsmatig overleg geweest tussen de Raad van State en het Ministerie van Financiën (inclusief de Belastingdienst/Toeslagen) over dit onderwerp. Ook vanuit het Ministerie van SZW is hierover geen contact geweest met de Afdeling bestuursrechtspraak. De Afdeling Advisering van de Raad van State heeft een formele adviesfunctie bij de totstandkoming van nieuwe of te wijzigen wetgeving en heeft vanuit dien hoofde ook over de Wet Kinderopvangtoeslag geadviseerd. Dit staat los van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State die uitspraak doet in hoger beroepszaken over onder andere de kinderopvangtoeslag.

13

Hoe vaak en wanneer is er (in)formeel overleg geweest tussen de regering (onder andere het Ministerie van Financiën, het Ministerie van SZW en de Belastingdienst) en de commissie-Donner? Kunt u per gesprek aangeven wat er besproken is?

De voormalige Staatssecretaris van Financiën heeft een aantal malen telefonisch en direct contact gehad met (leden van) de commissie, dit geldt ook voor de huidige Staatssecretaris van Financiën Toeslagen en Douane. Ook vanuit de ambtelijke top van het Ministerie van Financiën is een aantal malen gesproken met leden van de commissie. De contactpersonen voor het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst/Toeslagen hebben sinds de start van de commissie zeer veelvuldig contact gehad met het secretariaat van de commissie, en daarnaast met leden van de commissie. De inhoud van de gesprekken betrof veelal de vergaring van documenten/feiten en bijvoorbeeld nadere duiding hierover ten behoeve van het onderzoek van de commissie. Vanuit SZW heeft er op ambtelijk niveau een gesprek plaatsgevonden met een deel van de commissie om meer toelichting te geven over de werking het stelsel van de kinderopvangtoeslag. Ook heeft er een informeel gesprek plaatsgevonden tussen het secretariaat van de Adviescommissie en ambtenaren van het Ministerie van SZW. Dit om meer achtergrondinformatie te ontvangen over de kinderopvangtoeslag. Daarnaast is er per e-mail contact geweest met het secretariaat ter aanlevering van enkele documenten vanuit SZW.

14

Op basis van welk wetsartikel was proportionele terugvordering in de kinderopvangtoeslag niet mogelijk? Kunt u heel precies de juridische formulering geven?

Het recht op kinderopvangtoeslag is onder meer afhankelijk van de kosten van kinderopvang. Dit was gekoppeld aan de zinsnede «te betalen kosten» in artikel 1.5, eerste lid, Wko in combinatie met de jaarsystematiek volgens de zinsnede «voor een berekeningsjaar» in artikel 1.6, eerste lid, Wko. In jurisprudentie is betekenis toegekend aan de term «te betalen kosten» door het uit te leggen als daadwerkelijk gedane uitgaven, waardoor het vermogen van degene die de uitgave heeft gedaan wordt aangetast. Tevens is in jurisprudentie uitgewerkt dat er geen aanspraak bestond op kinderopvangtoeslag indien de vraagouder niet kan aantonen dat hij het volledige bedrag aan kosten ook daadwerkelijk heeft betaald. Indien een deel van de kosten aantoonbaar is voldaan, kon geen aanspraak worden gemaakt op een evenredig lager voorschot of lagere tegemoetkoming. Deze lezing is in de jurisprudentie meermaals onderschreven.18 Dit heeft tot schrijnende situaties bij ouders geleid die werden geconfronteerd met een nihilstelling. Zoals ik ook eerder heb aangegeven, betreur ik dat er niet eerder is gekozen voor proportioneel vaststellen.

De Afdeling oordeelde op 23 oktober 2019 dat de Wet kinderopvang zo moet worden gelezen dat de kinderopvangtoeslag proportioneel kan worden vastgesteld19 en er enige ruimte is om de terugvordering te matigen.20 De uitspraak betekende een omslag in de tot dan toe vaste rechtspraak van de Afdeling, waarmee de wettelijke kaders nu wel de ruimte bieden aan de Belastingdienst/Toeslagen om de kinderopvangtoeslag proportioneel vast te stellen. Met het Wetsvoorstel verbetering uitvoerbaarheid toeslagen21 wordt dit gecodificeerd. Een ouder heeft aanspraak op kinderopvangtoeslag op basis van de door hem of zijn partner daadwerkelijk betaalde kosten. Bij betaling van een deel van de kosten bestaat er proportioneel recht op kinderopvangtoeslag op basis van het deel dat betaald is.

15

Wanneer heeft de Belastingdienst besloten dat ze alles of niets ging terugvorderen bij de kinderopvangtoeslag?

Het geheel terugvorderen indien de eigen bijdrage niet volledig betaald was, is tot de uitspraken van de Raad van State van 23 oktober 2019 de gangbare wettelijke praktijk die meermalen door rechtbanken en Raad van State is bevestigd.

16

Op welke wijze werden ouders in 2008, 2009, 2010 geïnformeerd over het feit dat de hele toeslag teruggevorderd zou worden als zij geen eigen bijdragen betaalden? Indien dit op een website, in een folder is, kunt u daarvan dan een kopie aan de Kamer doen toekomen?

Uit die tijd zijn de gevraagde gegevens niet gevonden. Wel is de basis voor een belscript van de BelastingTelefoon uit 2012 gevonden waarbij de voorwaarden voor het recht op kinderopvangtoeslag zijn beschreven. Hierbij is over de eigen bijdrage het volgende aangegeven: «U of uw toeslagpartner betaalt de kosten voor de kinderopvang. Een deel van de kosten wordt vergoed door de kinderopvangtoeslag, het andere deel moet u daadwerkelijk zelf betalen aan de opvanginstelling.»

17

Kunt u de concept Kamerbrief die de SG van Financiën aan SZW voorlegde in juni 2020 aan de Kamer doen toekomen?

Zie het antwoord op vraag 8.

18

Welke relevante uitspraken over terugvordering van de kinderopvangtoeslag heeft de Raad van State gedaan toen de heer Pieter Hein Donner vicevoorzitter van de Raad van State was?

Op 29 november 2019 heeft uw Kamer naar aanleiding van gestelde Kamervragen een overzicht uit het systeem van de Belastingdienst/Toeslagen ontvangen van alle rechtszaken vanaf 2010 waarbij kinderopvangtoeslag een rol speelde.22 Hier zijn ook de uitspraken van de Raad van State in opgenomen uit de periode dat de heer Donner vicepresident van de Raad van State was, van februari 2012 tot en met 31 oktober 2018. De vicepresident is ingevolge de wet op de Raad van State niet betrokken bij de rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak.

19

Welke relevante documenten heeft mevrouw Jetta Klijnsma onder ogen gehad over de terugvordering van de kinderopvangtoeslag toen zij Staatssecretaris was van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2008–2020 en 2012–2017)?

Berichten voor de ministerstafvergadering worden aan beide bewindspersonen aangeboden. Hiervan kan niet worden vastgesteld of de bewindspersoon destijds kennisgenomen heeft van de inhoud. Nota’s in digidoc zijn destijds ter info ook aan de Staatssecretaris aangeboden. Net als bij ministerstafberichten kan echter niet vastgesteld worden of de bewindspersoon destijds hiervan kennisgenomen heeft. Stukken over dit onderwerp werden niet ter akkoord aan de Staatssecretaris voorgelegd. Mevrouw Klijnsma is nooit politiek verantwoordelijk geweest voor de kinderopvang als Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tijdens haar eerste periode als Staatssecretaris (2008–2010) lag het onderwerp kinderopvang bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij de formatie van het eerste kabinet Rutte is het beleidsveld kinderopvang per 14 oktober 2010 overgegaan naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tussen 2012 en 2017 (tweede kabinet Rutte) viel de kinderopvang onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

20

Klopt het dat mevrouw Jetta Klijnsma onder andere stukken 13 en 19 gelezen heeft en dus bestuurlijk medeverantwoordelijk was voor de terugvorderingen van de kinderopvangtoeslagen?

In deze periode was de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met de verantwoordelijkheid voor de kinderopvang en daarmee ook de kinderopvangtoeslag. Mevrouw Klijnsma is nooit politiek verantwoordelijk geweest voor de kinderopvang als Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

21

Hoe verstandig was het om de heer Donner (gezien zijn rol bij de Raad van State) en mevrouw Klijnsma (gezien haar bestuurlijke rol als Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid) te vragen voor de adviescommissie over CAF-11 en de toeslagen?

De heer Donner en mevrouw Klijnsma hebben geen directe verantwoordelijkheid of betrokkenheid gehad bij de uitvoering van de toeslagen. Ik heb alle vertrouwen dat de Adviescommissie een onafhankelijk en onderbouwd advies heeft geformuleerd. De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane en ik zijn de Adviescommissie zeer erkentelijk voor al hun inspanningen en de zorgvuldigheid van hun onderzoek.

22

Hoeveel WOB-verzoeken heeft het Ministerie van Sociale Zeken en Werkgelegenheid gekregen over de kinderopvangtoeslag en toeslagenaffaire, en hoe is geoordeeld over het verstrekken van stukken?

In maart 2020 is een tweetal Wob-verzoeken over het onderwerp kinderopvangtoeslag ingediend. Deze verzoeken zien – kortgezegd – op alle documenten over voorstellen om de invordering van kinderopvangtoeslag te beperken tot de eigen bijdrage. Op 12 maart jl. heeft de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane beslist op een Wob-verzoek (Kamerstuk 31 066, nr. 611). Een deel van deze documenten is afkomstig van, of gedeeld met, mijn ministerie. Voor deze documenten heb ik verwezen naar het voornoemde Wob-besluit (en voor zover nodig naar het besluit van 15 april 2020, 31 066, nr. 626). In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 maart jl. is verzocht om alle relevante informatie vanaf 2014 rondom de betrokkenheid van SZW bij de toeslagenaffaire te ontvangen. De twee Wob-verzoeken zagen ook op deze informatie. Op 12 maart jl. bent u geïnformeerd over de documenten die zijn aangetroffen. De inhoud van deze documenten is beschreven in de brief van 12 maart jl. (kenmerk 2020–0000038105). Bij brief (kenmerk 2020–0000048867) van 28 april jl. is een afschrift van deze documenten aan de Tweede Kamer gestuurd. De Wob-verzoeken vallen hierdoor niet (langer) onder de reikwijdte van de Wob. De voornoemde documenten zijn immers op 28 april 2020 openbaar geworden en daarmee voor een ieder toegankelijk. Op reeds openbare informatie is de Wob niet van toepassing.

23

Wie heeft de opdracht verleend aan een actieve PvdA-politicus om dit onderzoek te leiden?

Ik heb u op 8 en 17 juni 2020 nader geïnformeerd over de opzet van het onderzoek (Kamerstuk 31 066, nrs. 659 en 664). In mijn brief heb ik aangegeven dat – om de onafhankelijkheid van de zoektocht naar documenten te waarborgen – een projectleider van ABD interim- de zoektocht zal leiden. De opdrachtgever is de secretaris-generaal van SZW.

24

Waarom gaat het onderzoek alleen over besluitvormende documenten? Wie heeft de zoekopdracht versmald?

De zoektocht is niet versmald. In mijn brieven van 8 en 17 juni 2020 staat: «Het resultaat van het onderzoek is een overzicht van de in de informatiesystemen aangetroffen stukken die zien op de besluitvorming en formele informatievoorziening aan de bewindslieden en/of Tweede Kamer ten aanzien van (het standpunt van) SZW inzake de kinderopvangtoeslag.» Dit resultaat heeft uw Kamer op 31 augustus ontvangen.23

25

Klopt het, zoals het rapport in de managementsamenvatting stelt, dat de Minister en staatssecretarissen op de hoogte waren van de problematiek?

Uit het rapport valt op te maken dat de bewindspersonen van SZW geïnformeerd zijn over de problematiek van de (hoge) terugvorderingen. Hierover is meermaals met uw Kamer over gesproken, zoals ook blijkt uit het antwoord op vraag 5. De problematiek rondom de terugvorderingen vormde dan ook een onderdeel van de motivering voor het beoogde nieuwe stelsel van directe financiering. Ook hierover is op meerdere momenten met uw Kamer gesproken.

26

Zijn er stukken aangetroffen die gaan over het project CAF en bijvoorbeeld ook KEF (kwaliteitsbevordering en fraudebestrijding) – deze projecten gaan namelijk ook over handhaving? Kunnen die stukken openbaar worden gemaakt?

De voor deze zoekopdracht relevante stukken heeft uw Kamer ontvangen op 31 augustus 2020. Andere stukken die zien op de ministeriële commissie Aanpak Fraude, voor zover deze een relatie hebben met of van invloed kunnen zijn op de kinderopvangtoeslag zijn verstrekt aan de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag, evenals stukken die zien op (de aanloop naar) het onderzoek van de Nationale ombudsman dat heeft geleid tot het rapport «Geen powerplay, maar fair play» in 2017 en de opvolging daarvan. Zij worden in die hoedanigheid met uw Kamer gedeeld. Door de documenten te delen met de ondervragingscommissie betracht ik een zorgvuldige doch transparante werkwijze.

27

Klopt het dat het ministerie geen digitaal archief heeft over de jaren voor 2012?

Ja, dat klopt. Vanaf de (stapsgewijze) ingebruikname van het digitale documentmanagementsysteem Digidoc in 2012/2013 is SZW gestart met de vorming van een digitaal archief waarin de documenten fulltext in digitale dossiers worden beheerd. Documenten en dossiers van voor deze overgang worden enkel beheerd in een fysiek (papieren) archief.

28

Wie heeft besloten tot het inperken van de zoekperiode?

De zoekperiode is niet ingeperkt. In mijn brieven van 8 juni en 17 juni 2020 schrijf ik uw Kamer dat de zoektocht in beginsel gericht zal zijn op de periode van oktober 2012 tot eind oktober 2019. Zie ook het antwoord op vraag 6.

29

Is in het niet gedigitaliseerde archief gezocht naar documenten? Kan dit nog gebeuren?

Er is niet gezocht in het papieren archief. Op pagina 27 van het eindrapport geeft het projectteam aan dat uit de zoektocht geen aanwijzingen naar voren kwamen naar in het papieren archief opgeslagen documenten.

30

Waarom is de zoekperiode beperkt tot de periode die onderzocht is?

Zie de antwoorden op vragen 6 en 28.

31

Waarom is de opdracht beperkt tot het betalen van eigen bijdrage en het recht op kinderopvangtoeslag?

Het lid Kwint (SP) heeft begin dit jaar gevraagd om nadere informatie over de omgang van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met de signalen van de Belastingdienst/Toeslagen over de eigen bijdrage voor de kinderopvang. Dit betreft signalen over het volledig terugvorderen van de kinderopvangtoeslag indien ouders de eigen bijdrage niet volledig hebben betaald.

In de kamerbrief van 4 februari 202024 hebben de bewindspersonen van Financiën, mede namens mij, zoals toegezegd was aan het lid Van Weyenberg een beschrijving gegeven van hoe wij zijn omgegaan met signalen vanuit de Belastingdienst/Toeslagen over de eigen bijdrage en proportioneel terugvorderen. In mijn kamerbrief van 12 maart 202025 kondig ik een nadere zoektocht aan naar documenten hierover. In mijn brieven van 8 en 17 juni 2020 heb ik uw Kamer nader geïnformeerd over de opzet van die zoektocht.

32

Zijn er in het onderzoek presentaties van CAF-onderzoeken gevonden?

Hiervoor verwijs ik naar de brief van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen & Douane van 14 oktober jl. De voor deze zoekopdracht relevante stukken heeft uw Kamer ontvangen op 31 augustus 2020. Daar zitten geen presentaties over CAF-onderzoeken tussen.

33

Kan er een inventarislijst komen van de naar boven gekomen 2.367 documenten en 1.859 e-mails?

Het projectteam heeft gericht gezocht in digidoc, netwerkschijven, mailboxen en het archiefsysteem. De gebruikte zoektermen (bijlage 2) hebben 4.226 documenten opgeleverd.

Dat een woord uit de zoektermenlijst voorkomt in een document, betekent nog niet dat het relevant is voor het informatieonderzoek. Bijvoorbeeld documenten waar gesproken wordt over «vangnet» of «Weten is nog geen doen». In bijlage 2 bij het rapport is de volledige lijst met zoektermen opgenomen. Alle treffers zijn afzonderlijk door het projectteam beoordeeld op relevantie voor de onderzoeksvraag: besluitvormende documenten in de periode oktober 2012–2019 die handelen over de problematiek van het terugvorderen van kinderopvangtoeslag wanneer ouders niet de (volledige) eigen bijdrage hebben betaald.

Een groot deel van de documenten viel na deze boordeling af (de «valse positieven»). Bijvoorbeeld omdat het document een aanpalend beleidsdoel betreft, meerdere keren in het systeem voorkomt of geen nieuwe informatie bevat. De ADR heeft voor de verificatie van het informatieonderzoek toegang tot alle documenten van het projectteam en de log van Doc-Direkt met de overzichten. De relevante documenten zijn opgenomen in de rapportage. Zoals ik in mijn brief van 17 juni en 30 augustus 2020 heb aangegeven, ontvangt u de resultaten van de verificatie op een later moment. Naar verwachting is dit eind oktober.

34

Waarom is de lijst met documenten die de commissie Donner heeft gekregen zo klein in vergelijking met wat er met deze opdracht is gevonden, te weten 9 van de 35 relevant beoordeelde stukken?

Voor de Adviescommissie uitvoering toeslagen is gezocht binnen een kortere periode, omdat de focus lag op de periode rond 2014–2015. De vraag van de Adviescommissie en de reactie van het ministerie zijn opgenomen in de rapportage (document 16b). De conclusie van deze zoektocht komt overeen met die van de rapportage. De stukken die later gevonden zijn naar aanleiding van vragen aan het ministerie en berichtgeving van het journalistieke collectief Follow the Money zijn met de Adviescommissie gedeeld en later ook met uw Kamer.26 Deze stukken ondersteunen het eerder geschetste beeld. Ik ben onderhavig onderzoek gestart om het beeld zo volledig mogelijk te maken. In deze zoektocht is gericht gezocht in miljoenen documenten opgeslagen in de informatiesystemen van SZW. Dit betreft digidoc, netwerkschijven, mailboxen en het archiefsysteem. Daarmee is het een zeer omvangrijk onderzoek. Dat heeft de aanvullende stukken opgeleverd die zijn opgenomen in de rapportage.

35

Is er serieus gezocht toen de Commissie Donner om informatie vroeg?

Er is binnen het ministerie serieus gezocht om de vragen van de Adviescommissie uitvoering toeslagen te kunnen beantwoorden. De reactie richting de Adviescommissie is opgenomen in de rapportage (document 16b). De conclusie van deze zoektocht komt overeen met die van de rapportage. Informatie die na dit verzoek is gevonden naar aanleiding van vragen aan het ministerie en berichtgeving van het journalistieke collectief Follow the Money, is ook direct met de Adviescommissie gedeeld.

36

Wie heeft de geleverde lijst met documenten aan de commissie Donner geaccordeerd?

Mijn voorganger heeft de lijst met documenten geaccordeerd. Het overzicht en de stukken die met de Adviescommissie uitvoering toeslagen zijn gedeeld, zijn ook met uw Kamer gedeeld.27

37

Hoe vaak is er gevraagd naar andere documenten die nu wel zijn opgedoken?

Zie het antwoord op vraag 22.

38

Klopt het dat in oktober en december 2012 de toenmalig Staatssecretaris van Financiën de heer Weekers varianten voorgelegd kreeg om de terugvordering minder drastisch te maken? Klopt het dat die terugvordering echter begon in 2010? Hoe zijn de bewindspersonen toentertijd geïnformeerd over die vele terugvorderingen?

Dit blijkt uit documenten 3 en 4 uit de set met documenten die eerder openbaar zijn gemaakt. Het besluit om de terugvorderingen in de Appelbloesem-zaak te starten is genomen in 2013 (zie het antwoord op vraag 15). De zoekperiode richt zich op de periode van oktober 2012 tot eind 2019, zoals ik in mijn brieven van 8 juni en 17 juni 2020 uw Kamer heb toegelicht.

39

Hoe kan een standpuntbepaling van een Minister niet gevonden worden (bericht 15)?

Dit onderzoek betreft een documentenonderzoek. Alle geraadpleegde bronnen staan in het eindrapport. In die bronnen is de standpuntbepaling waarnaar wordt verwezen in document 4 niet aangetroffen.

40

Waar is gezocht naar de eerder ingenomen standpuntbepaling?

Zie antwoord 39.

41

Is de voorgestelde exportmeeting in het ARO, regulier afstemmingsoverleg tussen SZW en de Belastingdienst, van 1 juli 2013 doorgegaan? Is daar een verslag van?

Het specifieke verslag waarnaar u vraagt, treft u aan als bijlage bij deze antwoorden28. Er heeft op 21 november 2014 een gezamenlijke expertmeeting plaatsgevonden. Hier is onder andere gesproken over de juridische aspecten en wenselijkheid. In een memo aan de DG is in het kader van deze meeting gerefereerd aan het bieden van gratis kinderopvang en het signaal van de Belastingdienst/Toeslagen dat de verplichte eigen bijdrage te knellend is voor de uitvoering. Dit zijn onderwerpen die ook in de weekrapportage (document 8) zijn voorgesteld. Een terugkoppeling van deze expertmeeting is in de rapportage opgenomen (document 13).

42

Waren zij ook geïnformeerd over de disproportionaliteit, ergo hebben zij de rekenvoorbeelden gezien die in document 12c staan van bijlage 4?

Ja. Het gaat hier om de desbetreffende expertmeeting.

43

Heeft de Minister niet gevraagd naar de beloofde uitwerking omtrent de proportionaliteit en onwetendheid? Is hier ambtelijk nog navraag naar gedaan?

Dit is niet uit de gevonden stukken in het onderzoek gebleken.

44

Is de Belastingdienst en/of het Ministerie van Financiën geïnformeerd over het niet afronden van de verkenning om iets te doen aan de proportionaliteit en onwetendheid, zoals was afgesproken bij de expertmeeting en gemeld in de ministerstaf van 8 december 2014?

De laatste versie van de nota waarmee de Staatssecretaris van SZW op de hoogte zou worden gebracht is van 8 april 2015 (document 15). Daarna heeft de Staatssecretaris van Financiën twee maal uw Kamer geïnformeerd over de zaak de Parel. Dit was voor SZW aanleiding voor een bericht ten behoeve van de ministerstaf waarin staat dat het matigen van een terugvordering geen prioriteit meer was voor de Staatssecretaris van Financiën. De overtredingen waren namelijk meer divers dan alleen het niet betalen van de eigen bijdrage (document 19). Over de interne besluitvorming binnen het Ministerie van Financiën zijn hierover geen documenten aangetroffen.

45

Hoe ziet de slachtofferregeling van de Belastingdienst eruit waarover wordt gesproken in de conceptnota van 18 februari 2015?

Voor slachtoffers van identiteitsfraude is een proces ingericht. Iemand die van mening is slachtoffer te zijn geworden van identiteitsfraude kan zich melden bij een centrale postbus van Toeslagen.29 De melding wordt onderzocht. Vervolgens wordt de burger op de hoogte gebracht of hij wordt aangemerkt als slachtoffer. Indien de burger is aangemerkt als slachtoffer hoeft hij ten onrechte uitgekeerde toeslagen niet terug te betalen.

46

Wie heeft, namens de directeur, gevraagd om de niet afgeronde nota te archiveren?

Dit was een medewerker die bezig was met archiveren.

47

Welk besluit werd in het ARO van april 2015 genomen? Is er een verslag van dit overleg?

In het ARO van april 2015 is geen besluit genomen omtrent de eigen bijdrage of proportioneel vaststellen. Het specifieke verslag waarnaar u vraagt, treft u aan als bijlage bij deze antwoorden28.

48

Wie heeft besloten om de kerstnota en de spreekschets niet de Minister te laten bereiken?

De rapportage geeft een reconstructie van de voortgang van de «kerstnota». Er is in de documenten niet terug te vinden wie besloten heeft om het werk aan deze nota te beëindigen. In oktober 2015 heeft een medewerker die bezig was met archiveren gevraagd deze nota te archiveren. De spreekschets over de eigen bijdrage en de problematiek van de terugvorderingen voor het AO van 5 februari 2015 maakte geen deel uit van het pakket dat naar de Minister is gegaan. Ook hiervan valt uit de documenten niet te achterhalen wie dit besloten heeft.

49

Hoeveel ouders van De Parel zijn er veroordeeld voor fraude, omdat het ministerie betoogt dat de ouders ook fraudeerden?

In de casus van De Parel zijn geen ouders strafrechtelijk vervolgd en er zijn ook geen vergrijpboetes aan ouders opgelegd.

50

Is het mogelijk de brief die de DG van de Belastingdienst, inclusief bijlagen, van 2 maart 2018 openbaar te maken?

De relevante passages uit deze brief zijn beschreven in de rapportage. De bijhorende appreciatie van SZW is toegevoegd aan de bijlagen (document 22). De brief treft u aan als bijlage bij deze antwoorden28.

51

Waarom hield het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een proportionele afhandeling voor ouders met toeslagenschuld tegen?

Dit is niet het geval, zie het antwoord op vraag 11.

52

Waarom is er bij de beoordeling van gedupeerde ouders altijd uitgegaan van dat ze toch fraudeurs waren?

In de uitvoering van de kinderopvangtoeslag is veel fout gegaan. Wat de gedupeerde ouders als gevolg hiervan is overkomen, had nooit mogen gebeuren. Ik heb eerder aangegeven het te betreuren dat in de afgelopen jaren de signalen op de achtergrond zijn geraakt doordat fraudezaken in de actualiteit stonden en het bestrijden van fraude op dat moment voorrang kreeg. De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen & Douane en ik werken nauw samen om gedupeerde ouders zo snel mogelijk recht te doen.

53

Waarom heeft de SG van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zo fors inhoudelijk ingegrepen in de Kamerbrief van een ander ministerie?

Zie het antwoord op vraag 11.

54

Gebeurt het vaker dat de SG van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Kamerbrieven aanpast?

Het Ministerie van Financiën en het Ministerie van SZW werken samen aan een compensatieregeling. Daarbij hoort dat er onderling wordt afgestemd en dat er onderling zo nu en dan gediscussieerd wordt over de vormgeving. Dat is onderdeel van een zorgvuldig ambtelijk proces van voorbereiding van besluitvorming, waarbij verscheidene ambtenaren een rol hebben. Het voorbereiden van annotaties, adviseren over beleid en het becommentariëren van concepten is daar onderdeel van. Uiteindelijk ben ik het die met uw Kamer correspondeert.

55

Op welke document was document 25 in bijlage 4 een reactie op? Kan dit document openbaar gemaakt worden?

De mail (document 25 uit het rapport) ziet op de afstemming over de Kamerbrief van 11 juni 2019.32 Zie ook het antwoord op vraag 8.

X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 100.

X Noot
2

Kamerstuk 31 322, nr. 140.

X Noot
3

Kamerstuk 31 322, nr. 106.

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 109.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 1315

X Noot
6

Kamerstuk 31 322, nr. 223.

X Noot
7

Handelingen II 2013/14, nr, 41, item 6.

X Noot
8

Kamerstuk 31 066, nr. 208.

X Noot
9

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2527

X Noot
10

Kamerstuk 31 066, nr. 222.

X Noot
11

Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 278

X Noot
12

Zie bijlage tijdschema, Kamerstuk 31 066, nr. 549

X Noot
13

Kamerstuk 31 066, nr. 659.

X Noot
14

Kamerstuk 31 066, nr. 664.

X Noot
15

Kamerstuk 31 066, nr. 639.

X Noot
16

Uitspraak Raad van State 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3535

X Noot
17

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3907

X Noot
18

Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RVS:2013:2006, ECLI:NL:RVS:2014:1114, ECLI:NL:RVS:2011:BQ8833, ECLI:NL:RVS:2018:864.

X Noot
19

Uitspraak Raad van State 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3535.

X Noot
20

Uitspraak Raad van State 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3536.

X Noot
21

Kamerstuk 35 574, nr. 2.

X Noot
22

Kamerstuk 31 066, nr. 549. Bijlage Uitspraken kinderopvangtoeslag vanaf 1-1-2010.

X Noot
23

Kamerstuk 31 066, nr. 695.

X Noot
24

Kamerstuk 31 066, nr. 596.

X Noot
25

Kamerstuk 31 066, nr. 612.

X Noot
26

Kamerstuk 31 066, nr. 626.

X Noot
27

Kamerstuk 31 066, nr. 626

X Noot
28

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
32

Kamerstuk 31 066, nr. 490

Naar boven