31 066 Belastingdienst

Nr. 596 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2020

Woensdag 29 januari jl. is de nieuwe Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane geïnstalleerd. Met deze brief schetsen wij, bij wijze van overdracht, de stand van zaken rondom een aantal ontwikkelingen in het dossier CAF Toeslagen, mede naar aanleiding van het debat van 21 januari jl. Achtereenvolgens komen aan de orde; de ouderbijeenkomst van 20 januari jl. (zie bijlage 1)1, een nieuwe toezegging rondom de «pauzeknop» aan ouders die zich als gedupeerden hebben gemeld, de omgang met de signalen met betrekking tot fraude(aanpak) richting het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het onderzoek van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed naar de dossiervorming bij de Belastingdienst/Toeslagen en de reactie op vragen van de Nationale ombudsman rondom rappelleren (zie bijlage 2 en 3)2. Tevens treft u de antwoorden op de vragen van het lid Leijten (SP) over het bericht dat het nog zeker een jaar gaat duren tot de toeslagenaffaire is opgelost (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1568) en van het lid Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen) over de samenwerking van het Ministerie van Financiën met kinderopvangbranchevereniging BOinK (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1569). Abusievelijk ontbrak bij de verzending van de kamerbrief van vrijdag 24 januari jl. «Stand van zaken van een aantal moties en toezeggingen» (Kamerstuk 31 066, nr. 594), de bijlage met de reactie op de gestelde vragen naar aanleiding van de brief van 31 oktober 2019 met de reactie van de voormalige Staatssecretaris van Financiën op de motie van het lid Omtzigt c.s. over de richtlijnen voor bescherming van klokkenluiders volledig implementeren. Deze reactie sturen wij u bij deze brief alsnog toe (zie Kamerstuk 31 066, nr. 597).

Ouderbijeenkomst 20 januari 2020

Bij de ouderbijeenkomst hebben de Minister-President en de Minister van Financiën in openhartige gesprekken vele ouders ontmoet die zich als gedupeerden gemeld hebben. De Staatssecretaris van Financiën is inmiddels ook bij een aantal ouders langs geweest en heeft hun soms schrijnende verhalen gehoord. Voor ons waren deze gesprekken zeer waardevol en we zijn de ouders dankbaar dat ze hun verhalen wilden delen. Zoals toegezegd bij de ouderbijeenkomst op 20 januari ontvangen deze ouders een brief met het verslag van de bijeenkomst. Deze treft u aan in bijlage 1.

Nieuwe toezegging aan ouders die zich als gedupeerden gemeld hebben inzake dwanginvordering

Tijdens de ouderbijeenkomst in de Broodfabriek op 20 januari jl. werden verschillende vragen gesteld over de dwanginvordering. De «pauzeknop» die de voormalige Staatssecretaris van Financiën op 4 november 2019 had toegezegd (Kamerstuk 35 302, nr. 68) geldt alleen voor bepaalde groepen, namelijk voor ouders die betrokken zijn geweest bij een CAF-zaak en voor toeslaggerechtigden die in het verleden een opzet/grove schuldkwalificatie hebben gekregen en derhalve niet in aanmerking kwamen voor een betalingsregeling. Dit bleek voor verwarring te zorgen; enkele ouders die buiten die groepen vielen waren in de veronderstelling dat bij hen ook de dwanginvordering was gepauzeerd. Bovendien gaven zij aan behoefte te hebben aan een pauzeknop. We hebben daarom besloten om aan ouders met een kinderopvangtoeslagschuld die problematisch is en die zich hebben gemeld of nog melden bij het inmiddels opgerichte «Serviceteam gedupeerden Kinderopvangtoeslag» van de Belastingdienst en die van mening zijn dat zij in een vergelijkbare situatie verkeren als de CAF-ouders, eenzelfde toezegging te doen als de CAF-ouders hebben gekregen. Dit houdt in dat de Belastingdienst voor schulden van deze ouders voorlopig geen nieuwe dwanginvorderingsmaatregelen neemt, zoals een loonbeslag, verrekening en inbeslagname van een auto. Lopende dwanginvorderingsmaatregelen zullen worden opgeschort en lopende betalingsregelingen, die door verrekening met toeslagvoorschotten worden voldaan, worden gepauzeerd. Hiermee scheppen we duidelijkheid voor deze ouders en werken we aan het herstellen van het vertrouwen. De betrokken ouders worden per brief in de gelegenheid gesteld om lopende betalingsregelingen te laten doorlopen. Gedurende de pauze zal geen invorderingsrente in rekening worden gebracht. Van belang hierbij is dat deze pauzeknop niet voor iedere ouder een adequate oplossing biedt. Zo kan pauzering van de invordering in individuele gevallen juist leiden tot stapeling van schulden omdat er gedurende een bepaalde periode niets wordt afgelost. Bovendien is het niet zeker dat deze ouders in aanmerking komen voor compensatie of vermindering van hun toeslagschuld; de pauzering is in die gevallen slechts tijdelijk en de inning zal weer worden hervat. Het Serviceteam gedupeerden Kinderopvangtoeslag zal de betrokken ouders informeren over de voor- en nadelen van de pauzeknop. Inmiddels is de Belastingdienst voor degenen die zich al hebben gemeld gestart met de uitvoering van bovenstaande toezeggingen. Het effect hiervan zal niet in alle gevallen direct zichtbaar zijn. Afhankelijk van de invorderingsmaatregel betekent dit bijvoorbeeld een ingreep in de automatisering (in het geval van verrekenen) of contact met een derde (in het geval van loonbeslag). Met de ouders die tijdens de ouderbijeenkomst hebben aangegeven teruggebeld te willen worden en die kampen met toeslagschulden is inmiddels contact gezocht en is in overleg met deze circa 20 ouders de pauzering in gang gezet.

Ook de overige ouders die zich al gemeld hebben hoeven dat niet nogmaals te doen. Zij ontvangen binnenkort een brief waarin zij nader geïnformeerd worden over hun situatie. Het is moeilijk in te schatten hoeveel ouders zich verder zullen melden. De Belastingdienst kan namelijk niet zonder nadere informatie van de ouder beoordelen of deze in aanmerking komt voor de toezegging. De voorwaarden zijn immers dat er sprake is van een situatie die vergelijkbaar is met die van de CAF-ouders en van een problematische kinderopvangtoeslagschuld. De toezegging zal ook worden vermeld op de site van de Belastingdienst (onder Serviceteam gedupeerden Kinderopvangtoeslag) en geldt in ieder geval totdat de kabinetsreactie op het eindrapport van de commissie-Donner en het rapport van de ADR is gepubliceerd. In de kabinetsreactie zal u ook geïnformeerd worden over de (eventuele) voortzetting van de pauzeknop. Daarna zal het zeker nog de nodige tijd vergen voordat alle dossiers individueel zijn beoordeeld.

Omgang signalen door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tijdens het debat van 21 januari jl. is aan het lid Van Weyenberg toegezegd om samen met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uw Kamer te informeren over hoe de signalen rondom de problemen met de kinderopvangtoeslag, en specifiek CAF-11, zijn opgepakt (Handelingen II 2019/20, nr. 43, Debat over de gepresenteerde plannen voor de reorganisatie van de belastingdienst). Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid willen we allereerst benadrukken dat de problemen als gevolg van de complexiteit rond de kinderopvangtoeslag en de problematiek met betrekking tot CAF-11 verschillend van aard zijn. We gaan hieronder afzonderlijk op in. De kinderopvangtoeslag, en het toeslagenstelsel in den brede, zijn de afgelopen jaren een aantal keren tegen het licht gehouden waarbij is beoogd verbeteringen en vereenvoudigingen voor ouders door te voeren. Een gesprek dat ook in uw Kamer is en wordt gevoerd. In 2014 is het toenmalige kabinet gestart met het traject directe financiering kinderopvang. Dit traject was mede om te onderzoeken of de financiering van kinderopvang anders en eenvoudiger kan. In 2018 is na grondige afweging tussen de staatssecretarissen van SZW, Financiën en de Minister van OCW besloten het traject voor een nieuw financieringssysteem te beëindigen en verbeteringen aan te brengen in het huidige stelsel. Hier is uw Kamer eerder over geïnformeerd.3 Het verbetertraject kinderopvangtoeslag, waarin de Belastingdienst en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezamenlijk optrekken, brengt sindsdien concrete verbeteringen voor ouders aan om hoge terugvorderingen als gevolg van de kinderopvangtoeslag te verminderen.

Een specifiek onderdeel van de kinderopvangtoeslag waarover eerder contact is geweest tussen het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betreft de betaling van de eigen bijdrage en proportioneel vaststellen. Er is voor zover we hebben kunnen nagaan naar aanleiding van twee situaties contact geweest tussen het Ministerie van Financiën en het beleidsverantwoordelijke Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een wijziging van het beleid rondom terugvorderen van eigen bijdragen Kinderopvangtoeslag.4 Allereerst is eind 2012 naar aanleiding van de casus «Appelbloesem» en mede naar aanleiding van signalen vanuit Belastingdienst/Toeslagen gesproken over dit vraagstuk. Echter kort daarna volgde een voor de toeslaggerechtigde ongunstige uitspraak van de Raad van State op 19 december 2012. Er is hierna in lijn met de uitspraak geen verder gevolg gegeven.5 Hoewel de casus vóór CAF heeft gespeeld, is zekerheidshalve de interne correspondentie over de casus van zowel het Ministerie van Financiën als het Ministerie van SZW hierover verstrekt aan de Adviescommissie uitvoering toeslagen.Vervolgens is eind 2014 het signaal vanuit Belastingdienst/Toeslagen gekomen dat het geheel terugvorderen van de kinderopvangtoeslag als een deel van de eigen bijdrage niet was betaald een harde ingreep was. Dit is toen door ambtenaren van het Ministerie van Financiën in samenwerking met ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besproken. Hier is daarna door de actualiteiten, zoals fraudezaken «de Parel» in 2015, geen gevolg aan gegeven waardoor dit signaal op de achtergrond is geraakt. Dit betreuren we zeer. In deze periode lag de focus op fraudebestrijding, zoals ook de Adviescommissie uitvoering toeslagen in haar eerste deelrapport beschrijft. Recent hebben het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Financiën in lijn met de uitspraak van de Raad van State en het eerste deelrapport van de Adviescommissie uitvoering toeslagen een beleidsregel inzake proportioneel vaststellen ingevoerd.

De problematiek die ontstond in de uitvoering rondom CAF is in eerste instantie besproken binnen het Ministerie van Financiën welke verantwoordelijk is voor het toeslagenstelsel. Vanaf eind 2018 is met het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid gesproken over de CAF 11-problematiek. In de periode daarna is de omvang van de problematiek duidelijker geworden.

Afgelopen tijd is actie gezet op het dichter bij elkaar brengen van uitvoering en beleid. Wij willen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de problemen tot het verleden behoren. De samenwerking tussen de toeslagdepartementen (de opdrachtgevers), het directoraat generaal Toeslagen (opdrachtnemer) en het Ministerie van Financiën (de eigenaar) wordt geïntensiveerd en de randvoorwaarden voor deze rollen nader ingevuld. Tevens werken we nauw samen in onder meer het IBO om tot een beter stelsel te komen.

Onderzoek Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed

Zoals in de Kamerbrief van 17 januari jl. aan uw Kamer is gemeld, is tijdens het proces van het samenstellen van de eerste ouderdossiers al gebleken dat de dossiers op onderdelen onvolledig zijn.6 Ook bij de registratie van ouders die zich melden bij de Belastingdienst en vanuit de media komen signalen dat de systemen bij Belastingdienst/Toeslagen geen volledig beeld geven van een dossier. In de brief van 17 januari is aangekondigd een onafhankelijke instantie onderzoek te laten doen. Daarbij is aangegeven dat we met de Auditdienst Rijk (ADR) in gesprek zijn of dan wel de ADR dan wel een andere instantie de aangewezen autoriteit is om dit te onderzoeken. Mede naar aanleiding van deze Kamerbrief heeft de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed (hierna: Inspectie O&E) aangegeven zich op de hoogte te willen stellen van de archivering van informatie in het proces van de toeslagen kinderopvang bij de Belastingdienst. De Inspectie O&E houdt toezicht op de naleving van de Archiefwet 1995 bij de centrale overheid. De beoogde reikwijdte van het aangekondigde onderzoek wordt op korte termijn met de Inspectie O&E besproken. Bij dit gesprek wordt, conform de toezegging aan de heer Omtzigt tijdens het debat van 21 januari jl., ook de mogelijkheid van een rol van de Rijksarchivaris besproken.

Reactie op vragen Nationale ombudsman rappelleren Belastingdienst/Toeslagen

Bij brief van 18 december jl. heeft de voormalige Staatssecretaris u geïnformeerd over de nadere vragen van de Nationale ombudsman en toegezegd u een afschrift van de reactie te sturen.7 In bijlage 2 en 3 treft u de vragen van de Nationale ombudsman en de reactie daarop.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 31 322, nr. 361.

X Noot
4

Zie hiervoor ook de brief van 15 november jl., Kamerstuk 31 066, nr. 538.

X Noot
5

Uitspraak ECLI:NL: 2012:BY6772: Gastouderbureau heeft ouders verkeerd geïnformeerd over de verplichte eigen bijdrage. Familieleden werden ingezet als gastouder en de eigen bijdrage werd vervolgens teruggegeven aan de ouders. De Raad van State concludeert dat de teruggave officieel had moeten worden vastgelegd en dat de Belastingdienst om die reden de toegekende kinderopvangtoeslag mag terugvorderen bij de ouders.

X Noot
6

Kamerstuk 31 066, nr. 579.

X Noot
7

Kamerstuk 31 066, nr. 568.

Naar boven