21 501-20 Europese Raad

Nr. 1977 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2023

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan van de EU Westelijke Balkan Top en Europese Raad van 13, 14 en 15 december 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EU-WESTELIJKE BALKAN TOP EN EUROPESE RAAD VAN 13, 14 EN 15 DECEMBER 2023

Op donderdag 14 en vrijdag 15 december aanstaande vindt de Europese Raad (ER) plaats in Brussel. Op de agenda van de ER staan de Russische agressie jegens Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten, uitbreiding, het meerjarig financieel kader van 2021 tot en met 2027, veiligheid en defensie, migratie en de strategische agenda van 2024 tot en met 2029. Voorafgaand aan de ER komen de regeringsleiders en staatshoofden van de EU en Westelijke Balkanlanden op woensdag 13 december samen voor een EU-Westelijke Balkan Top. De Minister-President is voornemens deel te nemen aan zowel de EU-Westelijke Balkan Top als de ER.

Europese Raad

Russische agressie jegens Oekraïne

De ER zal spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne. De inzet van het kabinet blijft gericht op het uitoefenen van druk op Rusland en het bieden van steun aan Oekraïne, zowel bilateraal als met internationale partners. Voor 2024 heeft het kabinet ruim 2,2 miljard euro gereserveerd voor deze steun, onder andere voor militaire steun, herstel en wederopbouw en op het gebied van accountability voor Oekraïne.1 Het kabinet zal tijdens de ER het belang van gerechtigheid voor oorlogsmisdrijven in Oekraïne benadrukken. Ook het belang van financiële en humanitaire steun voor Oekraïne, zeker met het oog op de aanhoudende Russische aanvallen op water- en energie infrastructuur, zal worden onderstreept.

Financiële steun en wederopbouw

Het kabinet zet in op blijvende solidariteit met Oekraïne en zal pleiten voor een tijdig akkoord op een pakket van substantiële economische en financiële steun aan Oekraïne via de Oekraïne Faciliteit (zie ook Meerjarig Financieel Kader).2 Deze steun is noodzakelijk om essentiële publieke dienstverlening in Oekraïne op peil te houden en om de veiligheid en het functioneren van de Oekraïense staat te garanderen.

Militaire steun en veiligheidsarrangementen

Nederland heeft, net als de meeste EU lidstaten, een veiligheidsarrangement aan Oekraïne toegezegd.3 De eerste inhoudelijke consultaties met Oekraïne zijn gestart op 28 oktober jl.4 Ook de EU heeft de verklaring over veiligheidsarrangementen ondertekend en zal de steun aan Oekraïne voortzetten. Kernelementen hiervan zijn de EU Military Assistance Mission (EUMAM), het versterken van de defensie-industrie en meerjarige militaire steun via de Europese Vredesfaciliteit (EPF).

De Hoge Vertegenwoordiger (HV) Borrell heeft voorgesteld om binnen de EPF een aparte envelop voor Oekraïne te creëren: een Ukraine Assistance Fund (UAF).5 Mogelijk zal er tijdens deze ER besluitvorming plaatsvinden over dit fonds. Op het moment van schrijven beweegt de consensus richting een aanpak waarbij per jaar bezien wordt hoeveel middelen er nodig zijn voor het UAF. Het kabinet steunt deze aanpak en benadrukt dat de huidige steun aan Oekraïne een sterk signaal aan Rusland, Oekraïne en partners is. In dit kader heeft het kabinet binnen de totale reservering van 2,5 miljard euro een bedrag van 300,9 miljoen euro gereserveerd voor de Nederlandse bijdrage in 2024.6 Tot op heden ontvangt Nederland een substantieel deel van de EPF bijdrage voor Oekraïne terug via declaraties voor bilateraal geleverde steun.

Sancties

Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten om de druk op Rusland verder te verhogen door middel van aanvullende sancties. Het kabinet zal pleiten voor een snelle aanname van het 12de sanctiepakket tegen Rusland.

Situatie in het Midden-Oosten

De ER zal spreken over de actuele ontwikkelingen in het conflict tussen Israël en Hamas. Deze discussie zal voortbouwen op de bespreking van de situatie in het Midden-Oosten tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 11 december aanstaande.7 Naar verwachting zal er onder andere aandacht zijn voor de zeer ernstige humanitaire situatie, het Israëlisch militair optreden in Gaza, de dreiging die nog steeds van Hamas uitgaat, de overeenkomst over het vrijlaten van Israëlische gegijzelden en Palestijnse gevangenen, het voortdurende risico op regionale escalatie en de uitgangspunten voor een politieke oplossing voor het conflict.

De EU is eensgezind over het recht van Israël op zelfverdediging in lijn met internationaal recht en internationaal humanitair recht, alsook over het belang van snelle, veilige en ongehinderde humanitaire toegang en hulp.8 Nederland blijft zijn goede contacten met Israël, de Palestijnse Autoriteit en landen in de regio en daarbuiten ten volle inzetten.9

Uitbreiding

Daarnaast zal de ER spreken over het jaarlijkse uitbreidingspakket van de Commissie. Hierin beveelt de Commissie aan de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne en Moldavië te openen. Ook beveelt de Commissie aan de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Georgië, met dien verstande dat Georgië een aantal verdere stappen onderneemt. Het krachtenveld in de Raad is nog in beweging, waarbij het er op lijkt dat 26 lidstaten voorstander zijn, en een lidstaat niet steunt. De inzet van het kabinet is met uw Kamer gedeeld in de Kabinetsappreciatie Uitbreidingspakket 2023 van 1 december jl.10

Het kabinet hanteert een strikt, fair en betrokken uitbreidingsbeleid. Zoals bekend vormen de Kopenhagencriteria en het voldoen aan de EU standaarden over de volle reikwijdte van het EU acquis de basis voor voortgang van kandidaat-lidstaten in het toetredingsproces. Oekraïne, Moldavië en Georgië bevinden zich pas in de beginfase van dit proces dat gefaseerd is en ondergebracht in zes clusters en 35 onderhandelingshoofdstukken. Besluitvorming over het openen en sluiten van onderhandelingen op elk van de afzonderlijke beleidsterreinen geschiedt op basis van unanimiteit in de Raad. Zonder voldoende stappen op versterking van de rechtsstaat is er geen voortgang in de onderhandelingen. Zoals gebruikelijk, zal het kabinet de Kamer bij verdere stappen blijven informeren, tijdens het proces van de onderhandelingen worden geen onomkeerbare stappen gezet. Het kabinet acht het van belang dat politieke leiders prioriteit geven aan implementatie van de noodzakelijke rechtsstaathervormingen en het functioneren van democratische instellingen en openbaar bestuur.

Toekomstige uitbreiding vraagt om gedegen voorbereiding, zowel aan de kant van de kandidaat-lidstaten als aan de kant van de EU. De komende tijd zal de EU in kaart moeten brengen welke gevolgen uitbreiding zal hebben op beleidsmatig, budgettair en institutioneel gebied. Naar verwachting zal het Belgisch voorzitterschap besprekingen hierover verder voortzetten. Voor de Nederlandse inzet ten aanzien van absorptiecapaciteit verwijst het kabinet naar de geannoteerde agenda’s en verslagen van de informele Raad Algemene Zaken (RAZ) van 27 en 28 september11, de RAZ van 24 oktober12 en de RAZ van 15 november.13

Meerjarig Financieel Kader

De ER zal spreken over de door de Commissie voorgestelde tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Volgens de Commissie is een gerichte versterking en herziening van het MFK noodzakelijk, wil de Unie zijn bestaande en nieuwe doelstellingen verwezenlijken. De inzet van het kabinet ten aanzien van deze voorstellen is opgenomen in drie BNC-fiches.14 Het uitgangspunt van het kabinet is dat uitdagingen en verplichtingen in principe worden opgevangen binnen de kaders van het MFK en de daarbij overeengekomen speciale instrumenten, door optimaal gebruik te maken van bestaande middelen en waar nodig in te zetten op herprioritering en flexibilisering. Het kabinet staat positief tegenover het structureler vorm geven van de financiële EU-steun aan Oekraïne en een Europees herstelprogramma gericht op het herstel en wederopbouw van Oekraïne. Het kabinet steunt dan ook de voorgestelde Oekraïne-faciliteit. Bespreking in de ER zal plaatsvinden aan de hand van een onderhandelingsdocument (negotiating box). Het Voorzitterschap zet in op besluitvorming op de tussentijdse herziening van het MFK tijdens aanstaande ER. Het is nog onduidelijk of dit een haalbare doelstelling is. Een toelichting op en appreciatie van recente onderhandelingsvoorstellen is opgenomen onderaan deze brief.

Veiligheid en Defensie

Om opvolging te geven aan de Verklaring van Versailles van 10 en 11 maart 2023 zal de ER mogelijk spreken over veiligheid en defensie.15 Punten die aan bod kunnen komen zijn de implementatie van het Strategisch Kompas, het opschalen van de defensie-industrie voor militaire steun aan Oekraïne en de bescherming van Europa, de aankomende European Defence Industry Strategy en het verbeteren van voldoende toegang tot zowel publieke als private financiering voor de Europese defensie-industrie. De strategie wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2024. Het kabinet zal zich inzetten om de uitwerking van eerder gemaakte afspraken te bespoedigen in lijn met de constatering dat Europa meer verantwoordelijkheid moet nemen voor de eigen veiligheid.

Migratie en overige onderwerpen

De ER zal wederom stilstaan bij migratie. Het kabinet acht het van belang dat migratie hoog op de politieke agenda blijft staan en zal de Commissie en Lidstaten blijven oproepen tot de implementatie van de ER conclusies van februari, maart en oktober 2023, en de conclusies van de President van de Europese Raad na de ER van juni 2023, in het bijzonder de implementatie van Dublin, verbetering van registratie en het verder versterken van buitengrenzen.16 Ook roept het kabinet de Commissie op tot een ambitieuze inzet ten aanzien van gelijkwaardige en duurzame partnerschappen met derde landen en pleit het kabinet voor spoedige afronding van de triloogonderhandelingen over het Asiel- en Migratiepact.

Strategische Agenda

In navolging van de informele ER in Granada van 6 oktober jl.17 zal de ER stilstaan bij het proces ter voorbereiding op de vaststelling van de Strategische Agenda van de Europese Raad voor 2024 tot en met 2029, naar verwachting in de zomer van 2024. Het kabinet zal hierbij uitdragen voorstander te zijn van een helder en ordentelijk proces. Het kabinet verwacht van de EU dat zij komende jaren werk zal maken van 1) economische welvaart en weerbaarheid met inbegrip van de groene en digitale transitie, 2) een sterke geopolitieke positie op het wereldtoneel, en 3) democratie, rechtstaat en gedeelde waarden. Dit vergt een daadkrachtige EU die resultaten boekt.

EU-Westelijke Balkan Top

Voorafgaand aan de ER zullen de regeringsleiders en staatshoofden van de EU en de zes Westelijke Balkanlanden samenkomen voor een top op 13 december. Er is geen formele besluitvorming op de top voorzien. Naar verwachting zal er wel een verklaring worden aangenomen waarin het EU-perspectief van de Westelijke Balkan wordt herbevestigd en waarin het belang van de rechtsstaat en stabiliteit in de regio, alsmede de samenwerking op het gebied van veiligheid, connectiviteit en klimaat worden benadrukt.

Naar verwachting start de top met een bijeenkomst met de voorzitter van het Europese Parlement Roberta Metsola, de Eurocommissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding OlivérVárhelyi, vertegenwoordigers van de Wereldbank, Europese Investeringsbank, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Regionale Samenwerkingsraad. Daaropvolgend zal er een diner plaatsvinden waarbij uitsluitend de regeringsleiders en staatshoofden van EU-lidstaten en de Westelijke Balkan aanwezig zullen zijn. Tenslotte zal er een side event van de Tirana Campus van het College van Europa plaatsvinden, waarbij aandacht wordt gevraagd voor de financiering daarvan.

Het kabinet hecht belang aan deze terugkerende EU-Westelijke Balkantop. Dit sluit aan bij de door het kabinet geïntensiveerde relaties met de Westelijke Balkanlanden. Het kabinet hecht waarde aan samenwerking met en tussen de Westelijke Balkan, onder meer op het gebied van rechtsstaat, migratie, veiligheid, stabiliteit, connectiviteit en klimaat. De top biedt kans om op deze onderwerpen met de Westelijke Balkan van gedachten te wisselen.

Naar verwachting zal ditmaal de samenwerking met de Westelijke Balkan in het kader van het Europees Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) centraal staan. Het kabinet verwacht van de Westelijke Balkanlanden volledige aansluiting bij het GBVB, inclusief het overnemen van de Europese sanctiemaatregelen jegens Rusland.

In lijn met motie van het lid Piri c.s. is het kabinet voornemens om zich tijdens de top uit te spreken voor de soevereiniteit van Bosnië en Herzegovina, en te pleiten voor verdere de-escalatie tussen Servië en Kosovo.18 Daarnaast is het kabinet voornemens om aandacht te vragen voor het tegengaan van desinformatie in de regio en om het belang van samenwerking op het terrein van migratie te onderstrepen. Samenwerking met de Westelijke Balkan op het gebied van grensbeheer, en bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel is de afgelopen jaren verbeterd en het kabinet acht het van belang deze samenwerking verder te versterken. In dit kader verwacht het kabinet van de Westelijke Balkanlanden ook volledige aansluiting bij het EU-visumbeleid, om irreguliere migratie tegen te gaan.

Appreciatie onderhandelingsdocument tussentijdse herziening MFK

Het voorzitterschap heeft op 1 december jl. een nieuw concept onderhandelingsdocument verspreid.19 Het onderhandelingsdocument dient als een basis voor de bespreking tijdens de Europese Raad op 14 en 15 december aanstaande. Mogelijk volgt er nog een nieuw onderhandelingsdocument mede op basis van de besprekingen in Coreper. Het document van 1 december jl. beschrijft de hoofdonderwerpen van de tussentijdse herziening van het MFK en is grotendeels een weergave van de Commissievoorstellen van 20 juni jl. waarover sindsdien is onderhandeld. Indien de ER overeenstemming bereikt, zal het onderhandelingsdocument met evt. wijzigingen worden omgezet in conclusies van de ER. Het is op dit moment nog onzeker of dat haalbaar is. Na overeenstemming in de ER zullen de relevante onderdelen worden verwerkt in de betreffende wetgevende instrumenten (MFK-verordening, sectorale verordeningen). Voor besluitvorming over het MFK is eenparigheid van stemmen in de Raad vereist, na goedkeuring van het Europees Parlement (VWEU artikel 312).

Binnen de Raad is er nog geen overeenstemming over de (noodzakelijke) aanpassingen van het MFK en de financiële dekking van de voorstellen. Daarom heeft het Spaanse voorzitterschap verschillende onderhandelingsopties opgenomen, waarover tijdens de ER besluitvorming dient plaats te vinden. Mogelijk wordt tijdens de Raad Algemene Zaken van 12 december aanstaande een stand van zaken opgemaakt (vooralsnog geen inhoudelijke bespreking voorzien).

Met inachtneming van de vertrouwelijke status van het onderhandelingsdocument (classificatie Limité) en de verwachting dat de voorstellen nog zullen wijzigen, geeft het kabinet hieronder een nadere toelichting en appreciatie van de richting waarin de voorstellen zich thans bewegen. Tot slot gaat het kabinet in op de potentiële gevolgen voor de raming van de Nederlandse afdrachten aan de EU.

De inzet van het kabinet ten aanzien van de oorspronkelijke Commissievoorstellen is opgenomen in drie BNC-fiches en een Kamerbrief.20 Het uitgangspunt van het kabinet is dat uitdagingen en verplichtingen in principe worden opgevangen binnen de kaders van het huidige MFK van 2021 tot en met 2027 en de daarbij overeengekomen speciale instrumenten, door optimaal gebruik te maken van bestaande middelen en waar nodig in te zetten op herprioritering en flexibilisering. Daarnaast zet het kabinet zich conform de motie Van Weyenberg in voor een moderne begroting en is het van belang dat eventuele wijzigingen niet ten koste gaan van voor Nederland prioritaire beleidsterreinen.21 Het kabinet staat in beginsel positief tegenover het structureler vorm geven van de financiële EU-steun aan Oekraïne en een Europees herstelprogramma gericht op het herstel en wederopbouw van Oekraïne. Daarbij kijkt het kabinet naar de meest gepaste omvang, voorwaarden en vorm van die steun.

Oekraïne

Het is existentieel voor Oekraïne dat het zich kan blijven verdedigen tegen huidige, en mogelijke toekomstige, Russische agressie. Dit bepaalt de Europese en Nederlandse veiligheid op fundamentele wijze. Het kabinet zet in op blijvende solidariteit met Oekraïne en steunt de voorgestelde Oekraïne-faciliteit waarmee de EU voor de periode van 2024 tot en met 2027 op een voorspelbare, transparante en verantwoorde wijze steun kan verlenen aan het herstel en de wederopbouw en modernisering van Oekraïne.

De totaalomvang van het Oekraïne voorstel, 50 mld. euro, is in het laatste voorstel ongewijzigd. Hiervan is 33 miljard euro aan leningen en 17 miljard euro aan niet-terugbetaalbare steun voorzien. In het onderhandelingsdocument is in plaats van een flexibele verdeling (Commissievoorstel), een vaste verdeling voorzien tussen leningen en niet-terugbetaalbare steun. Tevens is er meer flexibiliteit voor schuiven over de jaargrens toegevoegd. Daarnaast is in het onderhandelingsdocument voorgesteld om reeds toegezegde middelen (rentebetalingen Macro-Financiële Bijstand + (MFA+) en Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI) middelen) met een omvang van 4,2 miljard euro onderdeel te laten zijn van de beoogde 17 miljard euro niet-terugbetaalbare steun. Hierdoor neemt het totaalbedrag gereserveerd voor Oekraïne op de EU-begroting af. Dit vindt het kabinet geen goede ontwikkeling. Het kabinet is dan ook geen voorstander van deze benadering.

Het kabinet steunt de vaste omvang en verdeling van de faciliteit en de flexibiliteit over de jaargrens. Verder kan het kabinet zich vinden in het beoogde eigenaarschap van Oekraïne bij het opstellen van een hervormings- en investeringsagenda, de voorwaarden met betrekking tot onder andere democratie en rechtsstaat en de rol van de Raad in de governance van de faciliteit. Tot slot bevat het onderhandelingsdocument een voorstel voor de mogelijke (toekomstige) inzet van de opbrengsten van bevroren tegoeden van de Russische centrale bank als alternatieve financiering van de faciliteit. In het licht van de lopende discussie in de Raad hierover vindt het kabinet het voorbarig om deze mogelijke opbrengsten al op deze manier te begroten.

Rentekosten

Om de onvoorziene stijging van de rentekosten voor het EU-herstelinstrument (NextGenerationEU, NGEU) te dekken, wordt voorzien in een nieuw speciaal instrument boven op de MFK-plafonds, zoals ook door de Commissie is voorgesteld. De inzet van het kabinet is gericht op beperking van de omvang en verdere inkadering van het voostel. In dat licht zijn de toevoeging van een maximumbedrag (nog niet gespecificeerd) en beperking tot de periode van 2025 tot en met 2027 (in plaats van start in 2024) positief.

Migratie en extern beleid

In algemene zin sturen de onderhandelingsvoorstellen aan op handhaving van de elementen van het oorspronkelijke Commissievoorstel, maar met een lager totaalbedrag. Voor migratie is voorzien in de flexibele inzet van cohesiemiddelen en een beperkte inzet van bestaande middelen. Het uitgangspunt van het kabinet is dat voor de financiële ondersteuning van de prioriteiten op dit terrein gekeken moet worden naar herprioritering onder de bestaande MFK-plafonds en de bestaande instrumenten.

STEP

Ook het Commissievoorstel voor een platform voor strategisch technologieën (STEP) blijft in de recente voorstellen gehandhaafd, maar met een lager totaalbedrag en met uitgebreide versoepeling van onder andere het laten vallen van de cofinancieringsverplichtingen onder het cohesiebeleid voor de afronding van het vorige MFK en voor STEP-prioriteiten in het huidige MFK. Daarnaast wordt een verlenging van de termijn voor het indienen van verzoeken voor leningen uit de herstel-en veerkrachtfaciliteit (HVF) voorgesteld. Het kabinet is niet overtuigd van de voorgestelde extra middelen en flexibilisering voor STEP en is geen voorstander van het inzetten van de niet gebruikte leningen van de HVF ten behoeve van STEP.22 Het kabinet steunde de initiële doelstellingen van het STEP voorstel, maar is kritisch over de inhoudelijk richting waarin het compromis voor het STEP-voorstel zich nu beweegt.

Overige punten

Vanwege kritiek op de door de Commissie voorgestelde verhoging voor de administratieve uitgaven, stelt het Spaanse voorzitterschap voor deze verhoging te schrappen. Het kabinet steunt deze aanpak. Ook kan het kabinet zich vinden in het terugdraaien van de voorgestelde ophoging van het flexibiliteitsinstrument. Het kabinet is kritisch over een voorgestelde ophoging (geen bedrag gespecificeerd) voor militaire mobiliteit, aangezien dit niet past in de algemene kabinetslijn om de tussentijdse herziening van het MFK te beperken tot onvoorziene en noodzakelijk uitgaven.

Totaalbeeld en EU-afdrachten

In het onderhandelingsdocument van 1 december jl. stelt het Spaanse voorzitterschap voor om het Commissievoorstel met ca. 15 miljard euro te verminderen en daarnaast 15 miljard euro aan alternatieve financieringsbronnen in te zetten, waarvan ca. 5,8 miljard euro aan herprioriteringen.

Hoewel dit een stap in de goede richting is, blijft het kabinet van oordeel dat het noodzakelijk en mogelijk is om de tussentijdse herziening van het MFK substantieel verder te beperken en meer gebruik te maken van bestaande middelen. Op basis van het voorstel van 1 december jl. zou de toename van de Nederlandse afdrachten in totaal in de periode van 2024 tot en met 2027 uitkomen op ca. 2,1 miljard euro. In het oorspronkelijke voorstel ging het nog om een opwaartse bijstelling van 3,2 miljard euro voor de periode van 2024 tot en met 2027, waarvan ca. 1,0 miljard euro voor Oekraïne. Er is niet genoeg informatie beschikbaar om aan te geven welk deel van de 2,1 miljard euro (vastleggingen) als betalingen neerslaan in de periode van 2024 tot en met 2027 en welk deel mogelijk in de volgende MFK-periode.

Indien de Europese Raad instemt met de beoogde Oekraïne faciliteit, zal dit uiteindelijk leiden tot een leenovereenkomst tussen de Europese Commissie en Oekraïne23. Op dat moment zal Nederland een garantieverplichting aangaan ter hoogte van het Nederlandse BNI-aandeel, op basis van het huidige voorstel is dat ca. 1,9 mld. euro. Deze garantie zal uiterlijk met de 1e suppletoire begroting 2024 verwerkt worden op artikel 4 van de begroting van Financiën en conform beleidskader risicoregeling ontvangt uw Kamer een ingevuld toetsingskader risicoregelingen.


X Noot
1

Kamerstuk 36 045, nr. 171

X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 3758

X Noot
3

Kamerstuk 28 676, nr. 440

X Noot
4

Kamerstuk 21 501–02, nr. 2790

X Noot
5

Kamerstuk 21 501–02, nr. 2790

X Noot
6

Kamerstuk 36 045, nr. 171

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-02 nr. 2790

X Noot
8

Kamerstukken 36 180 en 23 432, nr. 77

X Noot
9

Voor een volledige weergave van de Nederlandse inzet verwijst het kabinet naar de Kamerbrief over de situatie in Israël en Gaza Kamerstuk 23 432, nr. 502 en Kamerstuk 21 501–02, nr. 2790.

X Noot
10

Kamerstuk 23 987, nr. 395

X Noot
11

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2717 en Kamerstuk 21 501-02, nr. 2718

X Noot
12

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2718 en Kamerstuk 21 501-02, nr. 2775

X Noot
13

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2778 en Kamerstuk 21 501-02, nr. 2788

X Noot
14

Zie 1) BNC-fiche Herziening MFK, Kamerstuk 22 112, nr. 3757, 2) BNC-fiche Oekraïne-faciliteit, Kamerstuk 22 112, nr. 3758 d.d. 25 augustus 2023 3) BNC-fiche Strategic Technologies for Europe Platform, Kamerstuk 22 112, nr. 3759 d.d. 25 augustus 2023 Daarnaast verwijst het kabinet naar de antwoorden op het schriftelijke overleg inzake de tussentijdse herziening van het MFK, Kamerstuk 22 112 nr. 3780.

X Noot
16

Kamerstuknummer 21 501-20 nr. 1976, Kamerstuk 21 501-20 nr. 1926, Kamerstuk 21 501-20 nr. 1949, Kamerstuk 21 501-20 nr. 1972

X Noot
17

Kamerstuknummer 36 230, nr. 6 d.d. 18 oktober 2023

X Noot
18

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1957

X Noot
19

Delegates Portal: ST 15852/1/23 REV1. De vorige versie van het onderhandelingsdocument dateert van 7 oktober jl.

X Noot
20

Zie BNC-fiche Herziening MFK, Kamerstuk 22 112, nr. 3757. 2) BNC-fiche Oekraïne-faciliteit, Kamerstuk 22 112, nr. 3758. 3) BNC-fiche Strategic Technologies for Europe Platform, Kamerstuk 22 112, nr. 3759. 4) Kabinetsappreciatie uitbreidingspakket 2023 en Groeiplan voor de Westelijke Balkan d.d. 1 december jl. Daarnaast verwijst het kabinet naar de antwoorden op het schriftelijke overleggen inzake de tussentijdse herziening van het MFK van 11 september jl. (Tweede Kamer), Kamerstuk 22 112, nr. 3780 en 20 oktober jl. (Eerste Kamer).

X Noot
21

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1931.

X Noot
22

Zie bijvoorbeeld Kamerstuk 35 925, nr. 170 en Kamerstuk 22 112, nr. 3607 ten aanzien van het vraagstuk van het gebruik van gemeenschappelijke schuld voor het financieren van EU-instrumenten.

X Noot
23

Een vergelijkbare leenovereenkomst is begin 2023 ook tussen de Commissie en Oekraïne gesloten.

Naar boven