36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 77 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2023

Het kabinet maakt zich grote zorgen over het menselijk leed in Israël en de Palestijnse gebieden. Het kabinet leeft mee met de slachtoffers, hun familieleden en zij die op dit moment gegijzeld zijn of in onzekerheid verkeren. Nederland heeft de aanval van Hamas ten sterkste veroordeeld en steun uitgesproken voor Israël en diens recht op zelfverdediging. Hierbij blijven de regels vanuit het internationaal humanitair oorlogsrecht, inclusief proportionaliteit altijd van toepassing. Het kabinet benadrukt dat de geweldsspiraal die door Hamas is ontketend alleen maar onschuldige Israëlische en Palestijnse slachtoffers kent.

Het kabinet maakt zich grote zorgen over de nijpende en snel verslechterende humanitaire situatie in Gaza. Het is cruciaal dat humanitair oorlogsrecht wordt gerespecteerd. Burgers en humanitaire hulpverleners mogen nooit doelwit zijn van geweld. Ook moet er ongehinderde toegang zijn voor humanitaire hulpverleners en hulpgoederen. Dit draagt het kabinet actief uit in contact met Israël, de Palestijnse Autoriteiten, Egypte en partners in de regio en in internationale gremia.

De VN heeft kenbaar gemaakt dat er dringend extra hulp nodig is voor de bevolking in Gaza. In het hulpverzoek (Flash Appeal) van vrijdag 13 oktober jl. verzoekt de VN om 294 miljoen USD voor humanitaire hulpverlening aan 1.260.000 mensen in de eerste 90 dagen. Het is een gezamenlijk verzoek van de VN-organisaties werkzaam in Gaza, een groep internationale en nationale NGO’s, en de Palestijnse Rode Halve Maan. Het grootste deel van het hulpverzoek is bestemd voor UNRWA (104 miljoen USD). UNRWA is de VN-organisatie die zich inzet voor humanitaire hulpverlening in het bijzonder in Gaza, de Westelijke Jordaanoever, en de Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon en Syrië, en daar basisdienstverlening biedt op het gebied van onderwijs, primaire gezondheidszorg, sociale bescherming, en infrastructuur.

In verband met deze snel groeiende noden, heeft het kabinet besloten om 10 miljoen euro extra vrij te maken voor het hulpverzoek van de VN voor Gaza. Dit zal ik uiteraard besteden met dezelfde due diligence als beschreven in de brief van vorige week.1

Dit jaar is door Nederland reeds voor ontwikkelings- en humanitaire hulp aan de Palestijnen 51 miljoen euro begroot. Met dat geld voeren de VN, maatschappelijke organisaties en bedrijven projecten uit op het gebied van water, voedselzekerheid, en andere sectoren. Van dit bedrag gaat 19 miljoen euro naar UNRWA waarmee Nederland vorig jaar de 12e grootste donor is van dit fonds. De bijdrage aan UNRWA is dit jaar met 6 miljoen euro opgehoogd. In aanvulling hierop hebben ook de Dutch Relief Alliance en het Nederlandse Rode Kruis recent aangekondigd een deel van de subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan te wenden voor hulpverlening in Gaza. Het wereldwijde VN-noodhulpfonds (CERF) waar Nederland in 2023 de grootste donor van is, heeft al 9 miljoen USD beschikbaar gemaakt.

Zoals ik helaas bij herhaling in debatten met uw Kamer heb moeten aangeven, is het budget voor humanitaire hulp voor dit jaar ten volste uitgeput. In verband met de inpassing van de kosten voor de eerstejaarsasielopvang in Nederland in het lopend jaar, staat er ook geen budget meer op artikel 5.4, het zogenaamde bufferartikel, waaruit in uiterste geval ieder jaar nog beperkte incidentele uitgaven kunnen worden gedaan.

Het extra budget van 10 miljoen euro voor humanitaire hulp aan Gaza, betekent dat we binnen de budgettaire systematiek van de HGIS een beroep doen op ODA-middelen van 2024–2026. Middelen die we nu boven het ODA-plafond uitgeven, dienen conform de systematiek over de komende drie jaren te worden gecompenseerd. Ik hecht eraan te benadrukken dat dit budgettair eveneens zeer krappe jaren zijn en dat het kabinet bij hoge uitzondering gebruik maakt van deze mogelijkheid. Ik zal als gevolg van deze systematiek in de komende jaren waarschijnlijk moeten korten op andere uitgaven.

Het kabinet blijft de humanitaire situatie in de regio vanzelfsprekend nauwgezet volgen. Wij zullen de Kamer informeren als ontwikkelingen aanleiding vormen voor nieuwe besluitvorming.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

Naar boven