36 230 Europese Politieke Gemeenschap

21 501-20 Europese Raad

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2023

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese Politieke Gemeenschap en de Informele Europese Raad van 5 en 6 oktober 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

VERSLAG VAN DE EUROPESE POLITIEKE GEMEENSCHAP EN INFORMELE EUROPESE RAAD VAN 5 EN 6 OKTOBER 2023

Op vrijdag 6 oktober jl. vond een informele Europese Raad (informele ER) plaats in Granada, Spanje. Voorafgaand aan de ER kwamen de regeringsleiders en staatshoofden van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) op donderdag 5 oktober samen. De informele ER sprak over migratie, de strategische agenda van de ER, waaronder open strategische autonomie, en uitbreiding en absorptiecapaciteit. De informele ER heeft geleid tot een Granada verklaring1 en een verklaring van de Voorzitter van de Europese Raad Michel2 over migratie. De Minister-President nam deel aan de informele ER en de EPG.

Informele Europese Raad

Migratie

De regeringsleiders wisselden tijdens de informele ER van gedachten over de externe dimensie van migratie. Twee lidstaten wensten niet in te stemmen met de conceptverklaring over migratie. De voorzitter van de ER heeft daarom onder zijn eigen verantwoordelijkheid deze verklaring gepubliceerd. In deze verklaring is aandacht voor het creëren van brede, gelijkwaardige partnerschappen om afspraken te maken over migratie, tegengaan van mensensmokkel alsook aandacht voor grondoorzaken en interne aspecten van migratie. Het kabinet steunt deze verklaring.

Strategische Agenda, waaronder open strategische autonomie

Middels de Granadaverklaring blikten de regeringsleiders vooruit naar de komende jaren en bijbehorende uitdagingen voor de EU. De inzet van de ER voor de periode van 2024 tot 2029 zal de komende tijd verder gestalte krijgen in een proces richting de vaststelling van de Strategische Agenda, naar verwachting in juni 2024. Open strategische autonomie (OSA) was tijdens de ER onderdeel van het gesprek over de Strategische Agenda. De Granadaverklaring reflecteert de Nederlandse visie en inzet op OSA. Dit betreft het belang van het versterken van het politiek-economische fundament en het geopolitiek handelingsvermogen van de Unie, naast het afbouwen van risicovolle strategische afhankelijkheden. Tevens onderstreept de Granadaverklaring de noodzaak van een open economie, het waarborgen van een gelijk speelveld en het aangaan van partnerschappen.

Uitbreiding en absorptiecapaciteit

De Granadaverklaring benoemt het geostrategische belang van toekomstige uitbreiding en benadrukt dat zowel (potentiële) kandidaat-lidstaten, als de EU zich dienen voor te bereiden. Alle (potentiële) kandidaat-lidstaten zullen de nodige hervormingen moeten doorvoeren, met name op het terrein van de rechtsstaat, voordat zij tot de Unie kunnen toetreden. Een deel van de lidstaten benadrukte het belang van versnelling van het lopende uitbreidingsproces, terwijl andere lidstaten de nadruk legden op merites als basis van het toetredingsproces. Sommige lidstaten bepleitten het idee van graduele toetreding. Een grote meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, sprak zich uit tegen het noemen van specifieke data voor toetreding. Nederland herhaalde het belang van de criteria waaraan voldaan dient te worden alvorens volwaardig lid te worden.

Ook de EU dient zich voor te bereiden. Lidstaten zullen in kaart moeten brengen wat de gevolgen zijn van toekomstige uitbreiding voor verschillende beleidsterreinen en het handelingsvermogen van de EU. In dat kader benoemde de Minister-President dat het voor Nederland belangrijk is om de gevolgen van uitbreiding in kaart te brengen voor in ieder geval de volgende zes aspecten: (1) rechtsstaat, (2) geopolitiek en veiligheid, (3) financiën, (4) interne markt, (5) migratie en (6) institutionele architectuur. Het merendeel van de lidstaten, waaronder Nederland, gaf aan tijd te willen nemen voor dit verkenningsproces: er moet eerst in kaart worden gebracht wat de impact is van toekomstige uitbreiding, dan kan een inschatting worden gemaakt of en zo ja welke hervormingen nodig zijn. Daarbij is voor een meerderheid van de lidstaten Verdragswijziging vooralsnog niet aan de orde.

Europese Politieke Gemeenschap

De derde bijeenkomst van de EPG ving aan met een korte plenaire openingssessie waar de Minister-President van Spanje Sánchez, de President van Oekraïne Zelensky, de Voorzitter van de Europese Raad Michel3 en de Commissievoorzitter Von Der Leyen een speech gaven. President Zelensky deed een oproep richting de Europese leiders dat zolang er geen volledig effectief luchtverdedigingssysteem is in Oekraïne, kinderen niet naar school kunnen. Daarnaast benadrukte hij dat Europese eenheid cruciaal is en blijft voor het winnen van deze oorlog.

De daarop volgende rondetafelgesprekken richtten zich op de volgende thema’s: energie, milieu en de strijd tegen klimaatverandering, mobiliteit en intermenselijke contacten, digitale transitie en kunstmatige intelligentie en multilateralisme en veiligheid. De rondetafelgesprekken hadden een informele gedachtewisseling tot doel. Ook tijdens de rest van de bijeenkomst vond geen besluitvorming plaats en er zijn ook geen verklaring(en) of conclusies aangenomen.4

Ronde tafel energie, het milieu en de strijd tegen klimaatverandering

De Minister-President nam deel aan de ronde tafel over energie, milieu en klimaat. Tijdens deze ronde tafel werd stilgestaan bij de negatieve gevolgen van de oorlog in Oekraïne op milieu, natuur en de aanpak van klimaatverandering. De energiecrisis als gevolg van de oorlog heeft de urgentie om te werken aan de energietransitie in een stroomversnelling gebracht. Er werd gesproken over de aankomende klimaatconferentie COP28, waarbij verschillende aanwezigen, waaronder de Minister-President, wezen op de noodzaak om invulling te geven aan de in 2015 gedane toezegging om vanaf 2020 een bedrag van 100 miljard Amerikaanse dollar per jaar te mobiliseren voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Het gaat hierbij niet alleen om het geld, maar ook om het signaal van betrokkenheid bij met name Afrika en Zuidoost-Azië, waar de grootste klimaatopgave ligt.

Er werd ook stilgestaan bij het belang van vergroening van de industrie, waarbij voorkomen moet worden dat uitstoot naar elders verplaatst wordt doordat bedrijven vertrekken. Verschillende aanwezigen benadrukten daarnaast het belang om klimaat en de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs) te integreren in het onderwijs, om bij te dragen aan bewustzijn en kennis bij de nieuwe generatie. Enkele deelnemers wezen op het belang van klimaatadaptatie binnen Europa, zoals investeringen in infrastructuur en het zekerstellen van toegang tot water.

De situatie in Nagorno-Karabach

Om de vredesonderhandelingen tussen Armenië en Azerbeidzjan te hervatten stond en marge van de EPG een gesprek gepland tussen de Armeense premier Pashinyan, de Azerbeidzjaanse president Aliyev, Raadsvoorzitter Michel, de Franse president Macron en de Duitse bondskanselier Scholz.5 President Aliyev besloot om niet naar Granada af te reizen waardoor dit gesprek zonder Aliyev plaatsvond. In afwezigheid van Azerbeidzjan werden drie kernpunten besproken, namelijk het onderstrepen van de territoriale integriteit van Armenië, het bespreken van additionele humanitaire steunmaatregelen aan Armenië vanuit de EU, en het zo snel mogelijk hervatten van de onderhandelingen onder leiding van Raadsvoorzitter Michel. Michel heeft beide leiders uitgenodigd om eind oktober de gesprekken in Brussel te hervatten.

De Minister-President sprak tijdens de EPG kort met premier Pashinyan en benadrukte dat Nederland met Armenië meeleeft in relatie tot de ontwikkelingen rondom Nagorno-Karabach.

Informeel gesprek over migratie

En marge van de EPG spraken de regeringsleiders en staatshoofden van het Verenigd Koninkrijk, Italië, Frankrijk, Albanië, Nederland en de Commissievoorzitter Von der Leyen over een aantal migratie-gerelateerde onderwerpen. De leiders spraken af bereid te zijn om elkaar te steunen bij het aanpakken van de uitdagingen van irreguliere migratie.6 Hierbij was bijzondere aandacht voor het tegengaan van mensensmokkel. Het kabinet is van mening dat zo snel mogelijk praktische stappen voorwaarts dienen te worden gezet, op het vlak van gelijkwaardige partnerschappen die in het wederzijds belang zijn, en waar het bijvoorbeeld harmoniseren van visumbeleid of de inzet van Frontex betreft. De leiders wensen te blijven werken aan dit onderwerp in de aanloop naar een volgende bijeenkomst van de EPG.

Naar boven