21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2788 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2023

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 15 november 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

VERSLAG VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 15 NOVEMBER 2023

Op woensdag 15 november jl. vond in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda stond de voorbereiding van het Commissiewerkprogramma 2024, een eerste bespreking van de concept geannoteerde agenda van de Europese Raad (ER) van 14 en 15 december, de artikel 7 hoorzitting van Polen en van Hongarije, een informele lunch over de Toekomst van Europa, de Kiesakte, EU-VK relaties en onder overige zaken de strategie voor ultraperifere gebieden. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze RAZ.

In dit verslag wordt tevens ingegaan op de laatste stand van zaken van de EU-informatiecampagne.

Commissie wetgevend werkprogramma 2024

De bespreking van dit agendapunt bleef beperkt tot een korte presentatie door de Commissie van haar werkprogramma voor 2024. De Commissie legde nadruk op het tijdsgewricht waarin dit programma uitkomt: een tijd van geopolitieke uitdagingen en aankomende EP-verkiezingen. Het programma is dit jaar beleidsarm vanwege het aantreden van een nieuwe Commissie in 2024. De Commissie benadrukte dat ruim negentig procent van de plannen van de huidige Commissie is gerealiseerd en riep de Raad en het Europees Parlement op om constructief de laatste wetgevingsinitiatieven af te ronden. Uw Kamer ontvangt de appreciatie van het werkprogramma gezamenlijk met de Kamerbrief over de Staat van de Unie begin december.

Voorbereiding Europese Raad van 14 en 15 december

Russische agressie tegen Oekraïne

De Raad sprak over de Russische agressie tegen Oekraïne. Verschillende werkstromen kwamen aan bod, waaronder veiligheidsarrangementen en het gebruik van bevroren tegoeden. De Raad onderstreepte het belang van snelle aanname van het 12e EU sanctiepakket. Zie verder het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 13 november jl.1

Situatie in het Midden-Oosten

De Raad blikte vooruit naar de bespreking van de situatie in het Midden-Oosten die zal plaatsvinden tijdens de Europese Raad (ER) en constateerde dat het op dit moment nog te vroeg is om prioriteiten van deze discussie vast te stellen. Nederland benadrukte, net als tijdens de Raad Buitenlandse Zaken, het belang van EU-eenheid en verwelkomt nadere uitwerking van de EU-positie vooruitlopend op de ER. Zie verder het verslag van de RBZ van 13 november jl.2

MFK

De Raad bevestigde dat de ER in december de discussie over het voorstel voor een tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) zal hervatten. Het krachtenveld in de Raad is nog sterk verdeeld. Het voorzitterschap zal in de aanloop naar de ER nieuwe onderhandelingsvoorstellen uitwerken die als basis moeten dienen voor besluitvorming door de ER. De bespreking in de ER zal worden voorbereid door de RAZ van 12 december a.s. Mochten er voordien substantiële ontwikkelingen zijn, dan zal het kabinet uw Kamer daarover tijdig informeren.

EU-uitbreiding

De Raad blikte vooruit op de bespreking tijdens de ER van het op 8 november jl. gepubliceerde uitbreidingspakket. De bespreking zal worden voorbereid door de RAZ van 12 december. Nederland verwees ook naar de discussie die parallel loopt over de absorptiecapaciteit en de toekomst van de EU. Uw Kamer ontvangt zoals gebruikelijk de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket voorafgaand aan de RAZ van 12 december.

Migratie

De Raad, waaronder Nederland, sprak de wens uit om tijdens de ER wederom stil te staan bij migratie. Dit werd toegezegd, waarbij werd verwezen naar de inmiddels gebruikelijke brief van Commissievoorzitter Von der Leyen voorafgaand aan de ER. Hierin zal een toelichting worden opgenomen van de implementatie van Raadsconclusies die tijdens eerdere Europese Raden dit jaar zijn overeengekomen.3 Het kabinet verwelkomt deze brief, aangezien het sterk hecht aan implementatie en monitoring van de eerdere conclusies van de ER.

Artikel 7 procedures Polen en Hongarije (stand van zaken)

De Raad sprak over de rechtsstaat in Polen en Hongarije in het kader van de Artikel 7 procedure. De Commissie gaf een update van de ontwikkelingen sinds de laatste hoorzittingen van 30 mei 2023. Tijdens de bespreking van Polen namen acht lidstaten actief deel aan de discussie, voor Hongarije waren dit er negen. Nederland intervenieerde namens de Benelux. Na afloop van de bespreking concludeerde het voorzitterschap dat de Raad zich over de artikel 7 procedures jegens Polen en Hongarije zal blijven buigen.

Polen

De Commissie wees in haar introductie op de problemen met de Poolse Raad voor de Rechtspraak en de urgente noodzaak de samenstelling van deze Raad te wijzigen. Zolang de Poolse Raad voor de Rechtspraak niet is hervormd, kan de benoeming van onafhankelijke rechters immers niet volledig worden gewaarborgd. Daarnaast wees de Commissie onder meer op het gebrek aan onafhankelijkheid van het Poolse Constitutioneel Hof en op de uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 5 juni jl. waarmee werd bevestigd dat de zogenaamde «muilkorfwet» in strijd is met het Europees recht. De Commissie onderstreepte in haar interventie haar bereidheid om de nieuwe Poolse regering te ondersteunen bij het doorvoeren van de noodzakelijke rechtsstatelijke hervormingen. Lidstaten, waaronder de Benelux-landen, uitten daarop hun zorgen over de rechtsstaat in Polen en riepen de Poolse regering onder meer op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens volledig te respecteren. De Benelux-landen wezen daarnaast, in lijn met de motie van het lid Nispen c.s.,4 op de onwenselijke inmenging van de Poolse autoriteiten met internationale kinderontvoeringszaken. Ten slotte werd de hoop uitgesproken dat er in de nabije toekomst geloofwaardige stappen worden genomen om de rechtsstaat te herstellen. In reactie op de interventies plaatste Polen vraagtekens bij het nut en de noodzaak van de voortzetting van de Artikel 7 procedure, die volgens Polen enkel zou leiden tot verdeeldheid.

Hongarije

De Commissie ging in op de stappen die Hongarije momenteel onderneemt om tegemoet te komen aan de zorgen over corruptie en rechterlijke onafhankelijkheid binnen de context van de toepassing van het financiële rechtsstaatinstrumentarium, en die eveneens raken aan de grondslag van de Artikel 7 procedure tegen Hongarije. De maatregelen werden door Hongarije uitgebreid toegelicht. Het gaat onder meer om de oprichting van een anti-corruptie taskforce, en de aangenomen wetgeving waarmee beoogd wordt de tekortkomingen op het terrein van rechterlijke onafhankelijkheid het hoofd te bieden. De Commissie wees op de nog benodigde implementatiestappen en gaf in het kader van de Common Provision Regulation (CPR) aan voor een tweede keer aanvullende vragen te hebben gesteld aan Hongarije, waardoor de boordelingstermijn van drie maanden van de Commissie opnieuw tijdelijk is opgeschort.5 De Commissie wees voorts onder meer op het gebrek aan maatregelen om de grote zorgen omtrent persvrijheid te mitigeren en de problematische continuering van de geldende noodtoestand. Ten slotte wees zij op de lopende Hofzaak over de Hongaarse anti-lhbtiq+ wetgeving. Verschillende lidstaten erkenden dat Hongarije stappen heeft gezet en onderstreepten daarnaast de door de Commissie genoemde zorgen. De Benelux-landen spraken steun uit voor de Commissie om in haar rol als hoedster van de Verdragen te verzekeren dat de Hongaarse hervormingen effectief en duurzaam zijn. Daarnaast riepen de Benelux-landen Hongarije opnieuw op de anti-lhbtiq+ wetgeving zo snel mogelijk in te trekken en spraken zij hun zorgen uit over de aanhoudende druk op de academische vrijheid en het maatschappelijk middenveld. Ten slotte verzochten de Benelux-landen om de regelmatige agendering van de Artikel 7 procedure tegen Hongarije tot dat alle zorgen geadresseerd zijn. Hongarije gaf in reactie op de interventies een uitgebreide update van de genomen maatregelen om aan de zorgen van de Commissie tegemoet te komen.

Lunch over de Toekomst van Europa

Tijdens deze informele lunch werd de discussie over de toekomst van Europa vervolgd.6 Lidstaten wisselden van gedachten over de vraag hoe de EU zich kan voorbereiden op toekomstige uitbreiding, door in kaart te brengen wat de gevolgen daarvan zullen zijn op beleidsmatig, budgettair en institutioneel terrein.

Nederland bracht in dat de EU een sterke en legitieme actor moet blijven, met goed functionerende instellingen, waarin de rechtsstaat en grondrechten worden gerespecteerd, die effectief kan handelen en zo ambities waar kan maken.7 Uitbreiding moet de Unie en haar handelingsvermogen niet verzwakken. Verder moet er tijd worden genomen om een toekomstige uitbreiding voor te bereiden en moet er geen einddatum worden gesteld aan die voorbereidingen. Vorm moet functie volgen: eerst moet worden bezien hoe de EU waarden kunnen worden geborgd, het budget gezond kan blijven en hoe het beleid fit-for-purpose is in een uitgebreide EU voordat wordt bepaald welke hervormingen nodig zijn. De EU zou daarvoor een procedurele roadmap kunnen afspreken. De EU zou haar voorbereidende werk op in ieder geval zes met elkaar samenhangende aspecten moeten richten om uitbreiding tot een succes te maken: (1) rechtsstaat, democratie en grondrechten, (2) geopolitiek en veiligheid, (3) financiën, (4) interne markt, (5) migratie en (6) institutionele architectuur.

Kiesakte

In de hoop de uiteenlopende posities van de lidstaten over de herziening van de Europese kiesakte te overbruggen, informeerde het voorzitterschap naar de bereidheid onder lidstaten om de discussie hierover te continueren. Tevens werden lidstaten bevraagd naar hun standpunten over transnationale lijsten en een Europees kiesdistrict. De overgrote meerderheid van de lidstaten bleek nog altijd geen voorstander te zijn van deze twee voorstellen. Ook deden verschillende lidstaten de oproep om de Kiesakte uit 2018 eerst in werking te laten treden. Wel is er bereidheid om door te spreken over niet-contentieuze onderdelen van het voorstel, zoals het tegengaan van dubbele stemmen en de toegankelijkheid van stemlocaties voor mindervalide stemgerechtigden. Het voorzitterschap concludeerde dan ook dat deze onderwerpen op technisch niveau verder worden besproken. De verwachting is echter dat ook deze voorstellen niet geïmplementeerd zullen worden voor de Europese verkiezingen van juni 2024 gezien de ratificatietermijn. Nederland reageerde conform het kabinetsstandpunt en gaf aan geen voorstander te zijn van de invoering van transnationale lijsten (in lijn met de motie van het lid Strolenberg c.s.) en een Europees kiesdistrict.8 Omdat het kabinet waarde hecht aan de vergroting van de democratische legitimiteit van de EU middels dit initiatiefvoorstel, sprak Nederland steun uit voor de voortzetting van de discussie.

EU-VK relaties

Vice-President van de Commissie Šefčovič merkte tijdens de RAZ op dat de EU-VK relatie in veel beter vaarwater is gekomen sinds het overeenkomen van het Windsor Raamwerk begin dit jaar. De heer Šefčovič stelde dat aan de EU-zijde nu geen wens bestaat om de bestaande akkoorden te wijzigen en dat de nadruk op implementatie hiervan blijft liggen. Ter illustratie van de goede voortgang in het benutten van het potentieel van bestaande akkoorden werd zoals verwacht de associatie van het VK bij Horizon Europe per januari 2024 en het Memorandum of Understanding voor Financiële Dienstverlening genoemd. De implementatie van afspraken onder het Windsor Raamwerk loopt voorspoedig. Wel zijn er beperkte technische openstaande punten aan de zijde van het VK. Ook stond de Europese Commissie stil bij het VK voorstel voor jeugdmobiliteit dat met enkele lidstaten gedeeld is. De Commissie wil op het thema mobiliteit een coördinerende rol spelen. Het merendeel van de lidstaten benadrukte het belang van implementatie van bestaande akkoorden, en specifiek het Windsor Raamwerk. Enkele lidstaten stonden stil bij het onderwerp mobiliteit naar aanleiding van het VK voorstel dat met enkele lidstaten gedeeld is. Het kabinet heeft op dit onderwerp specifiek het belang van EU eenheid benadrukt, en aangegeven open te staan voor het in kaart brengen van de kansen voor verbeterde mobiliteit voor studenten en stagiairs. Een aantal lidstaten vroeg aandacht voor de oorsprongsregels voor elektrische voertuigen en batterijen zoals overeengekomen in de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Het VK wenst uitstel van de strengere oorsprongsregels voor deze producten die per 2024 ingaan. De Raad zal over deze onderwerpen verder spreken. Ook was er aandacht voor de start van de gestructureerde dialogen over buitenland- en veiligheidsbeleid waarin de handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet.

Verordening tot regeling taalgebruik (SPA talen)

Het Spaanse voorzitterschap heeft tijdens de RAZ een update gegeven over het voorstel om de verordening tot regeling van het taalgebruik aan te passen. Deze verordening bepaalt welke talen de officiële EU-talen zijn en bepaalt voorts dat EU-wetgeving wordt opgesteld en gepubliceerd in deze talen. Het voorstel van Spanje is om het Baskisch, Galicisch en Catalaans tot officiële EU-talen te maken. Tijdens de RAZ informeerde het Spaanse voorzitterschap de lidstaten dat het op 13 november jl. een gewijzigd voorstel heeft gedeeld.9 Daarnaast benoemde het Spaanse voorzitterschap dat de Commissie een kostenanalyse aan het maken is. Nadat deze analyse is ontvangen zullen de lidstaten de discussie op technisch niveau gaan voeren. Zodra zich op dit vlak nieuwe ontwikkelingen voordoen, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.

Overige zaken: Strategie voor ultra perifere gebieden

Het voorzitterschap gaf tijdens de RAZ een terugkoppeling van de jaarlijkse conferentie van de leiders van de ultraperifere gebieden,10 die op 8 en 9 november jl. is georganiseerd in Santa Cruz de Tenerife op de Canarische Eilanden. De ultraperifere gebieden zijn de meest afgelegen delen van de EU. Er zijn negen ultraperifere gebieden in de EU: Martinique, Mayotte, Guadeloupe, Frans-Guyana, Réunion en Saint-Martin (Frankrijk); Madeira en de Azoren (Portugal); en de Canarische Eilanden (Spanje). De Commissie nam kennis van de uitkomsten van de conferentie. Tevens gaf de Commissie aan de strategie voor ultraperifere gebieden te willen steunen op het terrein van transport, visserij, groene en digitale transitie.

Overig: Laatste stand van zaken EU-informatiecampagne

Op 6 februari jl. is uw Kamer geïnformeerd over de uitwerking van de communicatiestrategie om de Nederlandse burger actief en evenwichtig te informeren over de Europese Unie, zoals gesteld in motie Koole II.11 Na een gunningsprocedure heeft communicatiebureau Publiquest de opdracht gekregen om gedurende twee jaar een EU-informatiecampagne inclusief zestig burgerdialogen (achtenveertig fysiek en twaalf online) te organiseren in alle provincies. Deze campagne hanteert een lokale en regionale aanpak en richt zich op een brede groep Nederlanders waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan het bereiken en betrekken van moeilijk bereikbare doelgroepen waaronder jongeren. Om de effectiviteit van de informatiecampagne te bevorderen, wordt deze uitgevoerd aan de hand van een «native concept» waarbij per doelgroep de vormgeving en boodschap wordt afgestemd in de taal en het kanaal van de doelgroep en de inhoud dichtbij de belevingswereld van de Nederlander wordt samengesteld.

Sinds de gunning is in samenwerking met het communicatiebureau de eerste fase van de campagne uitgewerkt. Op basis van de eerste testresultaten onder een testpanel blijkt dat er meer tijd en extra inspanning nodig is om de informatiecampagne uit te werken en tot een optimaal resultaat te komen. Hierdoor is de start van de informatiecampagne uitgesteld en thans voorzien in januari 2024. De eerste fase zal zich richten op het bereiken en informeren van jongeren middels een online contentaanpak. Naar verwachting starten de dialogen rond april 2024.

Beleidsmedewerkers, bewindspersonen en volksvertegenwoordigers worden uitgenodigd om waar mogelijk deel te nemen aan de dialogen. Dit met als doel om de burger te informeren, in gesprek te blijven over, en te betrekken bij de EU. Uw Kamer wordt nader geïnformeerd met de exacte data en locaties van de dialogen. De resultaten uit deze dialogenreeks worden teruggekoppeld aan deelnemers, aangeboden aan betrokken bewindspersonen en dienen tevens als input voor het Nederlandse EU-beleid. Uiteraard wordt ook uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten. Daarbij worden er rondom 9 mei 2024 en 2025 (de Dag van Europa) twee grote publieksevenementen georganiseerd en is er speciale aandacht voor de Europese verkiezingen in overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2786

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2786

X Noot
3

Zie de bijlage bij de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 26 en 27 oktober (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2786).

X Noot
4

Kamerstukken II, 2021–2022, 35 925 VI, nr. 61.

X Noot
6

Zie ook het verslag van de Raad Algemene Zaken van 24 oktober, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2775.

X Noot
7

Zie ook Kamerstukken II 21 501-02, nr. 2665 en nr. 2689, nr. 2775.

X Noot
8

Kamerstukken II 2021/22, 36 104, nr. 2 en nr. 6.

X Noot
9

In te zien via Delegates Portal: ST14958/23.

X Noot
10

Zie Delegates Portal: ST15311/23.

X Noot
11

Kamerstukken I, 2021–2022. Kamerstuk 35 403, G.

Naar boven