21 501-20 Europese Raad

Nr. 1972 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2023

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese Raad van 29 en 30 juni 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD VAN 29 EN 30 JUNI 2023

Op donderdag 29 en vrijdag 30 juni a.s. vond een Europese Raad (ER) plaats in Brussel. De ER ving aan met een lunch met Secretaris Generaal Jens Stoltenberg van de NAVO, gevolgd door een speech van de voorzitter van het Europees Parlement, Roberta Metsola.1 Op de agenda van de ER stond de Russische agressie jegens Oekraïne, economie en concurrentievermogen, veiligheid en defensie, migratie en China. Onder externe betrekkingen werd gesproken over de voorbereiding van de Top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC), de situatie in Noord Kosovo, de relatie tussen de EU en Mediterrane partners, specifiek Tunesië.

Lunch met SG NAVO Jens Stoltenberg

Tijdens de lunch met de Secretaris Generaal (SG) van de NAVO, Jens Stoltenberg werd de situatie in Oekraïne in brede zin besproken. De SG NAVO stond onder meer stil bij de NAVO top in Litouwen op 11 en 12 juli, het lidmaatschap van Zweden van de NAVO, de trans-Atlantische defensiecapaciteit en de ontwikkelingen rondom de Wagner groep in Rusland. De SG NAVO toonde zich verheugd over de voortgaande plannen van de EU voor gezamenlijke aankoop van munitie. De leden van de Raad spraken zich andermaal uit voor blijvende steun voor Oekraïne en de inzet om meer wapens aan Oekraïne beschikbaar te stellen. Verder werden het belang van militaire mobiliteit, versterkt engagement met derde landen en de stand van zaken rond defensie-uitgaven van de EU-lidstaten opgebracht.

Russische agressie jegens Oekraïne

Na de lunch stonden de leden van de ER stil bij de laatste ontwikkelingen van de oorlog in Oekraïne. President Zelensky sprak de leden van de Raad per videoverbinding toe. De inzet van de ER blijft onverminderd gericht op het verhogen van de druk op Rusland om de agressie tegen Oekraïne te beëindigen. Daarnaast blijft de EU inzetten op het zoveel mogelijk steunen van Oekraïne op militair, financieel en humanitair gebied en met de wederopbouw, zowel bilateraal als vanuit de EU. Dit alles in nauwe samenwerking met internationale partners en organisaties. Ook heeft de ER aangegeven paraat te staan om bij te dragen aan toekomstige toezeggingen aan Oekraïne op het gebied van veiligheid, zodat het land zich ook op lange termijn kan blijven verdedigen. De aankomende periode zullen lidstaten zich beraden over de vorm die deze bijdrage kan aannemen.

De ER besprak de laatste stand van zaken omtrent de aanslag op en de doorbraak van de dam bij Nova Kakhovka. Nederland heeft in reactie hierop direct hulpgoederen gestuurd. De ER zei toe additionele hulp te genereren in aanvulling op de hulp die via het Union Civil Protection Mechanisme loopt.

De ER benadrukte het belang van voortzetting van de militaire steun aan Oekraïne, waaronder door de EU Military Assistance Mission en steun uit de Europese Vredesfaciliteit. De ER steunde de nieuwe Commissievoorstellen voor het opschalen van de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie om aan de vraag van Oekraïne ten aanzien van militaire- en defensiemiddelen te kunnen voldoen. De EU zal haar inspanningen opvoeren en zal blijven samenwerken met Oekraïne en andere landen om te zorgen voor internationale steun, onder meer via een zogenaamde Top voor wereldvrede. De ER benadrukte dat vredesinitiatieven gebaseerd moeten zijn op eerbiediging van de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne.

De ER verwelkomde de aankondiging van het Internationaal Centrum voor de vervolging van de misdaad van agressie tegen Oekraïne (ICPA) dat het gereed is om met zijn activiteiten te beginnen. Verder stond de ER stil bij de inspanningen om een tribunaal op te richten voor de vervolging van het misdrijf agressie tegen Oekraïne, met inbegrip van het werk dat in de kerngroep is verricht, en riep op tot voortzetting van de werkzaamheden.

De ER toonde zich positief over de instelling van het schaderegister opgericht door de Raad van Europa voor schade veroorzaakt door de agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne en riep op dit verder uit te werken.

De ER verwelkomde de aanname van een ambitieus elfde EU-sanctiepakket tegen Rusland dat bijdraagt aan het tegengaan van sanctie-omzeiling en aanvullende listings gericht tegen de verantwoordelijken van kinderontvoeringen en Russische wapenproducenten. Daarnaast verzocht de ER de Raad, de Hoge vertegenwoordiger en de Commissie de werkzaamheden ten aanzien van bevroren tegoeden van Rusland voort te zetten, met inachtneming van het EU- en het internationaal recht en in coördinatie met internationale partners.

De ER toonde zich bezorgd over het feit dat Rusland de wereldwijde voedselzekerheid ondermijnt, onder meer door de aanhoudende vertraging in de uitvoering van het Black Sea Grain Initiative en riep op tot een snelle en volledige hervatting van de activiteiten ervan. De Solidariteitsroutes van de EU blijven een belangrijke rol spelen bij het versterken van de wereldwijde voedselzekerheid.

De ER veroordeelde de militaire steun van Iran en Belarus aan Rusland. De ER riep Belarus op te stoppen met het toestaan van Russische strijdkrachten op zijn grondgebied, ook voor de inzet van tactische kernwapens. De ER riep tevens Iran op te stoppen met het leveren van drones aan Rusland.

De ER stond stil bij de inzet van Oekraïne om te voldoen aan de vereiste voorwaarden voor toetreding tot de EU en moedigde Oekraïne aan om door te gaan met de ingezette hervormingen. De ER zei daarbij nauw te blijven samenwerken met Oekraïne. De ER stond tevens stil bij de inzet van de Republiek Moldavië om te voldoen aan de vereiste voorwaarden voor toetreding tot de EU. Ook toonde de ER zich positief over het onlangs gepresenteerde steunpakket en de lancering van de civiele EU-partnerschapsmissie. Tenslotte nam de ER nota van de maatregelen die de Georgische autoriteiten onlangs hebben genomen. De EU zal nauw met Georgië blijven samenwerken om dit land te ondersteunen om vooruitgang te boeken op de Europese weg.

Economie

Concurrentievermogen

De ER besprak de stand van de economie en het lange termijn concurrentievermogen van de EU en dankte het Zweedse voorzitterschap van de Raad voor de prioriteit die het aan dit onderwerp heeft gegeven de afgelopen maanden. Onder verwijzing naar de conclusies die de ER hierover in maart jl. aannam, riep de ER de medewetgevers op vaart te maken met de voorstellen voor een Net Zero Industry Act en een Critical Raw Materials Act. Nederland benoemde de noodzaak tot versterking van leiderschap in kritieke technologieën en hun waardeketens, zowel in het belang van het concurrentievermogen van onze open economie als vanuit een oogpunt van economische veiligheid. In maart 2024 zal de ER dit onderwerp opnieuw ter hand nemen aan de hand van de eerste jaarlijkse voortgangsrapportage over concurrentievermogen en productiviteit in de EU. Op voorstel van België dat in 2024 het voorzitterschap van de Raad bekleedt en gesteund door Nederland, riep de ER op tot een onafhankelijk rapport over de toekomst van de interne markt dat ook zal voorliggen aan de Europese Raad in maart 2024. De Commissie werd tevens uitgenodigd een gereedschapskist te presenteren om demografische uitdagingen het hoofd te bieden, vooral in het licht van de impact op Europa’s concurrentiekracht.

Europese Economische Veiligheidsstrategie

In het licht van de op 20 juni jl. verschenen Mededeling over een Europese economische veiligheidsstrategie, benadrukte de ER de noodzaak de economische weerbaarheid en veiligheid van de Unie te versterken om de Europese belangen op het wereldtoneel te verdedigen, met instandhouding van het open karakter dat de Europese economie kenmerkt. De ER riep op tot een benadering die proportionele, precieze en gerichte antwoorden biedt op veiligheidsuitdagingen, gebaseerd op een risico-inschatting. Nederland onderstreepte dat voorkomen moet worden dat – onder het mom van nationale veiligheid – protectionistische maatregelen de voordelen van economische openheid ondermijnen.

Herziening Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 (MFK)

Op 20 juni jl. presenteerde de Commissie voorstellen voor een tussentijdse herziening van het MFK. De ER heeft kennisgenomen van de voorstellen. Een nadere appreciatie van de voorstellen volgt via een BNC-fiche volgens de reguliere afspraken.

Herziening begrotingsraamwerk (SGP)

De ER onderstreepte het belang van de herziening van het Europees begrotingsraamwerk voor de Europese economie. De ER nodigde de Raad uit het werk voort te zetten met het oog op besluitvorming in 2023. Tijdens de Ecofinraad van 14 juli zal een volgende gedachtewisseling over de wetgevende voorstellen voor herziening van het raamwerk plaatsvinden.

Europees Semester

Op 24 mei jl. heeft de Commissie haar voorstellen voor landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester gepubliceerd. Het Europees Semester is het jaarlijkse proces waarin lidstaten hun economisch en budgettair beleid coördineren. De ER bekrachtigde de landspecifieke aanbevelingen, zodat zij vervolgens officieel kunnen worden aangenomen tijdens de Ecofinraad van 14 juli a.s. Daarmee zal de Europees Semester cyclus van 2023 worden afgerond.

Veiligheid en defensie

De ER stond stil bij veiligheid en defensie en besprak de voortgang van de uitvoering van eerdere conclusies over dit onderwerp, waaronder het Strategisch Kompas en de Versailles-verklaring van maart 2022 tijdens de informele ER.2

De ER onderstreepte de noodzaak van het versterken van de technologische en industriële basis van de Europese defensiesector. De competitiviteit moet worden vergroot en de defensiesector moet innovatiever en weerbaarder worden gemaakt vanwege de nieuwe strategische omgeving waarin Europa voor de lange termijn een significant grotere capaciteit nodig heeft om voor haar eigen defensie te kunnen zorgdragen. De ER riep op voortgang te maken met de levering en gezamenlijke aanschaf van munitie en raketten, met name met de Act in Support of Ammunition Production (ASAP), met het oog op een spoedige goedkeuring ervan. De ER verwelkomde tevens het bereikte akkoord over de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van een gemeenschappelijke aanbestedingswet (EDIRPA) en verzocht de Commissie een voorstel te presenteren voor een Europees defensie-investeringsprogramma (EDIP) om de capaciteit en veerkracht van de Europese technologische en industriële defensiebasis, met inbegrip van het MKB, te versterken. De ER verwelkomde het besluit om het financiële plafond van de Europese Vredesfaciliteit verder te verhogen met 3,5 miljard EUR.

De ER verwelkomde de vorderingen ten aanzien van de implementatie van het Strategisch Kompas, onder meer wat betreft cyberveiligheid en -defensie, hybride dreigingen, militaire mobiliteit, ruimtevaart en maritieme veiligheid. Ook verwelkomde de ER de inspanningen die zijn geleverd om het civiele GVDB te versterken, met name de recente goedkeuring van het nieuwe civiele GVDB-pact.

Tenslotte verwelkomde de ER het werk aan de EU Policy on Cyber Defence en de herziening van de EU Cyber Diplomacy Toolbox die erop is gericht om het vermogen te versterken om cyberaanvallen te voorkomen, af te schrikken en erop te reageren.

Migratie

Mede door de inzet van Nederland stond migratie opnieuw hoog op de agenda van de ER, in lijn met de motie van de leden Van Haga en Eppink.3 De ER onderstreepte het belang van Europese actie om de grip op migratie verder te versterken. Een groot aantal leden verwelkomde de brief die de voorzitter van de Europese Commissie daags voor de ER had gestuurd over de implementatie van de conclusies van de ER van februari.4 De Commissievoorzitter benoemde daarin de voortgang die is geboekt op de externe dimensie van migratie. In dit verband stond zij in het bijzonder stil bij de vergevorderde besprekingen tussen de EU en Tunesië over een breed partnerschap, dat moet resulteren in een afname van de gevaarlijke overtochten over de Middellandse Zee. De Commissie stelt zich voor dat het partnerschap met Tunesië als blauwdruk zou kunnen dienen voor partnerschappen met andere relevante derde landen.

Veel lidstaten verwelkomden deze ontwikkeling en onderstreepten het belang van de naleving van internationaal recht in dit verband. Nederland deed dit ook, in lijn met motie van het lid Drost c.s.5 en onder verwijzing naar de gezamenlijke inspanningen van de Commissie, Italië en Nederland met het oog op het partnerschap met Tunesië. Verscheidene lidstaten verwelkomden voorts de bereidheid van de Commissie, mede naar aanleiding van de oproepen hiertoe van verschillende lidstaten, om creatief na te denken over toekomstige partnerschappen.

Ook onderstreepte de Commissievoorzitter in haar brief de voortgang die is geboekt door landen op de Westelijke Balkan bij het in lijn brengen van hun visumbeleid met dat van de EU. De Commissievoorzitter benoemde verder de acties die in gang gezet zijn voor de grensprocedurepilots in Roemenië en Bulgarije. Het kabinet hecht aan aanvullende stappen op deze beide onderwerpen.

De Commissievoorzitter stond in haar brief verder stil bij de afspraken die moeten leiden tot betere naleving van de huidige afspraken. Voor het kabinet is daarbij in het bijzonder van belang dat ook de implementatie van de Dublin Roadmap nauw wordt gevolgd, om zo te komen tot betere naleving. In haar brief verwelkomde de Commissievoorzitter de voortgang op het Pact, in het bijzonder de Raadsposities op Asylum Migration Management Regulation (AMMR) en Asylum Procedures Regulation (APR) die tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 8 juni jl. overeen zijn gekomen.6 Wat Nederland en de overgrote meerderheid van de ER betreft is met de Raadsposities een belangrijke stap voorwaarts gezet om tot een herzien effectief en menswaardig Europees asielsysteem te komen en zijn de juiste procedures zoals vastgelegd in de EU-Verdragen gevolgd. Nederland zet er op in dat er voor het aflopen van de legislatuur van het huidige Europees Parlement een stevig resultaat ligt waarin solidariteit en verantwoordelijkheid in evenwicht zijn, in lijn met de motie van de leden Van den Brink en Ceder7. Tijdens de ER waren twee lidstaten het echter oneens met de tijdens de JBZ-Raad gevolgde stemprocedure. Deze lidstaten waren van mening dat over deze Raadsposities met consensus had moeten worden besloten, in plaats van met gekwalificeerde meerderheid. Om deze reden wensten deze twee lidstaten niet met de ER ontwerp-conclusies over migratie in te stemmen. De voorzitter van de ER heeft daarom onder zijn eigen verantwoordelijkheid conclusies gepubliceerd.8 Hierin betreurt hij de recente scheepsramp voor de Griekse kust en spreekt hij uit dat de Unie gecommitteerd blijft mensensmokkel te bestrijden en de grondoorzaken van migratie tegen te gaan. Net als de Commissievoorzitter in haar brief, gaat de voorzitter van de ER in zijn conclusies in op de voortgang die de Unie boekte sinds de Europese Raad van februari jl. De Raad en Commissie zullen hieraan blijven werken. Tot slot constateert de voorzitter van de ER in zijn conclusies dat Polen en Hongarije het belang van consensus voor de totstandkoming van het asiel en migratiebeleid hadden benadrukt, net als de vrijwilligheid van relocatie en hervestiging, en hadden aangegeven dat solidariteit geen «pull factor» voor migratiestromen mag vormen.

China

De ER stond stil bij de relatie met China, die voortbouwde op de gedachtewisseling tijdens de informele RBZ (Gymnich) van 12 mei jl. over China, met als doel verdere richting te geven aan de toekomstige EU-China relaties

De ER bevestigde de brede beleidsaanpak van de EU ten aanzien van China, waarin het tegelijkertijd als partner, concurrent en systemische rivaal wordt aangeduid. Ook onderstreepte de ER het gemeenschappelijk belang dat de EU en China hebben bij het nastreven van constructieve en stabiele betrekkingen, respect voor de op regels gebaseerde internationale orde en wederkerigheid.

De EU zal met China blijven samenwerken om mondiale uitdagingen aan te pakken en moedigde China aan ambitieuzere maatregelen te nemen op het gebied van klimaatverandering en biodiversiteit, gezondheid en paraatheid bij pandemieën, voedselzekerheid, rampenbestrijding, schuldverlichting en humanitaire hulp.

De EU en China blijven belangrijke handels- en economische partners. De EU zal streven naar een gelijk speelveld, zodat de handels- en economische betrekkingen evenwichtig, wederkerig en wederzijds voordelig zijn. In lijn met de agenda overeengekomen tijdens de informele ER in Versailles in maart 20229 zal de EU kritieke afhankelijkheden en kwetsbaarheden blijven verminderen, ook in haar toeleveringsketens, en zal zij waar nodig en passend risico's verkleinen en diversifiëren. De ER onderstreepte dat de EU daarbij niet van plan is van China te ontkoppelen of zich naar binnen te keren.

De ER benadrukte dat China als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad een bijzondere verantwoordelijkheid heeft bij het handhaven van de op regels gebaseerde internationale orde, het Handvest van de Verenigde Naties en het internationale recht. De ER riep daarom China op om er bij Rusland op aan te dringen zijn aanvalsoorlog te staken en zijn troepen onmiddellijk, volledig en onvoorwaardelijk uit Oekraïne terug te trekken.

De ER benadrukte het strategisch belang van de Oost- en Zuid-Chinese Zee voor regionale en mondiale welvaart en veiligheid en sprak zorgen uit over de toenemende spanningen in de Straat van Taiwan. De ER verzet zich tegen elke unilaterale poging om de status quo met geweld of dwang te veranderen. De ER herbevestigde het consistente «één China-beleid» van de EU.

De EU blijft vastbesloten het respect voor mensenrechten en de fundamentele vrijheden te bevorderen. De ER sprak tevredenheid uit over de hervatting van de mensenrechtendialoog met China en herhaalde zijn bezorgdheid over dwangarbeid, de behandeling van mensenrechtenverdedigers en personen die tot minderheden behoren, de situatie in Tibet en Xinjiang, evenals de nakoming van eerdere toezeggingen van China met betrekking tot Hongkong.

Externe betrekkingen

Voorbereiding EU-CELAC Top

De ER besprak de voorbereidingen voor de EU-CELAC Top die op 17 en 18 juli a.s. plaatsvindt in Brussel. De ER noemde de Top een gelegenheid om het partnerschap met de regio te hernieuwen en te versterken op basis van gedeelde waarden, geschiedenis en cultuur, en om het eens te worden over een positieve en toekomstgerichte agenda. De ER verwacht dat een regelmatige en gestructureerde dialoog zal zorgen voor de follow-up en uitvoering van concrete acties op gebieden van gemeenschappelijk belang, waaronder handel en investeringen. De ER onderstreepte het belang van een gezamenlijke aanpak van de mondiale klimaat- en milieucrises, de toenemende ongelijkheid, de digitale transformatie, de diversificatie van toeleveringsketens en de ongekende bedreigingen voor de mondiale veiligheid en voor de op regels gebaseerde orde.

Noord Kosovo

De ER sprak over de recent opgelopen spanningen in Noord-Kosovo. De ER veroordeelde zoals verwacht de recente gewelddadige incidenten in het noorden van Kosovo en riep op tot een onmiddellijke de-escalatie van de situatie, op basis van de belangrijkste elementen die de EU op 3 juni 2023 al heeft geschetst. Kosovo en Servië moeten de voorwaarden creëren voor vervroegde verkiezingen in alle vier gemeenten in het noorden van Kosovo. De ER benadrukte dat het niet de-escaleren van de spanningen negatieve gevolgen zal hebben. De ER noemde het van essentieel belang dat de door de EU gefaciliteerde dialoog onder leiding van de Hoge Vertegenwoordiger en de snelle implementatie van de overeenkomst en bijbehorende uitvoeringsbijlage over de weg naar normalisatie worden voortgezet. Dit omvat de oprichting van een vereniging/gemeenschap van Servische meerderheidsgemeenten.

Mediterrane partners, specifiek Tunesië

De ER sprak over EU-relaties met Mediterrane partnerlanden en in het bijzonder over Tunesië. De ER zei verheugd te zijn met het werk dat is verricht aan een voor beide partijen voordelig alomvattend partnerschapspakket met Tunesië. Dit pakket bouwt voort op de pijlers van economische ontwikkeling, investeringen en handel, de overgang naar groene energie, migratie en intermenselijke contacten, en steunt de hervatting van de politieke dialoog in het kader van het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië. De ER onderstreepte het belang van het versterken van strategische partnerschappen tussen de EU en partners in deze regio.

Cyprus

De ER stond stil bij de kwestie-Cyprus en benadrukte dat de ER zich hiertoe ten volle zal inzetten binnen het kader van de VN, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, de beginselen waarop de EU is gegrondvest, en het acquis. De ER riep op tot een spoedige hervatting van de onderhandelingen en toonde zich bereid een rol te spelen bij de ondersteuning van alle fasen van het door de VN geleide proces. De ER verzocht de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie om te rapporteren over de stand van zaken van de betrekkingen tussen de EU en Turkije, voortbouwend op de door de ER in kaart gebrachte instrumenten en opties om daarmee in het najaar vervolgstappen te kunnen bespreken.


X Noot
1

Solidarity with Ukraine must remain at the top of our agenda | The President | European Parliament (Europa.eu): https://the-president.europarl.europa.eu/home/ep-newsroom/pageContent-area/actualites/solidarity-with-ukraine-must-remain-at-the-top-of-our-agenda.html

X Noot
2

Zie Versailles Declaration d.d. 11 maart 2022: https://www.consilium.europa.eu/media/54773/20220311-versailles-declaration-en.pdf20220311-versailles-declaration-en.pdf (Europa.eu)

X Noot
3

Kamerstuk 21 501–20, nr. 1954.

X Noot
4

Deze brief is uw Kamer op 4 juli 2023 toegegaan als bijlage bij het verslag van de Raad Algemene Zaken van 27 juni 2023 (Kamerstuk 21 501–02, nr. 2692)

X Noot
5

Kamerstuk 21 501–20, nr. 1963

X Noot
6

Zie hiervoor Verslag van de formele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken juni (Kamerstuk 32 317, nr. 842)

X Noot
7

Kamerstuk 32 317, nr. 839.

X Noot
9

Zie Versailles Declaration d.d. 11 maart 2022: https://www.consilium.europa.eu/media/54773/20220311-versailles-declaration-en.pdf

Naar boven