21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1509 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 23 juni 2015.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 23 JUNI 2015

Voorbereiding Europese Raad van 25–26 juni 2015

De Raad Algemene Zaken (RAZ) zal spreken over de voorbereiding van de Europese Raad (ER) van 25–26 juni 2015, mede op basis van de richtsnoeren (doc.nr. ST 8392/15). Voor die ER zijn de onderstaande onderwerpen geagendeerd.

GVDB en strategische herziening EU buitenland- en veiligheidsbeleid («EU strategic review»)

De ER zal een verdere impuls geven aan de versterking van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid. Daarbij wordt bezien welke resultaten zijn geboekt als gevolg van de afspraken die de ER in december 2013 heeft gemaakt. Daarnaast zal HV Mogherini tijdens de ER haar analyse delen van de effecten van de veranderingen op het internationale speelveld en de betekenis hiervan voor de EU. De ER zal op basis daarvan waarschijnlijk de opdracht geven voor een strategische herziening van het EU buitenland- en veiligheidsbeleid («EU strategic review»). De visie van het kabinet op de implementatie van de gemaakte afspraken uit 2013 is te vinden in de kamerbrieven van 26 april jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 125) en 15 mei jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 126) van de Minister van Defensie, die mede door mij zijn ondertekend. Het kabinet hecht eraan dat een verdere impuls aan de ontwikkeling van het GVDB wordt gegeven, vooral in het licht van de verslechterende veiligheidsomstandigheden in de ring van instabiliteit rondom Europa. Uiteindelijk moet de strategische herziening wat het kabinet betreft begin 2016 leiden tot een brede gemeenschappelijke strategie hoe de Unie het beste omgaat met nieuwe kansen en dreigingen.

Terrorismebestrijding

Ter voorbereiding van de ER zullen de Ministers door de Commissie geïnformeerd worden over de voortgang inzake de uitvoering van de ER-conclusies van 12 februari jl. over de intensivering van verschillende bestaande EU-maatregelen op het gebied van terrorismebestrijding (doc.nr. ST 8392/15). De intensiveringen op dit terrein worden ook onderschreven in de raadsconclusies over de herziening van de Interne Veiligheidsstrategie voor de periode 2015–2020 in reactie op de Mededeling van de Commissie aangaande de Europese Veiligheidsagenda die op 28 april jl. verscheen.

De JBZ-raad van 12 en 13 maart jl. heeft besloten vier maatregelen uit de verklaring van de ER bij voorrang uit te werken. Het gaat hier om het meer systematisch uitvoeren van controles aan de Schengenbuitengrenzen, het inrichten van een Internet Referral Unit bij Europol om radicalisering via het internet te voorkomen, de aanpak van illegale handel in vuurwapens en het intensiveren van informatie-uitwisseling. De inzet van het kabinet is erop gericht de internationale samenwerking op de uitvoering van dergelijke maatregelen verder te versterken.

Migratie

De ER zal spreken over de migratieproblematiek in de Mediterrane regio, mede ter opvolging van de buitengewone ER van 23 april jl, en de EU Agenda voor Migratie. Het kabinet onderstreept de noodzaak om alle relevante beleidsmiddelen en instrumenten waarover de Unie beschikt, op een geïntegreerde wijze in te zetten. Hierbij moet worden aangetekend dat de aanpak van mensensmokkel en de bredere migratieproblematiek een gedeelde verantwoordelijkheid is van herkomst-, transit- en bestemmingslanden. Het kabinet vindt daarom dat de EU de bredere relaties met derde landen strategisch moet inzetten om te komen tot partnerschappen op migratieterrein waar zowel de EU, derde landen als vluchtelingen en migranten baat bij hebben. Voor wat betreft de visie van het kabinet wordt verwezen naar de kabinetsappreciatie op de Agenda voor Migratie (d.d. 26 mei 2015, kamerstuk 22 112, nr. 1968) en de kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen met betrekking tot herplaatsing en hervestiging d.d. 9 juni 2015). Mogelijk zal de ER ook het startschot geven voor een GVDB-missie gericht op het aanpakken van het business model van smokkelaars.

Oekraïne / Rusland

Mogelijk zal de ER spreken over de actuele situatie in Oekraïne en de stand van zaken van de implementatie van de Minsk-akkoorden. Hoewel grootschalige gewelddadigheden zijn uitgebleven, zijn de gevechten recent weer opgelaaid, onder andere rondom de plaatsen Mariinka en Sjirokine en het vliegveld van Donetsk. Er is nog steeds sprake van Russische militaire presentie op Oekraïens grondgebied. Naast de noodzaak van verstrekken van ongehinderde en veilige toegang aan de OVSE monitoringmissie SMM om het staakt-het-vuren en terugtrekking van zware wapens waar te nemen, met name in gebieden die onder controle van separatisten staan, verloopt ook op andere aspecten de implementatie van de Minsk-akkoorden gebrekkig. Het kabinet acht het van belang dat de EU blijft inzetten op een benadering van druk en dialoog. Hierbij moet druk, inclusief het pakket sectorale sancties van 31 juli en 8 september 2014, gebonden zijn aan de volledige implementatie van de Minsk-akkoorden, in lijn met de uitkomst van de ER van 19-20 maart 2015. De einddatum voor volledige implementatie van de Minsk-akkoorden is voorzien op 31 december 2015.

TTIP

Sinds juli 2013 onderhandelen de VS en de EU over een vrijhandelsakkoord: het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP). Sindsdien hebben negen onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De laatste ronde was in april jl. Tijdens deze onderhandelingsronde is over de volle breedte van het akkoord gesproken, met uitzondering van Investor State-Dispute-Settlement (ISDS). De volgende ronde vindt in juli a.s. plaats. In het najaar maken de onderhandelingspartijen de balans op om op basis daarvan het vervolgproces te bepalen. De regeringsleiders zullen tijdens de EU van gedachten wisselen over de laatste stand van zaken. Tevens zal worden teruggeblikt op de geboekte voortuitgang. Het kabinet hecht aan een ambitieus en gebalanceerd akkoord. De visie van het kabinet is onder meer vervat in de kamerbrieven van 22 april 2015 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1372) en 8 juni jl. met Kamerstuk 21 501–02, nr. 1507).

Digitale interne markt

De ER zal tevens spreken over de digitale interne markt, naar aanleiding van de op 6 mei jl. gepubliceerde mededeling van de Commissie. In het BNC-fiche dat op 22 mei jl. aan de Kamer werd verzonden (Kamerstuk 22 112, nr. 1967), wordt de visie van het kabinet op de digitale markt strategie uiteengezet. In algemene zin verwelkomt het kabinet de strategie en de prioriteit die de Commissie daaraan geeft, omdat het van groot belang is dat Europa de kansen van digitale ontwikkelingen volop benut. Voor het kabinet is versterking van de digitale interne markt één van de belangrijkste prioriteiten ter stimulering van de groei en werkgelegenheid in Europa.

Europees Semester

In het kader van het Europees Semester en ter voorbereiding van de ER zal de RAZ spreken over de aanbevelingen die zijn voorgesteld door de Commissie. De RAZ zal na instemming de aanbevelingen ter bekrachtiging voorleggen aan de ER van 25 en 26 juni. Voor Nederland heeft de Commissie dit jaar drie landenspecifieke aanbevelingen: waarborgen van investeringen in onderzoek en innovatie en de randvoorwaarden daarvoor, opvoeren van de hervormingen op de woningmarkt en heroverwegen van de pensioenopbouw. De Kamer is bij brief van 22 mei jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 984) geïnformeerd over de inzet van het Kabinet ten aanzien van de aanbevelingen. De meer gefocuste aanbevelingen sluiten goed aan bij de ambitie van het kabinet om het Europees Semester meer te stroomlijnen en te versterken. Hoewel het kabinet zich kan vinden in de aandachtspunten die de Commissie voor Nederland heeft geformuleerd, is het kabinet het niet eens met het tempo dat de Commissie aanbeveelt ten aanzien van de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Het kabinet is van mening dat de koopwoningmarkt gebaat is bij duidelijkheid en rust, daarom zijn er geen plannen om de afbouw van de hypotheekrenteaftrek te versnellen. Ook is het kabinet ten aanzien van de pensioenaanbeveling van mening dat er meerdere oplossingen denkbaar zijn om de door de Commissie gesignaleerde uitdaging op het gebied van de verdeling van kosten en risico’s binnen en tussen generaties aan te pakken.

Verenigd Koninkrijk

Naar verwachting zal de Britse premier Cameron tijdens de ER kort ingaan op het aangekondigde referendum over het Brits lidmaatschap van de EU. Het kabinet is van mening dat het in het belang van de EU, Nederland en het Verenigd Koninkrijk zelf is dat het Verenigd Koninkrijk lid blijft van de EU. Het kabinet participeert actief in discussies om de EU beter te laten functioneren, bijvoorbeeld door een versterkte rol van nationale parlementen, vervolmaking van de interne markt, better regulation (waaronder vermindering van regeldruk), effectieve samenwerking op terreinen als energie, klimaat en buitenlands beleid, en heeft daarbij nadrukkelijk het belang van alle 28 lidstaten en de EU-instellingen op het oog. De Nederlandse inzet ten aanzien van de Europese samenwerking, zoals onder meer uiteengezet in de Staat van de Unie, is daarbij voor het kabinet leidend.

Four Presidents’ Report

Tijdens de Eurozonetop van 24 oktober 2014 is de Commissievoorzitter opgeroepen om samen met de voorzitters van de Eurozonetop, de Eurogroep en van de Europese Centrale Bank vervolgstappen te bedenken voor beter economisch bestuur in de Eurozone. Voorzien is dat het rapport naar verwachting aan de ER van 25 en 26 juni a.s. wordt gepresenteerd. De RAZ zal het rapport in voorbereiding hierop bespreken. Het rapport is op het moment van opstellen van deze geannoteerde agenda nog niet verschenen.

Het kabinet wil dat het rapport zich richt op een focus op moderne economieën door structurele hervormingen, verdieping van de interne markt en kwalitatief hoogwaardig en betrouwbaar openbaar bestuur in de lidstaten. Voor het kabinet staat naleving van bestaande EMU afspraken voorop; daarvoor moet op korte termijn het bestaande raamwerk optimaal worden benut. Dit standpunt is onder meer vervat in schriftelijke bijdragen in het kader van consultaties met de lidstaten over het rapport. Deze schriftelijke bijdragen zijn met uw Kamer gedeeld middels een brief van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister-President en de Ministers van Financiën en Economische Zaken d.d. 8 juni jl.

Better regulation agenda

De Raad Algemene Zaken zal een oriëntatiedebat houden over het better regulation pakket dat de Commissie op 19 mei jl. heeft gepresenteerd. Voorafgaande aan de presentatie is binnen de Raad eerder gesproken over het pakket van de Commissie, meer in het bijzonder de voorstellen voor een inter-institutioneel akkoord betere regelgeving (IIA) (zie o.a. Kamerstukken 21 501-02 nr. 1495, nr. 1485, nr. 1471 & nr. 1459). De bespreking in de RAZ is de eerste bespreking van het pakket na de presentatie ervan door de Commissie. Naar verwachting zal gesproken worden over de inzet van de Raad bij aanstaande onderhandelingen met de Commissie en het Europees parlement over het voorstel voor een inter-institutioneel akkoord (IIA) betere regelgeving.

Het kabinet is positief over de wijze waarop de Raadsprioriteiten in het voorstel voor het IIA betere regelgeving vertaald zijn. Dat laat onverlet dat er op punten verbeteringen mogelijk zijn, zoals ten aanzien van de voorbereiding van het Commissie werkprogramma in de Raad, transparantie en omzettingstermijnen voor EU-wetgeving. Op andere punten bestaat de noodzaak voor nadere toelichting van voorstellen, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van het voorgestelde inter-institutionele panel en «goldplating».

Het kabinet zou graag zien dat over het voorstel voor een IIA betere regelgeving spoedig tot overeenstemming kan worden gekomen tussen de Raad, Europees parlement en de Commissie, opdat de agenda voor betere regelgeving zo snel mogelijk geïmplementeerd kan worden. Dat zal echter afhankelijk zijn van de mate waarin binnen de Raad en met het Europees parlement overeenstemming kan worden bereikt over een gemeenschappelijke positie.

Tot nu toe uitten lidstaten zich in vrij positieve zin over het voorstel van de Commissie en steunden ze de insteek van het Voorzitterschap ten aanzien van de Raadsinzet. Net als Nederland bestaan ook in andere lidstaten vragen over het inter-institutionele panel en ten aanzien van de passages over «goldplating».

Het kabinet hoopt dat de onderhandelingen over het IIA onder Luxemburgs voorzitterschap afgerond kunnen worden. Een uitgebreide omschrijving van het Nederlands standpunt ten aanzien van het voorstel voor een herzien IIA betere regelgeving en de Commissiemededeling over de better regulation agenda zal de op korte termijn in de vorm van BNC-fiches worden toegezonden.

Macedonië

De Raad zal spreken over de politieke crisis in Macedonië, zoals door Nederland verzocht tijdens de RBZ in mei jl. en in navolging van de conclusies die de Raad hierover aannam in april jl. De langdurige politieke crisis, de vele aantijgingen rond machtsmisbruik en de achteruitgang op het gebied van de rechtsstaat en fundamentele rechten baren zorgen. Tegelijkertijd is er de laatste tijd sprake van voorzichtige stappen voorwaarts. Mede door de inzet van het Europees parlement en de persoonlijke betrokkenheid van Commissaris Hahn is een politiek akkoord bereikt tussen de vier voornaamste partijen in Macedonië. Voorname elementen in dit akkoord zijn onder andere vervroegde verkiezingen in april 2016 en de terugkeer van de oppositie naar het parlement, evenals ook onderzoek naar de aantijgingen van machtsmisbruik en het opvolgen van eerdere aanbevelingen van de

Het kabinet zal tijdens de Raad benadrukken dat een duidelijk commitment wordt verwacht van de politieke leiders, in het bijzonder de Macedonische regering. De oppositie moet terugkeren naar het parlement en de aantijgingen uit de afluisterschandalen dienen grondig, objectief en transparant te worden onderzocht. De recente bemoedigende stappen zouden door de Raad moeten worden verwelkomd, met nadruk op het belang van implementatie. Nederland zal tijdens de Raad tevens bepleiten dat voor een duurzame oplossing het aanpakken van de politieke crisis alleen niet voldoende zal zijn. Er moet eveneens geïnvesteerd worden in het adresseren van de structurele problemen in Macedonië ten aanzien van onder andere de rechterlijke macht, corruptie en mediavrijheid. Het kabinet is daarbij van mening dat de Commissie de ruimte moet krijgen om haar huidige ondersteunende rol voort te zetten en te helpen een duurzame oplossing te vinden voor de crisis en de aandacht Macedonië weer te richten op het hervormingsproces. Een duidelijk signaal van de Raad kan deze rol kracht bij zetten.

Raadsconclusies over de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

De RAZ zal als A-punt raadsconclusies aannemen over de toepassing van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie naar aanleiding van het jaarlijkse rapport van de Commissie over het EU-Handvest (COM(2015) 191 final) en het jaarrapport van het EU Grondrechtenagentschap over 2014. De Raad onderstreept in zijn conclusies het belang van het Handvest, zijn toepassing en naleving en de noodzaak om de toepassing van het Handvest als het juridische basisinstrument van de EU ten aanzien van fundamentele rechten regelmatig en systematisch te blijven analyseren en toe te passen in het wetgevings- en beleidvormingsproces. Verder verwelkomt de Raad nadere activiteiten van onder andere het Grondrechtenagentschap om meer bekendheid te geven aan het Handvest.

In navolging van de rapporten van de Commissie en het Grondrechtenagentschap worden in de Raadsconclusies uitdagingen en verworvenheden gesignaleerd op verschillende terreinen zoals gegevensbescherming, het tegengaan van racisme en xenofobie, de bescherming van fundamentele rechten van migranten en asielzoekers en de bescherming van kinderen. Daarnaast worden de eerdere Raadsconclusies over versterking van de consistentie tussen interne en externe aspecten van bescherming en bevordering van mensenrechten in de EU wederom bestendigd.

Het kabinet ondersteunt deze conclusies over de handhaving van mensenrechten binnen de EU en verwelkomt de identificatie van EU beleidsterreinen waar de bescherming van fundamentele rechten onder druk kan komen te staan. Nederland is altijd voorstander geweest van een goede samenhang tussen het interne en externe mensenrechtenbeleid van de EU en zal zich blijven inspannen om de coherentie verder te vergroten, zoals ook verwoord in de Staat van de Unie 2015 (zie Kamerstuk 34 166, nr. 1).

Vaststellen Raadspositie in eerste lezing ten aanzien van uitbreiding Gerecht

De Raad zal als A-punt een positie in eerste lezing vastleggen ten aanzien van het plan van het Hof van Justitie van de EU om het EU-Gerecht stapsgewijs uit te breiden met 28 extra rechters. Bij brief van 28 november 2014 heeft uw Kamer het BNC-fiche inzake verhoging aantal rechters in het Gerecht van de EU (Kamerstuk 22 112, nr. 1933) ontvangen. Per brief is uw Kamer op 23 januari jl. vervolgens geïnformeerd over de voortgang op dit dossier (Kamerstuk 22 112, nr. 1939). Tijdens het Comité van Permanente Vertegenwoordigers van 11 december constateerde het voorzitterschap dat er een gekwalificeerde meerderheid bestond voor het plan van het EU-Hof. Nederland heeft met gelijkgezinde lidstaten actief gezocht naar alternatieven voor uitbreiding met 28 extra rechters. Deze pogingen zijn helaas onsuccesvol gebleken. Hoewel het kabinet graag andere opties nader had verkend, is voor het kabinet van belang dat het plan een langslepende impasse lijkt te kunnen doorbreken.

Naar boven