21 501-28 Defensieraad

Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2015

Op 8 mei jl. hebben Hoge Vertegenwoordiger Mogherini en eurocommissaris Bienkowksa hun voortgangsrapporten naar aanleiding van de Europese Raad in december 2013 gepresenteerd1.

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, een appreciatie van beide rapporten, zoals ik eerder heb toegezegd. Beide rapporten geven de stand van zaken weer en bieden ook een blik op de toekomst. Over een groot aantal onderwerpen in beide rapporten hebben wij u reeds geïnformeerd met de brieven van 26 april jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 125) en 8 mei jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1497).

Als bijlage bij deze brief treft u, conform eerdere toezeggingen aan uw Kamer, een schematische weergave aan van de voortgang op de verschillende onderwerpen2.

Een sterk veranderd wereldbeeld vraagt om een sterker GVDB

HV Mogherini gaat in haar rapport in op het sterk veranderde wereldbeeld sinds de bespreking van het GVDB in december 2013. De noodzaak van een sterke rol van de EU, ook op veiligheidsgebied, neemt toe. Zij beschrijft de crises waar de EU mee wordt geconfronteerd en verwijst naar de noodzaak van een herziening van de Europese veiligheidsstrategie om deze crises te adresseren. Aandacht voor nieuwe dreigingen en de noodzaak om interne veiligheid met externe veiligheid nauw te verbinden, komen daarbij op verschillende plaatsen in het rapport terug. Het kabinet onderschrijft dit pleidooi van de HV.

Een ander element van het rapport waarbij de HV uitgebreid stil staat, is de verdere ontwikkeling en operationalisering van de geïntegreerde benadering. Op dit terrein is vooruitgang geboekt sinds de gezamenlijke mededeling van de HV en de Commissie uit december 2013. Zo onderstreept de HV het belang van een betere beleidsmatige en operationele koppeling tussen GVDB-missies en operaties en het bredere EU-optreden op het terrein van veiligheid, defensie en ontwikkelingssamenwerking. Ook wordt in het rapport aandacht besteed aan de institutionele aspecten van de geïntegreerde benadering. Zo schetst HV Mogherini de versterkte samenwerking binnen het externe cluster van de Commissie, zowel ten aanzien van conflictpreventie als crisismanagement, en het belang van verbetering van de crisismanagementstructuren binnen het GVDB. Hoewel de ontwikkeling van de geïntegreerde benadering in EU-verband positief is, beseft het kabinet dat er meer nodig is. Het zal dan ook actief aan de geïntegreerde benadering blijven werken.

Op andere terreinen stelt de HV dat minder vooruitgang is geboekt. Zo schetst de HV de achterblijvende ontwikkeling rondom de snelle inzetbaarheid van de EU, onder meer wat toepassing van artikel 44 van het EU-Verdrag betreft. Op dit moment is hierover geen consensus onder de lidstaten. De HV bevestigt in haar rapport haar bereidheid om de discussie tussen de lidstaten over aanpassing van de financieringsmogelijkheden, vooral voor militaire operaties, te blijven ondersteunen. Vooralsnog heeft deze discussie weinig tot niets opgeleverd.

HV Mogherini is tevens van mening dat de civiele en militaire capaciteiten voor het GVDB verder moet worden ontwikkeld en dat defensiesamenwerking moet worden verdiept. Daarvoor is meer «commitment» van lidstaten nodig. Zij roept lidstaten op om meer en beter in gezamenlijkheid te investeren in defensie. Mogherini stelt voor om door middel van een systeem van peer pressure deze betrokkenheid te stimuleren, een idee dat aansluit bij een van mijn prioriteiten voor het Nederlandse voorzitterschap van de EU in de eerste helft van 2016.

De doorontwikkeling van het GDVB is complementair aan de Navo

De ontwikkeling van het GDVB is volgens de HV complementair aan de Navo. In haar rapport wijst zij herhaaldelijk op het belang van goede samenwerking tussen de EU en de Navo. Daarbij kan het gaan om het gezamenlijk bestrijden van nieuwe dreigingen, zoals hybride of cyberdreigingen, of om samenwerking op het gebied van capaciteitsversterking. De constatering dat de EU en de Navo gedeelde belangen hebben en dat nauwe samenwerking daarom van groot belang is, onderschrijf ik volledig.

Meer defensiesamenwerking is noodzakelijk, EU kan begeleiden

HV Mogherini merkt verder op dat de financiële crisis waarmee de Unie kampt nog niet voorbij is. Dit vraagt volgens de HV om meer samenwerking, ook ten aanzien van veiligheid en defensie. De vier lopende capaciteitsprojecten moeten worden uitgevoerd, maar lidstaten moeten verder aandacht besteden aan het oplossen van de bestaande capaciteitstekorten. HV Mogherini is van mening dat dit een proces is dat door de lidstaten wordt gedreven. De EU, in het bijzonder het Europees Defensie Agentschap, kan lidstaten daarin wel begeleiden (facilitator and enabler). Ik deel deze opvatting. Mogherini en Bienkowska leggen daarbij ook een belangrijke verbinding met de noodzaak tot meer samenwerking bij onderzoek en ontwikkeling (Research & Development). De Preparatory Action wordt in dit verband als zeer belangrijk gezien. U bent hier eerder uitgebreid over geïnformeerd. HV Mogherini kondigt in haar rapport aan dat het EDA een pilot project zal opzetten.

Noodzaak voor geïntegreerde, innovatieve en competitieve EDTIB

Het belangrijkste punt van aandacht voor eurocommissaris Bienkowska is een geïntegreerde, innovatieve en competitieve Europese Defensie Technologische Industriële Basis (EDTIB). Een goed functionerende EDTIB vraagt volgens de eurocommissaris om meer samenwerking, een efficiëntere defensiemarkt en meer robuuste garanties voor security of supply. Bienkowksa zal daarbij toezien op een juiste implementatie van de defensierichtlijnen. Een evaluatie hiervan zal in 2016 verschijnen. Ook zal zij aandacht besteden aan het versterken van de toelevering tussen lidstaten en industrieën. Begin 2016 zal zij een roadmap presenteren voor een EU-breed security of supply regime. Van belang is eveneens dat de grensoverschrijdende toegang voor het midden- en kleinbedrijf tot de toeleveringsketens op de defensiemarkt wordt gegarandeerd. Zoals ik u eerder heb laten weten, is de adviesgroep die hiervoor is ingesteld inmiddels van start gegaan. Tot slot is ook in dit kader de Preparatory Action van belang om door middel van innovatie de industrie competitiever te maken.

Europese Raad in juni moet nieuwe impuls geven

HV Mogherini en eurocommissaris Bienkowska concluderen dat er behoorlijke vooruitgang is geboekt, maar niet op alle punten. Zij spreken de hoop uit dat de Europese Raad in juni weer een nieuwe impuls geeft. Een discussie over strategische doelen moet daarbij niet uit de weg worden gegaan. Wat hen betreft moeten de regeringsleiders daarbij ook spreken over de politieke wil om het GVDB verder te ontwikkelen, inclusief de daaraan verbonden consequenties zoals het versterken van militaire en civiele capaciteiten.

Tot slot merken zij op dat een sterke EDTIB alleen tot stand kan komen wanneer lidstaten zich niet slechts laten leiden door kortetermijndenken en nationale industriële belangen. In de huidige situatie kan Europa zich niet langer een inefficiënte markt veroorloven die wordt gekenmerkt door duplicaties, aldus HV Mogherini en eurocommissaris Bienkowska. Zij pleiten er dan ook voor om investeringen in de defensiemarkt en -industrie te verbinden met de bredere strategie van de Commissie voor groei en innovatie, maar met inachtneming van de defensiespecificaties. Ik kan me daar goed in vinden.

Concluderende onderschrijft het kabinet veel aspecten van de analyse van zowel HV Mogherini als eurocommissaris Bienkowska. Het acht deze in overeenstemming met het bredere streven naar versterking en verdieping van het GVDB, met als oogmerk al het mogelijke te doen om te komen tot een zo effectief en efficiënt mogelijk optreden van de Unie op veiligheids- en defensieterrein.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven