21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1471 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2015

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 17 maart 2015.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 17 MAART 2015

Voorbereiding van de Europese Raad van 19 maart 2015

Energie-unie

De Raad besprak de concept-conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 maart (doc.nr. 5498/15). Wat betreft de Energie Unie concentreerde de discussie zich op het thema gascontracten met externe leveranciers. Er was weliswaar brede steun voor het pleidooi in de Conclusies voor meer transparantie, maar over de wijze waarop die transparantie gerealiseerd moet worden verschilden de meningen. Veel lidstaten, waaronder Nederland, pleitten voor duidelijke criteria bij de ex-ante toetsing van contracten door de Commissie. Een toets op mogelijke strijdigheid met EU-recht kreeg veel steun.

De concept-conclusies geven aandacht aan alle vijf dimensies van de Energie Unie. Nederland benadrukte daarbij nogmaals het belang van de interne energiemarkt en het koolstofarm maken van transport en riep, gesteund door anderen, ook op tot expliciete aandacht voor het aangaan van strategische partnerschappen met belangrijke energie producerende of doorvoerende landen. Een passage daarover is op Nederlands voorstel opgenomen in de conclusies.

Extern beleid

De Raad sprak heel kort over de Top van het Oostelijk Partnerschap, Oekraïne en Libië. De discussie verliep langs dezelfde lijnen als tijdens Gymnich en de Raad Buitenlandse Zaken, waarvan de verslagen separaat aan uw Kamer zijn verzonden.

Europees Semester 2015

De Raad nam kennis van een «Synthesis Report» van het voorzitterschap inzake de besprekingen over het Europees Semester die vanaf december jl. zijn gevoerd in verschillende Raadsformaties (doc.nr. 6538/15). De besprekingen vonden plaats op basis van de in november jl. gepubliceerde Annual Growth Survey (doc.nr. COM(2014)902), het traditionele startschot van het Europees Semester.

Uit het «Synthesis Report» blijkt onder meer dat de lidstaten de accenten die de Commissie heeft gelegd in de Annual Growth Survey op het belang van gezonde overheidsfinanciën, structurele hervormingen en investeringen in verschillende Raadsformaties breed hebben onderschreven. Ook het kabinet onderschrijft deze en is van mening dat zij moeten worden ondersteund door een verdere verdieping van de interne markt. Het achterblijven van de doorvoering van de landenspecifieke aanbevelingen kwam uit het «Synthesis Report» naar voren als een van de meest prangende punten binnen het Europees Semester.

De Raad Algemene Zaken nam tevens kennis van een geactualiseerde «Road Map» met de verdere stappen in het Europees Semester tot en met juli. De Europese Raad van 19 en 20 maart 2015 zal verder spreken over het Europees Semester.

IIA Better lawmaking

Na een eerdere bespreking op 10 februari jl. heeft de Raad Algemene Zaken verder gesproken over de herziening van het inter-institutioneel akkoord Beter Wetgeven. Tijdens de bespreking kwamen de prioriteitstelling van de Raad en de vastlegging van deze prioriteiten in de herziening van het IIA aan de orde. Verschillende lidstaten benadrukten dat de Raad en het EP op gelijke voet in een vroegtijdig stadium betrokken moeten worden bij de voorbereiding van het Commissie Werkprogramma, een punt waarop ook Nederland heeft ingezet. Andere Nederlandse prioriteiten voor de herziening van het IIA beter wetgeven zijn: betere regelgeving, gedelegeerde handelingen, nationale parlementen, transparantie, trilogen en een omzetting van richtlijnen. Nederland heeft samen met Denemarken en Finland een non-paper gepresenteerd waarin deze prioriteiten staan opgesomd. Andere lidstaten legden eveneens de nadruk op betere regelgeving, gedelegeerde handelingen en trilogen. De prioriteiten van de Raad zullen in aanloop naar de RAZ op 21 april a.s. nader uitgewerkt worden. Hierna volgt de presentatie van het Commissievoorstel voor de herziening van het IIA Beter Wetgeven op 28 april a.s.

Rapporten Coöperatie- en Verificatiemechanisme Roemenië en Bulgarije

Tijdens de Raad werden conclusies aangenomen over de stand van zaken in Roemenië en Bulgarije met betrekking tot de voortgang van hervormingen in het kader van het Coöperatie- en Verificatiemechanisme. Deze conclusies (doc.nr. 7281/15) zijn in lijn met de analyse en conclusies van de rapporten, erkennen de reeds gerealiseerde resultaten, en dringen aan op het spoedig en strikt opvolgen van de aanbevelingen. Ze verwijzen naar het belang van de waarden en principes van de Europese Unie en onderstrepen dat beide landen nog stappen moeten zetten om de duurzaamheid van de hervormingen te waarborgen. Ook wordt benadrukt dat een onpartijdig, onafhankelijk en effectief administratief en justitieel systeem onontbeerlijk is voor het correct functioneren van het Europese beleid en voor het nut dat de bevolking heeft van het lidmaatschap van de Unie. De Raadsconclusies zijn in lijn met de Nederlandse invalshoek zoals verwoord in de kabinetsappreciatie die uw Kamer op 2 maart jl. is toegegaan(Kamerstuk 23 987, nr. 152). Tevens wordt bevestigd dat het CVM dient te worden gecontinueerd totdat alle ijkpunten zijn verwezenlijkt. De Commissie zal over een jaar opnieuw schriftelijk rapporteren over de ontwikkelingen in het kader van het CVM.

IPA

De Raad nam zonder discussie conclusies aan over het rapport van de Europese Rekenkamer over IPA-steun aan Servië. De Raad verwelkomt de conclusies en aanbevelingen in het rapport, in het bijzonder de conclusie dat de pre-toetredingssteun aan Servië over het algemeen doelmatig is beheerd en een doeltreffende bijdrage levert aan de doorvoering van sociale en economische hervormingen en de verbetering van goed bestuur. De Raad neemt nota van de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer onder andere met betrekking tot de verbetering van programmering, opzet, implementatie en duurzaamheid van projecten. De Raad kijkt positief naar de observatie van de Europese Rekenkamer dat onder IPA II reeds stappen zijn gezet om deze tekortkomingen te adresseren. De Raad bedankt de Commissie voor haar reactie op het rapport en neemt positieve nota van de stappen die de Commissie reeds heeft gezet om het beheer en uitvoering van pre-accessiemiddelen verder te verbeteren. De Raad roept de Commissie op om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen systematisch worden opgevolgd en om lidstaten op de hoogte te houden van de vorderingen. De Raad benadrukt, met verwijzing naar de conclusies van 2012, 2013 en 2014 ten aanzien van flexibiliteit, transparantie en duurzaamheid van de toetredingssteun, het belang van coherentie tussen financiële steun en voortgang in de uitvoering van de toetredingsstrategie. Ten slotte geeft de Raad aan dat de rol van het maatschappelijk middenveld versterkt moet worden.

AOB IJsland

De voorzitter gaf een korte toelichting op de stand van zaken ten aanzien van IJsland na ontvangst van de brief van de IJslandse regering met het verzoek IJsland niet langer als kandidaat-lidstaat te beschouwen en de procedures van de Raad hieraan aan te passen. Toetredingsonderhandelingen tussen de EU en IJsland lagen al enige tijd stil na het besluit van de IJslandse regering in mei 2013 om deze op te schorten. In de brief geeft IJsland aan de onderhandelingen nu definitief te staken. De IJslandse regering geeft hier niet expliciet aan de lidmaatschapsaanvraag in te trekken. De brief heeft in IJsland tot discussie geleid, waarbij de oppositie de inhoud van de brief tegenspreekt. De Raad nam kennis van de brief en het Voorzitterschap zal samen met de Europese Commissie een antwoord voorbereiden.

Naar boven