28 Maatschappelijk domein (inclusief huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties)

Maatschappelijk domein (inclusief huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties)

Aan de orde is het tweeminutendebat Maatschappelijk domein (inclusief huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties) (CD d.d. 11/09).

De voorzitter:

We gaan in één beweging door met het volgende debat. Dat is het tweeminutendebat Maatschappelijk domein (inclusief huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties). Ik geef graag het woord aan mevrouw Van der Werf van de fractie van D66. Zij is de eerste spreker van de zijde van de Kamer.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Voorzitter. Tijdens het commissiedebat hebben we uitvoerig gesproken over femicide en geweld tegen vrouwen. Gisteren volgde daarop een mooi notaoverleg. Ook nabestaanden zijn daarvoor naar de Kamer gekomen. Hun aanwezigheid maakte opnieuw voelbaar waar wij voor vechten. Zij hebben hun verhaal gedeeld. Dat ging vaak over een heel groot verlies. Zij hebben hun deel gedaan. Het is nu aan ons. Ik heb vandaag geen nieuwe moties voor de staatssecretaris. We hebben er al heel veel ingediend. Maar ik hoop nu wel dat er echt met de uitvoering aan de slag wordt gegaan, want het zijn er nogal wat. Ze gaan onder andere over die 24/7 bel- en chatlijn, Clare's Law en het creëren van één registratiesysteem waarin alle meldingen worden gebundeld. Dat zijn allemaal maatregelen die snel kunnen worden opgepakt en een enorme verbetering kunnen bewerkstelligen in de praktijk. Ik verwijs daarbij ook graag terug naar alle maatregelen die zijn genoemd in de initiatiefnota van mij, mevrouw Becker, mevrouw Bruyning en mevrouw Mutluer, die we tijdens het commissiedebat hebben ingediend. Ik hoop dat we daar snel mee aan de slag gaan en dat alle vrouwen die op dit moment die debatten terugkijken en denken "dit gaat over mij" zo snel mogelijk hulp kunnen vinden.

De voorzitter:

Mevrouw Bruyning, Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Bruyning (NSC):

Dank, voorzitter. We spreken vandaag over het maatschappelijk domein en daarmee over mensen, over levens die nu tussen wal en schip vallen, over kinderen, jongeren, vrouwen en gezinnen die ervaren dat de overheid er niet staat als het echt nodig is. Te vaak zien we versnippering, wegkijken, pilots en rapporten, terwijl achter elke gemiste kans een gezicht, een naam en een toekomst schuilgaat. Dat kunnen en mogen we niet accepteren. We hebben het hier over de hardste vormen van falen: femicide, huiselijk geweld, kindermishandeling en dakloosheid. Dit zijn thema's die levens verwoesten, generaties tekenen en ons dwingen om voorbij goede bedoelingen te gaan. Mijn fractie, die van Nieuw Sociaal Contract, staat voor een overheid die verantwoordelijkheid neemt, niet door te beloven en te onderzoeken, maar door te doen, door te kiezen voor regie, duidelijkheid en bescherming. Want maatschappelijke vraagstukken zijn geen papieren debatten. Het gaat om veiligheid, om menselijke waardigheid, om vertrouwen.

Voorzitter. De kern is simpel: geen versnippering maar samenhang, geen uitstel maar daadkracht, geen vergeten stemmen maar mensen centraal. Dat vraagt moed, keuzes en prioriteit. Het vraagt van ons allemaal dat we niet langer accepteren dat kwetsbaren de prijs betalen voor bestuurlijke traagheid.

Voorzitter. Laat het debat niet eindigen in woorden. Laten we vandaag de overtuiging uitspreken dat Nederland een land moet zijn waar mensen weten: ik word gezien, ik word beschermd, ik doe ertoe. Dat is de opdracht die voor ons ligt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Westerveld van GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Er gaat inderdaad nogal wat mis in het sociaal domein. Dat komt door de manier waarop het is georganiseerd. Kijk naar het onderwijs. Ieder kind heeft recht op onderwijs, maar als een kind dan ook een extra ondersteuningsbehoefte heeft, merk je vaak dat instanties naar elkaar wijzen en dat uiteindelijk niemand meer verantwoordelijk is. Datzelfde zien we bij het leerlingenvervoer en natuurlijk ook bij mensen die een kind in huis hebben dat een kwetsbare gezondheid heeft en op die manier extra hulp nodig heeft. Dat vraagt van ons om daar een fundamentele discussie over te voeren en om dat ook in de volgende periode goed aan te pakken, met de verantwoordelijkheid die daarbij hoort.

Dat vraagt ook om de inzet van ervaringsdeskundigen, want zij weten vaak veel beter hoe het allemaal beter kan. We merken dat ervaringsdeskundigen dat ook willen doen, maar dat het weleens kan botsen met bijvoorbeeld uitkeringen of toeslagen die ze krijgen. Daarover heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland het VN-verdrag Handicap heeft geratificeerd;

constaterende dat ervaringsdeskundigen een onmisbare rol spelen bij de implementatie van het verdrag;

overwegende dat neveninkomsten nadelige gevolgen kunnen hebben voor uitkeringen of toeslagen;

verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze de inbreng van ervaringsdeskundigen op een zo gelijkwaardig mogelijke wijze gewaardeerd kan worden en samen met het UWV, de VNG, de Landelijke Cliëntenraad, de Coalitie voor Inclusie en Ieder(in) verschillende opties voor te leggen, zoals een vrijwilligersvergoeding of een invoering van vrijstellingsregelingen van inkomsten, zodat overheden, uitvoeringsorganisaties en onderwijsinstellingen ervaringsdeskundigen geldelijk kunnen waarderen voor hun bijdrage,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld.

Zij krijgt nr. 287 (28345).

Dank u wel. Mevrouw Becker, VVD.

Mevrouw Becker (VVD):

Voorzitter, dank u wel. We hebben met de staatssecretaris een zeer constructief en goed debat gehad over het maatschappelijk domein, zoals we dat ook gisterenavond hebben gehad over femicide en over de veiligheid van vrouwen. Er zit veel overlap tussen die twee debatten. Daarom heb ik bij een aantal zaken, zoals de versnippering in de aanpak, gisteren tijdens het commissiedebat al uitgebreid stilgestaan. Voor dit debat heb ik ook gezegd: we willen de daders achter slot en grendel en niet de vrouwen. De staatssecretaris heeft een brief toegezegd om die daderaanpak echt even integraal in beeld te brengen bij de Kamer. Daar dank ik haar voor.

Dan blijft er nog één punt over. Dat is ook gisteren in het debat aan de orde geweest. De Kamer wil heel graag een laagdrempelig meldpunt voor vrouwen die onveilig zijn, met expertise in de backoffice. De Kamer wil ook een soort van hulplijn. De hulplijn van 116 is weleens genoemd. Het zijn verschillende wensen. Wij lezen in de tekst van het kabinet dat die moties al zouden zijn afgedaan omdat we Veilig Thuis hebben. Daar zijn ik en een heel aantal Kamerleden het eigenlijk niet mee eens. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet Veilig Thuis een cruciale rol toedicht in de preventie van femicide en het tevens ziet als de invulling van de motie-Van der Werf/Becker (29279, nr. 890) om te komen tot een laagdrempelig meldpunt met voldoende expertise;

constaterende dat er op dit moment sprake is van aanzienlijke wachttijden en de werking van Veilig Thuis per regio verschilt, waardoor de kwaliteit van de hulpverlening afhankelijk kan zijn van de woonplaats;

overwegende dat snelle en deskundige opvolging noodzakelijk is in het voorkomen van geweld in afhankelijkheidsrelaties;

verzoekt de regering om een herbezinning op de rol, positionering en capaciteit van Veilig Thuis bij femicide, huiselijk geweld en kindermishandeling;

verzoekt om daarbij tevens apart in te gaan op de wens van de Kamer voor een laagdrempelig 24/7 meldpunt en hulplijn zoals 116 en de Kamer hier uiterlijk in het voorjaar van 2026 over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Becker, Van der Werf en Bruyning.

Zij krijgt nr. 288 (28345).

Mevrouw Becker (VVD):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Krul van het CDA.

De heer Krul (CDA):

Er is gisteravond een goed en belangrijk debat geweest over femicide. Dat onderwerp stond eigenlijk ook centraal bij het commissiedebat. Dat is belangrijk en ook goed. Maar er stonden ook meer dingen op de agenda; er stonden zelfs ruim 30 brieven op de agenda. Omdat gisteren al het debat over femicide is geweest, richt ik mij vandaag op een ander onderwerp dat deze staatssecretaris ongetwijfeld ook aan het hart gaat.

Het is namelijk de Week tegen Eenzaamheid. De aftrap is donderdag. Mijn eerste vraag zou zijn: heeft de staatssecretaris iets in haar agenda staan rondom deze belangrijke week? Ik ben benieuwd. In een klein dorpje in het Groene Hart, Rijnsaterwoude, noemen ze dat de Week van de Ontmoeting, met als motto "Kom erbij!" Tijdens deze weken organiseren zij bijeenkomsten speciaal voor degenen die graag meer contact willen hebben met mededorp- en buurtbewoners. Dat is een mooi initiatief. Helaas: onbekend maakt onbemind. Wie ook onbekend zijn, en in veel gevallen ook verschrikkelijk eenzaam, zijn ouderen die het slachtoffer zijn van mishandeling, door overbelaste mantelzorgers, soms zelfs door professionele hulpverleners en soms door andere familieleden. Dit onderwerp is ook kort besproken tijdens het commissiedebat. De antwoorden van de staatssecretaris waren nog niet helemaal naar wens.

Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de evaluatie van de campagne ouderenmishandeling blijkt dat die niet leidde tot een gewenste gedragsverandering;

constaterende dat Veilig Thuis landelijk verantwoordelijk is voor het coördineren van de aanpak;

constaterende dat er een nieuw onderzoek vanuit de Universiteit van Maastricht is gestart naar de aard en omvang van ouderenmishandeling in Nederland en de staatssecretaris op basis van meer actuele inzichten wil evalueren of de bestaande aanpak voldoende is om ouderen effectief te beschermen;

overwegende dat vroegsignalering begint met bewustwording en er momenteel een taboe rust op ouderenmishandeling bespreekbaar maken;

verzoekt de regering om het onderzoek van de Universiteit van Maastricht niet af te wachten, maar in overleg met Veilig Thuis alvast maatregelen te nemen om ouderenmishandeling meer bespreekbaar te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 289 (28345).

De heer Krul (CDA):

Ik begrijp heel goed dat de staatssecretaris zegt "een onderzoek kan mij meer inzichten geven", maar ik ben het niet eens met de opmerking dat we moeten wachten op inzicht in het al dan niet werken van de huidige aanpak. Die werkt nu eenmaal niet; dat blijkt uit alle cijfers. Het is wat ons betreft een kwestie van en-en. We hopen dat de staatssecretaris die handschoen wil oppakken.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors tien minuten. Daarna gaan we luisteren naar de antwoorden van de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 17.13 uur tot 17.22 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Pouw-Verweij:

Dank u wel, voorzitter. Om ten eerste antwoord te geven op de vraag van de heer Krul: ja, ik heb de eer om morgen aanwezig te mogen zijn bij de opening van de Week tegen Eenzaamheid in Den Bosch. Het is een zeer belangrijk onderwerp.

Dan de appreciatie van de moties. De motie op stuk nr. 287 kan ik oordeel Kamer geven. Dit staat ook in het VN-verdrag. We zijn rijksbreed bezig met de uitvoering. Ik kan dit daarbij zeker meenemen.

De motie op stuk nr. 288 geef ik ook oordeel Kamer. Voor mijn gevoel had ik eigenlijk al een beetje toegezegd in het debat dat ik graag ook met uw Kamer hierover het gesprek aan wilde gaan. Gezien het lijstje van dingen dat ik daaraan toevoeg, kunnen we volgens mij straks lang met elkaar gaan zitten, maar dat is wat betreft dit onderwerp ook zeker de moeite waard. Maar goed: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 289 is een beetje lastig. Het ligt er een beetje aan hoe de heer Krul het bedoelt. Als de heer Krul bedoelt dat hij graag wil dat ik voordat de resultaten er zijn in gesprek ga met Veilig Thuis over of en hoe zij maatregelen kunnen nemen hiertegen, dan geef ik deze graag oordeel Kamer. Daarbij moet ik wel benoemen dat er op dit moment al een Veilig Thuiscampagne loopt die gericht is op een ander onderwerp dat we ook heel erg belangrijk vinden in deze Kamer. Ik verwacht dus niet dat dat op zeer korte termijn zal gebeuren. Maar als de vraag is of ík maatregelen wil nemen richting Veilig Thuis — zo kan ik 'm ook lezen — moet ik 'm ontraden.

De heer Krul (CDA):

Het punt is dat er op dit moment geen specifieke campagne loopt. Ik zeg ook niet: begin een nieuwe campagne. Ik zeg alleen: ga het gesprek aan met Veilig Thuis, vooruitlopend op dat onderzoek. Ik vind de appreciatie prima. Ik snap ook dat er pas echt iets kan komen als het onderzoek er is. Maar laten we niet alleen maar op onze handen gaan zitten. Dat was meer mijn vraag.

Staatssecretaris Pouw-Verweij:

Die handschoen pak ik graag op.

De voorzitter:

En dus?

Staatssecretaris Pouw-Verweij:

Oordeel Kamer.

De voorzitter:

Heel goed.

Tot zover. Dank aan de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen we over de moties. Ik schors één uur en vijf minuten, tot 18.30 uur.

De vergadering wordt van 17.25 uur tot 18.34 uur geschorst.

Naar boven