29 Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit

Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit

Aan de orde is het tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit (CD d.d. 10/09).

De voorzitter:

Ik heropen. Aan de orde is het tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit. We hebben vijf deelnemers van de zijde van de Kamer, waarvan er vier gaan spreken. Ik geef graag het woord aan de indiener van het debat, de heer Koops, maar niet dan nadat ik de minister van Justitie en Veiligheid welkom heb geheten, de heer Van Oosten. Hij was al eerder vandaag bij ons en heeft ook hierna nog een debat te gaan. Het woord is aan de heer Koops.

De heer Koops (NSC):

Dank u, meneer de voorzitter. Deze avond staat wat mij betreft in het teken van kruipend kwaad. Dat geldt niet alleen voor dit debat maar ook voor het debat dat daarop volgt: dingen die ondergronds misgaan. Een van die dingen is corruptie. Daar is het gedeelte van het debat waar ik aan deelnam ook aan gewijd geweest. Dat heeft geleid tot één motie, simpelweg over het belangrijkste ding, want de rest kan de minister zelf wel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de bestrijding van corruptie binnen de overheid van het grootste belang is, omdat één corrupte ambtenaar het werk van talloze andere teniet kan doen;

constaterende dat ambtenaren werkzaam bij de Douane alleen bij aanvang van hun aanstelling een vog hebben te overleggen en geen onderdeel uitmaken van het systeem van continue screening zoals dat wél geldt in de taxibranche en bij de kinderopvang;

verder constaterende dat momenteel in kaart wordt gebracht welke wettelijke en organisatorische stappen noodzakelijk zijn om de vorm van screenings die geldt voor bijvoorbeeld taxichauffeurs ook voor douaniers mogelijk te maken;

verzoekt de regering in dit kader ook te onderzoeken of voor bepaalde douanefuncties waarbij inzicht kan worden verkregen in gevoelige informatie voor criminelen, een verklaring van geen bezwaar kan worden vereist,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koops.

Zij krijgt nr. 481 (29911).

De heer Koops (NSC):

Bij deze ene motie laat ik het. Dank u.

De voorzitter:

De heer Boswijk, CDA.

De heer Boswijk (CDA):

Voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een anoniem meldpunt komt voor voetbalcriminaliteit, omdat supporters vaak bang zijn voor wraakacties;

constaterende dat men in Engeland stickers op stoeltjes in voetbalstadions plakt met daarop een telefoonnummer van de meldkamer, zodat onveilige situaties gemakkelijk gemeld en gevolgd kunnen worden;

overwegende dat het belangrijk is dat supporters onveilige situaties in stadions op een laagdrempelige en anonieme manier kunnen melden, zodat de veiligheid beter gemonitord kan worden en snel kan worden ingegrepen;

verzoekt de regering samen met de KNVB en de bvo's ervoor te zorgen dat het anonieme meldpunt voor voetbalcriminaliteit zo bekend mogelijk wordt gemaakt in de stadions, bijvoorbeeld door stickers met het telefoonnummer op de stoeltjes te plakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boswijk.

Zij krijgt nr. 482 (29911).

De heer Boswijk (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Mevrouw Michon-Derkzen.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste ziet op de groene boa. Ik heb het ook in het debat gezegd: ik word echt gallisch van de bureaucratie waar de groene boa's mee te maken hebben, waardoor ze hun werk niet veilig kunnen doen. Mijn motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de groene boa's een essentiële bijdrage leveren aan een veilig buitengebied;

overwegende dat de Kamer al veelvuldig uitspraken heeft gedaan om ervoor te zorgen dat de groene boa op een veilige manier z'n werk kan doen;

constaterende dat er bij het verzoek om verlenging van wapen dragende groene boa's problemen ontstaan, doordat handhaving op stroperij geen directe aangewezen bevoegdheid via de Omgevingswet meer is;

constaterende dat dit probleem wordt onderkend door de betrokkenen waaronder de provincies, maar dat dit nog niet tot resultaat leidt;

van mening dat bureaucratie niet ten koste mag gaan van de veiligheid van de groene boa;

verzoekt de regering om verzoeken tot verlenging van de vergunning voor het dragen van een wapen door een groene boa voorlopig toe te wijzen, in afwachting van de afronding van de discussie over de Omgevingswet en de daaruit voortvloeiende bevoegdheid tot handhaving,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Michon-Derkzen en Boswijk.

Zij krijgt nr. 483 (29911).

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

De tweede motie ziet op de aanpak van illegaal vuurwerk.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondermijnende criminaliteit vanuit de onderwereld de bovenwereld binnentreedt;

constaterende dat er een toename is van het gebruik van illegaal vuurwerk zoals cobra's, die worden ingezet als explosieven voor woningen of winkelpanden in woonwijken;

constaterende dat het kabinet eerder heeft aangegeven dat de aanpak van illegaal vuurwerk onderdeel is van de bestrijding van ondermijnende criminaliteit (13 november 2020 en 19 december 2024);

van mening dat het goed is om transparant te zijn over het in beslag genomen illegale vuurwerk;

verzoekt de regering om voor de aankomende vijf jaar een jaarlijkse doelstelling te formuleren voor het aantal kilo in beslag genomen illegaal vuurwerk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Michon-Derkzen.

Zij krijgt nr. 484 (29911).

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Wijen-Nass, BBB.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Dank u wel, meneer de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het buitengebied in Nederland moeilijker te beveiligen is dan dichtbevolkte dan wel Randstedelijke gebieden;

overwegende dat het buitengebied in Nederland steeds verder onder druk komt te staan door de toename van criminele activiteiten;

overwegende dat het gebruik van drones de politie en boa's kan helpen ten behoeve van de beveiliging van het buitengebied;

verzoekt de regering in overleg te treden met de veiligheidsregio's om te bezien op welke wijze en in welke mate zij gebaat zouden zijn bij extra inzet van drones in het buitengebied,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.

Zij krijgt nr. 485 (29911).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat leegstaande agrarische panden een groot risico vormen voor misbruik door criminelen, bijvoorbeeld voor de productie of opslag van drugs;

overwegende dat herbestemming van leegstaande agrarische panden, bijvoorbeeld voor bewoning, kleinschalige bedrijvigheid, kinderopvang of recreatie, zowel de leefbaarheid kan vergroten als de kans op ondermijnende criminaliteit kan verkleinen;

overwegende dat het kabinet voornemens is om 500 onnodige regels te schrappen om de administratieve regeldruk naar beneden te brengen;

verzoekt de regering om samen met gemeenten, provincies en agrarische organisaties te onderzoeken hoe bestaande regels en vergunningen meer ruimte kunnen bieden, en hoe eigenaren actief ondersteund kunnen worden bij het vinden van een passende invulling voor leegstaande agrarische panden, en daarbij expliciet te betrekken hoe dit kan aansluiten bij de kabinetsinzet om 500 onnodige regels te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.

Zij krijgt nr. 486 (29911).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in Nederland circa 1.400 langdurige vermissingszaken en circa 1.000 zaken met onbekende doden openstaan;

overwegende dat deze zaken vaak niet onder de verantwoordelijkheid van het coldcaseteam vallen omdat die niet als misdrijf zijn aangemerkt, waardoor die tussen wal en schip kunnen raken;

overwegende dat nabestaanden hierdoor onnodig lang in onzekerheid blijven en dat de coördinatie tussen politie, convenantpartners en andere instanties versnipperd en ontoereikend is;

overwegende dat een single point of contact (SPOC) bij het Landelijk Expertisecentrum Persoonsvermissingen (LOEP) kan zorgen voor een centraal aanspreekpunt, betere afstemming en effectievere inzet van capaciteit en expertise;

verzoekt de regering te voorzien in een SPOC bij het LOEP, dat fungeert als landelijk coördinatiepunt voor langdurige vermissingen en onbekende doden, zodat nabestaanden, politie en convenantpartners een duidelijk aanspreekpunt hebben en wordt geborgd dat zaken niet blijven liggen maar actief worden opgevolgd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.

Zij krijgt nr. 487 (29911).

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Dank u wel. Nu ben ik buiten adem.

De voorzitter:

U kunt even aan het beademingsapparaat. Ik schors vijf minuten.

De vergadering wordt van 18.42 uur tot 18.50 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Oosten:

Voorzitter, dank u wel. Ik loop de moties even langs.

De eerste motie, op stuk nr. 481, is van de heer Koops. Zijn verzoek is om te komen tot een verkenning naar een verklaring van geen bezwaar bij douaniers. Ik kan de motie oordeel Kamer geven. Het is verstandig om dat uit te zoeken.

De tweede motie, op stuk nr. 482, is van de heer Boswijk. Ook die kan ik de appreciatie oordeel Kamer geven. Ik vraag de heer Boswijk wel of ik de motie zo mag uitleggen dat de melding niet naar de politiemeldkamer gaat, maar terecht kan komen bij de veiligheidsorganisatie van de betaaldvoetbalorganisatie.

De voorzitter:

De heer Boswijk beaamt dat.

Minister Van Oosten:

Voor de Handelingen.

Dan de motie op stuk nr. 483. Dat betreft een motie van mevrouw Michon-Derkzen en de heer Boswijk over de groene boa. Ik weet dat mevrouw Michon daar in het commissiedebat ook een pleidooi voor heeft gehouden. Ik zou de beide Kamerleden willen vragen om de motie voor nu aan te houden. Er is namelijk een beschouwing over boa's in de maak. Ik ga daar binnenkort ook over praten met de regioburgemeesters. In die beschouwing wordt ook de groene boa meegenomen. Specifiek daarover gaat dit thema. Ik zou het heel fijn vinden om u die brief uiteindelijk toe te zenden; dan kunt u daarna beoordelen wat u daarvan vindt. Mocht u dat niet doen, dan beschouw ik de motie als — dat is voor mij een nieuwe figuur — …

De voorzitter:

Die was er in uw tijd niet, hè?

Minister Van Oosten:

Die was er niet, dus daar moet ik even aan wennen. Maar dan beschouw ik de motie als ontijdig.

De voorzitter:

De vooruitgang heeft niet stilgestaan sinds de laatste keer dat u hier was.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Nou, ik dacht eerder vandaag ook dat deze minister dacht: hoe was het vroeger allemaal?

Ik houd de motie niet aan. Het gaat nu namelijk om die verlengingsverzoeken. De minister komt met een heel nieuw bestel. Het is ook goed dat hij daarmee komt. We kijken daar enorm naar uit; we wachten daarop. Maar deze verleningsverzoeken lopen nu spaak door de bureaucratie. Daarom zou ik graag een uitspraak van de Kamer hierop willen. Ik houd de motie dus niet aan.

Minister Van Oosten:

Ik neem daar kennis van. Ik heb mijn advies aan de Kamer gegeven.

Dan kom ik bij de volgende motie, ook van mevrouw Michon-Derkzen. Dat is, als ik het goed zeg, de motie op stuk nr. 484 betreffende het verzoek om voor de aankomende vijf jaar een jaarlijkse doelstelling te formuleren als het gaat om het aantal kilo in beslag te nemen illegaal vuurwerk. Ik ontraad de motie. Ik doe dat niet omdat ik niet achter de gedachte sta om zo veel mogelijk illegaal vuurwerk op te halen, want daar is natuurlijk een heel groot belang bij. Maar ik denk wel dat het heel belangrijk is dat de politie en het Openbaar Ministerie de vrijheid moeten hebben om in elk onderzoek te kunnen bepalen welke inzet en maatregelen op dat ogenblik nodig zouden moeten zijn en effectief zijn. Daar wil ik nog een enkel woord aan toevoegen. Het kan in sommige gevallen ook belangrijker zijn om een gevaarlijke situatie te beëindigen, waarbij een relatief kleine hoeveelheid vuurwerk uit een handelsnetwerk wordt gehaald. Als je zo'n doelstelling zou moeten hanteren, dan kan er wellicht een verkeerde afweging worden gemaakt in de inzet. Ik ontraad dus de motie.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 485 van het lid Wijen-Nass ten aanzien van het gebruik van drones bij politie en boa's. Ik beschouw de motie als overbodig, mevrouw Wijen-Nass, via de voorzitter, omdat er al een onderzoek loopt. Het klinkt wat onaardig, dat "overbodig", maar er loopt al een onderzoek naar de mogelijkheid om dit, te weten camera's en drones, te verkennen. Vergeef mij dat ik u niet kan vertellen wanneer dat aan de Kamer kan worden teruggerapporteerd. Dat ga ik wel na. Dat ga ik mevrouw Wijen-Nass en de rest van de Kamer op een later moment laten weten. Dan ga ik …

De voorzitter:

Wat zegt u, mevrouw Wijen-Nass? Oké.

Op verzoek van mevrouw Wijen-Nass stel ik voor haar motie (29911, nr. 485) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Van Oosten:

Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 486, ook van het lid Wijen-Nass. Het verzoek in deze motie is om met de gemeenten, de provincies en de agrarische organisaties te onderzoeken waar er mogelijkheden kunnen worden geboden. Ik geef deze motie oordeel Kamer met dien verstande dat daar natuurlijk ook een rol is weggelegd voor onder meer het ministerie van Landbouw.

Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 487, ook een motie van het lid Wijen-Nass, die de regering verzoekt om te voorzien in een SPOC bij het Landelijk Expertisecentrum Persoonsvermissingen. Ik kan deze motie oordeel Kamer geven en ik zeg toe dat ik dit zal meenemen in de tweede halfjaarsbrief over dit thema.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik schors een klein minuutje en daarna gaan we door met het volgende debat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven