Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 87, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 87, item 8 |
Digitalisering en leermiddelen in het funderend onderwijs
Aan de orde is het tweeminutendebat Digitalisering en leermiddelen in het funderend onderwijs (CD d.d. 03/04).
De voorzitter:
We gaan door met het tweeminutendebat Digitalisering en leermiddelen in het funderend onderwijs. Ik geef het woord aan mevrouw Haage van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. U heeft het woord.
Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 70% van de ouders in het voortgezet onderwijs kosten maakt voor een laptop of tablet, met een gemiddeld bedrag van €582;
overwegende dat digitale middelen steeds vaker onmisbaar zijn in het onderwijs, terwijl niet alle gezinnen deze kosten kunnen dragen, wat leidt tot ongelijke toegang tot goed onderwijs;
overwegende dat bestaande ondersteuningsregelingen versnipperd zijn en ook sterk kunnen verschillen per gemeente;
verzoekt de regering om een landelijk beleid te ontwikkelen waarmee leerlingen structureel toegang krijgen tot een gratis laptop als hun ouders dat financieel niet kunnen opbrengen, ter waarborging van publiek toegankelijk en gelijkwaardig onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):
Dank u.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat scholen voor grote uitdagingen staan als het aankomt op digitalisering en digitale veiligheid;
overwegende dat SIVON en Kennisnet scholen kunnen ondersteunen bij deze uitdagingen, maar dat er op dit moment onzekerheid is over de duurzaamheid van financiële middelen voor deze organisaties;
verzoekt de regering om met SIVON en Kennisnet in gesprek te gaan over hoe er ook na 2027 structureel kan worden doorgegaan met projecten zoals Veilig Internet, en over wat er nodig is om scholen standaard lid te maken van SIVON;
verzoekt de regering de Kamer hierover voor de begroting OCW van 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):
Dan de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er jaarlijks in Nederland miljoenen schoolboeken worden weggegooid en dat dit aantal alleen maar groter wordt;
overwegende dat dit leidt tot aanzienlijke milieuvervuiling door papierafval, drukprocessen en transport;
overwegende dat herbruikbare schoolboeken niet alleen duurzamer zijn, maar ook kostenbesparend kunnen werken voor scholen;
verzoekt de regering om in overleg te treden met educatieve uitgeverijen en te verzoeken het aantal wegwerpboeken drastisch te verminderen en duurzame alternatieven juist te stimuleren, en de Kamer hierover binnen zes maanden te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Oostenbrink van de BoerBurgerBeweging.
De heer Oostenbrink (BBB):
Dank, voorzitter. Twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onafhankelijk onderzoek van SEO blijkt dat scholen in het voortgezet onderwijs die leermiddelen direct bij uitgevers inkopen gemiddeld €92 per leerling per jaar meer betalen dan wanneer zij via distributeurs inkopen;
overwegende dat dit prijsverschil vooral wordt veroorzaakt door de dure LiFo-leermiddelen;
overwegende dat deze LiFo-leermiddelen niet alleen onnodig duur zijn, maar ook leiden tot verspilling en milieubelasting door grootschalige vernietiging van materialen;
overwegende dat hierdoor scholen onnodig financieel worden belast en hun keuzevrijheid in het aanbod van leermiddelen beperkt wordt;
verzoekt de regering om maatregelen te nemen die voorkomen dat scholen verplicht worden LiFo-leermiddelen af te nemen, toe te zien op het voorkomen van prijsstrategieën van uitgevers die winstmaximalisatie nastreven ten koste van het onderwijsbudget, en alternatieve modellen te stimuleren die keuzevrijheid, duurzaamheid en betaalbaarheid van leermiddelen bevorderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er blijvende problemen zijn die de markt voor leermiddelen uit balans brengen;
overwegende dat de markt pas echt goed werkt als álle aanbieders, groot én klein, gelijke toegang hebben tot de infrastructuur waarlangs leermiddelen worden aangeboden;
verzoekt de regering te onderzoeken of er een open, eerlijk en goed werkend platform kan worden ontwikkeld, als infrastructuur, waarop zowel bestaande als nieuwe aanbieders van leermiddelen zichtbaar en toegankelijk zijn voor scholen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Rooderkerk van D66.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank. Ik heb drie moties, dus ik ga snel praten.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de toetsdruk in Nederland hoog is, met wel 102 cijfers per leerling per jaar, en dat leerlingen veel druk ervaren om te presteren als ouders in leerlingvolgsystemen meekijken;
constaterende dat steeds meer scholen er daarom voor kiezen om minder toegang te bieden tot leerlingvolgsystemen aan ouders en ze grenzen stellen aan wanneer cijfers online komen;
overwegende dat in een proef 90% tot 95% van de ouders positief reageerde op het beperken van de toegang tot leerlingvolgsystemen en dat het goed is voor de zelfstandigheid van kinderen als zij zelf gaan over wanneer ze hun resultaten met hun ouders delen;
verzoekt de regering in gesprek te gaan met scholen zodat cijfers alleen door leerlingen zijn in te zien in leerlingvolgsystemen, ze enkel tijdens schooluren geplaatst worden door leraren en ze periodiek gedeeld worden met ouders, bijvoorbeeld door rapporten voorafgaand aan oudergesprekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat scholen in de praktijk herhaaldelijk nieuwe boeken moeten aanschaffen omdat uitgevers vaak werken met verplichte contracten, niet-herbruikbare leerwerkboeken, of digitale leeromgevingen die alleen werken met de nieuwste edities;
constaterende dat als gevolg hiervan door scholen jaarlijks tienduizenden kilo's aan schoolboeken worden weggegooid;
constaterende dat de kosten voor leermiddelen bovendien blijven stijgen, terwijl er geen aantoonbare verbetering is in de onderwijskwaliteit;
overwegende dat dit leidt tot structurele verspilling van zowel grondstoffen als onderwijsgeld;
verzoekt de regering de leermiddelenmarkt zo te reguleren dat er een einde wordt gemaakt aan het businessmodel van wegwerpboeken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat leermiddelen een essentiële bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs en er momenteel grote verschillen bestaan in de kwaliteit van leermiddelen;
overwegende dat leraren, scholen en leerlingen baat hebben bij leermiddelen die aan heldere kwaliteitseisen van de onderwijssector voldoen;
overwegende dat er een traject is ingezet richting een kwaliteitsalliantie en een landelijk kwaliteitskader voor leermiddelen;
van mening dat dit kwaliteitskader geen vrijblijvend karakter mag hebben en niet slechts moet dienen als hulpmiddel voor scholen, maar als harde eis aan de kwaliteit van leermiddelen;
verzoekt de regering om vast te leggen dat leermiddelen aan dit kwaliteitskader moeten voldoen, bijvoorbeeld door vooraf te keuren door de beroepsgroep, of door bindende inkoopvoorwaarden vanuit de onderwijssector of een wettelijk verplicht keurmerk,
en gaat over tot de orde van de dag.
U heeft een interruptie van de heer Kisteman, VVD. Ik sta twee interrupties toe van de zijde van de Kamer.
De heer Kisteman (VVD):
Ik heb een vraag over de eerste motie van mevrouw Rooderkerk. Vindt D66 het niet veel belangrijker dat ouders juist het gesprek met hun kind kunnen aangaan over de rapporten en de cijfers? Vindt D66 niet dat het veel belangrijker is dat ouders hun verantwoordelijkheid gaan pakken, in plaats van dat wij als overheid achter de voordeur ons ermee gaan bemoeien?
Mevrouw Rooderkerk (D66):
"Achter de voordeur", dat is wat gek geformuleerd. Dit voorstel ziet erop toe dat we kinderen helpen met het tegengaan van cijferstress. Kinderen geven aan dat het hun heel veel extra druk oplevert dat ouders in die leerlingvolgapps als Magister zitten, ook omdat die cijfers 24/7 online komen, ook in de avonden en in het weekend. Ouders zien het vaak eerder dan het kind zelf. Daar willen we wat aan doen. Ik denk dat het van belang is dat ook ouders zich hier bewuster van worden en we er op deze manier voor zorgen dat scholen hiermee aan de slag gaan. Ik zou zeggen: laten we kinderen wat meer vrijheid gunnen. Laten we ze leren om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het delen van een cijfer met hun ouders, net zoals het vroeger ging. Een goed cijfer delen ze misschien makkelijker dan een slecht cijfer, maar ook dan is het van belang dat we kinderen leren om dat gesprek te voeren. We moeten ouders de kans geven om periodiek, bijvoorbeeld voor een rapportgesprek, de cijfers te krijgen zodat zij wel op de hoogte blijven van wat er rond hun kind speelt. Maar wij willen die stress tegengaan.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Kisteman (VVD):
Stel nu dat deze motie het haalt. Recentelijk heeft D66 bekendgemaakt klaar te zijn met alle regels en daar, net als de VVD, de bezem doorheen te willen halen. D66 gaat zelfs nog een stap verder en zegt: één regel erbij, twee eraf. Stel dat deze motie het haalt. Welke twee regels gaan er dan af?
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dat is een leuke vraag. Even denken welke regels we eraf zouden willen halen. Wat ons betreft hoeft het niet allemaal op hetzelfde punt te zijn. Ik doe hier heel veel voorstellen. Ik heb onlangs bijvoorbeeld voorstellen gedaan op het klimaatdossier om regeldruk te voorkomen. Ik vind het een beetje flauw om hier nu zo'n vraag over te stellen, want volgens mij hebben we een voorstel gedaan, overigens samen met de heer Soepboer en mevrouw Haage, waarmee we laten zien dat we de stress van kinderen serieus nemen. Scholen in Zeist hebben dit al getest en hebben er onderzoek naar gedaan. Daaruit bleek dat leerlingen echt significant aangeven minder stress te ervaren als hun ouders niet overal de hele tijd in meekeken. Ook 90% van de ouders gaf aan hier tevreden over te zijn. Ik zou dus zeggen: laten we dat bewustzijn vergroten en ervoor zorgen dat we kinderen hierin meer vrijheid en verantwoordelijkheid geven.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Kisteman namens de VVD.
De heer Kisteman (VVD):
Voorzitter. We hadden een goed en eensgezind debat over leermiddelen. Ook de sector zelf is naar aanleiding van het debat in actie genomen en wil voor meer transparantie zorgen binnen de wettelijke kaders. Toch blijft het belangrijk dat de ACM vaart maakt met het onderzoek naar marktwerking in de leermiddelen. Ik vraag de staatssecretaris of ze bij de ACM nogmaals wil benadrukken vaart te maken met dit onderzoek, want we hebben de resultaten ervan keihard nodig.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar de heer Soepboer, NSC.
De heer Soepboer (NSC):
Voorzitter. Op het gevaar af dat ik mezelf nu als een oude man neerzet, zeg ik het volgende. Toen ik vroeger zelf nog voor de klas stond, waren er regelmatig momenten waarop ik met collega's, met een bakje koffie, prachtig mooie tekstboeken die zorgvuldig waren uitgekozen nog even van een laagje plakband voorzag zodat ze nog een paar jaar mee konden. Tegenwoordig is het toch heel anders. Daar gaat de volgende motie eigenlijk over.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat scholen bij de aanschaf van lesmateriaal vaak vastzitten aan meerjarige licentiecontracten en regelmatig verplicht worden digitale leeromgevingen aan te schaffen die in de helft van de gevallen niet eens worden geactiveerd, laat staan gebruikt;
constaterende dat scholen hierdoor belemmerd worden leermiddelen te kiezen op basis van kwaliteit, behoefte en kosten, en ze daarnaast gedwongen worden tot het verspillen van publieke middelen aan diensten waar ze geen behoefte aan hebben;
overwegende dat het schadelijk is voor ons publieke funderend onderwijs als aanbieders op de leermiddelenmarkt op deze wijze voorkomen dat scholen lesmethodes selecteren (hoofdzakelijk) op basis van essentiële criteria;
overwegende dat het onwenselijk is dat aanbieders op de leermiddelenmarkt scholen ertoe verplichten publieke middelen ondoelmatig te besteden aan ongebruikte digitale licenties;
verzoekt de regering de leermiddelenmarkt zo te reguleren dat scholen niet langer gebonden zijn aan meerjarige licenties en ze zelf kunnen bepalen wanneer zij overstappen, papieren en digitale leermiddelen altijd afzonderlijk kunnen worden aangeschaft en de bijkomende kosten daarvan volledig transparant zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten, tot 12.57 uur, voor de beantwoording van de staatssecretaris.
De vergadering wordt van 12.52 uur tot 12.58 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering voor de beantwoording van de zijde van het kabinet in het tweeminutendebat Digitalisering en leermiddelen in het funderend onderwijs. Als zij zover is, wil ik het woord geven aan de staatssecretaris voor de beantwoording. Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Paul:
Dank u, voorzitter. Ik begin met de beantwoording van een vraag van de heer Kisteman: kan de ACM worden gevraagd om vaart te maken met het onderzoek naar de leermiddelenmarkt? Ik zeg erbij dat ik niet ga over de agenda van de ACM, maar ik voldoe graag aan het verzoek. De Kamer wacht namelijk op de resultaten, en ikzelf ook. We staan er dus om te springen. Als zij dat meekrijgen, zorgt dat bij hen misschien ook voor een andere prioritering.
Voorzitter. Dan ga ik door met de appreciatie van de moties. Ik begin met de motie op stuk nr. 59 van mevrouw Haage. Uit onderzoek blijkt dat alle leerlingen over een device beschikken. Dat lukt met de vrijwillige bijdrage van ouders en de ondersteuning van scholen, gemeenten en organisaties als Leergeld Nederland. Maar ik heb geen middelen voor het extra beleid waar mevrouw Haage in haar motie om vraagt. De motie heeft geen dekking. Daarom moet ik 'm ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 59 is ontraden. De motie op stuk nr. 60.
Staatssecretaris Paul:
De motie op stuk nr. 60 kan ik oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 60: oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 61.
Staatssecretaris Paul:
De motie op stuk nr. 61 van mevrouw Haage: ook oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 61: oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 62.
Staatssecretaris Paul:
De motie op stuk nr. 62 van de heer Oostenbrink moet ik ontraden. Scholen zijn niet verplicht om LiFo af te nemen bij uitgevers en kunnen kiezen uit al het beschikbare marktaanbod bij alle aanbieders. Uit het KPMG-onderzoek blijkt dat veel scholen tevreden zijn over de mogelijkheden en de prijs-kwaliteitsverhouding die daarmee samenhangt.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 62 is ontraden. De motie op stuk nr. 63.
Staatssecretaris Paul:
De motie op stuk nr. 63 van de heer Oosterbrink: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 63: oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 64.
Staatssecretaris Paul:
De motie op stuk nr. 64 van mevrouw Rooderkerk en de heer Soepboer is ontijdig. Scholen kunnen dit zelf al doen als ze dat willen. Niettemin vind ik het een goed idee. Ik ben hierover al met het veld in gesprek. Ik zie het als een aansporing om daarop door te pakken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 64: ontijdig. De motie op stuk nr. 65.
Staatssecretaris Paul:
De motie op stuk nr. 65, ook van mevrouw Rooderkerk en de heer Soepboer, is ontijdig. Uit het KPMG-onderzoek blijkt namelijk dat veel scholen … Eigenlijk zei ik dat zojuist ook al tegen de heer Oostenbrink. Ik ga hierover in gesprek met scholen en aanbieders. Het reguleren van de markt komt eigenlijk te vroeg. Ik denk dat we het EZ-onderzoek moeten afwachten. Ik kom hier begin 2026 bij uw Kamer op terug, conform de toezegging in het debat.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 65: ontijdig. De motie op stuk nr. 66.
Staatssecretaris Paul:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 66 van mevrouw Rooderkerk is ook ontijdig. Wat mij betreft is dit de verkeerde volgorde. Er is een volgorde, een orde der dingen. Het is volgens mij onverstandig om de vorm of het kader te verplichten zonder inhoud, criteria en duidelijkheid over de uitvoering. Ik wil nog niks wettelijk vastleggen en geen verplichtingen opleggen als ik nog niet weet hoe dat kwaliteitskader eruit gaat zien. Eigenaarschap van het veld is namelijk minstens zo belangrijk voor het slagen van het kwaliteitskader en de kwaliteitsalliantie. Ik heb uw Kamer al toegezegd dat ik voor de begrotingsbehandeling de verkenning naar de kwaliteitsalliantie naar de Kamer zal sturen. Ik zou mevrouw Rooderkerk dus willen vragen om dat af te wachten.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 66: ontijdig. De motie op stuk nr. 67.
Staatssecretaris Paul:
De motie op stuk nr. 67 van de heer Soepboer moet ik ook ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 67 wordt ontraden.
Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de beantwoording van het tweeminutendebat Digitalisering en leermiddelen in het funderend onderwijs. Ik dank de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor haar aanwezigheid.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors enkele momenten voor het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken. Aanstaande dinsdag zal worden gestemd over de vanochtend ingediende moties. Ik schors voor een kort ogenblik.
De vergadering wordt van 13.02 uur tot 13.04 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-87-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.