29 Vreemdelingen- en asielbeleid

Vreemdelingen- en asielbeleid

Aan de orde is het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid (CD d.d. 12/03 en 24/04).

De voorzitter:

Dan is aan de orde het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid, naar aanleiding van de commissiedebatten van 12 maart en 24 april. Een behoorlijk aantal sprekers heeft zich aangemeld. Ik hoop dus dat u beknopt, bondig en to the point bent. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Vondeling van de PVV.

Mevrouw Vondeling (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik zal alles even een beetje samenvoegen nu. Het is onbegrijpelijk dat asielzoekers die zelfstandig van Afrika naar Nederland kunnen reizen, eenmaal in Nederland aangekomen op kosten van de Nederlandse belastingbetaler met een taxi naar de dokter worden gebracht en door het hele land worden gereden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat asielzoekers door het hele land vervoerd worden met de taxi op kosten van de Nederlandse belastingbetaler;

overwegende dat asielzoekers ook met het ov kunnen reizen;

verzoekt de regering te stoppen met gratis taxivervoer voor asielzoekers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vondeling en Heutink.

Zij krijgt nr. 3403 (19637).

Mevrouw Vondeling (PVV):

Voorzitter. Dan heb ik nog een motie over het altijd afwijzen van asielaanvragen bij fraude.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat asielzoekers op kosten van het COA taxiritten bestellen zonder dat zij een afspraak hebben gemaakt in het ziekenhuis;

overwegende dat het oneigenlijk gebruikmaken van medische taxiritten een frauduleuze handeling is en fraude per definitie strafbaar is;

verzoekt de regering de asielaanvragen van vreemdelingen die frauderen altijd af te wijzen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vondeling.

Zij krijgt nr. 3404 (19637).

Mevrouw Vondeling (PVV):

Voorzitter. Tot slot heb ik nog een vraag aan de minister over de komst van een azc in Venlo. De gemeente is van plan om in het voormalige klooster Bethanië in Venlo 600 asielzoekers op te vangen, onder wie 50 minderjarige vreemdelingen. Er is hierover grote onrust onder de inwoners van Venlo. Er zijn zorgen over de openbare orde en de veiligheid. Meerdere omwonenden zijn uit de klankbordgroep met de gemeente en het COA gestapt. De burgemeester heeft aangegeven dat extra politie-inzet niet noodzakelijk is, omdat afgesproken is dat er een wekelijks of tweewekelijks veiligheidsoverleg plaatsvindt.

Voorzitter. Dit is onvoorstelbaar. De gemeente geeft geen enkele garantie wat betreft de veiligheid en de inzet van de politie. De burgemeester zegt alleen: we zullen het wel zien. Dat is natuurlijk hartstikke fout. Ik snap dat dit niet het enige azc is waarbij er zorgen zijn wat betreft de veiligheid van omwonenden, maar in Venlo dreigt het nu ontzettend mis te gaan. Ik wil de minister dan ook vragen contact op te nemen met Venlo en hierover met de burgemeester te praten.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is de volgende spreker mevrouw Piri van GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met het COA afspraken zijn gemaakt over het toegroeien naar en het aanhouden van een vaste voorraad van 41.000 plekken om schommelingen in de opvangcapaciteit te voorkomen;

constaterende dat in de Voorjaarsnota 2025 geen middelen zijn vrijgemaakt voor deze stabiele capaciteit van 41.000 opvangplekken;

verzoekt de regering de stabiele capaciteit van 41.000 opvangplekken te handhaven en hiervoor zo snel mogelijk structurele financiering te reserveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.

Zij krijgt nr. 3405 (19637).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het nieuwe ambtsbericht over Syrië kan leiden tot de herbeoordeling van de verblijfsstatussen van 70.000 Syriërs in Nederland;

overwegende dat het nieuwe ambtsbericht over Syrië een belangrijke leidraad biedt voor de toekomstige economische, politieke en diplomatieke relatie met de nieuwe machthebbers;

verzoekt de regering het ambtsbericht inzake Syrië openbaar te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.

Zij krijgt nr. 3406 (19637).

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Hierover heb ik ook een vraag aan de minister. Ik heb de afgelopen uren met meerdere juristen gesproken. Zij zeggen: op het moment dat er een asielbesluit zou vallen zonder dat de oorzaak van dat besluit, namelijk een ambtsbericht, openbaar is, houdt dat besluit waarschijnlijk geen stand bij de rechter. Ik vroeg me af of de minister dat ook afweegt in het besluit om dit specifieke ambtsbericht niet openbaar te maken.

Tot slot, voorzitter, de derde en laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Spreidingswet van groot belang is om de opvang van asielzoekers die in ons land verblijven fatsoenlijk te regelen en eerlijk te verspreiden door Nederland, met behoud van maatschappelijk draagvlak;

constaterende dat verschillende medeoverheden en uitvoerders, waaronder de VNG, het COA en de Provinciale Staten pleiten voor het behoud van de Spreidingswet;

verzoekt de regering de Spreidingswet te behouden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.

Zij krijgt nr. 3407 (19637).

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Van Zanten van de BBB.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat asielzoekers in vreemdelingendetentie binnen zes weken de beslissing op hun aanvraag horen te krijgen;

constaterende dat er ook asielzoekers in vreemdelingendetentie zitten die geen strafbaar feit hebben gepleegd en daarom zo snel mogelijk moeten uitstromen bij de Dienst Justitiële Inrichtingen;

verzoekt de regering zich ervoor in te spannen om asielbeslissingen in grensdetentie eerder te nemen dan de huidige zes weken bij asielzoekers die geen strafbaar feit hebben gepleegd, zodat de doorstroom wordt bevorderd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Zanten.

Zij krijgt nr. 3408 (19637).

Mevrouw Van Zanten (BBB):

De volgende.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de opvangcapaciteit in Ter Apel en de Nederlandse samenleving onder zware druk staan door de blijvend hoge instroom van asielzoekers en vooral nareizigers;

constaterende dat Oostenrijk en Duitsland voornemens zijn strenge maatregelen in te voeren, waaronder een tijdelijke algehele stop op gezinshereniging;

overwegende dat minderheden uit bepaalde landen, zoals christenen, jezidi's en lhbti'ers, ook op individuele gronden asiel kunnen aanvragen in Nederland;

verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken tot een algehele tijdelijke stop op gezinshereniging,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Zanten.

Zij krijgt nr. 3409 (19637).

Mevrouw Van Zanten (BBB):

En de laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat België, wegens de enorme druk op de asielketen, alleenreizende mannelijke asielzoekers geen asielprocedure en geen onderdak meer biedt;

overwegende dat het aannemelijk is dat deze groep daarom doorreist en in Nederland een asielprocedure start;

overwegende dat ook de Nederlandse opvangcapaciteit en de samenleving onder zware druk staan door de aanhoudend hoge instroom van asielzoekers;

verzoekt de regering om in navolging van België tijdelijk te stoppen met het opvangen van alleenreizende mannen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Zanten.

Zij krijgt nr. 3410 (19637).

U heeft een vraag van mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Ik ben wel benieuwd of mevrouw Van Zanten denkt dat de politie dit een goed idee vindt, met het oog op de openbare orde en veiligheid.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Dat is juist wat er in artikel 8, lid 2 van het EVRM staat, dat er een uitzondering mogelijk is op gezinshereniging. Strafbare feiten en proportionaliteit spelen allemaal mee. Maar volgens mij ging het over de andere motie. Of ben ik nu ... Had u het over de derde?

Mevrouw Podt (D66):

Ik had het over de laatste motie, over het op straat laten verblijven van allerlei mensen die hiernaartoe komen.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Sorry, ik had het verkeerd begrepen. Nee, ik wil natuurlijk niet dat er mensen op straat blijven, maar wij willen wel dat andere landen zich ook houden aan de Dublinakkoorden. Je ziet nu dat heel veel alleenstaande mannelijke asielzoekers in België geen asiel meer krijgen. Die gaan door naar Nederland. Dat betekent dat wij nu allemaal extra instroom krijgen, en we zitten al tegen de grens aan, zo niet eroverheen. Dus omdat het systeem vastloopt, willen we iets doen om die instroom te beperken. Wij stellen dan ook voor om in navolging van België hetzelfde te doen, ook om een signaal af te geven aan België.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Rajkowski van de VVD.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb eerst wat vragen en dan twee moties.

Voorzitter. Vandaag debatteren we weer volop over migratie, en gisteren schreef De Telegraaf nog over een schrikbarend hoge instroom van 130.000 per jaar. Dit kan Nederland niet aan. Vooropgesteld: we moeten het hebben over arbeidsmigratie, asielzoekers en ook over studenten. Op alle terreinen moeten we met migratie aan de slag. Tegen de minister van Asiel en Migratie zeg ik daarom hier: zorg dat de Tweede Kamer zo snel mogelijk kan debatteren over het tweestatusstelsel en de Asielnoodmaatregelenwet, en ga aan de slag met de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord, zoals de afschaffing van het hoger beroep, het recht op opvang van asielzoekers beperken en versoberen, het beperken van de rechtsbijstand, het verkorten van de beroepstermijn voor asielzoekers, en ga zo maar door. Open de pbl. Dat is de plek waar overlastgevende asielzoekers in hun vrijheid worden beperkt.

Daarnaast zou ik graag op korte termijn een update ontvangen over wat landen om ons heen, zoals Duitsland, doen om de instroom te beperken, of dit voldoet aan Europese en internationale afspraken, en of dit ook in Nederland kan. We moeten alle zeilen bijzetten. Graag een reactie van de minister.

Twee moties, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in Nederland geen plaats is voor criminele asielzoekers, ongeacht waar zij vandaan komen;

verzoekt de minister om strafbaar gedrag maximaal mee te nemen in de beoordeling van de aanvraag van asielzoekers en bij migranten met een verblijfsvergunning altijd een intrekkingsprocedure op te starten bij strafbaar gedrag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Rajkowski.

Zij krijgt nr. 3411 (19637).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie op 19 december 2024 heeft geoordeeld dat de tijdelijke bescherming die derdelanders uit Oekraïne genieten op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming mag worden beëindigd;

overwegende dat deze derdelanders geen bescherming in Nederland nodig hebben, omdat zij kunnen terugkeren naar hun land van herkomst en dat hun aanwezigheid in Nederland de steun voor de opvang van Oekraïners ondermijnt;

verzoekt de minister om zo spoedig mogelijk de juridische stappen te zetten om over te gaan tot spoedige uitzetting van deze groep derdelanders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Rajkowski, Van Zanten, Boomsma en Vondeling.

Zij krijgt nr. 3412 (19637).

Dank u wel. Dan gaan we over naar de heer Boomsma van NSC.

De heer Boomsma (NSC):

Dank, voorzitter. Sinds april vorig jaar kwamen er nog 130.000 mensen bij. Dat was het migratiesaldo. Dat kan niet. We moeten dus ingrijpen. We zijn het de Nederlandse bevolking echt verplicht om nu stappen te zetten en in te grijpen. Ik weet dat er veel vragen gesteld zijn en ik hoop echt dat we de twee wetten nog voor de zomer kunnen behandelen in deze Kamer.

Er zijn steeds meer signalen dat gemeenten en andere overheidsinstellingen grote problemen ondervinden met minderjarige Syrische asielzoekers die voor overlast zorgen en ook afglijden richting de criminaliteit. Ik las dat er zelfs verhalen zijn dat jongeren in de prostitutie gelokt en gedwongen werden. Dus er moet worden ingegrepen om daar een einde aan te maken, om het gezag te herstellen en dat afglijden te stoppen. Ik heb daarom een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verschillende gemeenten en overheidsinstanties waarschuwen voor een toenemend aantal jonge alleenstaande Syrische asielzoekers dat afglijdt richting overlast en criminaliteit;

constaterende dat de landelijke Top X-lijst van overlastgevende asielzoekers bijna 1.200 personen telt, waarvan de helft van Syrische afkomst is en meer dan een derde minderjarig is;

overwegende dat juist in de aanloop naar het aangekondigde moratorium op Syrische asielaanvragen aanvullende maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat deze jongeren verder ontsporen en om gemeenten te ondersteunen in hun aanpak;

verzoekt de regering om in samenwerking met gemeenten, het COA en andere betrokken instanties met een landelijk actieplan te komen voor deze doelgroep, gericht op beter toezicht, gezag en begeleiding, en het voorkomen van overlast en criminaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boomsma.

Zij krijgt nr. 3413 (19637).

De heer Boomsma (NSC):

Voorzitter. We hebben een grote opgave om de instroom te beperken, maar ook om de bestaande opvang- en asielketens op orde te krijgen om ervoor te zorgen dat we minder extreem dure hotel- en andere noodopvang krijgen, maar voldoende reguliere opvang. Dat kan alleen als gemeenten en het COA langdurige afspraken kunnen maken over de financiering. Ik hoor dat dat nu niet goed loopt, dus daarom heb ik een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten en het COA om efficiënt reguliere opvanglocaties te kunnen openen voldoende financiële zekerheid moeten hebben om contracten te sluiten voor langere termijn;

overwegende dat het ontbreken daarvan het realiseren van opvangvoorzieningen frustreert, de afhankelijkheid van noodopvang vergroot en leidt tot een inefficiënte besteding van middelen en hoge kosten;

overwegende dat langjarige afspraken met gemeenten cruciaal zijn om het opvangsysteem stabiel, kostenefficiënt en toekomstbestendig te organiseren;

verzoekt de regering om er zorg voor te dragen dat het COA de mogelijkheid krijgt om ook op korte termijn langjarige contracten aan te kunnen gaan met gemeenten voor het realiseren van opvanglocaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boomsma.

Zij krijgt nr. 3414 (19637).

De heer Boomsma (NSC):

Voorzitter, tot slot. Ik heb weer een aantal werkbezoeken afgelegd. Ik heb gezien dat heel veel asielzoekers nog niet werken, ook als ze dat wettelijk wel mogen. Het is natuurlijk goed voor mensen om actief te blijven. Dat is ook goed voor de psychische gezondheid en voor alle betrokkenen. Maar mensen hebben soms een duwtje in de goede richting nodig, ook als ze verder geen andere activiteiten ontplooien. Daarover heb ik een motie, om te kijken naar een sollicitatieplicht in de opvang.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het goed is voor mensen in asielzoekerscentra om actief te blijven met werk, vrijwilligerswerk of onderwijs, of op een andere manier;

overwegende dat het goed is als asielzoekers en statushouders die het recht hebben om te werken dat ook zo veel mogelijk doen;

overwegende dat er voor veel asielzoekers en statushouders in azc's wel drempels kunnen bestaan om te werken en zij ook een deel van de inkomsten moeten afstaan als dekking voor de kosten;

overwegende dat het functioneren van azc's sterk geholpen zou zijn met de mogelijkheid om bewoners te kunnen verplichten om actief te worden;

verzoekt de regering om te onderzoeken of en hoe het mogelijk is om een sollicitatieplicht in te voeren voor mensen in azc's die mogen werken dan wel op andere manieren drang uit te oefenen om deel te nemen aan dan wel werk, vrijwilligerswerk of onderwijs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boomsma.

Zij krijgt nr. 3415 (19637).

De heer Boomsma (NSC):

Tot zover.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een interruptie van mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Vindt de heer Boomsma het niet een beetje gek om eerst drang te gaan toepassen en dan pas te gaan kijken, bijvoorbeeld via mijn initiatiefwet, of we het niet makkelijker kunnen maken voor werkgevers? Werkgevers klagen op dit moment namelijk dat ze het heel moeilijk vinden om mensen aan te nemen. Je kunt mensen wel dwingen om te gaan solliciteren, maar als werkgevers op dit moment denken "ik vind dit gewoon te ingewikkeld, want mensen verhuizen continu en ik moet een tewerkstellingsvergunning aanvragen en dit mag pas na zes maanden", dan wordt het natuurlijk wel heel moeilijk.

De heer Boomsma (NSC):

Ik ben bekend met de inzet van D66 op dit vlak. Ik steun die ook in grote mate. Maar het een sluit het ander niet uit. Ik denk zeker dat we het voor werkgevers makkelijker moeten maken om mensen in dienst te nemen. Daar hebben we ook verschillende voorstellen toe gedaan, zoals de BRP-straat en dergelijke. Maar dan nog weet ik van verschillende werkbezoeken dat er ook heel veel mensen zijn die een duwtje in de rug nodig hebben en daar nu niet tot overgaan. Maar als je een sollicitatieplicht invoert, dan kunnen mensen die dat managen in azc's, dat in ieder geval verlangen van de bewoners daar. Ik denk dat dat helpt.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we over naar de heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een aantal onderwerpen die ik zou wil behandelen. Allereerst het beleid ten aanzien van asielaanvragen voor mensen uit Jemen. Op 3 september 2024 heeft de Jemenitische gemeenschap in Nederland een petitie aangeboden waarin zij verzoeken het beleid aan te passen. Dat is recentelijk aangepast. Daarmee moeten vluchtelingen uit Jemen in alle individuele gevallen aantonen gevaar te lopen. Het generieke beleid is afgeschaft. Zij geven aan dat Jemen te onveilig is om mensen naar terug te sturen en zouden wensen dat een herziening van het beleid heroverwogen wordt. In dat kader wil ik graag een motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds maart 2024 de IND geen automatische inwilliging meer toepast op asielaanvragen uit Jemen;

overwegende dat uit informatie van VluchtelingenWerk Nederland blijkt dat tientallen Jemenieten Nederland verlaten uit angst voor een afwijzing van hun asielaanvraag;

overwegende dat uit jurisprudentie blijkt dat een aanzienlijk deel van deze afwijzingen door de rechter wordt teruggedraaid;

overwegende dat de gewijzigde beoordeling van asielaanvragen uit Jemen in de praktijk leidt tot onnodige extra juridische procedures doordat veel aanvragen eerst worden afgewezen, maar vervolgens met succes worden aangevochten bij de rechter;

overwegende dat de mensenrechtensituatie in Jemen nog steeds zeer zorgelijk is;

verzoekt de minister het beleid ten aanzien van asielaanvragen uit Jemen te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 3416 (19637).

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Bij het vragenuur hebben we reeds van gedachten gewisseld over de plannen van deze minister ten aanzien van het activiteitenbudget en de proefballon die deze minister heeft opgelaten om daarop te bezuinigen. Uit rapporten van de inspectie blijkt dat de gesteldheid van met name jonge mensen in de opvang niet goed is. Het is volgens DENK dan ook zeer onverstandig om proefballonnen op te laten om maar te gaan bezuinigen op dat activiteitenbudget. Daarom wil ik graag de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister heeft aangegeven te willen besparen op het activiteitenbudget van het COA;

overwegende dat uit het inspectierapport Uitkomsten toezicht asielopvang 2024 blijkt dat de erbarmelijke omstandigheden voor kwetsbare groepen, waaronder kinderen, in de opvang niet zijn verbeterd;

overwegende dat dergelijke activiteiten bijdragen aan het geestelijk welzijn van asielzoekers, en van kinderen in het bijzonder;

overwegende dat bezuinigen op het activiteitenbudget van het COA de rechten van asielzoekers, en kinderen in het bijzonder, ernstig schaadt zoals vastgelegd in de Wet COA, de Rva 2005 en het IVRK;

verzoekt de regering af te zien van elke vorm van bezuiniging op het activiteitenbudget van het COA,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 3417 (19637).

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, tot slot. We hebben de brief van minister Veldkamp gezien, die aangeeft dat het beleid wordt om de ambtsberichten niet meer te publiceren. Er is nogal een besluit dat deze regering gaat nemen, namelijk het nieuwe landenbeleid voor vluchtelingen uit Syrië. Ik zou deze minister willen vragen hoe ik als Tweede Kamerlid straks in staat ben om dit besluit van de regering te controleren als het ambtsbericht over dat landenbeleid niet openbaar wordt. Dan ben ik niet in staat om te controleren waarop deze regering dit besluit baseert. Op welke informatie moeten al die mensen in het land, met name de vluchtelingen die het aangaat, hun daden baseren als dat bericht niet openbaar wordt? Ik zou dus de volgende oproep willen doen aan deze minister. U heeft toch niks te verbergen? Transparantie is iets waar deze coalitie zich ook vaak op beroept. Publiceer gewoon dat ambtsbericht, zodat wij weten waar de regering het besluit straks op gaat baseren. Tot slot wil ik de minister meegeven dat heel veel mensen uit de Syrische gemeenschap in Nederland dit besluit met veel zorgen afwachten. Het minste wat deze minister en deze regering kunnen doen, is deze mensen in Nederland straks laten zien waar de regering dit besluit op baseert. Het gaat om levens van mensen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook hier doe ik weer een verzoek. Er worden allemaal moties ingediend die niet besproken zijn in het debat. Ik zou de Kamer willen oproepen tot wat meer discipline. Het woord is aan de heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Goedendag, voorzitter. Tijdens het debat kwam de onrust in verschillende gemeenten aan bod. Raadsleden en de bevolking ervaren soms onrust over het voorgenomen kabinetsbeleid. Burgemeesters en raadsleden geven aan daar erg mee in de maag te zitten. Dat komt mede door onduidelijkheid. Er is het vooruitzicht dat de Spreidingswet afgeschaft wordt, maar de termijnen schuiven steeds op. Er is de onduidelijkheid over hoe en waar, maar toch ook de verplichting van de wet nu. Er is een aangenomen motie in deze Kamer die verzoekt dat de Spreidingswet in letter en geest wordt uitgevoerd, zolang hij er nog is. Dat worstelt met elkaar. Het is kabinetsbeleid dat lokaal wringt.

Voorzitter. Tegelijkertijd zijn er meerdere moties aangenomen over dat kleinschalige opvang mogelijk moet zijn. Als een gemeente een grote azc wil en daar draagvlak voor is, dan is dat prima. Er zijn ook gemeenten die aangeven dat prettiger te vinden. Maar als er gemeenten zijn die wel aan de opgave willen voldoen, maar kleinschalig willen opvangen, dan moet dat kunnen.

Ik heb er in het debat naar gevraagd, omdat er geluiden kwamen dat dat niet mogelijk is. Als een gemeente zegt wel aan de taakstelling te willen voldoen, maar het kleinschalig opgeknipt te willen doen, dan zegt het COA, dat gefinancierd wordt door het ministerie en dat de financiering geeft waarmee ze het moeten doen, dat dat niet kan. Het zou bijvoorbeeld pas vanaf minimaal 200 plekken kunnen. Ik heb verhalen gehoord uit Zaltbommel. Ik heb zelfs stukken gezien. Daarin zie je dat als een gemeente kleinschalige opvang wil en het om minder dan een bepaald aantal gaat, ze de kosten zelf moet betalen.

Dat is niet wat de minister in het debat tegen mij gezegd heeft. De minister heeft aangegeven dat het mogelijk is. Men mag kleinschalige opvang realiseren. Het is aan het lokaal bestuur dat ze hebben gekozen. De financiering moet daarbij gewoon gedekt worden. We kunnen die gemeenten niet overlaten aan hun lot. Klopt het beeld — ik ga het herhalen — dat kleinschalige opvang mogelijk is en gefinancierd wordt? Hoe kan het dat er gemeenten zijn die zwart-op-wit te horen krijgen dat als ze minder dan een x-aantal willen, ze zelf voor de kosten moeten opdraaien? Dat schrijven zij aan de raad. Ik noem bijvoorbeeld de gemeente Zaltbommel. Er was ook al onrust in Hardenberg. Er zijn er nog wel meer.

Voorzitter. Ik hoop dat de Kamer hierover duidelijk geïnformeerd kan worden. Ik heb daarom ook de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat kleinschalige opvang, van minder dan 300 plekken, soms beter past in een wijk, bij de opgave uit het verdeelbesluit of bij het draagvlak in de gemeente;

overwegende dat het COA pas vanaf 300 opvangplekken de volledige exploitatie van de opvangplek garandeert en dat bij kleinere opvanglocaties de gemeente zorg dient te dragen voor zorg, deel van de begeleiding en dagbesteding, wat financiële kosten met zich meebrengt;

overwegende dat dit gemeenten afschrikt om kleinschalige locaties te realiseren;

overwegende dat volledige exploitatie van kleinere locaties financiële middelen vraagt, maar dat de verwachting is dat op deze manier meer basiscapaciteit gerealiseerd kan worden en daarmee dure noodopvangplekken kunnen worden afgebouwd;

verzoekt de regering het COA dusdanig te ondersteunen dat volledige exploitatie door het COA vanaf 150 opvangplekken mogelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 3418 (19637).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter. De volgende motie gaat over het langsgaan bij gemeenten. Leiderschap is ook weer ...

De voorzitter:

Mag ik u wel vragen om iets meer tempo te maken? Want anders kan u straks de motie niet meer voorlezen. Ik heb u al heel veel ruimte gegeven. U had u namelijk maar voor één tweeminutendebat ingeschreven. U heeft dus al twee minuten extra.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ja, voorzitter. Ik zie dat ik nog wel tijd heb.

De voorzitter:

Ik ben zo royaal geweest om u vier minuten te geven, maar ik ga dan niet nog extra tijd geven als u niet klaar bent met het lezen van de moties.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ja, voorzitter. Ik heb nog 28 seconden. Ik ga mijn best doen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de afgelopen tijd in negen gemeenten protesten zijn geweest over asielopvang;

overwegende dat de onduidelijkheid over het opvangbeleid en over de werking van de Spreidingswet niet heeft bijgedragen aan duidelijkheid en draagvlak over lokale opvangvoorzieningen;

overwegende dat het van goed leiderschap getuigt en het gebruikelijk is om bij onrust naar aanleiding van kabinetsbeleid in persoon tekst en uitleg te geven;

verzoekt de regering om bij onrust en onduidelijkheid over lokale opvanglocaties persoonlijk met inwoners in gesprek te gaan over het asiel- en opvangbeleid, als het lokale bestuur dit steunt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder, Podt en Piri.

Zij krijgt nr. 3419 (19637).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we over naar mevrouw Podt van D66. Daarna komt de heer Dijk. Ja, excuus, meneer Dijk. U moet heel lang wachten.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. Ik heb in totaal drie moties en een vraag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is doorstroomlocaties voor statushouders te realiseren om zo de druk op de asielopvang te verlichten;

overwegende dat dergelijke locaties kunnen helpen, maar dat het ontbreekt aan een duidelijk plan waardoor de realisatie ervan wordt gehinderd;

overwegende dat er nu ook wordt gesproken over opstartwoningen, maar het onduidelijk is hoe deze zich verhouden tot de doorstroomlocaties;

overwegende dat de Kamer eerder heeft gevraagd om duidelijk beleid met betrekking tot deze huisvestingsopties, maar dat tot nu toe uitblijft;

verzoekt het kabinet om uiterlijk voor eind mei 2025 het beleid rondom de realisatie van doorstroomlocaties en opstartwoningen, na overleg met de minister van VRO en de VNG, met de Kamer te delen en daarin in ieder geval in te gaan op criteria waar locaties en gemeenten aan moeten voldoen, hoe integratie en inburgering in deze locaties worden bevorderd en hoelang statushouders maximaal in doorstroomlocaties zullen verblijven;

verzoekt het kabinet tevens in overleg te treden met de VNG over de gesignaleerde problemen met betrekking tot de financiering van doorstroomlocaties, zoals het maximum van één jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Podt en Bontenbal.

Zij krijgt nr. 3420 (19637).

Mevrouw Podt (D66):

Het is goed om daar nog even het volgende bij te zeggen. Als deze motie mensen bekend voorkomt, dan kan dat. Deze motie lijkt namelijk heel erg op een motie die we eerder hebben ingediend, maar daar kwam alleen maar meer vaagheid uit, vandaar dat we het gewoon nog een keer proberen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is statushouders en Oekraïense vluchtelingen binnen twee jaar klaar te stomen om voor de klas te staan;

overwegende dat niet alleen onder statushouders en Oekraïense vluchtelingen, maar ook onder kansrijke asielzoekers een groot onbenut arbeidspotentieel te vinden is;

verzoekt het kabinet het voorstel uit te breiden en in samenwerking met het COA ook kansrijke asielzoekers met potentie om voor de klas te staan de mogelijkheid te bieden om opgeleid te worden tot docent,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Podt.

Zij krijgt nr. 3421 (19637).

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. We hebben het al heel vaak gehad over de ondernemers in Ter Apel. Daarom deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondernemers in Ter Apel al jarenlang worden geconfronteerd met overlast en schade, waarbij zij door het Rijk onvoldoende geholpen worden;

constaterende dat er verschillende regelingen zijn, die ook niet allemaal zijn toegesneden op de situatie van de ondernemers, waardoor zij veel tijd kwijt zijn met administratie die ook nog eens nergens toe leidt;

overwegende dat er herhaaldelijk goede voornemens zijn uitgesproken, maar dat concrete ondersteuning voor de ondernemers uitblijft;

van mening dat ondernemers recht hebben op een centrale, toegankelijke voorziening waar zij terechtkunnen voor zowel schadevergoeding als preventieve ondersteuning;

verzoekt de regering om uiterlijk deze zomer één loket in te richten, waar ondernemers in Ter Apel terechtkunnen voor zowel reguliere als complexe schadeafhandeling en voor preventieve maatregelen en dit loket in samenwerking met, maar niet onder verantwoordelijkheid van de gemeente Westerwolde te organiseren;

verzoekt de regering de Kamer hierover te informeren voor juli 2025 inclusief toelichting over de financiële onderbouwing,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Podt, Piri, Rajkowski, Boomsma, Van Zanten en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 3422 (19637).

Mevrouw Podt (D66):

Ten slotte, voorzitter, nog even over Ter Apel en over diezelfde ondernemers maar ook over de inwoners. De minister beweerde namelijk in het afgelopen debat bij hoog en bij laag dat per 1 juni de aanpak overlastgevers van start zou kunnen gaan. In het debat zei ik toen al dat mij dat onwaarschijnlijk leek. Nu blijkt inderdaad dat het heel onwaarschijnlijk is. Het gaat zelfs niet eens lukken. Gemeente en uitvoerders hebben geen idee wat nou de bedoeling is. Mensen willen dat de overlast wordt aangepakt, maar het gebeurt niet. Wat gaat de minister dus doen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is tot slot het woord aan de heer Dijk van de SP. Nee, ik zie de heer Ceder.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter, excuus. De tweede motie die ik heb ingediend, over het persoonlijk op bezoek gaan, is mede ingediend door mevrouw Podt en mevrouw Piri.

De voorzitter:

Helemaal goed. Dan is dat in de administratie verwerkt. Het woord is nu alsnog aan de heer Dijk.

De heer Dijk (SP):

Voorzitter. Wat een ongekende dosis hypocrisie heb ik hier net gehoord. Mijn hemel! Je hebt nog geen paar uur geleden niets gedaan om een genocide in Gaza tegen te houden, en dan nu miepen dat je bang bent voor migratiestromen. Wat denken jullie dat er gebeurt als je dit soort conflicten niet oplost maar laat doorwoekeren? Wat denk je dat er gebeurt als mensen uitgehongerd worden? Wat denken jullie wel niet? Wat een hypocrisie. En wat een hypocrisie om 130.000 als migratiesaldo te gaan gebruiken en dat dan alleen maar aan asiel toe te schrijven. Wat een ongekende hypocrisie van een partij die zei dat ze arbeidsmigratie zou aanpakken, van een partij die zei dat ze studiemigratie zou aanpakken, van een partij die zei dat ze iets tegen expats had en dat de instroom daarvan te groot was. Wat een hypocrisie. Het ene verdienmodel na het andere verdienmodel: er wordt niets aan gedaan. Migratie is niets meer dan een verdienmodel geworden. Fijn dat u wilt reageren.

De voorzitter:

Ik wil niet een heel nieuw debat voeren. Dit is de afronding van een commissiedebat dat al geweest is. Volgens mij is dit daar niet aan de orde geweest, al heb ik dat toen natuurlijk niet voorgezeten. Er is een korte vraag van de heer Boomsma.

De heer Boomsma (NSC):

Hoe komt de heer Dijk erbij dat wij het alleen over asielmigratie hebben? We hebben het natuurlijk ook over alle andere vormen van migratie, alleen zitten we nu toevallig met deze minister vanwege het commissiedebat Asiel en migratie. Dus, vandaar.

De heer Dijk (SP):

Dit is de minister van Asiel en Migratie. Als u het getal, het migratiesaldo van 130, erbij haalt en u weet dat het afgelopen kwartaal de asielinstroom 37% minder is geweest, dan betekent dit dat die andere stromen enorm zijn toegenomen. U subsidieert expats met 1,5 miljard euro. Dat is een verdienmodel voor het bedrijfsleven. Dat wordt er lachend rijk van, door uw partij. Als we kijken naar arbeidsmigratie, dan worden er nog steeds uitzendgetto's gebouwd, bijvoorbeeld in Veghel. Daar komen honderden mensen extra in een heel kleine gemeenschap. Daar hoor ik helemaal niemand over in een debat waarin over het migratiesaldo wordt gepraat. Als ik het heb over hypocrisie, dan wil ik het ook hebben …

De voorzitter:

Nee, nee, nee, dit gaan we niet zo doen. Er wordt een heel nieuw debat geopend. Ik wil vragen hier niet in interrupties op door te gaan. En ik wil de heer Dijk vragen …

De heer Dijk (SP):

We raken een gevoelige snaar, hè. Hoppa! Je zegt "verdienmodel" en in één keer staat iedereen op die al die verdienmodellen …

De voorzitter:

Meneer Dijk, u heeft niet het woord. Ik wil dat u zich beperkt tot het onderwerp van de verschillende commissiedebatten.

De heer Dijk (SP):

Migratie. Dat zal ik doen.

De voorzitter:

Nee, tot de onderwerpen die daar besproken zijn. De tweeminutendebatten zijn een afronding van de commissiedebatten. Het moet dus gaan over de onderwerpen die daar besproken zijn. Ik vraag u zich daartoe te beperken. De heer Dijk heeft het woord.

De heer Dijk (SP):

Oh. Ik dacht: er staan mensen …

Voorzitter. Wat een ongekende hypocrisie. Ik had het net over verdienmodellen. Als we naar de verdienmodellen kijken van asielmigratie, dan zien we dat dat is gestegen naar een miljard euro per jaar voor commerciële beunhazen. Wat een ongelofelijke hypocrisie als je het voorbeeld van Venlo noemt, maar niet het voorbeeld van Zutphen durft te noemen vanwege de 250 extra plekken omdat Ter Apel ontlast moet worden. Een nieuw aanmeldcentrum. Waarom vindt dat plaats in Zutphen? Zutphen vangt al vijf keer meer op dan de twintig rijkste gemeentes van Nederland. Misschien had u het daar kunnen gaan zoeken. Misschien had de minister het daar kunnen zoeken om een aanmeldcentrum te openen om Ter Apel te ontlasten.

Voorzitter. Wat een ongelofelijke hypocrisie dat partijen hier iedere keer voorbeelden noemen van protesten tegen azc's van mensen die best aan kleinschalige opvang willen doen, zoals de heer Ceder net zei. Wat een ongekende hypocrisie dat de twintig armste gemeentes vijf keer meer opvangen dan de rijkste gemeentes van Nederland en dat dit kabinet en deze partijen ter rechterzijde, die het zeggen op te nemen voor de werkende klasse, daar helemaal geen biet aan doen.

Voorzitter. Daarom heb ik drie voorstellen.

Constaterende dat er in Zutphen plannen zijn om …

Ik merk dat er onrust ontstaat als je zegt dat mensen hypocriet zijn en dat ze het opnemen voor verdienmodellen van commerciële beunhazen.

De voorzitter:

Misschien kunt u gewoon doorgaan met het voorlezen van uw moties? U hebt nog 1 minuut en 40 seconden. Als u wil dat het nog een beetje hoorbaar is, stel ik voor dat u begint aan het voorlezen van de moties.

De heer Dijk (SP):

Lekker, hè! Je voelt het! Je voelt dat het begint te schuren en te doen. Ik zou vooral interrumperen als ik u was.

De voorzitter:

Meneer Dijk, ik geef u nu de kans om uw moties voor te lezen. Ik laat de tijd doorlopen.

De heer Dijk (SP):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in Zutphen plannen zijn om een aanmeldcentrum met ruimte voor 250 asielzoekers te bewerkstelligen;

overwegende dat Zutphen met deze plannen evenveel opvangt als de rijkste twintig gemeenten bij elkaar en dat daarmee de last voor het opvangen van asielzoekers niet eerlijk verdeeld wordt;

verzoekt de regering zich in te zetten om in overleg met het COA af te zien van de nieuwe locatie in Zutphen en op zoek te gaan naar een nieuwe locatie voor het aanmeldcentrum in een van de twintig rijkste gemeenten van Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 3423 (19637).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kosten voor de commerciële noodopvang nog steeds de pan uit rijzen en dit ongeveer 1 miljard euro extra per jaar kost;

overwegende dat noodopvang hiermee duurkoop betekent en voldoende structurele opvangplekken een besparing kunnen opleveren van honderden miljoenen;

overwegende dat het COA aangeeft dat stabiliteit en een vaste voorraad noodzakelijk zijn om op termijn de noodopvang overbodig te maken;

verzoekt de regering zich in te zetten om voor eind 2025 te stoppen met de commerciële noodopvang en de Kamer over de voortgang maandelijks te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 3424 (19637).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er momenteel 29.105 mensen in de noodopvang worden opgevangen in bijvoorbeeld hotels of cruiseschepen, die een veelvoud kosten van reguliere opvangplekken;

overwegende dat er nog een aantal rijke gemeenten zijn die niet of nauwelijks reguliere opvangplekken aanbieden en dat het een gegeven is dat de twintig armste gemeenten vijf keer meer aan opvang doen dan de twintig rijkste gemeenten;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de twintig rijkste gemeenten van Nederland over het realiseren van 10.000 structurele plekken, waardoor de noodopvang met eenzelfde aantal kan worden afgebouwd, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 3425 (19637).

De heer Dijk (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid van de commissiedebatten van 12 maart en 24 april. Mijn les is dat ik het de volgende keer niet weer ga combineren, want mensen hebben zich maar voor één tweeminutendebat ingeschreven en gaan vervolgens wel vier minuten praten. De minister heeft aangegeven een halfuur tijd nodig te hebben. Ik wil daarom ook maar direct voor de dinerpauze schorsen, dus ik schors tot 19.00 uur.

De vergadering wordt van 18.16 uur tot 19.00 uur geschorst.

Voorzitter: Martin Bosma

De voorzitter:

Ik heropen. We gaan luisteren naar de minister. Er zijn 23 moties ingediend. Het woord is aan haar.

Minister Faber:

Ja, dank u wel, voorzitter. Ik zal beginnen met de appreciatie van de moties. Daarna kom ik op de vragen die gesteld zijn door diverse leden. Ik begin met de motie op stuk nr. 3403 van mevrouw Vondeling. Die betreft het stoppen met gratis taxivervoer voor asielzoekers. Recent heb ik aangekondigd dat ik ga snoeien in de taxiritten voor asielzoekers en het gebruik van taxi's door asielzoekers fors ga beperken. Alleen voor acute medische situaties is gebruik van een taxi in beginsel nog toegestaan. Uitgangspunten bij de nieuwe, strenge taxiregels zijn het stimuleren van de zelfredzaamheid van asielzoekers, het snijden in de kosten en het snoeien in de wildgroei. Ik zeg altijd: als je vanuit Verweggistan Ter Apel kan vinden, dan kan je ook een bestemming ergens in Nederland vinden. Dat zou gewoon moeten kunnen met het ov. Het COA is bezig om dit nieuwe beleid te organiseren. Volgende week zit ik opnieuw aan tafel met het COA en de projectleider om te praten over de voortgang. Ik geef deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

We hebben 23 moties. Als u bij elke motie een dergelijke toelichting gaat geven, wordt het een beetje laat. Dus als u gewoon zegt "de motie op stuk nr. 3403: oordeel Kamer", dan weten we genoeg.

Minister Faber:

Ik ga mijn best doen.

De voorzitter:

Dat wist ik al.

Minister Faber:

Goed. Dan heb ik de motie op stuk nr. 3404 van mevrouw Vondeling. Het verzoek aan de regering is om de asielaanvraag van vreemdelingen die frauderen altijd af te wijzen. Het probleem zit in het woord "altijd". Daardoor wordt er te veel meegenomen. Ik moet 'm dus helaas ontraden.

Dan kom ik bij de moties van mevrouw Piri. De motie op stuk nr. 3405 verzoekt de regering de stabiele capaciteit van 41.000 opvangplekken te handhaven en hiervoor zo snel mogelijk structurele financiering te reserveren. Deze moet ik ontraden. Mijn inzet is om zo doelmatig mogelijk om te gaan met de bestaande middelen door dure plekken om te zetten in goedkopere. Binnen de kaders van de Voorjaarsnota is het COA druk bezig om zo ver mogelijk te komen. Voor de zomer zal ik u berichten in dezen.

De voorzitter:

Eén vraag, mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Ik ben benieuwd welk deel dan ontraden is. Wil de minister gewoon geen ijzeren voorwaarde van een stabiele capaciteit — dit zijn de goedkoopste opvangplekken — wil zij er geen geld voor vrijmaken of wil zij het allebei niet?

Minister Faber:

Ik heb mij te houden aan de kaders van de Voorjaarsnota. Dat heb ik net ook gezegd. Het COA is bezig om zo ver mogelijk te komen binnen deze kaders. Ik zal u voor de zomer daarover nader berichten.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 3406.

Minister Faber:

De motie op stuk nr. 3406 betreft het verzoek om het ambtsbericht inzake Syrië openbaar te maken. Deze ontraad ik. Het hoofdlijnenakkoord is hier duidelijk over: ambtsberichten worden niet openbaar gemaakt.

De motie op stuk nr. 3407 van mevrouw Piri verzoekt de regering om de Spreidingswet te behouden. Deze motie ontraad ik. Het intrekken van de Spreidingswet volgt uit het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3408 van mevrouw Van Zanten. Zij verzoekt de regering zich in te spannen om asielbeslissingen in grensdetentie eerder te nemen dan de huidige zes weken bij asielzoekers die geen strafbaar feit hebben gepleegd, zodat de doorstroom kan worden bevorderd. Deze motie krijgt oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 3409 van mevrouw Van Zanten, die de regering verzoekt de mogelijkheid te onderzoeken tot een algehele tijdelijke stop op gezinshereniging. Ik blijf de ontwikkelingen in Duitsland en Oostenrijk natuurlijk volgen. Ik bestuur deze en begrijp uw verzoek ook. Ik zet in op mijn asielwetten. Omdat ik het zelf ook bekijk, vind ik de motie eigenlijk ontijdig, maar ik ontraad die.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 3410 van mevrouw Van Zanten, die de regering verzoekt om in navolging van België tijdelijk te stoppen met het opvangen van alleenreizende mannen. Zij geeft aan dat alleenreizende mannelijke asielzoekers in België niet in de asielprocedure worden opgenomen. Dat is niet waar. Zij worden wel opgenomen in de asielprocedure. Men krijgt alleen geen onderdak meer. Als wij in Nederland overgaan tot het niet verstrekken van onderdak aan alleenstaande mannen, is het probleem dat zij ontzettend veel overlast veroorzaken. Dat zien we nu al gebeuren in groepen rond de azc's. Dit zijn dikwijls alleenstaande mannen uit veilige landen. Dan heb je het over Marokko en Algerije. Als we deze mannen op straat zetten, wordt dat nog erger. Dat kunnen we onze burgers gewoon niet aandoen. Deze motie ontraad ik dus.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3411 van mevrouw Rajkowski, die de minister verzoekt om strafbaar gedrag maximaal mee te nemen in de beoordeling van de aanvraag van asielzoekers betreffende een verblijfsvergunning. Deze motie moet ik ontraden. De IND heeft namelijk een veroordeling nodig om strafbaar gedrag te kunnen betrekken bij de asielbeoordeling of -intrekking.

Dan de motie op stuk nr. 3412 van mevrouw Rajkowski. Zij verzoekt de minister om zo spoedig mogelijk juridische stappen te zetten om over te gaan tot een spoedige uitzetting van de groep derdelanders uit Oekraïne. Deze motie krijgt oordeel Kamer. Haar verzoek is helemaal in lijn met mijn beleid. Er zijn al voorbereidingen gaande bij de IND. Kortom, ik ben er al mee bezig.

De voorzitter:

Eén vraag, mevrouw Rajkowski.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Mijn vraag gaat over de motie op stuk nr. 3411. De minister geeft aan dat er een veroordeling nodig is. In mijn motie staat ook "strafbaar gedrag". De enige die dat kan beoordelen, is de rechter. Ik denk dat het wat dat betreft in lijn is met wat de minister wil.

Minister Faber:

Ja, maar ik heb dus wel een veroordeling nodig. En dat staat niet in uw motie.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Het gaat om strafbaar gedrag. Wie bepaalt dat anders? Daarvoor heb je een veroordeling nodig.

Minister Faber:

Ik heb die veroordeling wel nodig. Anders kan ik daar niet op acteren. Ik begrijp de strekking, maar ik kom er niet mee weg op deze manier.

Dan heb ik hier de motie op stuk nr. 3414, over langjarige financiering. Meneer Boomsma vraagt hierin om er zorg voor te dragen dat het COA de mogelijkheid krijgt om ook op korte termijn langjarige contracten aan te kunnen gaan met gemeenten voor het realiseren van opvanglocaties. Ik heb er moeite mee om langdurige contracten af te sluiten als deze enkel zijn bedoeld voor de asielopvang. Maar zodra opvang voor asiel bijvoorbeeld niet langer nodig is, kunnen locaties ingezet worden voor andere gemeentelijke doelgroepen. In de tussentijd ben ik bezig om dure noodopvang in bijvoorbeeld hotels en cruiseschepen verder af te schalen. Ik vind de motie overbodig, want ik doe dit al.

Dan de motie op stuk nr. 3415 van meneer Boomsma, over het invoeren van een sollicitatieplicht bij azc's om asielzoekers aan te sporen te gaan werken. Deze is ontijdig, want deze valt niet onder mij. De minister van SZW gaat hierover en ik niet.

Dan …

De voorzitter:

Een vraag van de heer Boomsma.

De heer Boomsma (NSC):

Hoe werkt het dan? Moet ik 'm dan nu even aanhouden tot ie daar wordt voorgelegd? Of krijgen we nog een preadvies van die minister voor de stemmingen?

Minister Faber:

Nou, weet u, ik ga hier niet over. Dit is niet mijn portefeuille. Dit valt gewoon onder de minister van SZW. Dit hoort dus in feite niet bij mij ingediend te worden.

De voorzitter:

Het is handiger om 'm bij een ander debat in te dienen, een debat met de minister van Sociale Zaken.

De heer Boomsma (NSC):

Oké, dan ga ik dat doen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Op verzoek van de heer Boomsma stel ik voor zijn motie (19637, nr. 3415) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Faber:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3416 van de heer Van Baarle. Dat betreft de mensenrechten in Jemen. Hij verzoekt de minister het beleid ten aanzien van asielaanvragen uit Jemen te heroverwegen. Die ga ik ontraden, want het landenbeleid is hierin bepalend en er zijn geen beleidswijzigingen betreffende de veiligheidssituatie in Jemen. Deze motie wordt dus ontraden.

Dan verzoekt de motie op stuk nr. 3417 van meneer Van Baarle de regering om af te zien van elke vorm van bezuiniging op het activiteitenbudget van het COA. Weet u, ik sta voor een streng en sober asielbeleid. Maatregelen voor een streng beleid zijn niet alleen uit te drukken in strenge wetgeving, maar ook de uitvoering is hierbij van groot belang. Deze motie ontraad ik dus.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3418 van de heer Ceder. Hij verzoekt daarin de regering om het COA dusdanig te ondersteunen dat volledige exploitatie door het COA vanaf 150 opvangplekken mogelijk is. Ik ben zelf voor grootschalige opvang, maar ik kan u zeggen dat het COA openstaat voor het realiseren van kleinschalige opvang en hier reeds invulling aan geeft. Dit zijn locaties van 150 personen of minder. Er zijn wat het COA betreft twee basisvarianten nodig. Ten eerste, een azc-dependance waarbij bewoners gebruikmaken van de voorzieningen in een nabijgelegen hoofdlocatie. En als er geen azc in de buurt is, is een zelfstandige locatie met een mobiel begeleidingsteam een mogelijkheid. Wanneer gemeenten kleinschalige opvang willen, kunnen zij met het COA in gesprek gaan over de mogelijkheden. De stelling van het dictum maakt dat ik de motie in deze vorm moet ontraden.

De voorzitter:

Eén korte vraag, meneer Ceder.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dit is gewoon niet waar. Ik heb hier een raadsvoorstel van een lokale gemeente waarin staat dat als je minder dan een x-aantal plekken afneemt, de kosten voor de gemeente zijn. Dus wat de minister zegt, is gewoon niet waar. Ik heb tijdens het plenaire debat gevraagd: kunnen gemeenten aankloppen en worden die kosten dan betaald? De minister zegt: ja. Ik vraag het vandaag weer en de minister zegt: dat is gewoon mogelijk. Maar ik heb hier een raadsvoorstel. Gemeenteraadsleden krijgen daarin te lezen dat het niet kan. Mijn vraag is dus hoe dit kan. Er zijn gemeenteraden die kleinschalige opvang willen. Ze willen dat het COA dat dan financiert. Maar dan zegt het COA: als het klein is, moet u dat zelf gaan betalen. Als dat zo is, hoe gaat u dat dan oplossen? Want die signalen zijn er; die stukken kan ik u toesturen. Hoe gaat u daarmee om? En hoe beoordeelt u in het licht daarvan dit dictum?

Minister Faber:

Meneer Ceder geeft het al aan: het staat in een raadsvoorstel. Mijn informatie is dat het mogelijk is. Ik kan u tegemoetkomen door op schrift te stellen dat dit vanuit het COA mogelijk is. Misschien kan ik u daarmee helpen. Mijn informatie is namelijk dat het mogelijk is.

De voorzitter:

Prima. De motie op stuk nr. 3419.

Minister Faber:

De motie op stuk nr. 3419. Dat is een motie van meneer Ceder, mevrouw Podt en mevrouw Piri. Die verzoekt de regering om bij onrust en onduidelijkheid over lokale opvanglocaties persoonlijk met inwoners in gesprek te gaan over het asiel- en opvangbeleid als het lokale bestuur dit steunt. Deze motie ontraad ik, want ik maak altijd mijn eigen afweging in dezen.

Goed. Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3420. Die is van mevrouw Podt en van meneer Bontenbal. Zij verzoeken de regering onder andere in overleg te gaan met de VNG over gesignaleerde problemen met betrekking tot de financiering van doorstroomlocaties, zoals het maximum van één jaar. Er wordt gevraagd om het beleid uiterlijk voor eind mei 2025 met de Kamer te delen. Dat ga ik natuurlijk nooit halen, want dat is al heel snel. Als ik de motie zo mag lezen dat ik voor de zomer het beleid met uw Kamer deel, kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Maar dat kunnen we dus niet vragen, want noch mevrouw Podt, noch de heer Bontenbal is aanwezig. Gegeven dat feit verzoek ik u dus een oordeel te vellen.

Minister Faber:

Dan vind ik 'm ontijdig. Ik ben ermee bezig. Ik kan niet anders in dezen.

De voorzitter:

Dat is ook helder. De motie op stuk nr. 3421.

Minister Faber:

Ik heb hier de motie op stuk nr. 3421, van mevrouw Podt. Zij verzoekt het kabinet het voorstel uit te breiden en in samenwerking met het COA ook kansrijke asielzoekers met potentie om voor de klas te staan, de mogelijkheid te bieden om opgeleid te worden tot docent. Deze motie moet ik ontraden. Eigenlijk is zij ontijdig, want zij hoort bij de ministers van OCW en SZW te liggen. Ik ga daar niet over.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3422, van mevrouw Podt, mevrouw Piri, mevrouw Rajkowski, meneer Boomsma, mevrouw Van Zanten en meneer Van Nispen. De motie gaat erover één loket in te richten in Ter Apel, maar dat niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Westerwolde te organiseren. Ik ben nog in gesprek met de gemeente over hoe we dit vormgeven. Mijn verzoek is om deze motie aan te houden.

De voorzitter:

De bovenste naam van de mensen die aanwezig zijn, is die van mevrouw Piri, dus het verzoek ligt bij haar.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

De minister ziet dat hier een hele, hele brede Kamermeerderheid onder staat. De minister weet ook dat de mensen in Ter Apel al maanden wachten. Ik zou dit dus gewoon alvast zien als een opdracht van de Kamer, waar de minister gewoon haar stinkende best voor gaat doen om hem uit te voeren.

Minister Faber:

Ik kan u zeggen dat wij intensief in gesprek zijn met Ter Apel om dit uit te rollen. Wij willen dit ook. Wij hebben ook allerlei financiële regelingen. Ik begrijp ook het verzoek voor één loket, want je wordt hoorndol van al die regelingen. Daar vinden wij elkaar op. Ik wilde dat in eerste instantie beleggen bij de gemeente Westerwolde. Die heeft aangegeven: we zijn wel voor één loket, maar ons niet bellen; niet bij ons. Wij waren dus al zover. De gemeente Westerwolde wilde dat op dat moment niet. Oké, dat kan. Tenminste, zij wilden dat niet bij hen. Zij willen wel dat loket, maar niet bij hen. Uiteraard doen wij echt ons best om dit uit te voeren. Het heeft dus zeker mijn aandacht, maar mijn vraag is wel om de motie aan te houden. U kunt ervan uitgaan, zeg ik via de voorzitter tegen u, dat we alles op alles zetten om dat te realiseren, want ik vind ook dat het allemaal te lang duurt. Die ondernemers zitten al een hele tijd in de penarie met dat gedoe in Ter Apel.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

We houden de motie niet aan.

Minister Faber:

Oké.

De voorzitter:

En dus?

Minister Faber:

U houdt 'm niet aan. Ik vind 'm ontijdig, want ik ben daar nog mee bezig.

Goed. Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3423, van meneer Dijk. Hij verzoekt de regering zich ervoor in te zetten om, in overleg met het COA, af te zien van de nieuwe locatie in Zutphen en op zoek te gaan naar een nieuwe locatie voor het aanmeldcentrum in een van de twintig rijkste gemeenten van Nederland. Weet u? Ik ontraad deze motie, want ik maak geen onderscheid tussen rijke of arme gemeenten.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 3424, van meneer Van Dijk.

De voorzitter:

Het is meneer Dijk.

Minister Faber:

Ja, meneer Dijk, pardon. Excuus, meneer Dijk. Meneer Dijk verzoekt de regering zich ervoor in te zetten om voor eind 2025 te stoppen met de commerciële noodopvang en de Kamer maandelijks over de voortgang te informeren. Ik ontraad deze motie. Ik deel uw intentie om zo snel mogelijk te stoppen met dure commerciële noodopvang. Daar wordt voortdurend aan gewerkt. Maandelijks rapporteren kan ik u niet toezeggen. Ik informeer uw Kamer hier op vaste momenten over.

Dan de motie op stuk nr. 3425. Daarin verzoekt meneer Dijk de regering in gesprek te gaan met de twintig rijkste gemeenten van Nederland over … U heeft iets met de rijkste gemeenten, volgens mij. Ik hoor de heer Dijk zeggen: nee, ik niet, maar u wel. Maar ik heb dat niet; ik heb dat juist niet. Maar goed, in die motie wordt de regering verzocht in gesprek te gaan met de twintig rijkste gemeenten van Nederland over het realiseren van 10.000 structurele plekken waardoor de noodopvang met eenzelfde aantal kan worden afgebouwd, en de Kamer hierover te informeren. Deze motie ontraad ik. De gesprekken worden gevoerd aan de provinciale regietafels. Op die manier wordt gemeenten juist de ruimte gegeven om in gezamenlijkheid te bezien hoe de opvang kan worden vormgegeven op een manier die past binnen de regio.

De voorzitter:

De heer Dijk, één vraag; dan gaan we door.

De heer Dijk (SP):

De minister heeft mij toch een beetje aangezet tot deze interruptie. Zij zegt: de heer Dijk heeft iets met rijke gemeenten. Ik heb niet per se iets tegen of voor rijke gemeenten. Ik heb wel iets tegen arme gemeenten. Maar de verdeling is zo scheef. Ik vraag mij dan het volgende af. De minister moet toch ook zien dat het heel raar is dat de twintig armste gemeenten vijf keer meer aan opvang doen dan de twintig rijkste gemeenten en dat daarin de balans ver zoek is. Dan vraag ik dus aan de minister: heeft zij iets per se met rijke gemeenten?

Minister Faber:

Weet u, ik maak helemaal geen onderscheid tussen rijk en arm. Dat interesseert me verder helemaal niet. Ik ben niet van de dwang of drang. Als arme gemeenten een locatie willen ontwikkelen, een azc willen ontwikkelen, is het aan het lokale bestuur of ze dat willen. Ik dwing dat helemaal niet af.

De voorzitter:

Prima.

Minister Faber:

En als er arme gemeenten zijn die dat willen gaan doen, is dat aan hen.

De voorzitter:

Heel kort.

De heer Dijk (SP):

Nog een kleine vraag. U zegt: ik dwing dat helemaal niet af. Vooralsnog is er een Spreidingswet en vooralsnog staat er in die Spreidingswet dat we zouden beginnen bij de rijkste gemeenten en de rijkste wijken van dit land. Dat heeft u uit te voeren.

Minister Faber:

Ik ben niet van de dwang en drang. Het wordt besloten aan de provinciale regietafel. Daar wordt gekeken. Er zijn gemeentes die meer willen. Er zijn gemeentes die minder willen. Dat gaat allemaal in goed overleg. Als ik dat zo op deze manier ga doen, dan ga ik dat gewoon doen, want waarom zou ik daar verder moeilijk over doen als we het in goede harmonie kunnen oplossen?

De voorzitter:

Tot zover de moties.

Minister Faber:

Dat waren de moties, voorzitter.

Dan zijn er nog wat vragen. Die zijn er.

De voorzitter:

Kort graag. Kort, kort.

Minister Faber:

Ik wil deze toch wel even goed beantwoorden, want het is toch wel iets wat speelt. Dat betreft een vraag van mevrouw Vondeling. Dat betreft een veiligheidsoverleg Venlo. Momenteel wil de gemeente in Venlo een azc openen voor 600 personen, onder wie 50 amv's. Dat is in een voormalig klooster. De burgemeester geeft aan dat extra politie-inzet niet noodzakelijk is. Vanaf de ingebruikname zal hij wel wekelijks of tweewekelijks met een veiligheidsoverleg komen. Er zijn zorgen over de veiligheid. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat een gemeente geen enkele garantie wil geven betreffende de veiligheid en de inzet van de politie, want we kennen allemaal de berichten uit de media. We hebben laatst al een bericht gehad dat ging over Syriërs, over georganiseerde vechtpartijen met stokken en messen, georganiseerde rooftochten, diefstal en drugs; overal hebben we alleen maar ellende. Dan kan het dus niet zo zijn dat als omwoners ongerust zijn, de burgemeester komt met een voorstel als: ik ga wel wekelijks of tweewekelijks een veiligheidsoverleg inschieten. Ja, weet u? Ik hoor hier voor het eerst dat een burgemeester geen veiligheidsgaranties wil afgeven. Een burgemeester dient als burgervader zijn burgers en zijn inwoners gerust te stellen en te beschermen, en niet met een papieren oplossing te komen, zeker gezien de aanzwellende berichten die ik u net ook al heb verteld. Er is een totale verruwing van de openbare orde. Ik vind dit vreselijk. Ik zal vanuit mijn ministerie de opdracht gaan geven om in contact te treden met de burgemeester van Venlo.

De voorzitter:

Dit is het antwoord op een vraag van mevrouw Vondeling, dus die geef ik even het woord.

Mevrouw Vondeling (PVV):

Dank aan de minister hiervoor. Zou zij de Kamer hierover kunnen informeren met een brief?

Minister Faber:

Jazeker.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Ik wil toch constateren dat dit de zoveelste keer is dat deze minister … Zij geeft het zelf net toe: ze heeft nog niet eens contact gehad met de burgemeester. Dat is ze ook niet van plan; dat gaat ze haar ambtenaren opdragen. Zij neemt hier gewoon publiekelijk een burgemeester de maat en zegt "ongekend, alles wat hij doet" terwijl ze nog niet eens contact met hem heeft gehad. Vindt de minister het normaal om op deze manier met lokale bestuurders om te gaan? Ik vind het niet normaal.

Minister Faber:

Ik vind het niet normaal als een burgemeester, die de ongerustheid bij zijn inwoners dient weg te halen en veiligheid dient te bieden … Het kan dan niet zo zijn dat er op voorhand wordt gezegd dat extra politie-inzet niet nodig is. Dat kan gewoon niet. Ik vind ook dat we dat best ter discussie mogen stellen, want er is rondom veel azc's heel veel overlast. Dat moeten we bespreekbaar gaan maken. Ik wil niet van heel Nederland een azc maken. Er zijn onveilige situaties. Die zijn er. Ik snap dat dit een gevoelige discussie is. Dat begrijp ik wel, maar deze discussie moeten we wel voeren. Dank u wel voor het toegewenste succes, mevrouw Piri. Dat hebben we zeker nodig, want het is geen makkelijke opdracht. Maar ook al is iets niet makkelijk, dat wil niet zeggen dat ik het niet doe. Goed, dat was Venlo.

Dan mevrouw Rajkowski. Die doet de oproep om vaart te maken met de maatregelen uit het regeerprogramma en voor snelle opening van de pbl. Op beide zeg ik volmondig ja. Ik ben het helemaal eens met mevrouw Rajkowski dat we vaart moeten maken met de maatregelen. Ik heb al eerder gezegd dat ik niet van heel Nederland één groot azc wil maken.

Ze vraagt ook om een analyse van de asielmaatregelen van de ons omringende landen. Die geven wij regelmatig. Dat weet u ook. Die berichten doe ik al per kwartaal. Ik dank mevrouw Rajkowski in ieder geval voor de steun voor het maken van haast met de maatregelen. Nederland snakt naar een oplossing. De asielmisère waarin we zitten, moet gewoon opgelost worden.

Dan had mevrouw Podt een vraag.

De voorzitter:

Die is afwezig, dus u kunt het antwoord heel kort houden.

Minister Faber:

Ja, dat ga ik doen. Zij heeft gevraagd of het niet mogelijk is om de aanpak van overlastgevers per 1 juni van start te laten gaan. Ze heeft het over de pbl in Ter Apel. Alle inzet binnen de migratieketen is erop gericht om de pbl per 1 juni te laten starten.

Ik ben rond, voorzitter.

De voorzitter:

Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen we over de moties. Dank voor uw aanwezigheid, minister. Straks komt u weer terug.

Minister Faber:

Ja, ik kom zo weer terug.

De voorzitter:

Geniet nog even van een momentje rust.

Naar boven