Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 85, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 85, item 3 |
Vragenuur
Vragen Bruyning
Vragen van het lid Bruyning aan de staatssecretaris Rechtsbescherming, bij afwezigheid van de minister van Justitie en Veiligheid, over het bericht "Politie op Bonaire kan 24/7-noodhulp niet meer garanderen".
De voorzitter:
Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Ondertussen heet ik nog even van harte welkom de heer Carlson Manuel, de gevolmachtigd minister van het mooie Curaçao. De staatssecretaris gaat aan de tand gevoeld worden door mevrouw Bruyning van de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Ik geef graag het woord aan haar.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Wat doet een samenleving als je 911 belt en er niemand komt, als de politie letterlijk niet opneemt? Dan is er iets fundamenteels mis. Dat is nu de situatie op Bonaire, een gemeente van ons Koninkrijk. Het rapport over de Staat van de Rechtshandhaving Caribisch Nederland 2024 constateert dat sinds begin 2024 de politie niet langer kan garanderen dat noodhulp 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar is. Niet incidenteel, maar structureel. We spreken hier over een deel van Nederland waar de rechtsstaat kraakt, waar meldkamers gesloten blijven wegens personeelstekort, waar dienstdoende agenten uitval draaien en op hun laatste tandvlees lopen en waar mensen in nood niet de hulp krijgen waar ze recht op hebben. Dit is niet alleen onacceptabel, dit is een open zenuw.
Het is ook geen verrassing. De Raad voor de rechtshandhaving heeft keer op keer gewaarschuwd voor structurele onderbezetting, gebrekkige samenwerking tussen diensten en, jawel, ontbrekende regie vanuit Den Haag. Het rapport van vorige week is duidelijk, maar de feiten lagen er al. Het gevolg is rechtsongelijkheid, rechtsverwatering en uiteindelijk rechtsverlies. Veiligheid is geen optionele voorziening, het is een kerntaak van de overheid. Als wij op een van de Caribische eilanden niet langer kunnen garanderen dat hulpdiensten bereikbaar zijn, verzaken wij collectief in de meest basale opdracht.
Voorzitter. Ik zou graag aan de staatssecretaris willen vragen hoe het heeft kunnen gebeuren dat we als rijksoverheid hebben toegestaan dat de politie op Bonaire niet langer 24 uur per dag noodhulp kan leveren. Welke concrete bestuurlijke verantwoordelijkheid wordt hiervoor genomen, en door wie?
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Struycken:
Voorzitter. Op Bonaire is het Korps Politie Caribisch Nederland, het KPCN, actief. De minister van Justitie en Veiligheid is korpsbeheerder van het KPCN. Ik vervang de minister in dit vragenuur. De minister is in de Eerste Kamer. De problematiek met de onderbezetting bij de politie op Bonaire is bekend. De minister van Justitie en Veiligheid herkent het beeld dat in het artikel geschetst wordt, voor zover het gaat om de structurele bezetting en de problemen daarmee. Dat gebrek aan structurele bezetting raakt vooral de noodhulp. De bezetting is op dit moment 17 fte, vast en structureel, op een formatie van 45 fte. De minister van Justitie is afgelopen januari op de eilanden geweest en heeft toen ook een bezoek gebracht aan Bonaire. Hij heeft toen specifiek hierover gesproken met de korpsleiding van het Korps Politie Caribisch Nederland. Het ministerie heeft samen met de korpsleiding meerdere maatregelen genomen voor de korte en voor de lange termijn.
Op de korte termijn gaat het om het volgende. Ten eerste hebben we bevoegde medewerkers bereid gevonden om over te werken in de afgelopen periode. Dit betreft ook medewerkers van andere afdelingen. De minister is de politiemensen van KPCN zeer erkentelijk voor hun extra inzet in dezen om het structurele tekort te ondervangen. De tweede kortetermijnmaatregel betreft de afspraken die met de Koninklijke Marechaussee zijn gemaakt om medewerkers van de marechaussee bij het KPCN in te zetten in wat de basispolitiezorg heet. Dat betreft 2 fte. Ten derde verleent de Nederlandse politie ondersteuning met in totaal 10 fte sinds februari. Ten opzichte van de getallen waar we het over hebben, is dit een significante extra inzet. Dit heeft een stevige impuls gegeven aan de operationele sterkte op dit moment. Dat zijn dus de kortetermijnmaatregelen. Maar toegegeven, het blijft scherp aan de wind zeilen.
Wat de lange termijn betreft zijn de oplossingen gezocht in ten eerste een veel stevigere inzet op werving en selectie. Met diverse klassen aspiranten werpt dat zijn vruchten af. De eerste klas van 20 fte stroomt in september aanstaande in het korps in. Een tweede klas is in februari gestart en stroomt in 2027 in. Met "instromen" bedoel ik dus instromen in het korps na afronding van de opleiding. De tweede langetermijnmaatregel is de versterking van de opsporingscapaciteit door vanuit Nederland extra capaciteit ter beschikking te stellen, waaronder specialistische expertise.
Deze maatregelen zullen verder worden toegelicht door de minister van Justitie en Veiligheid. Die zal nog voor de zomer met een schriftelijke eerste reactie komen op het rapport van de Raad voor de rechtshandhaving. Hij zal er aan het einde van het jaar uitvoeriger op ingaan in de Beleidsagenda Caribisch Nederland van Justitie en Veiligheid.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Allereerst dank aan de staatssecretaris dat hij hier antwoord geeft namens de minister. Ik heb nog wel iets gemist in de korte- en langetermijnmaatregelen. Ik heb hele goede dingen gehoord. Tegelijkertijd maak ik me ook wel ernstig zorgen over de nazorg voor het personeel dat nu, uiteraard met onze dankbaarheid, extra diensten heeft gedraaid en extra lang heeft doorgewerkt. Welke maatregel is er eigenlijk getroffen om het personeel goede nazorg te bieden en erin te voorzien dat zij niet uitvallen? Want er kunnen natuurlijk wel nieuwe mensen instromen, maar je hebt ook de oude garde nodig. Je moet die behouden om die nieuwe mensen te begeleiden.
Staatssecretaris Struycken:
Het behoud van de oude garde, dus de mensen die er zitten, is cruciaal. Juist de onverwachte uitstroom is namelijk een deel van het probleem. Daarnaast is er verwachte uitstroom door pensionering. Het is dus cruciaal dat er voldoende aandacht wordt geschonken aan de mensen die er nu zitten. Ik denk dat het voor iedereen, en ook voor hen in het bijzonder, van belang is dat de korte- en langetermijnmaatregelen geloofwaardig en effectief zijn. Dat is namelijk de beste manier om hun werk te waarderen.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ik mis eigenlijk ook nog in de korte- en langetermijnmaatregelen een reflectie op hoe wij vanuit de rijksoverheid Bonaire hierin hebben bijgestaan. Welke lessen kunnen er getrokken worden uit datgene wat is voorgevallen?
Staatssecretaris Struycken:
Mevrouw Bruyning vroeg ook naar de regie. Het is duidelijk dat het ministerie van Justitie en Veiligheid, de minister in het bijzonder, een vrij directe verantwoordelijkheid heeft voor wat er gebeurt op Bonaire. Er is dus ook permanent contact vanuit het ministerie met de korpsleiding van het KPCN. De minister zelf heeft meermaals per jaar contact. Ik zei al dat hij hier in januari, tijdens het werkbezoek, ook uitvoerig en specifiek aandacht aan heeft besteed. De minister heeft twee tot drie keer per jaar contact met de korpsleiding en met het bevoegd gezag, de gezaghebber van Bonaire, de heer Soliano, alsmede met de hoofdofficier van justitie. Dat in antwoord op de vraag wat de regie is. Het is duidelijk dat dit bijzondere aandacht verdient. Ik noemde al even dat de bezetting op Bonaire naar haar aard kleinschalig is. Dat betekent ook dat ze kwetsbaar is voor onverwachte ontwikkelingen, zoals de onverwachte uitstroom van medewerkers, door welke oorzaak dan ook. Het verdient dus extra aandacht.
Ik merk wel op dat er geen aanwijzingen zijn dat de structurele tekorten in de bezetting voor de noodhulp, zoals dat heet, er inderdaad toe geleid hebben dat er, wanneer er gebeld werd met wat hier 112 is, maar daar 911, geen of onvoldoende beschikbaarheid van de politie was. De gevolgen ervan zitten met name in het inzetten van capaciteit vanuit andere delen van het korps. Als het gevolgen heeft gehad, zit het meer in verminderde capaciteit voor de opsporing. De gevolgen voor de burgers lijken beperkt te zijn geweest. Vanuit het perspectief van de burger is rechtsgelijkheid … Mevrouw Bruyning gebruikte drie woorden die in dit kader krachtig zijn, maar de crux zat 'm in de rechtsgelijkheid. Rechtsgelijkheid, rechtsverwatering en rechtsverlies zijn een ongelukkige drieslag. Het is zaak dat daar, evenzeer als hier, burgers niet op die manier de gevolgen ondervinden van de structurele invulling van de beschikbaarheid van de eerstelijnspolitiehulp.
Mevrouw Bruyning (NSC):
In het rapport wordt ingegaan op het domino-effect dat wordt gecreëerd door het tekort, namelijk dat de onderzoeken naar de georganiseerde criminaliteit vertraging oplopen of helemaal niet doorgaan, dat de kwaliteit van het proces-verbaal daalt en dat fouten toenemen. Hoe wordt daarin op dit moment voorzien in de korte- en langetermijnmaatregelen?
Staatssecretaris Struycken:
Zoals ik al aangaf, zijn de gevolgen met name voelbaar in verminderde capaciteit voor de opsporing. Wat betreft de gevolgen die mevrouw Bruyning schetst, heb ik er eerlijk gezegd geen zicht op in hoeverre daar inderdaad een groot probleem is dat zich op grote schaal voordoet en dus ook niet op de maatregelen die ervoor beschikbaar zijn. Mijn indruk is wel dat er door de kortetermijnmaatregelen wel in voldoende mate is voorzien in wat absoluut noodzakelijk is. In mijn beleving omvat dat mede hetgeen geschetst wordt door mevrouw Bruyning als onderdeel van de basisvoorziening vanuit de politie.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ik hoor de staatssecretaris aangeven dat hij er geen zicht op heeft hoe groot de door mij genoemde gevolgen van het domino-effect zijn. Kan de staatssecretaris het dan wel met mij eens zijn dat de gevolgen van het domino-effect kunnen zijn dat de criminaliteit toeneemt en dat de veiligheid in het geding is van de burgers die we juist proberen te beschermen?
Staatssecretaris Struycken:
Wat ik begrijp, is dat het met name gevolgen heeft voor de opsporingscapaciteit. Dat kan natuurlijk op termijn effecten hebben, maar het is mij niet bekend dat het gevolgen heeft voor de toename van criminaliteit of de veiligheid van burgers.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dan heb ik nog een andere vraag aan de staatssecretaris. We zijn natuurlijk eindeloos rapporten aan het schrijven. We houden evaluaties en overleggen. Daar zijn we hier in Den Haag heel goed in. Maar er zijn daden nodig. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook of de staatssecretaris zou kunnen overwegen om een routekaart te maken die garandeert dat de 24/7-noodhulp wordt hersteld, dat het strafrecht weer functioneert en dat de samenwerking tussen de diensten niet afhankelijk is van toevallige bereidwilligheid, waarbij de burgers beschermd worden en hun belang wordt gediend.
Staatssecretaris Struycken:
We zijn goed in overleg in Den Haag en overigens ook op Bonaire, denk ik. Maar een routekaart is natuurlijk goed. Als dit geen onderdeel zal uitmaken van de korte reactie die de minister nog voor de zomer naar de Kamer zal sturen, verwacht ik toch wel dat dit onderdeel zal uitmaken van de beleidsagenda voor Caribisch Nederland die ik heb aangekondigd voor het einde van dit jaar.
De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn vervolgvragen.
De heer Aardema (PVV):
Er is dus een capaciteitsprobleem bij de politie in Nederland, maar ook op Bonaire. De staatssecretaris schetste nu een aantal oplossingen voor de korte en de lange termijn. Overwerken is natuurlijk mooi, maar uiteindelijk moeten ook die mensen weer verlof hebben. Wij vernemen vooral dat het ook gaat om arbeidsvoorwaarden en salariëring. Kan de staatssecretaris dat nader duiden?
Staatssecretaris Struycken:
Wat de arbeidsvoorwaarden betreft: naast de werving voor de basispolitieopleiding is er sprake van permanente werving door middel van zijinstroom. De zijinstroom moet mede mogelijk worden door arbeidsvoorwaarden die de zijinstroom aantrekkelijk maken. Ook in Caribisch Nederland is sprake van een krappe arbeidsmarkt, net als hier. De directeur van de Rijksdienst Caribisch Nederland is de werkgever, namens de minister van Binnenlandse Zaken, voor alle rijksambtenaren BES, waaronder dus ook alle medewerkers van het KPCN. De directeur RCN gaat samen met de vakbonden in Caribisch Nederland over de aanpassing van de arbeidsvoorwaarden. In het sectoroverleg met de vakbonden wordt gesproken over verbetering van een aantal arbeidsvoorwaarden voor onder meer politiemensen in executieve functies, waarbij de inzet is dat de verbetering van de arbeidsvoorwaarden nog dit jaar zijn beslag gaat krijgen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het is doodeng. Als je te maken hebt met huiselijk geweld op Bonaire en je belt de politie of 911, bestaat er een kans dat er gewoon te weinig mensen zijn en je niet geholpen wordt, of zelfs erger. Dit is een veiligheidscrisis in slow motion. Het is belangrijk dat wij hierop acteren. Ik hoor de staatssecretaris zeggen dat er wordt gekeken naar aanpassingen van de arbeidsvoorwaarden, maar we zien dat veel agenten juist door de druk vertrekken, stoppen met het werk, naar een ander land gaan of naar Nederland komen om het werk te doen. Dat is dus ook een fundamenteel punt. De rechtspositie zal dus ook moeten worden verbeterd. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij voor de zomer, voordat het een acute situatie is, kijkt hoe en in hoeverre de rechtspositie aangepast kan worden? En eventueel …
De voorzitter:
Helder, helder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Daar houd ik het bij.
De voorzitter:
U bent voor rede vatbaar.
Staatssecretaris Struycken:
Voor zover mij bekend, wordt de telefoon gewoon opgenomen. Het signaal van de Raad, dat ook zijn weg naar de pers heeft gevonden, is dat er een structureel bezettingsprobleem is. Gelukkig vertaalt dat zich niet disproportioneel in een acuut probleem, door de grote inzet van de medewerkers zelf en ook van anderen, zoals ik heb geschetst. Dat zijn de kortetermijnmaatregelen. Werving en zijinstroom zijn een belangrijk onderdeel van de structurele oplossing op lange termijn. Zoals ik net al aangaf, is het streven om de arbeidsvoorwaarden voor het komende jaar op orde te hebben.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
We zijn vorig jaar augustus met een aantal collega-JenV-woordvoerders naar de eilanden geweest, naar het Caribisch deel van het Koninkrijk. We hebben gesproken met het korps op Bonaire en we hebben de problematiek gezien. Ik zou deze staatssecretaris het volgende willen vragen. Er komt een reactie van minister Van Weel op het rapport van de Raad. Dat lijkt me heel goed; het gaat over meer dingen. Kan daarin ook worden meegenomen in hoeverre de Koninklijke Marechaussee de politie kan helpen om in ieder geval de minimumsterkte te garanderen? Dat is namelijk wel het bare minimum waar we als Koninkrijk voor moeten gaan staan.
Staatssecretaris Struycken:
De Koninklijke Marachaussee speelt een belangrijke rol. De samenwerking met de Koninklijke Marachaussee en de nationale politie is in februari van dit jaar gestart, mede naar aanleiding van de signalen en het overleg dat eerder heeft plaatsgevonden. Die samenwerking verloopt naar volle tevredenheid. Aanstaande zomer wordt onderzocht of het mogelijk is om die samenwerking ook na 2025 voort te zetten.
De voorzitter:
Dank aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-85-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.