30 Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) d.d. 22 en 23 mei

Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) d.d. 22 en 23 mei

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) d.d. 22 en 23 mei (21501-30, nr. 640).

De voorzitter:

Dan heet ik de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van harte welkom. Fijn u weer te zien, want aan de orde is het niet heel erg lang durende tweeminutendebat Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) van 22 en 23 mei.

Ik geef graag het woord aan de eerste en enige spreker van dit debat. Hij heeft de hele ruimte voor zichzelf. Het gaat ook over de ruimte. Ik ga u lanceren, meneer Thijssen. Het woord is aan de heer Thijssen. We hebben niet de hele avond vanavond. Probeer het.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Gelanceerd worden zou ik ook leuk vinden! We hebben wel de hele ruimte. Dank u wel, voorzitter. Dit kabinet gooit zand in de motor van de Nederlandse economie met bezuinigingen op innovatie, het opleiden van mensen en de overstap naar technologieën waarvan Draghi zegt dat we daar nog concurrerend op zijn. Zo kunnen we ons geld niet blijven verdienen, zo behouden we onze banen niet.

Draghi doet bijna 200 aanbevelingen om te voorkomen dat de Nederlandse economie een langzame doodstrijd strijdt. Het kabinet pikt er twee uit: wat minder regels en de kapitaalmarktunie. Maar er is werkelijk niemand in Nederland en Europa die denkt dat we daarmee de Nederlandse economie laten opbloeien, zodat lonen omhoog kunnen en we de strijd aan kunnen gaan met de VS en China. Hoe komt het kabinet erbij om al die andere aanbevelingen te laten zitten en er alleen deze twee uit te pikken, vraag ik de minister. En uit welke analyse blijkt dat dit genoeg is? Wil de minister misschien aan Draghi vragen of die vindt dat dit genoeg is?

Voorzitter. Vorige week deden we de suggestie om een nationale investeringsbank op te richten. Die wimpelt het kabinet weg. Daarom nu de volgende suggestie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de EU stevige stappen moet zetten om mondiaal de concurrentie met de VS en China aan te gaan, onder meer door in te zetten op meer productie van "made in Europe"-producten;

overwegende dat de Commissie met een voorstel voor een Europees voorkeursprincipe in publieke aanbestedingsregels voor strategische sectoren en technologieën komt;

overwegende dat Draghi constateert dat investeringen in schone en hoogwaardige technologie de groei in Europa kunnen aanzwengelen;

verzoekt de regering om er in Europa voor te pleiten dat een Europees voorkeursprincipe gaat gelden voor aanbestedingen in schone, circulaire en hoogproductieve sectoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 667 (21501-30).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

En dan als toetje.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Draghi stelt dat jaarlijks 750 tot 800 miljard euro in de Europese economie moet worden geïnvesteerd om het Europese concurrentievermogen weer op peil te krijgen;

overwegende dat Draghi ook stelt dat de toekomst van de Europese economie schoon, groen en innovatief is;

verzoekt de regering om als voorwaarde te stellen dat publieke investeringen in het kader van het concurrentievermogen, zoals het beoogde Europese concurrentiefonds, in lijn zijn met de Europese klimaatdoelen, zodat een concurrerende industrie wordt opgebouwd;

verzoekt de regering hier ook in de Raad voor te pleiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 668 (21501-30).

Prima. Tot zover de termijn van de Kamer. Is de minister reeds in staat om de moties te becommentariëren? Dat is het geval. Dan geef ik graag het woord aan de minister.

Minister Bruins:

Ik dank de heer Thijssen voor zijn inbreng op dit buitengewoon relevante onderwerp. Het gaat over de toekomst van Nederland en Europa. Die toekomst ligt in het produceren van hoogwaardige producten die we kunnen exporteren en waar we exportwaarde uit kunnen halen. Het kabinet stelt inderdaad — de heer Thijssen noemde het al — onder andere dat daarvoor minder regels nodig zijn en dat we moeten werken aan een kapitaalmarktunie. Maar de heer Thijssen vroeg: is dat nou voldoende? Nee, dat is niet voldoende. Dit kabinet heeft het Draghi-rapport integraal omarmd, behalve de financiële paragraaf. Draghi zegt veel meer dan dat er minder regels moeten zijn op de kapitaalmarktunie. Zoals dit kabinet ook vindt, wijst hij erop dat we moeten inzetten op hoogwaardige technologie als motor voor de toekomst.

Het kabinetsbeleid is dan ook om vast te houden aan de norm van 3% van het bbp voor onderzoek en innovatie. We weten dat we er nog niet zijn en dat we er niet naartoe bewegen, maar we weten dat het desondanks belangrijk is om dat doel in Europa vast te houden. We zetten ook in op de sleuteltechnologieën die we met elkaar hebben vastgesteld. Recent hebben we Project Beethoven met elkaar gefinancierd. Daarmee zorgen we ervoor dat de microchipindustrie in Nederland een steuntje in de rug krijgt, niet alleen op het gebied van onderzoek, maar ook op het gebied van personeel, waaronder mbo- en hbo-personeel. Kortom, het rapport-Draghi is breder dan dat. Dat steunen we ook.

Ik ben daarom ook blij dat de heer Thijssen twee buitengewoon relevante moties heeft ingediend. De motie op stuk nr. 667 verzoekt de regering om er in Europa voor te pleiten dat er een Europees voorkeursprincipe gaat gelden. Die motie moet ik ontraden. Het is nog te vroeg om hierop vooruit te lopen. Op dit moment is mijn collega van Economische Zaken bezig om een analyse uit te voeren naar de wenselijkheid van het Europees voorkeursprincipe. Ik kan daar dus echt niet op vooruitlopen. Ik moet deze motie daarom ontraden.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 668 verzoekt om als voorwaarde te stellen dat publieke investeringen in concurrentievermogen, zoals het voorgestelde Europees concurrentiefonds, in lijn moeten zijn met de Europese klimaatdoelen, en verzoekt om hiervoor te pleiten in de Raad. Die motie geef ik graag oordeel Kamer. Ik kan daar ook voor pleiten in de Raad. Ik verwacht niet dat het bij deze Raad zal zijn, want het staat niet op de agenda. Maar zodra het Europees concurrentiefonds op de agenda zal staan, zal ik of mijn collega van Economische Zaken daarvoor pleiten.

De voorzitter:

De heer Thijssen, kort.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dank voor deze beantwoording, ook al is het niet de minister van Economische Zaken; het is fijn dat het namens het kabinet kan. Ook deze minister zegt: we omarmen dat we een bepaald deel van ons inkomen moeten besteden aan onderzoek en innovatie. Dat gaat over die 3%, die ook in het hoofdlijnenakkoord staat. Dit kabinet beweegt er niet naartoe, maar ervan weg. Er wordt bezuinigd, terwijl het kabinet zegt dat dit belangrijk is. De minister herhaalt dat nu weer. Ik zou het toch fijn vinden als het kabinet er gewoon eerlijk over is, zo van: we zeggen het wel, maar het lukt gewoon niet.

De voorzitter:

Prima.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Maar mijn vraag gaat over de motie op stuk nr. 667. U ontraadt die. Het Draghi-rapport is nu negen maanden oud. Er wordt gedesinvesteerd in de Nederlandse economie. Het kabinet kan er dan toch op z'n minst voor zorgen dat we het geld dat we uitgeven aan aanbestedingen, gebruiken om de economie van de toekomst te stimuleren?

Minister Bruins:

Ik begrijp de vraag heel goed. We weten dat er op dit moment veel wordt gepraat over het Europees voorkeursprincipe. Tegelijkertijd is dit kabinet er voorstander van om de mogelijkheden voor internationale samenwerking vanuit Nederland te behouden, maar ook om te kunnen aanbesteden. Tegelijkertijd is er voor sommige technologieën geen Europese oplossing voorhanden. Daar moet je eerst aan werken voordat je dit voorkeursprincipe ten volle kunt toepassen bij aanbestedingen. Het komt dus echt te vroeg. We zullen eerst met elkaar de impact van die route moeten onderzoeken, zodat we niet alleen maar profiteren van de voordelen. De voordelen zijn namelijk helder: de strategische autonomie van Europese technologie staat voorop. Maar er zit ook een aantal nadelen aan. Die moet je wel goed in kaart brengen, om er zeker van te zijn dat je geen onnodige schade toebrengt wanneer je dit voorkeursprincipe zou gaan hanteren.

De voorzitter:

Goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen stemmen wij over beide moties. Dat doen we dus morgen al.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven