3 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Eerdmans

Vragen van het lid Eerdmans aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht "Bijna 6.000 veroordeelde criminelen spoorloos: 'Uiterst pijnlijk voor slachtoffers'".

De voorzitter:

Dan heet ik van harte welkom de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mevrouw Coenradie. Ik geef in het vragenuurtje graag het woord aan de heer Eerdmans van de fractie van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, goedemiddag en dank u zeer. Er lopen 6.000 veroordeelde criminelen vrij rond. Dat zijn niet alleen verkeersovertreders, zeg ik er maar bij, en ook niet alleen dieven; daar zitten ook doodslagplegers, plegers van geweld en zedendelinquenten bij. Deze misdadigers zijn spoorloos. Ik wil u zeggen: dit is voor nabestaanden en slachtoffers, met wie ik net zoals de staatssecretaris veel te maken heb, extreem pijnlijk. Slachtoffers en nabestaanden van deze daden krijgen een dubbele straf: eerst het misdrijf en daarna nog eens het niet-bestraffen van de daders. Die mensen wachten op vergelding en dat is terecht. Vandaar mijn eerste vraag: wat gaat de staatssecretaris doen om die 6.000 los rondlopende criminelen die hun straf nu ontlopen, achter slot en grendel te krijgen?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Coenradie:

Voorzitter, dank. Ik deel de verontwaardiging over het getal 6.000. Dat is pijnlijk. Het is pijnlijk voor eventuele slachtoffers en voor nabestaanden. 6.000 is een heel groot getal. Ik deel die verontwaardiging dus ook. Tegelijkertijd heb ik de behoefte om de Kamer mee te nemen in waar we vandaan komen. In 2017 was dit aantal namelijk nog veel hoger. Het lag op 11.000, om precies te zijn. Toen was daar ook verontwaardiging over, en terecht. Daar is toen een debat over gevoerd, waar het zogeheten programma Onvindbaren uit voort is gekomen. Dat is een programma dat tussen 2017 en 2021 heeft plaatsgevonden. De daaruit voortvloeiende maatregelen zijn wij nog steeds aan het doorvoeren.

Ik heb de behoefte om een paar van die maatregelen te benoemen, onder andere het opsporingsteam van de politie en het OM, FASTNL. Dat is actief op zoek naar internationaal geregistreerde voortvluchtigen die een vrijheidsstraf moeten uitzitten van 300 dagen of meer. Ook is de adreskwaliteit verbeterd om onvindbaren beter op te sporen. We doen dus veel. Om gericht antwoord te geven op de vraag wat we nog meer kunnen doen: op dit moment kunnen we niet veel meer dan we al doen. We zien in de afgelopen jaren dat dit aantal dalende is en we blijven die trend natuurlijk volgen. We hebben een groot team van FASTNL-medewerkers, 30 fte, dat zich hier volop mee bezighoudt. We zien dat dat op dit moment voldoende is. Het is een stabiel team. We doen dus heel erg veel.

Tot slot wil ik hier nog even iets aan toevoegen. In Nederland mogen verdachten hun veroordeling in vrijheid afwachten. Zolang veroordeelden niet in voorlopige hechtenis zitten of nog niet veroordeeld zijn, kunnen zij vrij blijven reizen. Dat is iets wat bij de rechtspraak ligt en wat we met elkaar hebben verankerd in het Wetboek van Strafvordering.

Tot zover het antwoord op de vraag, met een korte toelichting daarop.

De heer Eerdmans (JA21):

Het laatste punt, dat we zware misdadigers hebben die veroordeeld zijn door de rechtbank en hun hoger beroep in vrijheid mogen afwachten, vind ik juist onacceptabel. Ik vind dat onbestaanbaar. Het is de staatssecretaris bekend dat er onder die 6.000 ook veroordeelde misdadigers zijn die hun hoger beroep in vrijheid mogen afwachten en waarschijnlijk nooit meer gevonden worden. Maar het eerste punt van de staatssecretaris verbaast mij zeer. Ze zegt: we doen voldoende; we doen eigenlijk wel genoeg. FASTNL is het team dat de opsporing doet van mensen die voortvluchtig zijn. Hun thema, hun motto, is overigens: onvindbaar bestaat niet. Dat team kan per jaar 300 criminelen opsporen. We hebben er 6.000 rondlopen. Dan vraag ik mij af: hoezo kunnen wij niet meer? Moet dat team niet worden uitgebreid?

Staatssecretaris Coenradie:

Het FASTNL-team ligt echt bij mijn collega, de minister van Justitie en Veiligheid. Daar ga ik niet over. Wat ik in ieder geval wel weet, is dat we een stabiele groep medewerkers hebben die er op dit moment alles aan doet om dat aantal naar beneden te brengen. Dat lukt ook; het is succesvol als we de dalende trend ten opzichte van 2017 zien. Ik ben het er absoluut mee eens dat sec het getal 6.000 nog heel erg hoog is, en dat moet zeker naar beneden.

Dan het andere punt: in vrijheid in hoger beroep. Ik vind daar ook weleens wat van. Tegelijkertijd hebben we dat wel met elkaar in een wet verankerd. Op het moment dat de Kamer vindt dat er iets anders moet gebeuren, moeten we daar een ander gesprek over voeren. Maar op dit moment is dat wel iets wat de rechtspraak in handen heeft, en de rechtspraak heeft de vrijheid om dat uit te spreken.

De heer Eerdmans (JA21):

Laten we dan focussen op het punt van de reeds gestrafte veroordeelde criminelen. We leven nu in een rechtsstaat waarin we gevangenen eerder naar huis sturen omdat we geen capaciteit hebben, waarin het OM voor misdrijven boetes mag gaan opleggen en waarin we duizenden veroordeelde criminelen rond hebben lopen. Ik snap niet dat dit kan gebeuren met een kabinet met de PVV erin, nota bene een PVV-staatssecretaris. We zouden alles zwaarder bestraffen, law and order, geen taakstraffen meer, geen boetes, geen enkelbandjes. Het moest harder, harder, harder. Ik hoor nu de staatssecretaris eigenlijk zeggen: nou, we doen wel genoeg en we laten dus 6.000 criminelen vrij rondlopen. Wordt met deze aanpak het hoofdlijnenakkoord wel of niet uitgevoerd?

Staatssecretaris Coenradie:

Ja, zwaarder straffen, dat doen we en dat zien we terug in hoelang mensen in detentie verblijven. Dus zwaarder straffen, dat doen we zeker. Wat alleen niet meewerkt, is dat we de afgelopen tien jaar allerlei klinieken en allerlei gevangenissen hebben zien sluiten. Dat werkt daarbij niet mee. Op het moment dat we wel een stijging zien in de criminaliteitscijfers, wel een stijging zien in opgelegde detentie, wel een stijging zien in hoelang mensen in detentie blijven zitten en tegelijkertijd een enorme afname zien in beschikbare celcapaciteit en in bijvoorbeeld beschikbare tbs-klinieken, dan gaat het toch ergens wringen. Dat lijkt me een vrij logisch, voorspelbaar iets.

De heer Eerdmans (JA21):

Maar "voorspelbaar" is dat dit niet het antwoord moet zijn, want het is niet code zwart; het is code pikzwart voor de rechtsstaat. Slachtoffers en nabestaanden bellen mij en zeggen: Eerdmans, doe hier wat aan! Onder een kabinet met daarin de PVV worden gevangenen vrijgelaten of met een enkelband naar huis gestuurd. Sorry, maar daar moet een antwoord op komen. Ik vind het dan wel echt bijzonder dat als wij hier twee moties aannemen … We willen niet Engeland achterna en geen Britse toestanden waarin we duizenden criminelen eerder vrijlaten, maar we gaan het wel doen. Ik heb hier een aangenomen motie, ingediend met mevrouw Bruyning van NSC, over geen detentievakantie voor criminelen, maar het gebeurt toch.

Voorzitter. Waar gaat deze staatssecretaris dan op inzetten, bijvoorbeeld bij de Voorjaarsnota? Er is 8 miljard over, begrijp ik uit betrouwbare bron, namelijk het CPB. Dat betreft onderuitputting. Gaat deze staatssecretaris dan bij de Voorjaarsnota zeggen: ik wil geld gereserveerd voor noodgevangenissen; ik wil geld gereserveerd voor dat FAST-team en ik wil meer voortvluchtige criminelen oppakken, want ik ben van de PVV en ik wil het anders doen? U kopieert de methode-Weerwind. Ik bedoel, de vorige minister was nog strenger dan de staatssecretaris van de PVV, en even voor de luisteraars: die was van D66.

Voorzitter. Ik wil daar gewoon antwoord op.

Staatssecretaris Coenradie:

Ondanks het feit dat dit volgens mij niet de oorspronkelijke mondelinge vraag was, wil ik bekijken wat ik in dezen kan antwoorden. Volgens mij is het inmiddels ook geen geheim meer dat ik bezig ben met een claim richting de Voorjaarsnota om te bekijken wat we daarmee kunnen gaan doen. Want dat er geld nodig is, lijkt me nogal een understatement. Dat is niet alleen nodig voor het doen van de noodzakelijke renovaties, maar ook om gewoon überhaupt weer gevangenissen te bouwen, want daar hebben we een tekort aan. We zijn dus echt met een aantal zaken bezig.

Ik zit aankomende vrijdag — dat is inmiddels ook geen geheim meer — bij de ministerraad. Ik heb van tevoren ook al aangegeven dat ik daar een aantal knopen wil doorhakken. Van de PVV of niet, voor mij is dit hele capaciteitsprobleemstuk … Dit is gewoon een heel groot probleem dat hier in Nederland speelt. Daar voel ik me absoluut verantwoordelijk voor. Ik doe ook alles wat in mijn macht ligt — ik denk dat dit ook voor zich spreekt — maar ik kan niet toveren. Dat heb ik eerder ook aangegeven en ik doe het nog een keertje in de Tweede Kamer: ik ben geen Tita Tovenaar, ik heb geen blikken met personeel, ik heb geen blikken met gevangenissen en ik kan niet zomaar opeens een gevangenis of een vergunning regelen; dat gaat niet! We zitten hierbij met een erfenis uit het verleden. Tegelijkertijd zien we in de criminaliteitscijfers een enorme stormloop van mensen die veroordeeld zijn en die gewoon in de gevangenis terecht moeten komen. Die stormloop zien we ook op ons afkomen. Dat is de situatie waarin we zitten. Het is dus inderdaad code zwart; zwarter kan niet. Ik ben keihard bezig om te bekijken wat we daarin kunnen doen, maar ik heb daarvoor ook draagvlak nodig en ik heb de Kamer daarvoor nodig. We hebben volgende week een commissiedebat Gevangeniswezen, dus volgens mij kunnen we het er daar uitgebreid met elkaar over hebben.

De heer Eerdmans (JA21):

Honderd procent.

Staatssecretaris Coenradie:

Terug naar de vraag die hier ligt: natuurlijk blijf ik me daar hard voor maken. Ik neem geen genoegen met het getal 6.000 onder het mom van dat we van erger vandaan komen. Natuurlijk niet! Laat ik dat hier even heel hard stellen. Ik vind 6.000 nog steeds schrikbarend. Ik begon ook met te zeggen dat ik de verontwaardiging snap en dat ik die deel, maar we komen wel van iets anders af. Dat betekent dus dat de maatregelen die we toen hebben getroffen, die we toen hebben ingezet, wel hun vruchten afwerpen.

De heer Eerdmans (JA21):

Nee, maar daar ben ik het mee eens. U komt van ver. Dit is zeker niet door de PVV veroorzaakt, maar "Tita Tovenaar" … Kijk, als er asielzoekers moeten worden opgevangen, dan ligt er een boot ergens in het Westelijk Havengebied van Amsterdam en worden er 1.500 asielzoekers opgesloten, of in ieder geval opgevangen. Waar blijft die detentieboot? Ik wil dus gewoon meer creativiteit en actie van deze staatssecretaris om dit probleem op te lossen. Daarvoor …

Staatssecretaris Coenradie:

Maar voorzitter …

De heer Eerdmans (JA21):

Nee, sorry, nu ben ik aan het woord. Dáárvoor bent u wel aan de bak. U behoort de oplossingen te brengen, terwijl u het probleem niet heeft veroorzaakt. In dat laatste wil ik meegaan, maar ik wil meer zien van de oplossing voor dit probleem.

Staatssecretaris Coenradie:

Met alle respect, maar asielzoekers die we op een boot kunnen plaatsen, is nou precies iets anders dan iemand die veroordeeld is en in detentie moet. Wat is het verschil? Bij het ene heb je een slot en grendel nodig, en bij het andere heb je dat niet nodig. Bij het ene heb je een dagprogramma nodig om het in ieder geval nog enigszins behapbaar te houden en bij het andere heb je dat niet nodig. Er zit toch wel een verschil tussen een asielzoeker en een gedetineerde! Ik was ook wel van plan om dat onderscheid te blijven maken.

De heer Eerdmans (JA21):

Ja, maar de overeenkomst is: nood breekt wet. Dat verwacht ik dus. Als er criminelen worden vrijgelaten, als er mensen eerder naar huis worden gestuurd, als er mensen spoorloos zijn, vind ik dus dat er veel meer onorthodox moet worden nagedacht en dan vergelijk ik het inderdaad met een asielboot, waarbij dat blijkbaar wel kan. En ik zeg niet dat je een asielboot zomaar kunt inzetten voor criminelen, maar ik verwacht wel echt betere oplossingen dan het verhaal waar de woede van Wilders terecht vandaan kwam. Ik wil niet dat er gevangenen twee weken met detentieverlof mogen.

Staatssecretaris Coenradie:

Waarvan akte.

De heer Boswijk (CDA):

Ik deel de frustratie van collega Eerdmans. Het geeft een gevoel van onrecht als je als slachtoffer erachter komt dat degene die jou kwaad heeft gedaan ineens vrij rondloopt of als je als politieagent iemand hebt gearresteerd en je die vervolgens tegen zou kunnen komen. Maar ik vind het vooral gênant dat dit kabinet voor law and order zegt te staan, terwijl het de problemen niet aanpakt. Deze staatssecretaris heeft een erfenis waar ze niks aan kan doen. Dat snap ik en daar heb ik alle begrip voor, maar tegelijkertijd lost dit hoofdlijnenakkoord geen problemen op, maar maakt het ze juist veel groter. Kan de staatssecretaris daarop reflecteren?

Ik kom nog even terug op het punt van collega Eerdmans over creativiteit. We hebben in het verleden meerdere crises gehad. Kunt u niet met een crisis- en herstelwet komen om bijvoorbeeld met spoed gevangenissen te bouwen?

Staatssecretaris Coenradie:

Ik ben echt voornemens om heel snel met een plan van aanpak hiervoor te komen. We hebben volgende week een commissiedebat. Ik vind dat we binnen dat commissiedebat alle ruimte moeten nemen om te kijken waar draagvlak voor is, hoe we hierin verdergaan en welke knopen we moeten doorhakken. Natuurlijk kijk ik naar allerlei noodmaatregelen en naar wat we kunnen doen, maar ik heb soms ook te maken met een gebrek aan personeel, een gebrek aan fysieke ruimte, een gebrek aan een vergunning, een niet-meewerkende gemeente, waar ik ook weleens tegenaan loop, of een gebrek aan middelen. Op dit moment is het lastig om datgene uit te voeren wat we met elkaar hebben afgesproken in het hoofdlijnenakkoord. Dat klopt.

De heer Boswijk (CDA):

Zou stap één dan niet zijn dat deze staatssecretaris naar de coalitiepartijen gaat en zegt: jongens, dit kan ik niet uitvoeren; ik heb dit, dit en dit nodig? Ik hoor de staatssecretaris iets zeggen over weigerende gemeentes. Kan ze niet met een wet komen waarmee ze kan afdwingen dat er ergens celcapaciteit wordt gerealiseerd? Dit is zo'n immens probleem. Dit raakt de wortel van onze rechtsstaat.

Tot slot, voorzitter. We hebben het nu heel veel over de veroordeelden, maar zijn de slachtoffers er allemaal van op de hoogte dat iemand die veroordeeld is, mogelijk vrij rondloopt? We hebben het over 6.000 veroordeelden en over 6.000, of misschien wel meer, slachtoffers. Zijn die er allemaal van op de hoogte dat zij mogelijk iemand kunnen tegenkomen die eigenlijk achter slot en grendel zou moeten zitten?

Staatssecretaris Coenradie:

Wat betreft de laatste vraag: de slachtoffers van veroordeelden horen hiervan op de hoogte te worden gesteld door het CJIB. Dat doet dit tegenwoordig. Kan ik met honderd procent zekerheid zeggen dat iedereen hiervan netjes op de hoogte is? Dat zou ik echt moeten nagaan. Daar wil ik bij u op terugkomen. Als ik merk dat slachtoffers of nabestaanden hiervan helemaal niet op de hoogte zijn, dan kan ik mij daar ook druk om maken. Ik weet dat het CJIB met man en macht werkt om hun werk goed uit te voeren en dat zij hun eigen mensen trainen, opleiden en klaarstomen om dit werk goed te doen, naast het werk dat ze in het verleden primair hebben gedaan.

De voorzitter:

Mevrouw Wijen-Nass, BBB.

De heer Boswijk (CDA):

Voorzitter, wanneer zou de ...

De voorzitter:

Heel kort. De vraag luidt nog: wanneer?

Staatssecretaris Coenradie:

Wanneer kan ik daar een antwoord op geven? Ik ga proberen om dat mee te nemen richting het commissiedebat. Dat is volgende week dinsdag of woensdag.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

6.000 veroordeelde criminelen lopen vrij rond en zijn niet te vinden. Dat vindt de BBB onacceptabel. Er wordt vaak gedacht: het gaat over huis-tuin-en-keukenzaken; dat is allemaal niet zo belangrijk. Maar we vergeten vaak dat het ook gaat om zaken betreffende een woninginbraak of huiselijk geweld. Die zaken hebben een enorme impact op het slachtoffer. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris het eens is met de BBB dat het voorarrest superbelangrijk is om mensen binnen te houden die misschien de grens over willen gaan.

Staatssecretaris Coenradie:

Voor al deze zaken, of ze nu klein of groot zijn, geldt dat ik het onverteerbaar vind dat mensen hun straf ontlopen. Dat geldt extra op het moment dat er slachtoffers of nabestaanden zijn. Ik vind dat onverteerbaar. Als het gaat over uitspraken van de rechter ... Het is aan de rechter om iets te bepalen. Daar ga ik niet over. Een rechter heeft de vrijheid om te zeggen "jij komt nu al vast te zitten in afwachting van je hoger beroep" of "je mag dat in vrijheid afwachten". Dat is aan de rechter. Als de Kamer daar iets anders van vindt, is het aan de Kamer om daar iets over te zeggen. Ik vind het af en toe ook lastig om te zien, want ik zie de ingewikkelde zaken. Maar ik kan niet op de stoel van de rechter gaan zitten. Dat doet niks af aan het feit dat 6.000 mensen nog steeds gewoon hun straf moeten uitzitten. Aan de ene kant hebben we dus de vrijheid van de rechter. Aan de andere kant hebben we het gegeven dat we deze mensen moeten opsporen. Daar doen we echt heel veel aan. Dat blijkt ook wel uit de dalende trend.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Dan zijn er toch nog 6.000 mensen die nu vrij rondlopen. Soms gaat het om delicten die heel veel invloed hebben op de levens van mensen, bijvoorbeeld op dat van ondernemers. Ga maar eens praten met een supermarktondernemer in de regio die continu te kampen heeft met winkeldiefstallen. Dan kun je denken "ach, dat gaat elke keer maar over een paar euro", maar er is zo veel mee gemoeid. Ik ben heel benieuwd of de staatssecretaris het wel met mij eens is dat het ook heel belangrijk is dat we juist die mensen opsporen en vastzetten.

Staatssecretaris Coenradie:

Absoluut. Iedereen die door de rechter een celstraf opgelegd heeft gekregen, moet simpelweg die celstraf uitzitten. Daar is geen discussie over. Daar zal ik ook nooit een discussie over voeren.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Het gebeurt inderdaad nog steeds en te vaak dat veroordeelde criminelen die in afwachting zijn van de tenuitvoerlegging van hun straf, de grenzen overgaan en nu bijvoorbeeld in Dubai van een pina colada nippen. Dat is onbestaanbaar. Vindt de staatssecretaris ook dat er een reisverbod zou moeten gelden voor dit soort veroordeelde criminelen? Wanneer kunnen we voorstellen vanuit het kabinet tegemoetzien als daar een wetswijziging voor nodig is?

Staatssecretaris Coenradie:

Ik vind het altijd zo flauw om te zeggen: daar ben ik niet van; dat is niet aan mij. Tegelijkertijd is dat wel het eerlijke verhaal, want ik moet dan ook mijn collega's op het ministerie aankijken. Ik kan nu niet zeggen of ik dat wel of niet vind. Ik vind dat we dit gewoon op een ordentelijke wijze met elkaar moeten bespreken. Maar tegelijkertijd snap ik dat sentiment. Ik heb dat ook weleens. Wat dat betreft ben ik ook gewoon een mens van vlees en bloed. Ik zie de berichten en denk dan ook weleens: waarom hebben we deze persoon niet gelijk vastgezet? Ik snap dat dus. Maar ik kan niet vooruitlopen op het werk van mijn collega's. Ik vind ook dat iedereen daarover het juiste gesprek moet voeren.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Dan hoop ik in ieder geval dat de staatssecretaris dit meeneemt naar haar collega's. Dat zou in ieder geval kunnen. Twee. We hebben gelukkig in toenemende mate uitleveringsverdragen, onder meer met de Verenigde Arabische Emiraten. Wordt er alles op alles gezet om die verdragen ook tot aan het randje te benutten, zodat deze criminelen toch worden teruggehaald naar Nederland en ze hun straf niet ontlopen?

Staatssecretaris Coenradie:

Ik kan in ieder geval zeggen dat wij er vanuit Nederland alles aan doen om mensen die een straf moeten uitzitten, hiernaartoe te halen. Dat kan ik doen. Maken we daar nooit fouten bij? Nou, waar mensen werken, worden volgens mij ook weleens fouten gemaakt. Maar wij hebben altijd de intentie om mensen hier hun straf uit te laten zitten.

De heer Koops (NSC):

Waar ik helemaal niet van houd in een geval als dit, is gegoochel met cijfers. Ik wil met veel meer precisie iets weten over dat getal van 6.000. Ik hoorde de staatssecretaris namelijk zojuist ook zeggen dat het getal in 2017 op 11.000 stond. Dat heb ik nagezocht. Onder die 11.000 in 2017 zat een enorm aantal korte gevangenisstraffen. Dat waren dus geen langdurige straffen. FASTNL zit in internationaal en nationaal verband achter de zware criminelen aan. De grote vraag is hier dus: is het nu van 11.000 teruggelopen naar 6.000, of is het van de 2.500 die FASTNL in zijn portefeuille had, opgelopen naar 6.000? Dat is de vraag.

Staatssecretaris Coenradie:

Het antwoord is — zo heb ik me ook laten informeren — dat er ten opzichte van 6.000 nu, in 2017 11.000 veroordeelde criminelen onvindbaar waren, ongeacht of het lang- of kortgestraften waren. Dat is het antwoord.

De heer Van Nispen (SP):

Dit is inderdaad geen nieuw probleem. Dit speelt al jaren. Maar het is extreem pijnlijk voor slachtoffers en nabestaanden. Die verliezen zo het vertrouwen in de rechtsstaat, als ze dat niet al verloren waren. Niet alleen zijn er 6.000 mensen kwijt die in de gevangenis hadden moeten zitten, maar er zijn ook een heleboel veroordeelde mensen die niet kwijt zijn en die door het capaciteitstekort ook niet in de gevangenis zitten. Mijn vraag aan de staatssecretaris is de volgende. Stel dat de inspanningen succesvoller gaan zijn en veel mensen die gezocht worden, gevonden worden — wat we allemaal hopen. Is er dan plaats voor? Kunnen die mensen dan opgesloten worden?

Staatssecretaris Coenradie:

Dat is een hele terechte vraag. Dat betekent dus dat er aan alle kanten gebouwd moet worden en dat we geld nodig hebben. We hebben inderdaad ook nog een hele grote groep met zelfmelders. Dat is ook iets wat we volgende week in het commissiedebat verder zullen bespreken. We hebben te maken met verschillende groepen die op dit moment niet hun gevangenisstraf uit kunnen zitten door het capaciteitsprobleem. Dit is dus een terechte vraag. Daar maak ik me ook zorgen over. Deze mensen zijn onvindbaar. Als ze vindbaar zijn, doen we er alles aan om deze mensen achter slot en grendel te krijgen. Maar dat het heel penibel is, is een understatement.

De heer Eerdmans (JA21):

Ik denk dat het echte instortingsgevaar voor onze rechtsstaat komt van het feit dat mensen hun straf ontlopen. Dat voelt iedereen. Daar hoef je niet eens slachtoffer voor te zijn. Iedereen ziet dat als een groot probleem. Maar het is precies zoals Van Nispen zegt: omdat we geen celcapaciteit hebben, kan ik me voorstellen dat de urgentie bij deze staatssecretaris ook niet zo enorm groot is om achter die 6.000 mensen aan te gaan. Er is immers geen plek. Is dit gevoel juist? Kan het zo zijn dat de ambitie laag is om ze op te sporen omdat we geen cellen hebben?

Staatssecretaris Coenradie:

Nee. Ik snap de vraag, maar nee, dat is absoluut niet waar. Wij zien en voelen echt de urgentie om mensen die een veroordeling aan hun broek hebben, op te sporen. Of dat nou gaat om deze groep of dat we zelfmelders oproepen om hun celstraf uit te zitten, maakt niet uit. Wij doen ons best. Dat zie je ook terug in de dalende cijfers. Dat het nog niet het cijfer nul is, zie ik zelf ook nu het gaat om 6.000. Maar tegelijkertijd laat de dalende trend zien dat we heel veel maatregelen treffen die in ieder geval ook flinke resultaten boeken.

De heer Sneller (D66):

Ik denk dat die nullijn en die nul euro extra niet helpt bij het aanpakken van het capaciteitstekort, maar ik wil even proberen om te kijken of we nog terug kunnen naar de vraag die de heer Eerdmans oorspronkelijk stelde en wat het kabinet uiteindelijk gaat doen. Want eerst horen we dat 30 fte bij FASTNL voldoende is en dat we niet veel meer kunnen doen. Daarna wordt gezegd "het ligt bij mijn collega". Om te voorkomen dat het wegloopt, zou ik willen vragen of het kabinet bereid is om met een aantal opties te komen richting de Kamer waarover we het in het vervolg kunnen hebben. Volgens mij kunnen er wel degelijk meer dingen gedaan worden, maar moeten we dan ook serieus naar die opties kijken.

Staatssecretaris Coenradie:

Goed voorstel. Ik wil dat gesprek ook best voeren met mijn collega's en daarin kijken wat we kunnen doen en de Kamer daarover informeren. Ik weet al wat de vervolgvraag zou kunnen zijn, namelijk: wanneer kunnen we dat verwachten? Dat zal niet volgende week al bij het commissiedebat Gevangeniswezen zijn. We zitten nu in maart. Ik ga proberen om het in de eerstvolgende voortgangsbrief mee te nemen. Dat is, dacht ik, ergens begin april.

De heer Ellian (VVD):

Ik wil een ander voorstel doen, voorzitter. Ik zou graag een aparte brief willen vragen, zoals we die in het verleden ook hadden, over onvindbare veroordeelden. Het woord "onvindbaar" veronderstelt dat iemand niet te vinden is, maar op die lijst van 6.000 staan wel degelijk … Zo is er een bekende influencer in Dubai die een straf moet uitzitten, maar gewoon filmpjes maakt. Het gaat om lange straffen, korte straffen, binnen en buiten de Europese Unie. Kunnen we inzichtelijk krijgen wat voor gevallen ertussen zitten en wat we kunnen doen? Die brief mag best binnen twee maanden er zijn.

Staatssecretaris Coenradie:

Ik neem het mee. Ja, hoor. Ik kan me goed voorstellen dat de Kamer daar behoefte aan heeft.

De voorzitter:

Hartstikke goed. Dank aan de staatssecretaris. Fijn dat u bij ons was. Ik schors enige minuten en dan gaan we over naar de herdenking van Frits Korthals Altes.

De vergadering wordt van 14.58 uur tot 15.06 uur geschorst.

Naar boven