25 Afscheid van het lid Helder

Afscheid van het lid Helder

Aan de orde is het afscheid van het lid Helder (BBB).

De voorzitter:

Ik ontving een brief die was ondertekend door Lilian Helder. Die brief ga ik nu voorlezen.

"Geachte voorzitter,

Iemand zei ooit tegen mij toen ik om advies vroeg: je kunt ook ergens te lang blijven. Dat heb ik wel gedaan. Spijt heb ik er niet van; spijt is met terugwerkende kracht beslissingen nemen. Er waren ook genoeg redenen om wel te blijven. Volksvertegenwoordiger zijn is niet alleen een hele eer, maar nog belangrijker is dat ik vanaf het begin de mooiste portefeuille heb gehad, namelijk Justitie en Veiligheid. In dat kader ben ik al jarenlang woordvoerder Politie. Daar heb ik iedere dag van genoten.

In die rol heb ik namelijk heel veel agenten mogen spreken, helaas niet alle 65.000 — je kan ook te ambitieus zijn — maar wel heel veel. Allemaal hadden ze indrukwekkende verhalen. Ik vond het een groot voorrecht om deze politieagenten te spreken en op werkbezoeken te gaan.

Vandaag, op het moment van mijn afscheid, ben ik onafgebroken 5.375 dagen volksvertegenwoordiger geweest, ofwel bijna vijftien jaar. Dat is een hele tijd, die ook nog eens is omgevlogen en die ik op mijn manier en met opgeheven hoofd wil afsluiten. Dat doe ik hier vandaag, maar niet zonder een korte terugblik, want die hoort er nu eenmaal bij.

Bij de verkiezingen van 2010 stond ik zonder enige politieke ervaring op plaats 3 van de lijst van de Partij voor de Vrijheid. Ze hebben dus wel een gok met me genomen. Of dat goed is uitgepakt, laat ik aan anderen over, maar ik kijk er zelf met enige tevredenheid op terug.

Het indienen van moties was in die tijd nog iets waar een minister van kon schrikken. Tegenwoordig is het een bot instrument. Maar ik blijf positief: een paar moties die ik in die jaren heb ingediend, hebben gelukkig tot iets moois geleid. De belangrijkste en waar ik het meest trots op ben, is mijn motie van 6 juni 2013. Deze Kamerbreed aangenomen motie had als gevolg het behoud van het oorlogsmonument Oranjehotel in Scheveningen, dat van grote historische waarde is. Zonder deze motie zou deze gevangenis uit de Tweede Wereldoorlog als onderdeel van de bezuinigingen zijn gesloopt. Inmiddels is het een nationaal monument, waar u als Voorzitter samen met de Voorzitter van de Eerste Kamer jaarlijks een krans legt namens de Staten-Generaal.

Hoewel ruim veertien jaar een lange tijd is, had ik deze termijn, die sowieso de laatste zou zijn, willen volmaken. Tussentijds opstappen is niet iets waar ik lichtvaardig toe heb besloten. Het behoud van integriteit en geloofwaardigheid hebben de doorslag gegeven. Er staan goede voornemens in het hoofdlijnenakkoord, maar daar zal het bij blijven.

Zoals ik al eerder zei: het was een mooie tijd. Die zal ik ook positief afsluiten, maar niet nadat er ook een groot woord van dank is uitgesproken aan alle medewerkers die iedere dag weer, voor ons allemaal, hier hun uiterste best doen: de medewerkers van het Ledenrestaurant, de Griffie, de Bodedienst et cetera et cetera. Allemaal veel dank voor het mogelijk maken van dit belangrijke werk. Zonder jullie zou het allemaal niet mogelijk zijn. Ik zou graag een paar met naam willen noemen, maar dat levert het gevaar op dat ik iemand vergeet. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben.

Voor de laatste keer zeg ik nu: geachte voorzitter. Maar er volgt geen inhoudelijke tekst meer over een justitie- of veiligheidsonderwerp — dat zit er na vandaag op — maar natuurlijk wel een laatste woord. U begint de Kamerweek op dinsdag altijd met een gedicht. Ik sluit af met een citaat, een quote van oud-commando Ray Klaassens: 'Achter je liggen de lessen, voor je de kansen.'

Het gaat u allen goed!"

(Geroffel op de bankjes)

Beste Lilian. Na vijftien jaar als Kamerlid komt er een einde aan jouw periode hier in de Kamer. Vanaf dag één, toen je als advocate op de PVV-lijst terechtkwam, heb je je met grote energie ingezet voor de veiligheid in Nederland. Je eerste speech in de Kamer ging over de kraakwet. Met juridische precisie en rake vergelijkingen, of het nu om een auto, een huis of een rolletje drop ging, maakte je direct duidelijk waar je voor stond: een daadkrachtig rechtssysteem en heldere handhaving. Die maidenspeech was zo zelfverzekerd dat de toenmalige voorzitter opmerkte dat het leek alsof je hier al jarenlang had gestaan.

Je grondigheid in het Kamerwerk was groot en legendarisch. Je bent een harde werker. Je had vele memoblaadjes tussen de stukken en het wetboek heb je tijdens debatten altijd bij je. Je was meer dan perfect voorbereid en je werkte gemiddeld dan ook meer dan 60 uur per week.

Op maandagochtend reed je, muziekje aan, naar Den Haag. Op Kamerdagen zat je om 8.00 uur 's ochtends al in je werkkamer. Het avondeten nuttigde je in het Kamerrestaurant en om 22.00 uur ging je terug naar huis. Tussen de debatten door bleef je trouw aan je Limburgse wortels, met bezoeken aan je ouders in het mooie Venlo; dat moest ik erbij zeggen van de heer Wilders. Die Limburgse "touch" werd je handelsmerk, met een authenticiteit die je al die jaren hebt weten te behouden.

In de loop der jaren heb je je ontwikkeld tot een voornaam vertolker van de zorgen binnen het 65.000 mensen tellende politieapparaat. Je hebt steeds benadrukt dat agenten een luisterend oor verdienen. Met je aandacht voor de politieorganisatie was je een belangrijke stem voor agenten die zich nooit gehoord voelden door de korpsleiding. Of het nu ging om de PTSS-problematiek of de verziekte werksfeer, je was voor velen een aanspreekpunt.

Je bent altijd rechtdoorzee geweest over je positie. Een paar maanden geleden zei je nog: "Het werk van volksvertegenwoordiger is eervol, maar het houdt op enig moment op." Dat moment is nu gekomen. Je verlaat de Kamer zoals je erin kwam: met dezelfde gedrevenheid voor rechtvaardigheid en veiligheid. Helaas verlaat je de Kamer tussentijds, iets wat ik als Voorzitter natuurlijk niet toejuich.

Wat de toekomst brengt, is nu nog ongewis, maar dat is nu eenmaal het kenmerk van de toekomst, zoals we dagelijks ook hier kunnen constateren. In ieder geval wens ik je het allerbeste met alle toekomstige activiteiten, maar voordat ik afscheid van je ga nemen, rest mij nog een belangrijke mededeling, want het heeft Zijne Majesteit de Koning behaagd om je te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Als je zo vriendelijk zou willen zijn om naar voren te komen, is het mij een eer en genoegen om jou dit prachtige kleinood op te spelden. Daarna is het mogelijk om mevrouw Helder nog even de hand te schudden in het Ledenrestaurant.

Maar nu gebeurt er iets wat ik nog nooit heb meegemaakt: ze wil me interrumperen. Ik hoop dat dat niet voor een persoonlijk feit is. Het woord is aan mevrouw Helder.

Mevrouw Helder (BBB):

Eigenlijk wel, voorzitter, want ik mis toch een aantal passages in mijn afscheidsbrief. Maar goed, dat zal zijn reden hebben. Maar voor degenen die hem willen lezen, zal ik 150 kopieën verspreiden. Maar dank voor de mooie woorden.

De voorzitter:

Als u naar voren komt, is het mij een eer en een genoegen om u de prachtige onderscheiding op te spelden.

(Mevrouw Helder krijgt de versierselen behorend bij de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau opgespeld.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven