2 Vragenuur

Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen Kamminga

Vragen van het lid Kamminga aan de minister van Buitenlandse Zaken, bij afwezigheid van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, over de aankondiging van de president van de Verenigde Staten om importheffingen in te stellen op Europese producten.

De voorzitter:

Het vragenuurtje wordt geopend door mevrouw Kamminga van de fractie van de VVD. Het woord is aan haar.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Met alle ontwikkelingen van de afgelopen dagen met betrekking tot de steun van de VS aan Oekraïne, waarover we later deze week ook nog een debat gaan hebben, zouden we bijna vergeten dat Trump vorige week woensdag heffingen op goederen en diensten vanuit de EU aankondigde. In sommige gevallen gaat het om heffingen van maar liefst 25%. Mocht er al twijfel zijn of hij het ging doorzetten, dan weten we inmiddels beter. Vannacht hebben de Verenigde Staten importheffingen ingevoerd op producten uit Mexico, Canada en China. Trump laat het dus duidelijk niet alleen bij woorden. De Europese Unie dreigt keihard geraakt te worden door deze importheffingen. Deze heffingen hebben niet alleen effect op de grote bedrijven, maar ook op tal van de mooie mkb-bedrijven die ons land rijk is, en niet te vergeten de Nederlandse huishoudens, die mogelijk als gevolg hiervan ook met hogere kosten voor hun producten worden geconfronteerd.

Voorzitter. Bedrijven verdienen duidelijkheid te krijgen over wat de VS precies van plan zijn. Ze moeten weten wat ze te wachten staat en wat ze van de overheid kunnen verwachten. Dus wat de VVD betreft is het echt tijd om actie te ondernemen. Het is voor een handelsland als Nederland essentieel om een handelsoorlog te voorkomen. Bovendien moeten we onze kostbare industrie en bedrijven beschermen, zeker nu eens te meer duidelijk wordt dat we als Europa ook op economisch gebied onze afhankelijkheid moeten verkleinen. Dat vraagt dus om daadkracht vanuit Europa, zeker ook waar het gaat om het sluiten van nieuwe handels- en grondstofakkoorden. Door deze akkoorden worden we niet alleen minder afhankelijk van landen zoals Rusland en China, maar ook van de VS. De VVD pleit bijvoorbeeld al langer voor het EU-Mercosur-verdrag, dat op bijna alle vlakken positief is voor Nederland. Ik ga ervan uit dat de minister kan bevestigen dat deze akkoorden essentieel zijn en dat we hier nu ook echt stappen op gaan zetten. Ik vraag het kabinet ook om duidelijkheid te geven over de inzet met betrekking tot de tarieven, zodat het bedrijfsleven weet waar het op kan rekenen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Veldkamp:

Voorzitter. Zoals u zei, vervang ik hier de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, mevrouw Klever. Ik doe dit nu voor de tweede keer. Ik zal zo goed mogelijk proberen de vragen te beantwoorden. Het gaat niet over mijn portefeuille, over zaken waar ik dagelijks mee bezig ben en dagelijks gesprekken over voer. Zoals u misschien weet, is mevrouw Klever op dit moment over de oceaan gereisd, juist om over dit soort zaken te spreken met Canada en later deze week met de VS-handelsgezant, de heer Greer.

Ik ben uiteraard op de hoogte gebracht van de situatie. Ik begrijp de zorgen over de door president Trump aangekondigde importtarieven voor Europese goederen. Op dit moment is er nog geen sprake van allerlei regelgeving en uitvoeringsbesluiten waarin daadwerkelijk extra tarieven op een breed palet aan Europese goederen worden ingesteld, noch is er duidelijkheid over de exacte datum van publicatie van dergelijke regelgeving en uitvoeringsbesluiten. Op dit moment is alleen het uitvoeringsbesluit bekend waarmee de VS tarieven heffen op import van staal en aluminium. Die worden verhoogd met 25%. Die gaan in per 12 maart.

Er wordt dus door president Trump gedreigd met veel bredere tarieven. Dat past in het patroon van kort opeenvolgende aankondigingen, dat we momenteel ook op andere terreinen dan alleen het handelsterrein zien. We weten dat de Europese Commissie namens de gehele EU over de competentie beschikt om telkens op handel te acteren en daarop te handelen. Dat geldt hier ook. Zodra ten aanzien van staal en aluminium op 12 maart die handelstarieven ingaan, zal de Commissie dus bekijken wat zij moet doen en hoe zij gaat reageren. Dat zal robuust zijn, maar ook proportioneel. Wat ons betreft wordt er ook getracht om de-escalerend te werken, want de handel en de handelsrelatie met de VS zijn heel erg belangrijk voor onze welvaart en breder dan dat. We streven als kabinet naar een constructieve handelsrelatie met de VS, maar we hebben eerder natuurlijk weleens handelsconflicten tussen de VS en Europa gezien; wat dat betreft is dit niet nieuw. Ik denk aan Airbus en Boeing, waarbij dit jarenlang aan de orde geweest is, maar ook aan de eerste termijn van Trump, waarin de VS in 2018 tarieven instelden waarop door de EU gereageerd moest worden.

Wat de bedrijven betreft: we zullen zo goed mogelijk opkomen voor de bedrijven. Nogmaals, we moeten eerst kijken wat de exacte gevolgen zijn van mogelijke extra handelstarieven. In de tegenreactie heeft de Commissie haar verantwoordelijkheden, maar overlegt de Commissie via comitologie, zoals dat heet, ook met de lidstaten. De mogelijke tegenreactie zal uiteindelijk ook inzichtelijk worden gemaakt voor het bedrijfsleven, zodat het voor het bedrijfsleven op dat moment ook nog mogelijk is om met de Commissie te communiceren als het bedrijfsleven het wel of niet met iets eens is.

Uiteraard behoren handelstarieven tot de gebruikelijke bedrijfsrisico's. Tegelijkertijd zullen we als Europa natuurlijk zo goed mogelijk opkomen voor onze economische belangen en onze handelsbelangen. Die worden nu al geraakt.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank aan de minister. Ik zou via de voorzitter tegen hem willen zeggen dat we de mondelinge vragen over dit onderwerp niet expres steeds stellen als de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp in het buitenland is, maar het was nu actueel. Daar kan hij dus in ieder geval gerust over zijn. Ik hoor deze minister enerzijds een aantal geruststellende woorden spreken: het moet robuust, de-escalerend en proportioneel zijn. Daar ben ik het op zich natuurlijk helemaal mee eens, maar tegelijkertijd horen we deze woorden eigenlijk al een hele lange tijd. Wij vragen als Kamer steeds wat dat betekent. Uiteindelijk gaat het natuurlijk om waar we op kunnen rekenen en wat de inzet van Nederland in de EU is. De minister zegt namelijk terecht: de onderhandelingen vinden daar nu plaats. Als ik dan kijk naar de importheffingen op de aluminium- en staalindustrie van 25%, dan vind ik dat persoonlijk niet meer helemaal een bedrijfsrisico. Het gaat om forse tarieven. Juist nu, nu we zien dat we moeten investeren in onze defensie, hebben we deze industrie heel hard nodig. Hoe kijkt de minister daarnaar?

Minister Veldkamp:

Ik vind het een eer om hier te mogen staan, ook als ik mevrouw Klever mag vervangen. Dat doe ik natuurlijk graag. Mevrouw Klever is on the ball. De Europese Commissie is dat ook. Commissaris Sefcovic is enkele weken geleden naar Washington afgereisd. Mevrouw Klever doet dat deze week en is in contact met haar Europese collega's, juist omdat het inderdaad over heel belangrijke effecten gaat. Als ik kijk naar bijvoorbeeld staal en aluminium, meen ik dat rond de 12% van de uitvoer vanuit Tata Steel naar de VS gaat. Dat is gewoon echt belangrijk voor Nederlandse bedrijven, het Nederlandse verdienvermogen en Nederlandse arbeiders die in zo'n fabriek werken. Dat houden we goed voor ogen. Ik weet dat mevrouw Klever dat ook doet.

Op de vraag waarop te rekenen, moet ik toch een lastig antwoord geven aan mevrouw Kamminga. Waarom? De Europese Commissie wil uit de aard van de zaak nu nog geen inzicht geven in hoe ze verder op VS-handelstarieven gaat reageren. Als het gaat over staal en aluminium, moeten we die zien ingaan op 12 maart. Dan gaat de Commissie kijken met lidstaten hoe ze daarop reageert, maar ook inzicht geven aan bedrijven. Het tweede is dat president Trump dus breder uitspraken heeft gedaan over mogelijke andere handelstarieven, zoals voor auto's en andere producten. Ook daarop kunnen we nog niet vooruitlopen, want we weten nog niet precies waar die landen. Ook daarin zal de Europese Commissie nu nog geen inzicht willen geven.

Dit is uiteraard onbevredigend. Ik kan mevrouw Kamminga wel toezeggen dat we ook vanuit het kabinet zullen trachten de Kamer zo goed mogelijk te blijven informeren. Mevrouw Kamminga heeft gisteren nog schriftelijke antwoorden gekregen op schriftelijke vragen die ze had gesteld aan de minister voor Buitenlandse Handel. Volgende week, op 12 maart, is voor Kamerleden die daar belangstelling voor hebben een technische briefing op het ministerie voorzien. De informatievoorziening zal dus stevig blijven. Maar in dit forum, waar bijvoorbeeld ook de Amerikaanse ambassade meekijkt, kan ik slechts zeggen: ja, er zal op handelstarieven vanuit de VS, zoals gebruikelijk, vanuit Europa een duidelijke, robuuste reactie komen. Maar wat die precies gaat inhouden, gaan we hier niet meteen uit de doeken doen. Dat zou de onderhandelingspositie van de Europese Commissie sterk ondergraven.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Nogmaals dank aan de minister. Uiteraard alle begrip. Als je in onderhandeling bent, is het af en toe verstandig om niet al je kaarten meteen op tafel te leggen. Maar kan de minister mij dan geruststellen en zeggen dat hij of zijn collega voor Buitenlandse Handel of van Economische Zaken in ieder geval in gesprek is met de sectoren die het mogelijk gaat betreffen? Werken we in ieder geval aan scenario's? Dat is nog los van het delen met de Kamer; dat is een ander gesprek. Bij de regeling komt nog een debataanvraag waarbij we dat nader zullen bespreken. Maar ik denk toch wel dat het belangrijk is om hen te betrekken en om alvast na te denken, en daar niet pas op 12 maart mee te beginnen.

Minister Veldkamp:

Dit is een heel goed punt van mevrouw Kamminga. Ik neem dit ook expliciet mee naar mevrouw Klever. Zij is een buitengewoon vaardige collega. Ik weet dat zij al met het bedrijfsleven en VNO-NCW in gesprek is. Ook via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt informatie gedeeld over Amerikaanse tarieven en verwachtingen. Dat is ook gedaan toen in 2018 Amerikaanse importtarieven op staal en aluminium werden aangekondigd. Informatievoorziening aan ons bedrijfsleven is inderdaad van groot belang. Het is ook van belang om bij hen op te halen waar de pijnpunten en belangen liggen, mede met het oog op het overleg dat de Europese Commissie met lidstaten zal hebben in dat proces, dat in heel moeilijke Europese termen "comitologie" heet. Daarbij worden lidstaten wel betrokken, terwijl het een Commissiebevoegdheid is. Ik zal dit punt van mevrouw Kamminga nog eens duidelijk meenemen naar de collega voor Buitenlandse Handel.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank daarvoor aan de minister. Ik had ook nog een vraag gesteld over het belang van handelsakkoorden. Ik ben ook wel benieuwd hoe deze minister daarnaar kijkt, zeker in deze tijden waarin nogmaals blijkt dat we onze afhankelijkheid moeten verkleinen en moeten diversificeren. Hoe kijkt deze minister naar het Mercosur-verdrag, maar ook naar de discussie die nu met India aan de gang is? Voor de VVD zijn dit essentiële stappen. Ik hoop dat het kabinet kan bevestigen dat dit ook voor het kabinet geldt.

Minister Veldkamp:

Handelsakkoorden zijn ongelofelijk belangrijk. Handelsakkoorden zijn tegelijkertijd gecompliceerd. Je moet telkens kijken hoe ze werking hebben en welke impact ze hebben op onze eigen economie. Sommige economische delen van Nederland kunnen daarvan profiteren en andere moeten er een prijs voor betalen. Dat moet telkens zorgvuldig worden meegewogen. Dat doet dit kabinet ook, net als vorige kabinetten. Wat er nu gebeurt, maakt ook duidelijk dat de diversificatie van handelsstromen van belang is en dat we niet te afhankelijk moeten zijn van één afzetmarkt. De Amerikaanse markt is belangrijk. De Nederlandse markt is dat overigens ook voor de VS; iets meer dan een miljoen banen in de VS zijn op de een of andere manier gerelateerd aan de Nederlandse economie via handel of investeringen. Maar we moeten niet te afhankelijk zijn van één handelspartner. Daarom is het ook zo belangrijk dat CETA, het handelsakkoord met Canada, is gesloten, waar jarenlang veel om te doen was in het parlement. Het is ook belangrijk — daar heb ik goede hoop op — dat we binnenkort de handelsrelatie met Mexico en andere landen kunnen verdiepen. Mevrouw Kamminga sprak over het Mercosur-akkoord. Ook dat zal het kabinet goed wegen en op zijn merites beoordelen. Dat doen we op basis van het definitieve akkoord zoals dat er straks ligt en hoe dat uitgewerkt, vertaald en van alle juridische haken en ogen voorzien is. Dan gaan we dat goed wegen. En ik heb goed gehoord wat mevrouw Kamminga zei over de positie van haar fractie.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank. Tot slot: de tijd van achterover hangen en afwachten is wat de VVD betreft echt voorbij. We willen het kabinet dan ook echt oproepen om zo snel mogelijk te komen met die bredere visie, waar we al tijden om vragen, over hoe om te gaan met deze veranderende geopolitieke situatie, de toenemende dreiging en het risico van een totale handelsoorlog. Want we horen inmiddels heel veel uit Brussel, maar echt heel erg weinig vanuit dit kabinet. Dus ik hoop dat de minister aan zijn collega kan meegeven dat we die bredere visie spoedig willen ontvangen.

Minister Veldkamp:

Ik zal dit uiteraard meenemen naar mijn collega. Maar ik ken collega Klever niet als iemand die afwachtend is. Ik ken haar als iemand die wel degelijk vooruitkijkt en verder kijkt, ook op handelsgebied. Juist daarom is zij deze week in gesprek met de VS in Washington.

De voorzitter:

Dank aan mevrouw Kamminga. Het woord is aan de heer Paternotte van D66.

De heer Paternotte (D66):

Dank aan de minister voor het vervangen van zijn collega. Ik hoor hem heel veel zeggen: er is nog niet veel duidelijk, dus we moeten echt goed gaan kijken; die handelsmaatregelen zijn ook een bedrijfsrisico. Ik vraag me af of dat echt zo is. Want 25% voor bijna alles is precies wat Trump afgelopen nacht voor Canada en Mexico heeft ingevoerd en dat is precies waar hij mee dreigt naar Europa. Dat is niet een bedrijfsrisico; dat is funest. Dat kost de gemiddelde Nederlander meer dan €500. Mijn vraag is: reageren we wel strategisch? Ik zie inderdaad geen beweging richting het tekenen van dat Mercosur-verdrag, maar ik zou ook willen vragen: reageren we ook, net als Canada en Mexico, op zo'n manier dat de tegenmaatregelen precies op die plekken pijn doen waardoor de steun voor die handelstarieven kan wegvallen? We moeten namelijk als Europa ook hierin strategisch opereren.

Minister Veldkamp:

Ja, en dat doen we ook. De Commissie heeft ook de bevoegdheden om dat te doen. We moeten daar ook breed naar kijken, vind ik. We moeten breder kijken dan alleen maar door de koker van de Commissaris die over internationale handel gaat, want aan de kant van de Trump-regering wordt ook alles met alles verbonden. Daar moeten wij dus ook goed naar kijken. De VS hebben natuurlijk ook al tarieven ingesteld tegen Canada en Mexico. Canada reageert daar nu op. We kijken ook nog naar hoe Mexico erop reageert. Dat heeft al disruptieve gevolgen voor de wereldhandel. Wij vinden als Europa dat die schade doen aan het verdienvermogen van de wereld. Dit heeft ook directe gevolgen voor Nederlandse bedrijven die bijvoorbeeld vanuit Mexico of Canada actief zijn en producten naar de VS exporteren. Dit is dus inderdaad een ongelofelijk belangrijk onderwerp; dat onderschrijf ik. Daar moeten we dus strategisch naar blijven kijken.

Mevrouw Dobbe (SP):

Dank voor de beantwoording en ook voor het stellen van deze vragen, want dit is heel belangrijk. Heel veel mensen in Nederland kunnen de rekeningen op dit moment niet meer betalen. En dat is ook niet zo gek, want de producten in de supermarkt en allerlei andere producten waar mensen niet zonder kunnen, worden veel te duur. Veel mensen kunnen dat helemaal niet meer betalen en maken zich daar enorm veel zorgen over, en terecht. Als wij nu terechtkomen in een handelsoorlog, dan gaan de prijzen waarschijnlijk nog verder stijgen. Wat gaat dit kabinet nu doen om ervoor te zorgen dat gewone mensen, die nu al moeite hebben om rond te komen, zo meteen niet in de problemen komen? Wat gaat dit kabinet doen om ervoor te zorgen dat de prijzen voor gewone mensen niet verder stijgen?

Minister Veldkamp:

Ik vind dit een hele relevante vraag, want bestaanszekerheid is een belangrijk thema. Mevrouw Dobbe zal begrijpen dat ik dat ook een belangrijk thema vind. Het is temeer een belangrijk thema in de tijden waarin wij nu leven. We hebben de afgelopen tientallen jaren gezien, zo hebben een voormalig econoom van de Wereldbank en anderen uitgerekend, dat in onze westerse landen met name de groepen die behoren tot de lagere middeninkomensgroepen, er relatief en soms zelfs absoluut op achteruit zijn gegaan. Het is volgens mij een belangrijke uitdaging op het gebied van bestaanszekerheid om dat probleem te repareren en dat te herstellen. Daarom is voor dit kabinet bestaanszekerheid ook een belangrijk punt. Daar moeten we aan blijven werken. Dat versterkt ook onze interne samenhang en samenleving, zodat we ook extern weerbaarder zijn. Mevrouw Dobbe raakt hier dus een belangrijk punt aan.

Mevrouw De Korte (NSC):

Dank aan de minister voor de beantwoording tot nu toe. Er gebeurt nu natuurlijk heel veel in de wereld. Er dreigt nu een handelsoorlog aan te komen. Dat heeft nogal invloed op de trans-Atlantische verhoudingen. Hoe duidt de minister dus dit nieuws vanuit het perspectief van onze trans-Atlantische verhoudingen? Gaat er het een en ander veranderen?

Minister Veldkamp:

Mevrouw De Korte stelt de vraag of er in de wereld het een en ander gaat veranderen. Ja, absoluut. Het tijdperk van na de val van de Berlijnse Muur is voorbij. Het tijdperk van de afgelopen 35 jaar, dat in het teken stond van globalisering, met alle voordelen en nadelen daarvan — de nadelen zagen we bijvoorbeeld net al bij wat mevrouw Dobbe noemde — sluit zich nu af. Dat is overigens niet alleen vanwege de problematiek met handel en met handelstarieven, want dat hebben we in het verleden ook gezien. We hebben in het verleden ook handelsconflicten tussen de EU en de VS gezien. Die konden we gewoon oplossen, terwijl we op allerlei andere terreinen breder bleven samenwerken. We hebben in maart 2018 ook gezien dat de toenmalige Trump-regering tarieven instelde, waarna er uiteindelijk werd onderhandeld. In juli 2018 volgde er toen een duidelijke Europese reactie, die uiteindelijk heel werkzaam is gebleken. Maar in bredere zin zie ik dat de regering-Trump veel meer dan de voorgaande Amerikaanse regeringen handelt als een traditionele grootmacht die het niet dagelijks heeft over gedeelde waarden of democratie, maar wel over eigenbelang en over opereren in het eigenbelang. En ze zijn ook bereid daar keiharde handelsdeals over te sluiten, daar handelstarieven voor in te stellen en daarbij omgangsvormen te hanteren die wij niet altijd van de VS gewend zijn geweest. Daar zullen we ons toe moeten verhouden. De inzet van dit kabinet blijft om zo goed mogelijk met de VS samen te werken. We hebben als het gaat om de VS niet alleen een relatie met een president, maar ook een relatie met een land dat heel belangrijk is voor zowel onze veiligheid als voor ons verdienvermogen.

De heer Ram (PVV):

Dank aan de minister voor de beantwoording van alle vragen. De importtarieven van Trump gaan de Nederlandse economie en de Nederlandse burger raken. Tegelijkertijd exporteren wij meer naar de VS dan wij importeren. Nederland staat er dus relatief goed voor. Van onze totale export gaat maar 2% naar de VS. Weet de minister welke sectoren van de Nederlandse economie en welke groepen burgers deze importtarieven nu gaan raken?

Minister Veldkamp:

Het korte antwoord is: nee, dat weet ik niet precies. Maar volgende week kan deze vraag worden meegenomen in de technische briefing die het ministerie zal geven. Ik zie dat Nederland inderdaad een handelsoverschot heeft met de VS, maar het is inderdaad maar zo'n 2%. Wij kunnen dus ook naar talloze andere landen exporteren. Wij exporteren bijvoorbeeld buitengewoon veel naar Duitsland en België. Handel is natuurlijk een geografische notie. Die gaat vooral naar de landen die dicht bij ons liggen. We zijn wat dat betreft blij dat we ook een interne markt in de Europese Unie hebben. Als ik kijk naar het algehele handelstekort van de VS en Europa — dat is waar President Trump op goederengebied telkens naar wijst — dan zie ik daar een handelstekort van 157 miljard euro voor de VS. Maar als ik kijk naar de dienstensector en die erbij betrek, dan zie ik dat het een stuk evenwichtiger is. Dan is het "slechts" 48 miljard euro. Daar zou je dus met de VS een gesprek over moeten kunnen hebben. Maar nogmaals kort terugkomend op de vraag die de heer Ram stelde over hoe die importtarieven impact gaan hebben op Nederland en de Nederlandse burgers: aangezien ik hier nu als vervanger sta, moet ik dat antwoord schuldig blijven. Ik neem die vraag graag mee naar mevrouw Klever, die daar ook oog voor heeft.

De heer Ram (PVV):

Ik heb nog een andere vraag over de handelsbevoegdheid. Het kabinet heeft niet de bevoegdheid; die ligt bij de Europese Unie. Die is door heel veel partijen in deze Kamer weggegeven. Daar is de PVV altijd tegen geweest, maar daarom is wel de vraag wat de Europese Unie nou gaat doen als tegenmaatregel als die importtarieven voor staal nu worden ingevoerd.

Minister Veldkamp:

Ik ben juist blij, zeg ik tegen de heer Ram, dat we hier met de EU samen in optrekken en dat dit een Commissiebevoegdheid is. Samen staan we namelijk wat dat betreft een stuk sterker. Als we dit soort handelsoorlogsmethodiek in ons eentje achter het bordje "Nederland" zouden moeten behandelen, zouden we ongelofelijk zwak staan in de wereld. Samen met Europa zijn we een handelsblok, alleen zijn we als Nederland een land met minder inwoners dan de regio Guangzhou in China en zal men ons niet zo makkelijk zien staan. Daarover waag ik het dus dit keer oneens te zijn met de heer Ram. Nogmaals, met betrekking tot hoe hierop door de Europese Commissie gaat worden gereageerd: daar wil de Commissie op dit moment nog geen inzicht in geven, ook gezien de onderhandelingsmethodiek. Maar we zijn buitengewoon alert. Nogmaals, de Europees Commissaris die over handel gaat, was een paar weken geleden al in Washington; dat is de heer Sefcovic. Minister Klever voor Buitenlandse Handel is op dit moment in Canada en reist dan door naar Washington, waar ze gesprekken zal hebben met onder anderen de Amerikaanse handelsgezant, de heer Greer.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Het instellen van importtarieven voor Europese producten is vooral slecht nieuws voor Amerikaanse burgers, en in tweede instantie voor Europese burgers en bedrijven. De minister sprak over het voorbereiden van een proportionele reactie. Mijn vraag is toch wat de minister zich voorstelt bij het woord "proportioneel". Is dat meer politiek, vanuit de gedachte: tit-for-tat, Trump geeft een klap en dan geven wij een klap terug? Of is dat ook meer economisch ingegeven? Is de gedachte: misschien moeten we niet zo hard terugslaan, want dat raakt ons economisch harder dan als wij het op zijn beloop laten? Dat is misschien niet het goede woord, maar ik bedoel: als wij iets minder hard reageren. Hoe ziet dit kabinet in dat scenario dat het in het verleden gelukt is om bijvoorbeeld voor Dutch steel, voor Tata, lagere importtarieven te creëren dan aanvankelijk waren afgekondigd?

Minister Veldkamp:

Ja, dat is belangrijk. Ik zeg ook: wij willen dat de manier waarop de Europese Commissie zal reageren namens de gehele EU robuust is. Wij willen wel degelijk laten merken: jongens, wij reageren hierop; als u maatregelen tegen ons instelt, stellen wij tegenmaatregelen in, en die zullen een effect hebben. Daarin moeten ze ook echt duidelijk zijn, maar wel proportioneel en niet escalerend. We willen namelijk niet dat de oorlog verder escaleert en dat dat handelstarief bij wijze van spreken van 25% naar 40% of 50% gaat. Alles is mogelijk. Nogmaals, de Trump-administratie doet allerlei beleidsvoorstellen kort op elkaar en kan buitengewoon stevig reageren. De VS kunnen dat normaal gesproken sowieso, maar de Trump-administratie wil dat des te meer. Met de-escaleren bedoel ik dat we ons als klein land aan de Noordzee heel goed bewust moeten zijn van hoe afhankelijk wij zijn van wereldhandel en van hoezeer wereldhandel voor onze economie en welvaart van belang is. Wij willen dus niet escaleren. Onze inzet is om met de VS een weg vooruit te vinden, in de volle breedte: op handel, op veiligheid en ook wat betreft andere zaken. Het is niet onze inzet om ons af te koppelen van de VS. Ik zeg wel: het is niet verstandig om als bedrijf alleen van de VS marktafhankelijk te zijn. Diversificatie is van belang en het is dus ook goed dat er handelsverdragen zijn, zoals met Canada.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik kan het begrijpen dat door de minister en ook vanuit Europa in dit proces niet alle strategische posities zomaar gedeeld worden. Aan de andere kant, als de vraag wordt gesteld aan deze minister of er effecten zullen zijn in de portemonnee van mensen in Nederland, komt de minister niet verder dan: ja, bestaanszekerheid vindt de Nederlandse regering belangrijk. Als hem net gevraagd wordt wat de impact is op Nederlandse sectoren — ik weet dat hij iemand vervangt, maar toch — zegt de minister: ik kan daar nu geen antwoord op geven. Mijn impressie is dat op belangrijke vragen op dit moment gewoon geen antwoord gegeven kan worden. Het lijkt mij dat ik de minister moet vragen: zijn die scenario's er en is de Nederlandse regering überhaupt wel goed voorbereid? Want ik hoor hier heel veel algemeenheden en weinig concrete antwoorden.

Minister Veldkamp:

Een aantal opmerkingen. De heer Van Baarle wijst er terecht op dat ik hier een andere minister vervang, die hier dagdagelijks mee bezig is. Dat ben ik niet. Ik weet echter wel zeker dat die minister zich echt voorbereidt en het kabinet ook voorbereidt op zaken, inclusief mogelijke handelsoorlogen. Ik kan nog geen precies inzicht geven in wat de effecten zijn, omdat wij van mogelijke, door president Trump in ieder geval mondeling aangekondigde handelstarieven voor Europa nog niet op de hoogte zijn. Er is nog geen uitvoeringsbesluit. Het is nog niet duidelijk hoe en wat. Hij noemt onder andere auto's en andere producten. Nou, auto's heeft voor Nederland al enig effect, omdat Nederlandse bedrijven toeleverancier zijn van bijvoorbeeld de Duitse auto-industrie. Maar we weten nog niet wat die andere producten zijn, of dat bij wijze van spreken kaas en tulpenbollen zijn, of cognac. Dat maakt nogal een verschil voor het verdienvermogen van Nederland en ook voor het effect op Nederlandse werknemers en Nederlandse bedrijven.

De heer Van Baarle (DENK):

Dit kan potentieel gewoon ontzettend veel impact hebben op onze samenleving en op de bestaanszekerheid van mensen, op de vraag of mensen nog rond kunnen komen. Als de minister dan niet verder komt in dit debat, met alle respect voor het feit dat hij zijn collega vervangt, dan te zeggen dat hij weet dat zijn collega zich erop voorbereidt, vind ik dat gewoon geen antwoord dat recht doet aan de ernst van de situatie. Dus waar blijkt dan uit dat de Nederlandse regering goed voorbereid is? Wat ligt er waaruit blijkt dat de Nederlandse regering goed voorbereid is?

Minister Veldkamp:

De Nederlandse regering is goed voorbereid. De heer Van Baarle van DENK staat het ook alleszins vrij om zich volgende week, op 12 maart, aan te sluiten bij de technische briefing die aan Kamerleden wordt gegeven. Je kunt niet alles over een mogelijke onderhandelingspositie van de Europese Commissie in het openbaar delen, maar bestaanszekerheid voor Nederlandse burgers staat bij velen heel duidelijk voor de bril, ook in het kabinet, weet ik. Ook bij mevrouw Klever. Ook bij ondergetekende. Ook bij talloze anderen, die daar directer mee te maken hebben. Denk aan minister Van Hijum. Dat ook naar aanleiding van de vraag hoe het Nederlandse verdienvermogen door mogelijke handelstarieven wordt geraakt. Maar we weten nog niet precies hoe of wat. Als president Trump zegt "auto's en andere producten", weten we nog niet wat die andere producten zijn. Maar voorbereid zijn we.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Ik heb geprobeerd om mijn vraag te veranderen naar aanleiding van de antwoorden die de minister heeft gegeven. We staan hier sinds november met de breed gedeelde vraag vanuit de Kamer aan uw collega om meer inzicht te krijgen in de voorbereidingen van Nederland op wat er komen gaat. Gister nog kregen we antwoorden op vragen van mijn collega mevrouw Kamminga over wat Nederland doet. Het antwoord daarop is letterlijk: constructief samenwerken met de VS om de trans-Atlantische handelsrelatie te versterken.

De voorzitter:

Mevrouw Hirsch ...

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Sorry, mag ik het heel even afmaken?

De voorzitter:

Nou nee, want u bent allang over de 30 seconden heen. Als u richting een vraag gaat, dan mag u die stellen.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Ik ga nu richting de vraag, excuus. Dat alles in het licht van een leider van de VS die zegt dat hij het idee heeft dat de EU is opgericht om de VS te naaien. Ik vind "de regering is goed voorbereid" dan geen geruststellend antwoord. Kan de minister zich voorstellen dat de Nederlandse bedrijven en burgers meer concrete antwoorden nodig hebben om gerustgesteld te worden over de inzet van Nederland?

Minister Veldkamp:

Meer concrete antwoorden kunnen we geven mede naar aanleiding van wat de VS zouden instellen. Duidelijk is ons uitgangspunt dat we op mogelijke VS-handelstarieven voor tal van producten zullen reageren vanuit Europa, zoals door Nederland voorgestaan. Dat zal robuust zijn, maar we zullen ook trachten om dat de-escalerend te doen, om te voorkomen dat dit soort handelsconflicten ook echt uit te hand lopen. Dan zijn we verder van huis. Uiteraard beseffen we heel goed dat we in een ander tijdperk geraken. Het tijdperk waarin het vooral draaide om het optimaliseren van waardenketens en waarin conflicten klonken als ruis op de achtergrond, zoals een lid van de raad van bestuur van een heel groot Europees bedrijf een paar jaar geleden tegen me zei, is voorbij. We bevinden ons al even in een tijdperk waarin conflicten en geopolitieke risico's op de voorgrond staan. Ik merk en hoor dat ook in mijn eigen contacten met bedrijven. Mevrouw Klever hoort het ook. Wij hebben heel goed voor ogen wat de risico's zijn. Hoe die precies worden uitgewogen? Nogmaals, het geeft geen pas om hier publiekelijk neer te leggen hoe wij op Trump gaan reageren. Anders laten we ons in de kaart kijken en als er iets is wat president Trump graag zou willen, dan is het ons in de kaart kijken. Dat speelt op Europees niveau en dat kunnen we daarom niet doen.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Nog één concrete vervolgvraag. De minister gaf net aan dat minister Klever deze week in Washington is, in haar functie van minister voor Handel. Kan deze minister mij vertellen wat zij in dat gesprek op tafel legt, mede namens de EU?

Minister Veldkamp:

Dat kan ik nog niet, want ik sta hier als vervanger. Ik heb vanmiddag pas gehoord dat ik hier als vervanger sta. Ik ben daar niet op ingelezen. Ik zal het wel meenemen naar mevrouw Klever. Volgende week, op 12 maart, vindt er een technische briefing plaats, waarbij u zeker welkom bent en waar zij kan uitleggen wat zij in dat gesprek besproken heeft. Maar de algemene inzet en de hoofdpunten daarvan lijken mij duidelijk: wij zullen robuust op Amerikaanse handelstarieven willen reageren en wij zullen dat tegelijkertijd proportioneel en de-escalerend willen doen. Dat zijn de uitgangspunten die Nederland meeneemt naar het overleg met de Europese Commissie in Brussel en die zullen we ook meenemen naar de VS.

We vinden het buitengewoon onverstandig als de VS handelstarieven jegens Europa wil instellen. Die raken het verdienvermogen van de hele wereld. Ze raken landen die minder hoge inkomens hebben dan wij, maar ze raken ook ons hier in Europa, de landen die het misschien iets beter kunnen dragen. Ze zullen ook de VS zelf raken. Handelstarieven zullen een opwaartse druk op de Amerikaanse inflatie veroorzaken en Amerikaanse burgers zullen dat merken, omdat de economie van de wereld daardoor gewoonweg minder effectief en minder efficiënt zal functioneren. Dat zeggen alle theorieën en dat heeft ook de praktijk aangetoond.

De voorzitter:

Dank u wel. Een hartelijk woord van dank aan de minister van Buitenlandse Zaken. Fijn dat u bij ons was.

Naar boven