22 Stemmingen moties Stikstofontwikkelingen

Stemmingen moties Stikstofontwikkelingen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de stikstofontwikkelingen,

te weten:

  • -de motie-Podt over decentrale overheden ondersteunen door de ruimtelijke instrumenten voor te bereiden (35334, nr. 335);

  • -de motie-Bromet/Van Campen over de rekenkundige ondergrens pas naar de Raad van State sturen als er een plan ligt dat de emissiereductie borgt (35334, nr. 336);

  • -de motie-Van Campen c.s. over helderheid over de emissiereductie die nodig is voor het landelijke doelbereik (35334, nr. 337);

  • -de motie-Ouwehand over het vertrouwen in minister Wiersma opzeggen (35334, nr. 338);

  • -de motie-Flach over de rekenkundige ondergrens als beoordelingsvrijstelling inzetten in het kader van de vergunningverlening (35334, nr. 339);

  • -de motie-Holman/Grinwis over absolute reductiedoelen opnemen in het spoor "emissiereductie en natuurherstel" (35334, nr. 340);

  • -de motie-Holman/Van Campen over specifieke aandacht van de ministeriële commissie voor structuurbeleid voor de Veluwe en de Peel (35334, nr. 341);

  • -de motie-Vedder c.s. over de rekenkundige ondergrens pas inzetten als zeker is dat deze juridisch houdbaar is (35334, nr. 342);

  • -de motie-Vedder c.s. over de legalisatie van PAS-melders en interimmers onderdeel maken van het beleidspakket van de ministeriële commissie (35334, nr. 343);

  • -de motie-Koekkoek over de Kamer periodiek informeren over de bijeenkomsten en de voortgang van de ministeriële commissie (35334, nr. 344);

  • -de motie-Van der Plas over het belang van een sterke en weerbare agrarische sector in een tijd van geopolitieke instabiliteit (35334, nr. 345);

  • -de motie-Grinwis c.s. over onzekerheid door de uitspraak van de Raad van State bij initiatiefnemers voorkomen (35334, nr. 346);

  • -de motie-Grinwis/Holman over stabiele emissiereductiedoelen en emissieplafonds opnemen in de Wet stikstofreductie (35334, nr. 347);

  • -de motie-Grinwis c.s. over duidelijkheid in de doelsturingsbrief over doelen, normen en maatregelen (35334, nr. 348);

  • -de motie-Beckerman c.s. over een administratiesysteem voor deposities onder de rekenkundige ondergrens (35334, nr. 349);

  • -de motie-De Vos over vergunningverlening op basis van empirische natuurgegevens als alternatief voor de kritische depositiewaarde (35334, nr. 350).

(Zie vergadering van 20 februari 2025.)

De voorzitter:

De motie-Bromet/Van Campen (35334, nr. 336) is in die zin gewijzigd (35334, nr. 351) en nader gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Bromet, Van Campen, Vedder en Grinwis, en luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Raad van State in de PAS-uitspraak aangaf dat niet vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming mag worden gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden;

overwegende dat voorkomen moet worden dat een juridisch onhoudbare rekenkundige ondergrens gaat leiden tot een nieuwe groep PAS-melders die in de toekomst in de problemen komen;

overwegende dat een rekenkundige ondergrens daarom alleen mogelijk is als emissiereductie voldoende is geborgd;

verzoekt de regering om, in het belang van juridische houdbaarheid, ervoor te zorgen dat een rekenkundige ondergrens gelijktijdig gepaard gaat met een plan waarin emissiereductie stevig geborgd is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 352, was nr. 351 (35334).

De motie-Flach (35334, nr. 339) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat voorkomen moet worden dat invoering van een verhoogde rekenkundige ondergrens leidt tot nieuwe knelgevallen dan wel dat lang gewacht moet worden op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in het kader van een proefproces om juridische zekerheid te krijgen;

overwegende dat een onherroepelijk verleende vergunning meer zekerheid biedt dan een vorm van vergunningsvrijstelling of positieve weigering;

verzoekt de regering naast de toepassing van een verhoogde rekenkundige ondergrens bij de voortoets als vergunningsvrijstelling ook de mogelijkheid om deze rekenkundige ondergrens als eenzelfde detectiegrens toe te passen in de fase van de passende beoordeling voor vergunningverlening mee te nemen in de adviesaanvraag richting Raad van State en in de daaropvolgende besluitvorming,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 353, was nr. 339 (35334).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

Er zijn twee stemverklaringen. De eerste is van de heer Holman. Het woord is aan hem.

De heer Holman (NSC):

Voorzitter. Wij willen graag even uitleggen waarom wij tegen de gewijzigde motie-Bromet/Van Campen en de motie op stuk nr. 342 van Vedder gaan stemmen.

We zijn als Nieuw Sociaal Contract verheugd dat de ondergrens van 1 mol nu eindelijk ingesteld kan gaan worden en dat de Raad van State hierover een oordeel zal gaan vellen. In de twee moties wordt die gekoppeld aan juridische en emissiegerelateerde zaken. Wij zijn er hartstikke voor dat er een geborgde emissiedoelstelling plaats gaat vinden, maar we vinden dat die niet gekoppeld moet worden.

Wij begrijpen de inbreng van deze moties. Na het debat en de beantwoording van de minister te hebben gehoord, zou je namelijk niet volledig het vertrouwen kunnen hebben dat dit kabinet werkelijk met een geborgde emissiedoelstelling komt. Het volgende stikstofdebat is op 2 april. Wij verwachten dat de minister dan wel het kabinet komt met heldere en geborgde doelstellingen, waarbij wat we hebben afgesproken in het hoofdlijnenakkoord het uitgangspunt is, namelijk 41% reductie ten opzichte van 2019, zodat het hoe, wat en wanneer in het volgende commissiedebat geborgd, helder en duidelijk wordt aangegeven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Flach.

De heer Flach (SGP):

Voorzitter. Elke dinsdag dalen we van de breedte en nuance van urenlange debatten af naar de binaire keuze om voor of tegen moties te stemmen. Dat is bij stikstof niet eenvoudig. Daarom geven we graag wat duiding bij onze keuzes voor de voorliggende moties.

Tijdens het debat heb ik aangegeven wat de SGP graag ziet: prioriteitsstelling op basis van wat de natuur echt nodig heeft, een wettelijk programma voor geborgde daling van stikstofuitstoot in plaats van een fixatie op onwerkbare doelen in de wet, stoppende boeren helpen en credits blijven geven voor emissiereductie. Dat is allemaal niet los verkrijgbaar.

De SGP wil niet dat we ons opnieuw wettelijk vastpinnen op onhaalbare doelen, terwijl het gaat om wat er in de praktijk wordt geleverd. We willen waken voor vel-over-de-neusdoelen op bedrijfsniveau, terwijl ondernemers onvoldoende instrumenten krijgen om er te komen. De SGP wil wegblijven bij een te nadrukkelijke koppeling tussen de rekenkundige ondergrens en het op zichzelf noodzakelijke emissiereductiepakket. Het gaat om een principieel andere aanvliegroute dan de PAS. Dat moeten we goed uit elkaar houden. We willen geen nieuwe knelgevallen creëren en de rekenkundige ondergrens daarom zorgvuldig aanvliegen. We wachten graag het advies van de Raad van State hierover af.

Tegen deze achtergrond zullen we onder meer de motie op stuk nr. 337 voor emissiereductie wel steunen, maar de moties op de stukken nrs. 336, 340, 342, 347 en 348 niet.

De voorzitter:

Dan is dat ook weer opgelost.

In stemming komt de motie-Podt (35334, nr. 335).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA, de VVD, BBB en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Bromet c.s. (35334, nr. 352, was nr. 336).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, het CDA en de VVD voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Campen c.s. (35334, nr. 337).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (35334, nr. 338).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de PvdD en DENK voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Flach (35334, nr. 353, was nr. 339).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Holman/Grinwis (35334, nr. 340).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Holman/Van Campen (35334, nr. 341).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vedder c.s. (35334, nr. 342).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, het CDA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vedder c.s. (35334, nr. 343).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Koekkoek (35334, nr. 344).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Plas (35334, nr. 345).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, DENK, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (35334, nr. 346).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Holman (35334, nr. 347).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA, de VVD en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (35334, nr. 348).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman c.s. (35334, nr. 349).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, het CDA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Vos (35334, nr. 350).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de VVD, BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven