Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 39, item 42 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 39, item 42 |
Tbs
Aan de orde is het tweeminutendebat Tbs (CD 18/12).
De voorzitter:
We gaan meteen door met het tweeminutendebat Tbs. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Wat fijn om u te zien. Ik geef graag het woord aan mevrouw Podt van de fractie van D66. Het woord is aan haar.
Mevrouw Podt (D66):
U ging razendsnel, voorzitter. Sneller dan het licht.
We hadden gisteren een ingewikkeld debat, want er zijn rond Veldzicht een aantal zaken echt ernstig misgegaan. De inzet van de minister rond Veldzicht heeft geleid tot afwijzingen van cliënten die volgens het convenant hadden moeten worden toegelaten, verwarring en onrust bij de maatschappelijke partners en gevaarlijke situaties in de samenleving. Dat mag niet meer gebeuren. Ik wil de minister dan ook vragen om op korte termijn helderheid te verschaffen richting de maatschappelijke partners over de voortzetting volgens de voorwaarden van het convenant ten aanzien van de ongedocumenteerdendoelgroep, maar ook om echt nog voor eind januari in gesprek te gaan met alle betrokken ketenpartners, gemeenten, opvangorganisaties, ggz en politie. Graag ontvang ik daarvan een toezegging.
Dan heb ik nog de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet COA-bewoners met psychische problemen en een beveiligingsniveau onder 3 vanaf 1 januari wil plaatsen bij "reguliere zorgaanbieders";
overwegende dat de Nederlandse ggz hierover aangeeft dat deze bewoners door de ingewikkeldheid van hun problematiek niet zomaar plaatsbaar zijn in het huidige aanbod van de reguliere specialistische en forensische zorg;
overwegende dat ggz, gemeenten en politie in hun brief wijzen op de potentieel verregaande consequenties voor de openbare orde en veiligheid van het gebrek aan alternatieve opvang voor deze groep;
overwegende dat er eind januari pas een eerste inzicht komt in passende alternatieven aan de hand van het Significant-onderzoek;
concluderende dat het logisch is om te zoeken naar passende plekken voor tbs'ers én voor mensen met een laag beveiligingsniveau, maar dat het een niet ten koste kan gaan van het ander;
verzoekt het kabinet de overgangsperiode pas te beëindigen en de noodbedden in CTP Veldzicht pas af te bouwen nadat er met de sector een volwaardig alternatief is gerealiseerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel.
Mevrouw Podt (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Van Nispen van de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties die zich richten tot de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er grote capaciteitstekorten zijn in de tbs-klinieken en een uitbreiding van de capaciteit van groot belang is, naast andere maatregelen, zoals het verbeteren van de doorstroom;
van mening dat het leveren van forensische zorg in strafrechtelijk kader prioritair de verantwoordelijkheid is van het Rijk en dat privatiseringen risico's met zich meebrengen in het kader van continuïteit, inspraak, invloed en stabiliteit van de forensische zorg;
verzoekt de regering om met concrete plannen te komen om het werk in de forensische zorg aantrekkelijker te maken om het personeelstekort terug te dringen;
verzoekt de regering voorts om meer regie en verantwoordelijkheid te nemen in het realiseren van voldoende plaatsen en het uitbreiden van de capaciteit in de forensische zorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de recente Werkagenda Verbeteren van de aansluiting tussen de forensische zorg en reguliere zorg meer probleemanalyses worden gemaakt dan concrete plannen om de problematiek op te lossen;
constaterende dat van de ggz verwacht wordt de problemen op te lossen zonder daar extra budget of extra regelruimte voor te bieden;
verzoekt de regering in overleg te treden met de ggz om de plannen uit de werkagenda verder te concretiseren, door te zorgen voor een regionaal plan van zorgaanbieders, financiers en gemeenten, en hierbij ook de mogelijkheden voor extra middelen en handelingsruimte voor de uitvoering van de werkagenda niet uit te sluiten, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Ellian, VVD.
De heer Ellian (VVD):
Dank, voorzitter. Ik heb overwogen om een motie in te dienen, maar ik vond dat je op het eind van het jaar het goede voorbeeld moet geven voor het nieuwe jaar. Ik heb daarom geen motie, want de staatssecretaris heeft immers toegezegd, in het licht van de bezwaren die wij beiden hebben tegen het binnenkomen van contrabande, om goed te bekijken wat er gedaan kan worden tegen contrabande, specifiek drugs, die de tbs-klinieken binnenkomt. Daar heb ik geen motie voor nodig. Ik dank de beide bewindspersonen. Ik mocht het debat voorzitten, en het is uiteindelijk in goede banen terechtgekomen, zou ik willen zeggen.
De voorzitter:
Omdat u heeft voorgezeten, is het in goede banen gekomen. Even een eigen schouderklopje aan het eind van het jaar; dat moet toch kunnen!
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Lahlah, die misschien zichzelf ook een complimentje wil geven. Het kan, hoor.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Nee, voorzitter. Maar ik wil best de voorzitter van dat debat complimenteren. Dat heeft hij inderdaad heel goed gedaan.
Ik heb één motie, inzake verlenging overgangsperiode ggz.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet het aantal bedden in Veldzicht voor asielzoekers met ernstige psychische problemen wil afbouwen, waardoor asielzoekers met een lagere beveiligingsbehoefte sneller terechtkomen bij de reguliere ggz;
overwegende dat Veldzicht specifieke transculturele expertise heeft over deze doelgroep, maar de reguliere ggz hier nog onvoldoende op is toegerust;
overwegende dat de overgangsperiode van drie maanden te kort is voor de reguliere ggz om deze expertise op te bouwen, waardoor mogelijk gevaarlijke situaties ontstaan voor medewerkers en patiënten;
verzoekt de regering een overgangsperiode van een jaar te hanteren waarin de ggz-sector, gemeenten en financiers in samenspraak met de ministeries van JenV en VWS een plan kunnen opstellen om de nodige kennis en expertise over deze doelgroep voldoende over te kunnen dragen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ik schors vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de bewindspersonen.
De vergadering wordt van 22.20 uur tot 22.28 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Coenradie:
Voorzitter, dank.
Ik begin met de motie op stuk nr. 1014 van de heer Van Nispen en mevrouw Lahlah. Die is oordeel Kamer. Net als de heer Van Nispen en mevrouw Lahlah hecht ik veel waarde aan een houdbaar en duurzaam forensisch zorgstelsel. In de eerstvolgende voortgangsbrief forensische zorg kan ik een terugkoppeling geven over de toezeggingen.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 1015, ook van de heer Van Nispen. Die is wat mij betreft ook oordeel Kamer. Het gaat om iets wat we al doen, maar ik zie de motie als een extra motivatie voor wat we gaan doen. Met de kerst in het vizier wil ik die motie dus oordeel Kamer geven.
Dan heb ik geen motie meer en ook geen vraag meer, maar de heer Ellian van de VVD maakte nog wel een opmerking. Daar wil ik toch kort iets aan toevoegen. Ik onderstreep het belang van een goede aanpak om contrabande in tbs-klinieken tegen te gaan. Dat geldt zowel voor de veiligheid als voor de behandeling van de tbs-gestelden.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.
Minister Faber:
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met mevrouw Podt. Zij vroeg een toezegging om in gesprek te gaan met alle betrokken partijen over ongedocumenteerde personen in Veldzicht. Ik kan toezeggen dat wij dat gaan doen.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1013 van de leden Podt en Lahlah. Ik wil de motie-Lahlah op stuk nr. 1016 daar gelijk bij nemen, want het zijn eigenlijk eenzelfde soort moties, alleen wordt bij de ene motie een overgangsperiode verlengd en bij de andere wordt er een vaste periode van een jaar genoemd. Beide moties wil ik ontraden. Het beveiligingsniveau dat Veldzicht biedt — dan heb ik het over niveau 3 — is niet passend voor een deel van de doelgroep waar de motie op ziet. Om die reden acht ik het niet wenselijk om bij voorbaat een langere overgangsperiode te gaan hanteren. In de overgangsperiode van drie maanden monitoren we of er maatschappelijke risico's zijn en evalueren wij of er andere oplossingen noodzakelijk zijn.
De voorzitter:
Eén vraag, mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Maar dan komen we een klein beetje terug op het debat, want de minister doet hier nu twintig stapjes achteruit. Het punt was natuurlijk dat iedereen in de commissie erkende dat deze mensen daar niet op hun plek zijn, maar dat het probleem is dat we helemaal nergens komen als zij niet ergens anders terechtkunnen, en dat is precies wat de ggz tegen ons zegt. Ik wil de minister toch vragen om ons even uit te leggen waar die mensen dan wel naartoe moeten, want we weten dus niet of er voldoende bedden zijn, of ze ergens terechtkunnen. De ggz zegt: dat gaat niet. Dat probleem komt dus gierend op ons af.
Minister Faber:
Ik heb in de overleggen die er zijn geweest, begrepen dat er wel degelijk afspraken zijn geweest met de ggz. Dat is niet de categorie 3. Categorie 3 zijn de zwaarste gevallen en die blijven in Veldzicht. Daar blijven gewoon bedden voor beschikbaar. Voor de lichtere categorieën wordt er gekeken naar de ggz-instellingen en als men daar niet terechtkan, dan zullen er altijd nog bedden beschikbaar zijn in Veldzicht. Er is dus zeker een achtervang gerealiseerd.
De voorzitter:
Eén vraag, mevrouw Lahlah.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
In het verlengde van collega Podt. De ggz uit in de brieven zelf de zorg dat ze de capaciteit en expertise missen. In onze gesprekken met hen geven zij ook aan dat zij minimaal een jaar nodig hebben om zich die expertise eigen te maken. Drie maanden monitoren en dan zien wat er gebeurt ... Dan staan de mensen al op straat en dan kunnen zij daar niet terecht. Hoe ziet u dat signaal van de ggz-branche dan?
Minister Faber:
Ik neem natuurlijk altijd alle signalen serieus. Daarom hebben we ook deze periode van drie maanden om te gaan kijken hoe het loopt. Mochten daar andere uitkomsten uit voortkomen, dan kunnen we de zaken altijd nog bijstellen.
De voorzitter:
Prima. Tot zover dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan nog vanavond stemmen over de ingediende moties. Dank aan de minister. Dank aan de staatssecretaris. Ik schors een enkel ogenblik.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-39-42.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.