23 Wadden

Wadden

Aan de orde is het tweeminutendebat Wadden (CD d.d. 13/03).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Wadden. Een hartelijk woord van welkom aan de beide bewindspersonen. Fijn dat u er bent! Er zijn zeven sprekers van de zijde van de Kamer. Ik geef graag het woord aan de heer Tjeerd de Groot van de fractie van D66. Het woord is aan hem.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste gaat over de Waddenveren. We hebben daar in het debat met elkaar over van gedachten gewisseld. De minister staat er niet afwijzend tegenover, maar ik zou graag een principiële uitspraak van de Kamer willen dat je gewoon het openbaar vervoer kunt nemen, als je op een Waddeneiland woont en naar school gaat. De veren in Amsterdam zijn gratis, terwijl de bewoners op de eilanden daar grof geld voor betalen; vandaar deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er vrijwel overal in Nederland openbaar vervoer is, maar niet tussen de Waddeneilanden en het vasteland;

constaterende dat het duur is om naar de Waddeneilanden te reizen en dat er op de Waddenveren geen gebruik kan worden gemaakt van het studentenreisproduct;

overwegende dat een goede en betaalbare verbinding noodzakelijk is voor de leefbaarheid van de Waddeneilanden en dat het toekennen van de status van openbaar vervoer aan de Waddenveren hieraan kan bijdragen;

verzoekt de regering te onderzoeken wat er nodig is om de Waddenveren aan te merken als openbaar vervoer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tjeerd de Groot, Vedder en De Hoop.

Zij krijgt nr. 264 (29684).

Er is één vraag van de heer Heutink.

De heer Heutink (PVV):

D66 wil die Waddenveren het liefst ook zo snel mogelijk elektrisch zien, volledig elektrisch, maar D66 dient nu deze motie in. Worden de overtocht en de boot per saldo niet veel duurder, als we ook de ambitie van D66 moeten gaan realiseren?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Nee, dat hoeft niet. In het debat was ook duidelijk dat er al technische oplossingen zijn. Veren die steeds een overbrugbare afstand afleggen, kunnen juist elke keer weer worden opgeladen. Dan kom je tot oplossingen die juist goedkoper kunnen zijn. Dus, nee, dat hoeft helemaal niet. Laat de minister vooral onderzoeken hoe je dat vervoer op een duurzame manier kunt gaan regelen.

De voorzitter:

Prima. U continueert?

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. Dan heb ik nog een motie over garnalenvissers. Die worden nu eigenlijk een beetje aan het lijntje gehouden. Ze worden op kosten gejaagd, omdat wordt gezegd: pas je motor maar aan, want dan komt het wel goed met de vergunning in verband met stikstof. Maar het werkelijke probleem ligt natuurlijk in de bodemberoering. Dit is dus echt een oproep: kijk die vissers recht in de ogen, zeg dat het geen makkelijk verhaal is, dat dit de situatie is en dat we het gewoon samen gaan doen, omdat die vergunning zeer onwaarschijnlijk wordt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 200 garnalenvissers op de Waddenzee momenteel zonder vergunning werken en worden gedoogd;

overwegende dat van deze ondernemers wordt verlangd dat zij fors investeren in hun bedrijf, onder andere in nieuwe motoren;

overwegende dat nog onzeker is of deze vissers een nieuwe vergunning zullen krijgen en dat dit niet afhangt van de motoren of andere aanpassingen aan de kotters, maar van de beroering van de bodem;

verzoekt de regering om eerlijk te zijn richting de garnalenvissers en ze niet onnodig op kosten te jagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 265 (29684).

Dank u wel.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan de heer Pierik van de fractie van BBB.

De heer Pierik (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil eerst de ministers bedanken voor de antwoorden die ze gegeven hebben in het commissiedebat Wadden.

Ik wil deze twee minuten wijden aan de watertaxi's naar de Waddeneilanden, omdat het simpelweg onnavolgbaar is dat het nachtelijke vervoer van en naar de eilanden niet goed is geregeld. Het aanbod van watertaxi's wordt ernstig belemmerd door de beperkingen op snel varen in het donker. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor de leefbaarheid van de eilanden. De nota van uitgangspunten stelt dat watertaxi's niet voldoen aan de vereisten voor openbaar vervoer, omdat er sprake is van vervoer op afroep zonder dienstregeling. Om deze reden kunnen ze niet worden opgenomen in de nieuwe concessies. Bovendien zal dit voor watertaxi's geen voordelen opleveren, omdat ze dan gebonden zouden zijn aan de snelheidslimiet van 20 kilometer per uur. Een oplossing zou zijn om watertaxi's te classificeren als veerponten volgens het Binnenvaartpolitiereglement, waardoor ze bij noodsituaties de mogelijkheid hebben om sneller te varen in het donker. Hierbij willen we dan ook de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de watertaxi essentieel vervoer is om van en naar de Waddeneilanden te komen tijdens calamiteiten;

overwegende dat de dienstregeling van watertaxi's in het donker weer snel hersteld kan worden door deze aan te merken als kleine veerpont in de zin van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR);

constaterende dat de watertaxi's niet opgenomen kunnen worden in de nieuwe concessies, omdat zij niet kwalificeren als openbaar vervoer;

verzoekt de regering om binnen zes weken een overleg in te plannen met de veiligheidsregio's, de burgermeesters van de Waddeneilanden en de waddentaxibedrijven om te onderzoeken of een aanwijzing als kleine veerpont mogelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Pierik.

Zij krijgt nr. 266 (29684).

De heer Pierik (BBB):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker is de heer Heutink van de fractie van de PVV.

De heer Heutink (PVV):

Voorzitter. We hebben twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de keuzevrijheid van eilandbewoners en eilandbezoekers om met een auto te willen rijden niet beperkt mag worden door het Rijk;

verzoekt de regering om de Waddeneilanden, voor zover ze dat nog niet zijn, niet verder autoluw te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Heutink.

Zij krijgt nr. 267 (29684).

De heer Heutink (PVV):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat nog zeker ruim 86% van de auto's op brandstof rijdt en een verbod op brandstofauto's, op bijvoorbeeld de veerdienst, het overgrote gedeelte van Nederland hevig beperkt in de bewegingsvrijheid;

van mening dat de Waddeneilanden ook voor automobilisten toegankelijk moeten blijven;

verzoekt de regering om (brandstof)auto's nooit te weren van de Waddeneilanden waar auto's reeds zijn toegestaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Heutink.

Zij krijgt nr. 268 (29684).

Dank u wel. Dan de heer De Hoop van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Ik vervang vandaag mijn collega Glimina Chakor, die vandaag jarig is maar vandaag vooral ook namens ons allen bij de vergadering van de Interparlementaire Unie in Genève zit.

Voorzitter. Terugkijkend op het debat wil ik graag nog even markeren dat voor GroenLinks-Partij van de Arbeid zowel de bereikbaarheid als de gevolgen voor de natuur door baggeren grote zorgpunten zijn. We moeten een duurzame oplossing vinden voor het bereikbaar houden van Ameland. De minister heeft toegezegd dat alle opties daarbij worden onderzocht, en dat er ook gekeken wordt naar een lichtere veerboot met minder diepgang.

Ik heb een motie over de waterkwaliteit van en lozingen op de Waddenzee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit alle onderzoeken blijkt dat de natuurkwaliteit van de Waddenzee steeds verder achteruitgaat, onder andere door lozingen van vervuild water;

overwegende dat de minister heeft toegezegd dat alle belangrijke lozingsvergunningen KRW-proof zullen worden;

overwegende dat de minister in het debat heeft aangegeven dat het huidige systeem effectief is en dat de lozingen autonoom afnemen;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het VTH-stelsel (Verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) aan te passen zodat lozingsvergunningen voorwaardelijk en afhankelijk worden gesteld aan het tijdig behalen van de chemische en biologische grenswaarden die gelden voor het water waarin geloosd wordt;

verzoekt de regering tevens om te onderzoeken hoe lozingsvergunningen kunnen worden opgeschort als daar niet aan wordt voldaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop en Chakor.

Zij krijgt nr. 269 (29684).

Dank u wel. Dan het lid Kostic van de Partij voor de Dieren.

Kamerlid Kostic (PvdD):

Voorzitter. Een paar vragen en een motie.

Eerst een vraag over de vergunningen van bedrijven die schadelijke stoffen lozen op de Waddenzee. Is de minister bereid om de Kamer zo snel mogelijk inzicht te geven in deze vergunningen en de inspectierapporten, eventueel geanonimiseerd?

Ook een vraag over beschermde mariene gebieden. Nederland heeft 0% van zijn gebieden aangewezen als hoogbeschermd of volledig beschermd, terwijl dat percentage in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk een stuk hoger ligt. Waarom, vraag ik de minister. En is hij bereid hier verandering in te brengen?

De laatste vraag. We horen graag van de minister wat de stand van zaken is van het onderzoek van de Waddenacademie en Wageningen Marine Research naar de staat van de Waddenzee en de impact van de verschillende activiteiten op dat gebied.

Dan de motie. Die is een beetje geïnspireerd op de inbreng van de PVV tijdens het debat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het in principe verboden is voor bedrijven om schadelijke stoffen te lozen in de Waddenzee;

constaterende dat zeker 54 bedrijven nog steeds lozingsvergunningen hebben en dat hierdoor grote hoeveelheden schadelijke stoffen, zoals kwik, cadmium, lood, nikkel en borium, worden geloosd;

overwegende dat we ons unieke werelderfgoedgebied en nationale trots goed moeten beschermen;

overwegende dat het aanpakken van schadelijke lozingen de leefbaarheid van het gebied voor mens en dier ten goede komt;

verzoekt de regering een plan van aanpak te ontwikkelen om het aantal lozingen in de Waddenzee op termijn terug te dringen tot nul, en dit plan zo snel mogelijk aan de Tweede Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kostic.

Zij krijgt nr. 270 (29684).

Kamerlid Kostic (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Kamminga van de fractie van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed en inhoudelijk commissiedebat gehad over een veelvoud aan onderwerpen, die allemaal direct raken aan de leefbaarheid, de economische bedrijvigheid en het beschermen van die o zo mooie natuur op de Wadden. Vaak lijken we in tegenstellingen te spreken als we het over de Wadden hebben, over tegenstellingen tussen mens en natuur. Maar als er ergens een gebied is waar de mens al decennialang hand in hand leeft met de natuur, dan is het wel op de Wadden. Zij weten als geen ander de effecten van een zware storm en de getijden, maar vooral ook het belang van een goede balans. Dat is ook hoe de VVD in dit dossier zit.

Het zal de voorzitter deugd doen dat ik vandaag geen moties heb, gelet op de toezeggingen die zijn gedaan in het commissiedebat. En een aantal onderwerpen die we volgens mij allemaal belangrijk vinden, worden nog nader onderzocht.

Maar ik wil hier ook nog een keer het belang benadrukken van de bereikbaarheid van de eilanden en in het bijzonder het belang van de watertaxi, als onderdeel daarvan. Goede verbindingen zijn noodzakelijk om te kunnen wonen en ondernemen in die hele regio. Het zijn min of meer de levensaders van de eilanden. Ik hoop dan ook dat de ministers de impact van het maximeren op 20 kilometer per uur in de nacht niet te lichtvaardig nemen en blijven nadenken over hoe deze voorziening gehandhaafd kan blijven.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors voor vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de bewindspersonen.

De vergadering wordt van 16.42 uur tot 16.49 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan minister Harbers.

Minister Harbers:

Dank u wel. De vraag van het lid Kostic was op mijn terrein, namelijk om alle vergunningen te delen. Wij hebben in de vorige zittingsperiode van de Kamer al een volledig overzicht van de vergunningen gegeven. Wij kunnen dat de Kamer nog een keer doen toekomen. Ik hoop dat we daarmee dan ook aan de vraag hebben voldaan.

In de motie-De Groot c.s. op stuk nr. 264 wordt gevraagd om een onderzoek. We hebben daar in het debat ook al over gesproken. Ik kan de motie oordeel Kamer geven. We zullen alle voor- en nadelen in kaart brengen. Het is niet gratis; dat zei ik al in het debat. Er kunnen ook nadelen zijn, maar dat zullen we allemaal bij de uitvoering van deze motie in kaart brengen. Dus ik geef deze motie oordeel Kamer.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Inderdaad, u gaat de voor- en nadelen in kaart brengen, maar de motie neigt toch wat meer naar de andere kant. De motie verzoekt de regering namelijk om te onderzoeken wat er nodig is om de Waddenveren aan te merken als openbaar vervoer. De motie zit dus wel aan de positieve kant van wat de minister schetst. Erkent de minister dat?

Minister Harbers:

Ja, maar bij het onderzoek dat nodig is, zal waarschijnlijk ook op tafel komen dat het gedekt moet worden. Ik denk dat het fair is om aan te geven wat het allemaal behelst op het moment dat je dat doet, maar we zullen de Kamer het benodigde inzicht geven.

De voorzitter:

Eén vraag van het lid Kostic.

Kamerlid Kostic (PvdD):

Dank u wel. Wij willen graag de vergunningen inzien, maar ook de bijbehorende inspectierapporten kunnen inzien, op wat voor manier dan ook. Dat was mijn vraag.

Minister Harbers:

Ik moet even kijken wat er op dat gebied mogelijk is. Ik stel voor dat ik daar schriftelijk op terugkom bij de Kamer.

De voorzitter:

Eén vraag van mevrouw Kamminga.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Met excuus, maar toch even voor de helderheid. Als deze motie aangenomen wordt, ziet de minister dat dus niet als "we gaan het doen" en "we zorgen dat het gaat gebeuren", maar veel meer als een inventarisatie op basis waarvan de Kamer later nog een weging kan maken, eventueel op voorspraak van de regering?

Minister Harbers:

Ja, volgens mij is dat precies wat het dictum vraagt.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 266 van de heer Pierik. Daar hebben we het in het debat ook uitgebreid over gehad. Er vindt deze week een breed overleg plaats met de regiopartijen over de vaarveiligheid op de Waddenzee. Daarbij staat ook dit onderwerp op de agenda. Ik heb daar in het commissiedebat ook al toezeggingen over gedaan. Als je de motie heel letterlijk leest, zou ik hem oordeel Kamer kunnen geven, maar ik zeg er gelijk maar bij dat het zeer de vraag is of het aanwijzen van de watertaxi als veerpont wenselijk is. Er liggen ook twee OVV-rapporten die er niet om liegen, namelijk dat zowel het vaargedrag als de technische uitrusting en het ontwerp van de watertaxi tekortschieten. Beide spelen een serieuze rol bij de afweging over de wenselijkheid van dit idee. Zoals al eerder in het debat aangegeven, verzoek ik dit onderwerp te betrekken bij de kabinetsreactie op de OVV-rapporten die eind mei zullen verschijnen. Om die reden, omdat de motie echt een andere kant op lijkt te tenderen, zou ik hem willen ontraden.

De motie op stuk nr. 267 is een beetje met zichzelf in tegenspraak. In de eerste "van mening" staat namelijk dat we als Rijk niet mogen interveniëren, maar in het dictum staat vervolgens wel een verzoek aan de regering om iets te vinden van autoluw op de eilanden. Ik ontraad 'm omdat dit echt vraagstukken zijn die aan de lokale gemeentelijke overheid zijn.

Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 268. Het is echt aan de gemeente zelf om te bepalen of men wel of niet restricties wil stellen aan het wegverkeer.

De voorzitter:

Eén vraag van de heer Heutink.

De heer Heutink (PVV):

Maar in de brieven over de Wadden en in het debat dat we daarover met elkaar hebben gevoerd, was de kabinetsinzet nadrukkelijk om die eilanden autoluw te maken. Daarom was er ook grote verbazing bij de eilandbewoners dat het kabinet dit voornemen had. Vandaar deze motie. Dat is niet tegenstrijdig met elkaar, maar dat is consequent: wij vinden dat de regering hier niets van moet vinden, maar het staat wel in de brieven van het kabinet.

Minister Harbers:

Ja, maar dat is weer gebaseerd op de uitvoeringsagenda voor het Waddengebied. Die is met alle belanghebbenden, de gemeenten op de eilanden, andere maatschappelijke organisaties en de provincies, gezamenlijk gemaakt. Maar ik vind het te ver voeren om als Rijk een oordeel te hebben over wat gemeenten wel en niet mogen doen op hun eigen gemeentelijke wegennet.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 269 is ook op mijn terrein. Daarin wordt verzocht om twee onderzoeken: hoe het VTH-stelsel kan worden aangepast en hoe lozingsvergunningen kunnen worden opgeschort. Een lozingsvergunning mag nu al niet worden afgegeven indien deze strijdig is met de KRW. Naar onze indruk is er op dit moment geen noodzaak voor het aanpassen van het VTH-stelsel. Ik onderzoek als onderdeel van de KRW-impuls wel of het huidige VTH-stelsel niet ergens meer ruimte geeft dan de KRW toelaat. Ik zou de indiener dus willen vragen om de motie aan te houden tot we weten of een aanpassing nodig is. Anders is de motie echt ontijdig en zal ik 'm moeten ontraden.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Laat ik het zo zeggen: mijn fractie heeft een iets zorgelijker beeld dan de minister. Ik denk dat de noodzaak er zeker wel is, maar tot die tijd ben ik wel bereid om de motie aan te houden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer De Hoop stel ik voor zijn motie (29684, nr. 269) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 270 ontraad ik, want er vinden in Nederland bedrijfsmatige activiteiten plaats die leiden tot afvalstromen. Voor het reguleren van die activiteiten hebben we ons systeem van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bij het toetsen van de lozingsvergunningen worden de beste beschikbare technieken voorgeschreven en wordt een emissietoets uitgevoerd. Mocht die niet voldoen, dan moeten er aanvullende maatregelen worden genomen, anders wordt de lozing niet toegestaan. Op basis daarvan ontraad ik deze motie, die nog veel verdergaat omdat zij verzoekt om een totaalverbod.

Voorzitter. Dat waren de moties op mijn terrein.

De voorzitter:

Dan geef ik graag het woord aan minister Van der Wal.

Minister Van der Wal:

Voorzitter. Ik heb twee vragen en een motie. Het zijn twee vragen van het lid Kostic, waarvan de eerste over de Waddenacademie gaat. We zijn druk bezig met een beleidskader, dat juist bedoeld is om de balans tussen natuur en economie te herstellen. Daarbij kijken we echt naar het verminderen van de cumulatieve effecten van al die economische activiteiten op de natuur. We werken nu aan de inhoudelijke bouwstenen, de ecologische bouwstenen. De Waddenacademie brengt de staat van de natuur in beeld, zeg maar als een soort nulmeting. Staatsbosbeheer, RVO en Rijkswaterstaat werken gezamenlijk aan een ecologisch streefbeeld voor de Waddenzee. Wageningen Marine Research maakt een ecologisch afwegingskader.

De voorzitter:

Het lid Kostic, één vraag.

Kamerlid Kostic (PvdD):

Dank voor de beantwoording. Ik ben benieuwd wanneer de resultaten van dat onderzoek ongeveer bekend zullen zijn en of daarin de impact van de visserij en de lozingen worden meegenomen.

Minister Van der Wal:

Ja. Nou ja, het afwegingskader van Wageningen Marine Research kijkt naar generieke drukfactoren op de natuur, dus dat zijn alle activiteiten. Ik zou Wageningen Marine Research kunnen vragen om het thema lozingen hierin op te nemen. Wij verwachten dat het in het derde kwartaal wordt opgeleverd. Ik zal ze dit expliciet vragen. Dat is dan een toezegging.

De voorzitter:

Prima.

Minister Van der Wal:

Dan zal ik Wageningen Marine Research expliciet vragen om het thema lozingen daarin mee te nemen.

Kamerlid Kostic (PvdD):

En visserij.

Minister Van der Wal:

En visserij, absoluut.

De tweede vraag van het lid Kostic ging over de beschermde gebieden. De Waddenzee is beschermd natuurgebied. Het is volledig een Natura 2000-gebied. 3% is volledig gesloten. De vraag was of daar nog veranderingen in komen. Ja, dat zou een uitkomst kunnen zijn van het afwegingskader, maar daar kan ik nu niet op vooruitlopen.

De voorzitter:

Het lid Kostic, nog één opmerking.

Kamerlid Kostic (PvdD):

Misschien begrijp ik het niet goed, maar mijn vraag luidde als volgt. We weten natuurlijk dat het beschermd gebied is, maar het ging erom of het hoogbeschermd of volledig beschermd gebied is. Die gebieden hebben we nog niet in Nederland, want we hebben 0% daarvan, in tegenstelling tot andere landen. Mijn vraag was waarom dat zo is en of daar inderdaad verandering in gaat komen. De waaromvraag is eigenlijk wel relevant.

Minister Van der Wal:

Het punt is dat er op dit moment in Europa geen strikte definitie is van "strikt beschermd". Die discussie loopt nu, as we speak. Dat maakt het dus wat ingewikkeld om er een exacte invulling aan te geven. 3% is volledig gesloten. Dat is voor ons nu de referentiesituatie. Mocht er straks via het spoor van het afwegingskader of vanuit Europa wel een strikte definitie komen van "strikt beschermd", dan kan dat eventueel tot heroverweging leiden.

Voorzitter. Dan heb ik nog de motie op stuk nr. 265 van de heer Tjeerd de Groot. Die motie moet ik ontraden. Ik ben altijd eerlijk tegen de garnalenvissers, daarin kan ik de heer De Groot geruststellen, maar ik ben het gewoon niet eens met de suggestie over bodemberoering. Er wordt op bodemberoering getoetst. In het kader van de vergunningverlening toetsen we aan de instandhoudingsdoelen. Alleen was er op dat moment al sprake van bodemberoering. Ik moet die motie dus echt ontraden op dit punt. Waar ik het helemaal mee eens ben, is dat dat perspectief zo belangrijk is. Daar werkt collega Adema ook hard aan, door het gesprek te voeren over de vraag: hoe gaan we nou verder verduurzamen en hoe doen we dat met het eerlijke verhaal?

De voorzitter:

Dat gaat dan over de motie op stuk nr. 265.

Minister Van der Wal:

Ja.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dan kan de motie ook oordeel Kamer krijgen, want dat is precies waar de motie toe oproept: vertel het eerlijke verhaal aan de garnalenvissers. De bodemberoering — dat zal de minister erkennen — is wel degelijk een issue bij het eventueel verlenen van de natuurvergunning. Mede daardoor duurt het ook zo lang. Er komen steeds meer onderzoeken beschikbaar waaruit blijkt dat dit de natuur in de Waddenzee toch steeds sterker schaadt.

Minister Van der Wal:

Ik blijf 'm ontraden, want ik ben het gewoon echt niet eens met de suggestie. Hier wordt vergunningverlening direct gekoppeld aan bodemberoering, maar wij toetsen aan instandhoudingsdoelen op basis van een referentiesituatie waar bodemberoering er al was. Dus ik zit echt in mijn maag met die suggestie en die directe koppeling. Waar ik het mee eens ben — dat wil ik wel meegeven — is dat we werken aan dat perspectief en dat bodemberoering daar natuurlijk onderdeel van uitmaakt. Hier wordt alleen deze koppeling gemaakt en dat is wat mij betreft een reden om deze motie te ontraden.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen we over de moties. Ik dank beide bewindspersonen.

Naar boven