26 Artikel 100-brief voor een militaire missie op de Rode Zee

Artikel 100-brief voor een militaire missie op de Rode Zee

Aan de orde is het debat over de artikel 100-brief voor een militaire missie op de Rode Zee.

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over de artikel 100-brief voor een militaire missie op de Rode Zee. Het betreft hier een plenaire afronding in één termijn. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie. We hebben twaalf deelnemers aan de zijde van de Kamer. Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Paternotte van de fractie van D66. Hij heeft zoals iedereen drie minuten spreektijd.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Gisteren hebben we met elkaar een goed debat gevoerd over de inzet van Zijner Majesteits Tromp en het helpen beschermen van koopvaardijschepen in de Rode Zee. Dank aan de bewindspersonen voor de beantwoording van onze vragen. Voor mijn fractie waren drie zaken in het bijzonder van belang: het legitieme doel van de missie, de uitrusting en de voorzorgsmaatregelen ten aanzien van de missie, en de inzet op een structurele verbetering van de veiligheidssituatie in de Rode Zee.

Het legitieme doel van de missie is er, want met hun acties vormen de Houthi's niet alleen een gevaar voor vrachtschepen en voor bemanningen die gedood, gewond of gegijzeld worden, maar ook een gevaar voor de internationale rechtsorde. Met drones en raketten op schepen gaan schieten en zo het principe van de vrije doorvaart vernietigen, is onverdedigbaar. Het is onverantwoordelijk daarvoor wie dan ook als veroorzakers aan te wijzen, anders dan de Houthi's zelf en hun belangrijkste steunverlener Iran. Het schaadt handelsroutes naar Europa en de Verenigde Naties hebben hun grote zorg uitgesproken omdat de gefrustreerde vrachttransporten tot voedseltekorten leiden. Dat betekent duurdere boodschappen hier, en in armere landen meer honger. We staan hier in de stad van vrede en recht en dit gaat ons aan.

Ten aanzien van de uitrusting en voorzorgsmaatregelen hebben de ministers ons geschetst waar en hoe in medische evacuaties kan worden voorzien en welke inzet gepleegd wordt om mensen veilig te houden. Ten aanzien van de situatie in de Rode Zee is duidelijk gemaakt welke diplomatieke kanalen, naast de drie militaire missies in de Rode Zee, worden ingezet om de Houthi's te laten stoppen met aanvallen, en met welke sancties gepoogd wordt om de aanvalscapaciteit te beperken. Op grond hiervan heeft mijn fractie vertrouwen in de internationale missies, waaronder de EU-missie, en spreek ik hierbij onze steun uit.

Voorzitter. Tot slot wens ik de commandant en haar bemanning een veilige missie, een behouden doorvaart naar verdere zeeën en een veilige thuiskomst. Hun geliefden wens ik sterkte tijdens hun afwezigheid.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Allereerst dank aan mevrouw Piri, die gisteren bereid was om ook namens Volt te spreken in het debat. Dank aan de beide ministers voor de beantwoording van onze vragen.

Voorzitter. Vandaag spreekt mijn fractie haar steun uit voor de missie van het luchtverdedigings- en commandofregat Zijner Majesteits Tromp, als onderdeel van de Operation Prosperity Guardian en de EU-operatie Aspides. De aanvallen van de Houthi's op de internationale schepen staan haaks op het internationaal zeerecht, het recht en de vrijheid om te varen in de Rode Zee. Het steunen van de missie is dan ook noodzakelijk om de vrije doorgang van de scheepvaart in de Rode Zee te waarborgen en om de vrijheid van de bemanningsleden te waarborgen. Op deze manier draagt deze missie ook bij aan de economische stabiliteit en onze welvaart.

Voorzitter. Ook wil ik vandaag benadrukken dat internationaal recht geen keuzemenu is. Nederland moet pal blijven staan voor het internationaal recht, het bevorderen en versterken. Het internationale recht brengt ons als samenleving voorspoed en rechtvaardigheid en slecht geschillen. Het uitblijven van een adequate reactie van het kabinet op schendingen van het internationaal recht zet het internationaal recht verder onder druk. Uiteindelijk raakt dat ons allemaal. Is de minister dat met mij eens?

Voorzitter. Naast Operatie Prosperity Guardian is er de EU-operatie Aspides. Het is goed dat Europa initiatief toont, verantwoordelijkheid neemt en zijn geopolitieke positie op het wereldtoneel versterkt. Tijdens het commissiedebat kwam naar voren dat de Karel Doorman mogelijk ingezet gaat worden. Ik ben benieuwd wanneer daar duidelijkheid over komt en wanneer daarvoor een aparte artikel 100-brief gepresenteerd wordt.

Voorzitter. De medische faciliteiten waarvan de Tromp gebruik kan maken, zijn meermaals ter sprake gekomen tijdens het debat. De Tromp kan waar nodig afwijken naar role 2 of role 3 medische faciliteiten op zee of op land. Ook zijn er afspraken gemaakt met landen in de omgeving, zoals Saudi-Arabië, Oman en Egypte. Verder lopen er ook nog gesprekken met andere landen, waaronder Djibouti. Ik zou de minister willen vragen of zij kan toelichten hoever deze gesprekken zijn.

Naast de operatie is het belangrijk dat diplomatieke inspanningen doorgang moeten vinden, ook met de belanghebbende landen in de regio. Het is dan ook van belang voor de situatie dat Nederland en de EU intensief contact blijven houden met partners in de regio.

Voorzitter. Namens Volt spreek ik steun uit voor de operatie die de Nederlandse Tromp gaat uitvoeren en voor het steunen van Operation Prosperity Guardian om te zorgen dat de vrije doorgang voor de scheepvaart in de Rode Zee gewaarborgd blijft. Ik wens namens Volt alle vrouwen en mannen een behouden vaart, veel succes op hun missie en vooral ook een veilige thuiskomst.

Dank u wel.

De voorzitter:

De heer Brekelmans van de VVD.

De heer Brekelmans (VVD):

Voorzitter. We hebben gisteren uitgebreid gesproken over de voorgenomen inzet van het luchtverdedigings- en commandofregat Zijner Majesteits Tromp als onderdeel van de Operation Prosperity Guardian. De VVD ondersteunt de doelstellingen van de Nederlandse inzet. Vrije zeevaart, wereldwijde koopvaardij en maritieme veiligheid zijn voor een handelsland als Nederland van cruciaal belang. Nederland is het zesde maritieme land ter wereld. De raket- en droneaanvallen hebben invloed op onze bedrijven en op de beschikbaarheid en de prijzen van producten in ons land. Bovendien is het lukraak aanvallen van schepen en het daarmee doden van bemanningsleden onacceptabel. De situatie in Gaza vormt daarvoor geen excuus. Nederland en de internationale gemeenschap hebben het recht om koopvaardijschepen hiertegen te beschermen. Het is goed dat Nederland bijdraagt aan een internationale coalitie die hiertegen op wil treden, in dit geval onder leiding van de Verenigde Staten. Dat is in het belang van onze welvaart, onze veiligheid en de internationale rechtsorde.

We hebben in het debat gesproken over de actuele veiligheidssituatie en de risico's op verdere escalatie in de regio. Het kabinet heeft toegelicht hoe met deze risico's wordt omgegaan en hoe de veiligheidsparaplu eruitziet die deze militaire missie biedt. Ook zijn de aanvullende risico's op mogelijke Nederlandse doelwitten beoordeeld als beperkt. Daarnaast heeft het kabinet toegelicht hoe de medische keten is ingericht, en dat dit vergelijkbaar is met eerdere maritieme missies. De VVD heeft er daarom vertrouwen in dat de risico's van deze missie in voldoende mate zijn beheerst.

De VVD had zich kunnen voorstellen dat Nederland met de Tromp een langere bijdrage had geleverd aan OPG dan de voorgenomen 25 dagen, maar begrijpt dat deze missie onderdeel is van een lange wereldreis die al geruime tijd gepland staat en die van groot geopolitiek belang is. Ik hoop dat het kabinet zijn inzet in de regio ook kan aanwenden om diplomatieke invloed uit te oefenen, bijvoorbeeld om bij te dragen aan de-escalatie van spanningen in de regio en om ervoor te zorgen dat de Houthi's en de Iraanse Revolutionaire Garde op de EU-terreurlijst geplaatst kunnen worden. Het kabinet gaf gisteren ook aan te werken aan mijn motie, die de regering verzoekt om te kijken of dit mogelijk is met een alternatieve terreurlijst. De minister heeft toegezegd hier binnenkort op terug te komen. Daar kijk ik dan ook naar uit.

Samengevat steunt de VVD de doelstellingen van deze missie, vindt de VVD de veiligheidsrisico's en de bijbehorende maatregelen aanvaardbaar en is de VVD ervan overtuigd dat onze marine deze missie goed kan uitvoeren. Daarom stemmen wij als VVD in met deze missie.

Mij rest niets anders dan onze militairen veel succes en kracht te wensen. Ik hoop dat de Nederlandse inzet voorspoedig zal verlopen. Ik wens de militairen en hun familie en vrienden een behouden thuiskomst.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Mijn fractie is van oudsher uiterst kritisch in artikel 100-procedures. In de historie van DENK hebben we er slechts één gesteund. In het geval van deze missie zullen wij geen instemming verlenen aan Nederlandse deelname aan Operatie Prosperity Guardian en Operatie Aspides met een Nederlandse militaire inzet. Ik denk dat mijn inbreng tijdens het commissiedebat dat ook wel heeft laten zien. Wij veroordelen uiteraard de aanvallen op civiele doelen en commerciële doelen waarbij onschuldige mensen slachtoffer worden, maar DENK wil niet dat Nederland met militaire middelen onderdeel wordt van een operatie die in de totaliteit ook offensieve doelen kent. Dat is Operatie Poseidon Archer, waarbij bombardementen uitgevoerd worden en waarvan de minister in het commissiedebat heeft gezegd dat informatie die tijdens deze missie ingewonnen wordt, ook gebruikt zal worden voor die offensieve doelen. Daar wil de fractie van DENK absoluut niet aan bijdragen. Wij wegen ook mee de oproepen van landen in de regio die het belang van de-escalatie benadrukken en ook benadrukken dat een opbouw van militaire middelen in de Rode Zee absoluut niet het doel mag zijn.

Voorzitter. Deze missie zal er, hoe je het ook wendt of keert, aan bijdragen dat Nederland een vergroot doelwit wordt, of de kans daarop nou groot is of niet. We gaan namelijk deelnemen aan een proxyoorlog tegen Iran, ingezet in een door de VS geleide missie. Op de lange termijn zal deze missie ook de grondoorzaken niet wegnemen. Want hoe anderen ook proberen dat los te koppelen van elkaar, mijn fractie is er wel degelijk van overtuigd dat de escalatie in de regio een-op-een te relateren is aan het Israëlische geweld in Gaza. Hoeveel schepen we daar ook naartoe sturen, dat kunnen we niet eindeloos blijven doen en het zal die escalatie niet wegnemen. Ook het diplomatieke kapitaal van Nederland, waarover we kunnen lezen dat er een direct gesprek is met de Houthi's, zal verspeeld worden door deel te nemen in deze missie, die in de totaliteit ook een offensieve capaciteit heeft. Het moet mij, namens mijn fractie, van het hart dat ook hypocrisie voor ons een reden is. Er zijn 30.000 doden in Gaza en de Nederlandse regering steekt geen vinger uit, maar wanneer met name schepen die zijn gelinkt aan Israël, de VS en het Verenigd Koninkrijk als doel geraakt worden, zenden wij onze militairen uit.

Voorzitter. Om al die redenen stemmen wij niet in. Daarom zal ik de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om geen Nederlandse militaire bijdrage te leveren aan Operatie Prosperity Guardian en Operatie Aspides,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 474 (29521).

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Ik kan ook tellen en ik ben een realist. Er zal waarschijnlijk een meerderheid zijn voor deze missie. Maar ongeacht of we voor of tegen uitzendingen van onze militairen zijn, is het een goede traditie in dit huis om de militairen die worden uitgezonden een behouden terugkomst te wensen. Dat doe ik bij dezen, namens de fractie van DENK.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Tuinman van de fractie van BBB.

De heer Tuinman (BBB):

Voorzitter. Het is 1609. Maarten Harpertszoon Tromp, onze latere admiraal en zeeheld tegenover de Spaanse Armada in de Slag bij Duins, wordt gevangengenomen door Algerijnse piraten. Nu, 400 jaar later, maken piraterij en terreur de Rode Zee onveilig. En onze Tromp vaart weer trots uit.

Voorzitter. We hebben gisteren een debat gevoerd over de artikel 100-bijdrage aan de maritieme veiligheid in de Rode Zee. Mijn fractie, BBB, steunt de missie van Nederland naar de Rode Zee en wenst vanaf deze plek de bemanning van Zijner Majesteits Tromp ook veel krijgsmansgeluk toe.

Voorzitter. Als militair heb ik ook zelf vele missies mogen uitvoeren voor Nederland. Veiligheidsmissies als deze dragen bij aan onze maritieme veiligheid. Juist de dagelijkse toewijding, opofferingen en kalmte van onze mannen en vrouwen van de krijgsmacht dragen bij aan vrede in de wereld en de veiligheid van onze handelsroutes.

Voorzitter. De BBB had wel graag gezien dat het handelingskader van onze Trompbemanning wellicht ietsje ruimer was geweest, zodat het fregat nog weerbaarder de zee op kan. We moeten bij een uitzending voldoende ruimte overlaten aan onze troepen om te handelen naar de onvoorspelbare situaties aldaar. Dat betekent dat deze Kamer zichzelf af en toe zal moeten matigen. Wij kunnen doelstellingen meegeven, maar eindeloos kaders opstellen voor de manieren om die doelen te bereiken, brengt onze troepen eerder in gevaar.

Voorzitter. De BBB zou bijvoorbeeld willen dat Zr.Ms. Tromp tijdens de missie naar de Rode Zee toestemming krijgt om ook landdoelen aan te kunnen vallen ter zelfverdediging. Dit is een punt dat we in het commissiedebat al kort hebben besproken. Dit mag zeker geen reden zijn om de missie niet te steunen, maar het speelt nog wel een beetje in het achterhoofd van mijn fractie, in het belang van onze militairen op missie.

Dank u wel, voorzitter. En nogmaals, veel krijgsmansgeluk en een behouden vaart gewenst voor de bemanning. Wij denken aan jullie.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Piri van de fractie van GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. We hebben gisteren als commissie uitgebreid met de ministers gesproken over de Nederlandse bijdrage aan de Operatie Prosperity Guardian in de Rode Zee. De missie heeft een belangrijke doelstelling, namelijk het beschermen van de vrije en veilige doorvaart tegen beschietingen van de Houthi's. De aanhoudende aanvallen van Houthi-rebellen op commerciële schepen en marineschepen in de Rode Zee en de Golf van Aden zijn onacceptabel. Veel schepen moeten nu ver omvaren. Naast de enorme economische schade is er ook sprake van direct gevaar voor onschuldige burgers, zoals het geval is bij de bemanning van het schip de Galaxy Leader die al sinds 19 november gegijzeld is. Er is geen enkele rechtvaardiging voor deze acties van de door Iran gestuurde Houthi's.

Voorzitter. Er zijn nu twee defensieve operaties in de Rode Zee. Er is één ad-hoccoalitie onder leiding van de VS, waar we het vandaag over hebben, en de door de EU geleide missie Aspides. Mijn fractie had graag een bredere coalitie gezien voor Operatie Prosperity Guardian. Slechts twee EU-landen, Denemarken en Nederland, leveren directe steun, terwijl de Amerikanen veel meer EU-landen om een bijdrage hebben gevraagd, maar kennelijk tevergeefs. Graag hoor ik van het kabinet of het nog mogelijkheden ziet om deze coalitie in de toekomst te verbreden. Mijn fractie vindt het van belang om de EU-missie te versterken. Ik hoop dan ook dat het kabinet snel besluit om de voorgenomen bijdrage aan Operatie Aspides te leveren.

Tot slot, voorzitter. Zoals ik begon: wij steunen de doelstellingen van OPG alsook de Nederlandse bijdrage. Daarmee stemt mijn fractie in met deze missie. Ik wil de mannen en vrouwen die uitgezonden zijn een veilige missie en een behouden thuiskomst wensen. Hun familie en geliefden wens ik sterkte tijdens hun afwezigheid.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Stoffer van de Staatkundig Gereformeerde Partij.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Vandaag ronden we het debat af over het sturen van Zr. Ms. Tromp naar de Golf en de Indo-Pacific, en daarmee ook onze deelname aan Operatie Prosperity Guardian. Dit doen we om de vrije doorvaart in de Golf te beschermen en luchtdreigingen te weren of af te schrikken.

Nederland is een handelsland. Wij profiteren van vrije doorvaart op zee. Ook staan wij voor internationale rechtsorde en veiligheid. Nederland is daar afhankelijk van. Daarom is het ook terecht dat wij een steentje bijdragen, daar waar die veiligheid in het geding is. Het geweldsspectrum van deze missie is hoog, maar de risico's zijn, voor zover mogelijk, ingedekt. De SGP is dan ook tevredengesteld met de woorden over de medische voorzieningen. Ook is Zr. Ms. Tromp goed bewapend en uitgerust voor deze missie.

Voorzitter. Als we alles overwegen, steunen wij deze missie. De SGP wenst daarbij onze mannen en vrouwen van de marine een behouden vaart en vooral ook Gods onmisbare zegen toe. Uiteraard gaan daarbij ook onze gedachten uit naar het thuisfront. 200 militairen gaan maanden weg, en dat betekent gewoon heel veel voor die gezinnen. Laat onze gedachten en gebeden er ook voor hen zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ons luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Tromp vaart binnen enkele dagen de Rode Zee binnen. Vanaf dat moment is het mogelijk ook een doelwit voor de Houthi-rebellen in Jemen. De Tromp gaat opereren in een hooggeweldsspectrum. Er is een kans dat de Tromp in actie zal moeten komen. De bemanning loopt daarbij ook een reëel risico. Tegelijkertijd is er heel veel aan de hand. Mijn voorgangers hebben dat ook aangegeven. Er is een noodzaak om in te grijpen. De ChristenUnie acht de inzet van de Tromp, alles overwegende, daarom ook gerechtvaardigd. De acties van de Houthi's om de internationale scheepvaart te bedreigen met drone- en raketaanvallen vergen een antwoord, een antwoord dat de Tromp kan bieden, ook in samenwerking met andere.

Voorzitter. We weten dat Iran de Houthi's met wapens ondersteunt. Er zijn immers niet zo heel veel rebellenbewegingen die over kruisraketten kunnen beschikken. Ik zou de minister daarom nog willen vragen hoe hiermee om te gaan. Beschikt de regering over aanwijzingen, misschien ook in samenwerking met haar partners, dat Iran niet alleen wapens levert, maar ook op een andere manier bij de aansturing van de aanvallen betrokken is? Zo ja, hoe gaan we daarmee om? Onze regering pleegt naast de bijdrage aan Aspides ook diplomatieke inspanningen. In dat kader zou ik willen vragen of deze situatie rond Iran ook hierbij betrokken wordt en of het land daar waar mogelijk op aangesproken kan worden.

Voorzitter. Hoe dan ook, alles overwegend kan de ChristenUnie de achterliggende en concrete doelstelling van de inzet van de Tromp steunen. Wij zijn ons bewust van de reële risico's die de bemanning loopt. Juist in dat besef zou ik opnieuw alle betrokken mannen en vrouwen een behouden vaart en Gods bescherming toe willen wensen en ook veel sterkte aan hen die thuisblijven.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

De heer Boswijk van het CDA.

De heer Boswijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter. We voeren ontzettend veel debatten in deze plenaire zaal, maar debatten over een artikel 100-brief zijn de belangrijkste debatten die we kunnen hebben. Het gaat namelijk letterlijk over leven en dood. Laten we hopen dat het hier allemaal goed mag gaan.

Voorzitter. Allereerst wil ik de kabinetsleden danken voor het debat dat wij gisteren mochten hebben. Daarin hebben we uitgebreid gesproken over de zorgen en vragen die er zijn, onder andere over de medische afhandeling. Het CDA heeft al vanaf het begin gezegd dat wij een operatie op de Rode Zee door middel van een fregat zouden steunen, en wel om twee redenen. De eerste reden is het recht op vrije doorvaart, dat al meerdere keren is genoemd. Dit recht vindt zijn oorsprong in Nederland. Nederland is nog steeds een zeevarende natie en heeft een groot belang bij vrije doorvaart. Daarom vinden wij het van belang dat wij de scheepvaart beschermen tegen de Houthi's. Het tweede punt werd net ook al even genoemd: de internationale coalitie. Het CDA vindt het ontzettend belangrijk dat wij aan de Verenigde Staten laten zien dat ze niet alleen opereren maar dat wij als Europese landen ook onze verantwoordelijkheid nemen. Voor ons zijn dat twee belangrijke argumenten waarom wij dit kunnen steunen.

Voor nu wil het CDA vooral de bemanning, de mannen en vrouwen, een goede vaart en een behouden thuiskomst wensen. We wensen, zoals net ook al is gezegd, de thuisblijvenden heel veel sterkte toe. Voor de rest zullen wij het volgen. Ik geloof dat het fregat over een paar uur al op de Rode Zee is, dus laten we het debat snel afronden.

De voorzitter:

De heer Kahraman van NSC.

De heer Kahraman (NSC):

Dank u wel, voorzitter. De fractie van Nieuw Sociaal Contract onderschrijft de noodzaak van de inzet van de Nederlandse marine in het Rode Zeegebied. Als bondgenoot van de NAVO, onderdeel van de Europese Unie en belangrijke handelspartner voor de wereldhandel is het van cruciaal belang om een bijdrage te leveren aan de bescherming van deze handelsroute. Tegelijkertijd ziet onze fractie de inzet van onze militairen niet als een lichtzinnig besluit. Het weegt zwaar op onze schouders.

Voorzitter. We begrijpen de inzet van onze Koninklijke Marine met Zijne Majesteit Tromp in de Rode Zee, zowel bij de door de Verenigde Staten geleide Operatie Prosperity Guardian als ondersteunend aan de Europese Operatie Aspides.

De zorg over deze inzet als het gaat om de munitie aan boord van de Tromp is tijdens het commissiedebat van gisteren niet helemaal weggenomen door de minister, naar aanleiding van meerdere incidenten met de SM-2-raketten, ook bij de inzet in de Rode Zee, en het feit dat de productie van SM-2-raketten inmiddels is stopgezet. Wij willen voorkomen dat onze militairen op missie gestuurd worden met onvoldoende en/of onbetrouwbare munitie. Kan de minister ons geruststellen dat er voldoende betrouwbare munitie aan boord is om de veiligheid van de bemanning te verzekeren? Kan de minister aangeven dat de productiestop van SM-2-raketten ook geen gevolgen heeft voor de inzet van de Tromp?

Voorzitter. Namens onze fractie wil ik steun uitspreken voor de inzet van de Tromp in de Rode Zee en wens ik de bemanning van de Tromp een behouden vaart.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Dobbe van de Socialistische Partij.

Mevrouw Dobbe (SP):

Dank u wel, voorzitter. Er zijn drie missies in de Rode Zee waar Nederland aan meedoet om de schepen in de Rode Zee te beschermen: Poseidon Archer, Prosperity Guardian en Aspides. Die hangen met elkaar samen. Daar hebben wij het gister over gehad. De minister heeft dat ook weer bevestigd. Tussen deze missies en operaties wordt informatie uitgewisseld. Ze versterken elkaar ook in de uitvoering. Daarom kunnen we de verschillende inzetten in die drie operaties niet los van elkaar beschouwen.

We hebben grote problemen met de Nederlandse deelname aan de missie Poseidon Archer, omdat het daar ook gaat om het bombarderen in Jemen, zonder volkenrechtelijk mandaat en onder leiding van de VS. Aan deze missie willen wij niet bijdragen, ook niet via de inzet van de Tromp of uitwisseling tussen de verschillende missies. Wij kunnen de inzet van de Tromp dus alleen steunen als er geen bijdrage wordt geleverd aan de operatie Poseidon Archer, ook niet via informatie of inlichtingen. Kan de minister dit toezeggen?

We dienen hierover ook de volgende motie in. Als deze harde toezegging er niet komt, of als deze motie het niet haalt, kunnen wij niet instemmen met de inzet van de Tromp. Wel willen we een inzet in VN-verband om de Rode Zee te beschermen.

Uiteraard wensen ook wij de militairen een behouden thuiskomst.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland zowel deelneemt aan de missie Poseidon Archer als aan de missie Prosperity Guardian, waarbij de eerste een offensief en de tweede een defensief karakter heeft;

constaterende dat de Tromp onder de missie Prosperity Guardian uitvaart, maar wel betrokken kan raken bij activiteiten van Poseidon Archer door de onderlinge informatie-uitwisseling en een gemeenschappelijk gebruik van tankfaciliteiten en medische faciliteiten en deze missies elkaar in de uitvoering versterken;

overwegende dat Nederlandse deelname aan Poseidon Archer het risico met zich meedraagt dat Nederlandse militairen zijdelings betrokken raken bij offensieve acties op Jemenitisch grondgebied, hetgeen onwenselijk en gevaarlijk zou zijn;

verzoekt de regering de deelname, militair en politiek, aan de missie Poseidon Archer te staken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 475 (29521).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland deelneemt aan drie militaire missies in de Rode Zee, te weten Poseidon Archer, Prosperity Guardian en Aspides;

overwegende dat de scheepvaart in de Rode Zee de hele wereld aangaat en dat een reactie vanuit de Verenigde Naties daarmee de voorkeur heeft;

spreekt uit dat de VN het aangewezen orgaan is om op problemen van internationale schaal te reageren;

verzoekt de regering zich in VN-verband in te zetten voor een gepaste reactie vanuit de VN op de situatie in de Rode Zee en de drie hierboven genoemde missies te schikken naar de reactie vanuit de VN,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 476 (29521).

Mevrouw Dobbe (SP):

Nog één.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering heeft aangegeven dat enkel de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijkheid dragen voor eventuele burgerslachtoffers die vallen door de missie Poseidon Archer;

overwegende dat Nederlandse militaire aanwezigheid in de Rode Zee het risico met zich meedraagt van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers;

verzoekt de regering het Nederlandse parlement altijd te informeren bij een vermoeden van burgerslachtoffers bij acties en operaties waar Nederland bij betrokken is, waaronder operatie Poseidon Archer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 477 (29521).

Mevrouw Dobbe (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Een vraag van mevrouw Piri.

Mevrouw Dobbe (SP):

O! Ik was te druk met voorlezen.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Ik had eigenlijk een vraag over de eerste motie. Als ik het goed heb begrepen, vraagt de SP daarin om de deelname aan de missie Poseidon Archer van die ene stafofficier te staken. Heb ik dat goed begrepen?

Mevrouw Dobbe (SP):

Nederland geeft militaire en politieke steun aan de missie Poseidon Archer. Die missie willen wij op geen enkele manier steunen. Gisteren in het debat werd duidelijk dat er een uitwisseling zal zijn tussen enerzijds de uitzending en de inzet van de Tromp en anderzijds die missie. Wij vinden het heel lastig om dan ook de inzet van de Tromp te kunnen steunen.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dan kom ik bij mijn vraag. Volgens mij gaat deze artikel 100-brief heel specifiek over de missie Operation Prosperity Guardian. Volgens mij is al weken bekend dat het kabinet in ieder geval geen operationele steun met één stafofficier geeft aan die andere missie, waarover uw motie gaat. Dan is mijn vraag dus: wat is er in de afgelopen weken gebeurd? In alle voorgaande debatten vond u het namelijk niet nodig om de inzet van die ene stafofficier te staken, maar nu bij een artikel 100-brief over een andere missie wil de SP dit wel indienen.

Mevrouw Dobbe (SP):

Nou, allereerst omdat wij over de inzet bij Poseidon Archer inderdaad vanaf het begin al hebben gezegd dat we die missie en die inzet niet steunen. Daar is ook geen artikel 100-procedure over geweest. Dat is wat ons betreft jammer. Nu wordt ons gevraagd om steun uit te spreken voor de inzet van de Tromp. Dat kunnen wij niet doen, want gisteren werd in het debat duidelijk dat er ook een samenhang is tussen die missies. En omdat die samenhang er is en die missies dus onderling verbonden zijn, kunnen wij geen steun geven aan de inzet van de Tromp, tenzij de minister nu kan toezeggen dat die uitwisseling tussen die missies er niet is.

De heer Brekelmans (VVD):

Ik had nog een opmerking of een vraag bij de derde motie. Het voorlezen ging wat snel, maar volgens mij zei mevrouw Dobbe zoiets als dat de VS en het VK verantwoordelijk zouden zijn voor burgerslachtoffers. Toch even voor de zekerheid. Op het moment dat een terreurbeweging als de Houthi's bewust lukraak raketten afschiet op containerschepen, zijn zij minstens net zo verantwoordelijk als dat uiteindelijk in de reactie leidt tot burgerslachtoffers. Is mevrouw Dobbe dat met mij eens?

Mevrouw Dobbe (SP):

Zeker, op het moment dat er burgerslachtoffers vallen. De motie komt voort uit het debat dat wij gister voerden over wat er nu gebeurt als er burgerslachtoffers zouden zijn in deze missies, wat soms gebeurt op het moment dat je militaire inzet hebt. Welke verantwoordelijkheid neemt Nederland in dat geval? Het antwoord van de minister daarop was: op het moment dat er een vermoeden is van burgerslachtoffers, of er burgerslachtoffers zijn, ligt die verantwoordelijkheid niet bij Nederland maar bij de leiding van de missie, de Verenigde Staten en het VK, om daar goed mee om te gaan. Daarvan zeggen wij: op het moment dat er burgerslachtoffers vallen in een missie waar Nederland aan bijdraagt, heeft Nederland daar ook een verantwoordelijkheid in.

De heer Tuinman (BBB):

Ik heb er respect voor dat de SP zaken altijd kritisch en tot op de bodem uitzoekt, maar ik heb daar wel een vraag over. Mevrouw Dobbe heeft het erover dat de niet-operationele steun voor Poseidon Archer eventueel zou moeten wegvallen of weg zou moeten gaan. Maar goed, het kabinet is heel duidelijk geweest: het is een liaisonofficier; die verbindt de zaken aan elkaar. Is mevrouw Dobbe het met mij eens dat er in een grote klotsbak, zijnde de Rode Zee, drie verschillende missieprofielen door elkaar heen varen en het in het belang is van onze Tromp, onze manschappen en onze missie dat we een liaisonofficier daadwerkelijk in die missie hebben zitten, zodat we de zaken kunnen scheiden en deconflicteren? Is zij het met mij eens dat als je die weghaalt en dan wel bijdraagt aan een andere missie, bijvoorbeeld de Aspides of Prosperity Guardian, daarmee het risicoprofiel van onze militairen alleen maar omhooggaat?

Mevrouw Dobbe (SP):

Ja, maar wij zijn helemaal niet voor de missie Poseidon Archer. Wij vinden dat die niet mag plaatsvinden omdat daar geen internationaal mandaat voor is, geen volkenrechtelijk mandaat. Omdat wij niet voor die missie zijn, zijn wij ook niet voor een inzet in die missie en ook niet voor een bijdrage van de Tromp op wat voor manier dan ook aan de uitvoering van Poseidon Archer.

De heer Paternotte (D66):

Mevrouw Dobbe pleit wel voor een VN-missie in de Rode Zee voor het beschermen van de schepen daar. Dat zouden wij ook heel goed vinden. Nu hebben de Houthi's alleen directe afspraken gemaakt met China en Rusland over het vrijwaren van hun schepen van aanvallen. We weten dat Rusland nauwe banden met Iran heeft en dat Iran de directe steunverlener is van de Houthi's, wat het überhaupt mogelijk maakt dat zij schepen bestoken. Hoe ziet mevrouw Dobbe, gegeven dat feit, het idee voor zich van een VN-missie, gemandateerd door onder andere landen die dat kunnen blokkeren, maar die daar helemaal geen belang bij hebben?

Mevrouw Dobbe (SP):

Nou, ik vind het goed als we dat in VN-verband proberen. Dat is namelijk nog helemaal niet geprobeerd. Er is een resolutie aangenomen op 10 januari. Op 11 januari vielen onder Poseidon Archer de bommen in Jemen. Er is dus helemaal nog niet serieus geprobeerd om binnen VN-verband te komen tot een gezamenlijke inzet om de Rode Zee te beschermen.

De heer Paternotte (D66):

Begrijp ik het dus goed dat als er in de VN-Veiligheidsraad een resolutie zou liggen die Poseidon Archer zou mandateren en Rusland dan wel China of beide dat zouden vetoën, de SP op dat moment wel zou openstaan voor een missie met het karakter van Poseidon Archer?

Mevrouw Dobbe (SP):

Nou, ik weet niet of de heer Paternotte mij daarover goed begrijpt. Op het moment dat je het hebt over een VN-missie, heb je het over een missie die door de Veiligheidsraad van de VN is goedgekeurd. Dat zouden wij goed vinden. Dan is er in ieder geval een internationaal volkenrechtelijk mandaat voor wat er nu gebeurt in Jemen onder Poseidon Archer. Dat is er nu niet. Daarom zijn wij niet voor Poseidon Archer. Wij zijn wel voor een missie die is geleid binnen de VN. Daar zouden deze missies kunnen samenkomen. Dat lijkt ons een heel goed idee. Ik ben het met de heer Paternotte eens dat het heel ingewikkeld is, maar er is nog niet eens geprobeerd om te komen tot overeenstemming. Volgens mij zijn er een heleboel gezamenlijke belangen, ook binnen de landen die zijn aangesloten bij de VN en de landen die een veto hebben, om een goede vrije doorgang te hebben in de Rode Zee.

De heer Paternotte (D66):

Mevrouw Dobbe legt nu uit wat een VN-missie is. Dat weten we. Dan stel ik toch nog de vraag: hoe realistisch acht zij het dat Rusland en China zo'n VN-mandaat mogelijk zouden maken? Op basis van het feit dat die landen directe afspraken hebben met de Houthi's, Iran een belangrijke bondgenoot is van Rusland en van genoeg recente ervaringen met pogingen in de Veiligheidsraad om dit soort stappen te nemen, lijkt dit mij een ingewikkelde route.

Mevrouw Dobbe (SP):

Ja, maar het is ook ingewikkeld gemaakt, natuurlijk. Want die afspraken worden gemaakt omdat er in VN-verband nu niks gebeurt, omdat er onder VS-vlag één dag na het aannemen van de resolutie in de VN al bombardementen onder Poseidon Archer plaatsvonden. Ik zou dus zeggen: laten we het een keer proberen.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer De Roon van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter, dank u wel. In de afgelopen zeventien jaar dat ik in de Kamer zit, heb ik natuurlijk al heel wat artikel 100-brieven voorbij zien komen. De PVV steunde veel van die brieven uiteindelijk niet, om allerlei redenen, maar ik moet zeggen dat wij wél te spreken zijn over de brief waar wij vandaag over spreken en over de missie die daarin wordt bepleit en wordt voorgestaan. De Houthibeweging is namelijk een beweging die zich bezighoudt met ernstige misdrijven, terroristische misdrijven, en die vooral ook een aanslag pleegt op het principe van de vrije zee, de mare liberum, dat al eeuwenlang een centraal gegeven is in onze cultuur en in onze buitenlandse politiek.

We hebben een marine opgericht die juist daarvoor inzetbaar moet zijn. Dat is een van de basisredenen waarom we überhaupt een marine hebben. Als we daar nu onze marine niet voor willen inzetten, als we dat nu niet doen, dan laten we ons eigenlijk van onze zwakke kant zien. In de regio waar we over spreken, word je voor laf aangezien als je geslagen wordt en niet terugslaat. Dan zien ze je als zwak en nemen ze je niet serieus. Dat moet je gewoon niet willen hebben, uiteindelijk.

De regering — niet alleen onze regering, maar ook andere westerse regeringen — heeft zich ervoor ingezet om langs diplomatieke weg een einde te maken aan de Houthiterreur die wordt uitgeoefend op de scheepvaart in de Rode Zee. Dat is niet gelukt. Dan moet je gewoon zeggen: die terreur moet stoppen en als het niet goedschiks kan, dan moet het maar kwaadschiks. Daar hebben we onze marine voor en die kan daarvoor nu dus worden ingezet.

Mede vanwege de betrokkenheid van een land als Iran vindt de PVV het van groot belang om een krachtig signaal af te geven. Mijn fractie staat daarom achter het kabinetsbesluit om de Tromp deel te laten nemen aan de Amerikaanse Operatie Prosperity Guardian, overigens niet alleen als signaal aan Iran, maar uiteraard ook als signaal aan onze trouwe bondgenoten, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Zij halen ook nu weer allerlei kastanjes voor ons uit het vuur door Houthidoelen in Jemen aan te vallen; aanvallen die noodzakelijk zijn om opslagplaatsen en lanceerinstallaties van de terroristen te vernietigen.

Ik moet zeggen dat de woorden die de heer Tuinman net uitsprak en die hij trouwens ook gisteravond in het debat al uitspraak over zijn wens om de Tromp ook in te kunnen zetten voor verdedigende aanvallen op land, als dat nodig is, dus ter verdediging, me echt uit het hart gegrepen zijn. Het zit er nu niet in en we gaan het vanavond ook niet voor elkaar krijgen dat dat verandert, maar ik begrijp het wel en ik kan mij volledig vinden in die gedachte, moet ik zeggen. Hoe dan ook, we staan volledig achter de inzet van de Tromp. Het is ook heel goed dat dat kan in het kader van een vaarplan dat er sowieso al was. Daar past het heel mooi in.

Tot slot wil ik nog zeggen dat wij de commandant van het schip uiteraard alle wijsheid en inzicht toewensen die nodig zijn om deze taken goed te kunnen volbrengen. Wij wensen het schip en de bemanning alle veiligheid en een behouden terugkeer toe.

Dank u zeer, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors tien minuten en dan gaan we luisteren naar beide bewindspersonen.

De vergadering wordt van 20.57 uur tot 21.07 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de leden bedanken voor het intensieve en goede debat dat we de afgelopen dagen hebben gehad. Van mijn kant en natuurlijk ook van de minister van Defensie waardering voor de zorgvuldige wijze waarop de Kamer altijd artikel 100-brieven oppakt.

Het is een feit dat we onze mannen en vrouwen naar gevaarlijke gebieden toe sturen, waarbij je niet op voorhand weet of iedereen een behouden vaart heeft. Mensen zien nu een plenaire afronding, maar dit is allang begonnen met een technische briefing, met feitelijke vragen, met daarna nog eens kijken wat daarin staat. Dat mondt uit in twee verschillende debatten. Het is ook belangrijk dat dat zo gebeurt, want de verantwoordelijkheid die je als kabinet hebt omdat je mensen uitzendt, drukt ook op de schouders van Kamerleden op het moment dat ze steun uitspreken voor een missie. Daarom waardeer ik ook heel erg de gewoonte in deze Kamer, of men nu wel of niet voor een missie is, om altijd aan te geven dat de mannen en vrouwen die het gevaarlijke werk gaan doen, gesteund worden en dat hun thuisfront gesteund wordt.

Waarom is deze missie zo belangrijk? De leden hebben dat allemaal overduidelijk vermeld. Het gaat hier om de Houthi's, die commerciële schepen en marineschepen aanvallen met drones, met raketten, en schepen gijzelen, zoals mevrouw Piri zei. Er is een gegijzeld schip met 25 leden bemanning, die nog steeds gewoon afgesloten zijn en in die hele zware situatie zitten. Er zijn de eerste beschietingen van schepen waarna mensen overleden zijn. Je hebt een belangrijke verantwoordelijkheid in het internationale recht voor een behouden en vrije doorvaart. Daar staat Nederland ook voor. Zoals meneer Brekelmans zei, zijn wij als Nederland de zesde maritieme natie. Dat brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee om dan ook onze stappen daarin te zetten die noodzakelijk zijn, zoals de heer De Roon ook aangaf. Het gaat hier dus om een missie om de vrije en veilige doorvaart in de Rode Zee te beschermen, om maritieme veiligheid terug te brengen en ondertussen ook mensenlevens te beschermen.

Maar er staan hier ook grote economische belangen op het spel. 30% van al het containervervoer gaat normaal gesproken door de Rode Zee heen. Dat is op dit moment niet het geval. 12% van de wereldhandel gaat door de Rode Zee heen. Het feit dat dat niet meer kan, betekent dat op dit moment veel schepen een veel langere reistijd tegemoet gaan, van tien tot twaalf dagen. Dat heeft gevolgen voor de prijzen van de goederen op die schepen, maar bijvoorbeeld ook voor het vervoer van graan dat mensen in arme landen nodig hebben om betaalbaar brood te krijgen.

Voorzitter. Eerst is natuurlijk geprobeerd om de Houthi's met diplomatieke druk te overtuigen om te stoppen met hun aanvallen. Daar is in het debat ook goed op ingegaan. Dat is niet gelukt. Er is zelfs een resolutie aangenomen in de Veiligheidsraad die ook opriep tot het stoppen met die gewelddadige aanvallen. Dat is niet gelukt. Daarom is er nu een stap gezet — dat hebben we al eerder gedaan — om een aantal missies te steunen. Nu gaat het dus om de Tromp, die een belangrijke bijdrage kan leveren aan de veiligheid en de vrije doorvaart in de Rode Zee.

Voorzitter. Voordat ik nog een aantal vragen beantwoord, heb ik een aantal moties. Ik zal de eerste drie moties doen. De minister van Defensie doet de vierde motie.

De motie van de heer Van Baarle op stuk nr. 474 ontraad ik, want die motie roept ertoe op om niet deze missie-inzet te doen.

De motie op stuk nr. 475 vraagt om de deelname aan Poseidon Archer te staken. Ik zeg nogmaals tegen mevrouw Dobbe dat hier zeker een internationaalrechtelijke basis onder zit. Dat is het recht op zelfverdediging. Het kabinet is voornemens om op 31 mei of daarvoor de overweging te maken of we wel of niet de missie blijven steunen, maar we gaan die niet op dit moment al stoppen. Deze datum heb ik al wel aan de Kamer gecommuniceerd.

De motie op stuk nr. 476 gaat over de VN-missie. Daarvan wil ik ook heel duidelijk zeggen dat er een rechtsgrondslag van het recht op zelfverdediging zit in de defensieve missie, maar ook in de offensieve missie van Poseidon Archer. Die is er dus. Ook hebben we het VN-Zeerechtverdrag, waarin natuurlijk de vrijheid van navigatie en de vrijheid van veilige doorvaart staan. Er zijn dus belangrijke juridische onderbouwingen voor deze inzetten. Dat betekent op dit moment dat ik me niet ga inzetten om een VN-missie voor elkaar te krijgen. We hebben juist onze volle inzet gegeven om met Aspides de missie samen met de EU-landen voor elkaar te krijgen. Wij ontraden deze motie dus. Nogmaals, er zit dus een mandaat onder. Het recht op zelfverdediging staat ook in artikel 51 van het VN-Handvest.

De voorzitter:

Ik wil ook uw oordeel over de motie op stuk nr. 475 nog even goed horen.

Minister Bruins Slot:

Ah, voorzitter, dat heb ik nog niet duidelijk genoeg gezegd. Ik ontraad die motie, want het gaat om directe beëindiging van de bijdrage. We hebben de Kamer al eerder gecommuniceerd dat we dat in ieder geval voor 31 mei 2025 zullen wegen. Dus deze motie ontraad ik.

De motie op stuk nr. 476 ontraad ik ook.

Voorzitter. Dan is er nog een aantal vragen gesteld. Ik ben het eens met de heer Dassen. Het internationale recht geldt voor iedereen. Er is geen onderscheid. Dat betekent ook dat we nu verantwoordelijkheid nemen wat betreft de missie op de Rode Zee.

Er is door de heer Dassen ook gevraagd naar duidelijkheid over de inzet van de Karel Doorman. Wij zullen de Kamer zo snel mogelijk nadere informatie verstrekken over de Karel Doorman, waarbij we inderdaad kijken naar de missie Aspides.

Mevrouw Piri vroeg of wij van plan zijn om de coalitie OPG te verbreden. Het zal in ieder geval mijn inzet zijn om, als we landen kunnen motiveren om dat te doen, dat zeker niet na te laten. Over het algemeen ben ik ervan overtuigd: hoe breder de basis, hoe beter het kan zijn. Belangrijk is wel dat beide missies — Aspides en Operatie Prosperity Guardian — complementair aan elkaar zijn. Dat is ook van belang.

Voorzitter. Iran vormt inderdaad een groot gevaar, zoals onder anderen de heer Ceder, de heer De Roon en de heer Brekelmans hebben aangegeven. Dat betekent dat we actief bezig zijn om de steun die Iran geeft aan de Houthi's, onder andere met wapens, zo effectief mogelijk te raken en ervoor te zorgen dat die levensader doorgesneden wordt. Het is wel goed om te zeggen dat Iran de Houthi's geen opdracht kan geven om bepaalde handelingen te verrichten. De Houthi's zijn behoorlijk autonoom en maken hun eigen afwegingen; ze volgen die adviezen niet altijd. We zetten ons nu in om het sanctieregime inzake de UAV's tegen Iran actief uit te breiden naar ballistische raketten. Dan wordt daar nog extra druk op gezet en wordt het nog lastiger om die raketten en andere zaken aan andere proxy's te leveren.

Voorzitter. Ik kom tot een afronding. Ik wil graag herhalen wat alle leden al hebben gezegd. Ik wil de mannen en de vrouwen van de Tromp een behouden vaart wensen en een veilige terugkeer, een goede missie. Ik wil het thuisfront ontzettend veel steun en kracht toewensen. Als je een mooi stevig thuisfront hebt, dan maakt dat voor degene die op uitzending is echt een groot verschil. De andere kant is dat het thuisfront echt zijn eigen missie heeft. Die mensen moeten een boel zaken zelf oppakken die ze normaal gesproken met elkaar doen. Ook hun wens ik dus succes.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de minister van Defensie.

Minister Ollongren:

Veel dank, voorzitter. En veel dank aan alle hier aanwezige woordvoerders voor de inderdaad zorgvuldige behandeling van deze artikel 100-procedure. Het is een procedure voor de inzet van onze militairen ter bevordering van de internationale rechtsorde. Dat zijn besluiten die nooit lichtzinnig kunnen en mogen worden genomen. Ik denk dat de Kamer er blijk van heeft gegeven om dat altijd heel serieus te nemen. Mijn dank gaat ook uit naar de professionaliteit van de bemanning van de Tromp. De CDS had vandaag nog contact met hen. Ik begrijp dat zij inmiddels het Suezkanaal zijn gepasseerd en dus de plaats van bestemming naderen.

Nederland zal met deze bijdrage een toevoeging leveren aan de landen die in coalitieverband zullen zorgen voor een veilige doorgang op de Rode Zee, op de Golf van Aden. Daarmee helpen we de maritieme veiligheid te bevorderen. Dat vinden we een Nederlands en een Europees belang. Het is een ontzettend belangrijke economische handelsroute. Het kabinet heeft inderdaad gekozen voor een complementaire inzet. Voor de Tromp bestaat die uit een bijdrage aan de internationale Operatie Prosperity Guardian, met associated support — excuses voor de Engelse termen — aan de Europese Operatie Aspides. Met de Karel Doorman wogen we het spiegelbeeld. U wordt daar zo snel mogelijk over bericht. Daar ging het debat gisteren ook over.

De missies versterken elkaar. Ze zien beide op het bevorderen van de veilige doorgang. Maar ze doen dat ieder op een andere manier. Onze keuze voor de Tromp is gemaakt vanuit de gedachte dat de missies complementair zullen zijn en dat de Tromp deze bijdrage levert vanuit de al eerder geplande missie in de Indo-Pacific. Dat is een zes maanden durende reis, die ook een belangrijk doel dient en ook gaat over vrije doorvaart en het belang daarvan in een ander deel van de wereld. Daar moeten we ook laten zien dat we niet alleen met Europa, Oekraïne en het Midden-Oosten bezig zijn, maar dat we wel degelijk ook oog hebben voor de geopolitieke spanningen in dat deel van de wereld. Het is ook belangrijk om dat te doen. We kunnen dat op deze manier combineren, door snel de inzet met de Tromp te plegen.

Daar komt bij — daar hebben we het gisteren ook uitvoerig over gehad — dat de capaciteiten van de Tromp, een luchtverdedigingsfregat, goed passen bij de opzet van de Operatie Prosperity Guardian. Het is een dynamisch beeld, met vele landen en vele verschillende capaciteiten, die elkaar moeten versterken en aanvullen.

Voorzitter. Ik denk dat de collega al heeft gezegd dat we natuurlijk in gesprek blijven met landen. Wij blijven zorgen voor complementariteit. We zien dat het over en weer leveren van deelname aan de een en steun aan de ander uiteindelijk zal leiden tot een grote mate van complementariteit, maar dat zal de praktijk moeten uitwijzen. De keuzes die landen hebben gemaakt, zullen in de praktijk tot versterking leiden.

Ik wil nog even terugkomen op het delen van informatie. Daar ging het gisteren over. Ik hecht eraan dat het heel duidelijk is voor de Kamer. Ik heb het over onze bijdrage van de Tromp aan de defensieve missie Prosperity Guardian, in samenwerking met de andere missie. Dat betekent dat de landen die deelnemen, eigenlijk een informatieparaplu met elkaar moeten hebben. De luchtverdedigingsparaplu is afhankelijk van hoe goed de informatie is. Informatie delen is cruciaal. De Tromp zal dan ook informatie delen met de partners en met CAOC. Dat betekent dat informatie, ook die afkomstig van de Tromp, uiteindelijk inderdaad beschikbaar is voor de drie missies, dus voor Prosperity Guardian, voor Aspides en voor Poseidon Archer. Dat betekent dat ik de toezegging die mevrouw Dobbe aan mij vroeg, niet kan doen. Het is niet de reden van onze missie. Het is ook niet de reden van het inzamelen van informatie. We delen die informatie wel. Dat betekent dat die ook gebruikt kan worden voor de andere missie; de missie waar wij wel steun aan verlenen in de vorm van niet-operationele inzet van een stafofficier.

Het andere punt waar ik nog op terug wil komen, is het punt van de munitie. De heer Kahraman van NSC vroeg daar net nog naar. Hij heeft gisteren ook zorgen uitgesproken naar aanleiding van berichten over een Duits fregat. Ik kan de berichtgeving daarover nog steeds niet bevestigen. Maar ik kan wel zeggen — dat heb ik gisteren ook gezegd — dat ons schip, de Tromp, beschikt over voldoende kwalitatief goede munitie en bewapening. Wat ik ook al heb gezegd, is dat de munitievoorraad voor deze missie voor nu voldoende is en natuurlijk ook steeds gemonitord wordt.

Voorzitter. Dan nog een enkele vraag die gesteld werd over de medische afvoer. We hebben gisteren ook gezegd dat bij maritiem optreden dit een punt is, omdat je vanwege het verplaatsen van het schip afhankelijk bent van wat er waar op welk moment gebeurt en waar je dan bent. Dus afstands- en tijdsfactoren spelen hierbij een rol, maar de medische keten kan als gesloten worden beschouwd als de Tromp zich binnen een helikopterafstand bevindt van een role 2- of role 3-medische faciliteit op zee of land. Daarvoor werken we met een aantal landen samen; met Saudi-Arabië, Oman en Egypte. De afspraken over de toegang tot de havens zijn helemaal rond. De afspraken over de toegang door de lucht bevinden zich in een afrondende fase, maar we hebben er wel vertrouwen in dat dat gaat lukken. Daar komt bij dat wij ook nog beschikken over de varende medische role 2-platformen op de Rode Zee, dus het Amerikaanse vliegdekschip en het Spaanse fregat. We weten ook dat we in noodgevallen aan boord van het Duitse fregat Hessen hele beperkte medische capaciteit tot onze beschikking hebben.

Er werd ook nog gevraagd naar Djibouti. Voor Aspides is er een SOFA opgesteld op het gebied van logistiek, maar ook voor medische ondersteuning. Bovendien hebben wij toestemming van de Fransen en de Verenigde Staten om gebruik te maken van de role 2-basisfaciliteiten in Djibouti. Dus met dat hele palet hebben we er vertrouwen in dat de commandant de juiste keuze kan maken en dat we de medische keten op die manier kunnen inrichten. Ik zeg daarmee niet dat er geen risico's zijn. Ik zeg daarbij ook dat de medische keten soms gesloten is en soms niet, maar we hebben er wel alles aan gedaan om in de verschillende modaliteiten en scenario's te weten hoe te handelen en hoe voor die medische afvoer zorg te kunnen dragen. Het is natuurlijk ongelofelijk belangrijk dat je daar alles aan gedaan hebt.

Voorzitter. Dan heb ik nog één motie waarover ik iets wil zeggen: de motie op stuk nr. 77. Mevrouw Dobbe vraagt hier om bij een vermoeden van burgerslachtoffers te rapporteren als Nederland erbij betrokken is. Ze noemt daarbij Poseidon Archer. Ik moet de motie ontraden. Mevrouw Dobbe weet dat ik zeer hecht aan transparantie over dit onderwerp, maar wij leveren aan deze operatie niet-operationele steun. Dat betekent dat als er een vermoeden zou zijn van burgerslachtoffers, het onderzoek daarover zou moeten worden uitgevoerd door degene die wel operationeel erbij betrokken is geweest, in dit geval de Verenigde Staten of het VK. Deze landen zullen in dat geval dus zelf een onderzoek openen. We hebben er overigens ook vertrouwen in dat zij dat zullen doen in voorkomend geval.

Voorzitter, tot slot. Nogmaals dank aan de Kamer. Ik vind het echt heel waardevol dat zich nu hele brede steun in de Kamer aftekent voor deze missie. Ik hecht er ook aan om vanaf deze plek de bemanning van de Tromp een behouden vaart te wensen en uiteraard een veilige terugkomst. Ik spreek nogmaals mijn grote dank uit aan de mensen aan boord en aan hun thuisfront. Ik wens hen alle sterkte en succes bij deze ontzettend belangrijke missie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit toch enigszins plechtige debat. Hartelijk dank aan de minister van Defensie en de minister van Buitenlandse Zaken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Namens alle Kamerleden wens ik ook onze militairen die worden uitgezonden een veilige missie en een behouden thuiskomst. Wij denken ook veel aan de familie thuis. Morgen stemmen wij over de moties.

Naar boven