7 Algemene Politieke Beschouwingen

Aan de orde is de voortzetting van de Algemene Politieke Beschouwingen.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van de Algemene Politieke Beschouwingen, de tweede termijn aan de kant van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Wilders van de PVV.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, dank u zeer. Ik zou willen beginnen met een woord van dank aan de premier voor de gegeven antwoorden, vooral voor de antwoorden over Pakistan en voor de inspanningen die hij ten aanzien van Pakistan op mijn verzoek gaat doen.

Ik ben wel zeer teleurgesteld over de keuzes van het kabinet op het gebied van zowel asiel als bestaanszekerheid. Wat asiel betreft is het inmiddels toch voor heel Nederland glashelder dat de Tunesiëdeal niet werkt. Een grotere puinhoop kan bijna niet. Lampedusa wordt met 60 bootjes per uur bestookt. Europa zelf is totaal machteloos om daar wat aan te doen en Nederland loopt totaal vol met gelukzoekers. Het enige wat werkt — ik heb er een halve eerste termijn aan besteed en zal het nu kort herhalen — is een nationale aanpak. Je bent dan van niemand afhankelijk: niet van dictators, niet van Eurocommissarissen. Je doet het gewoon zelf. Je sluit je grenzen en je voert een asielstop in. Daarover zal ik zo een motie indienen

Hetzelfde geldt eigenlijk voor de bestaanszekerheid. Het is heel erg teleurstellend wat het kabinet op dit punt doet. Voor het reces, en nadat het kabinet was gevallen, heeft de Kamer het kabinet in een motie van de SP en BBB een opdracht meegegeven. U kon dus doen wat u wilde, maar u deed bijna niets. Een schamele 2 miljard voor de koopkracht van Nederlanders kregen de Kamer en heel Nederland te horen en te zien. Tegelijkertijd gaat er volgend jaar wel 7 miljard extra naar asiel en migratie. In de kas zit er ongeveer 60 à 70 miljard euro voor stikstof en klimaat. Dat zijn onuitlegbare perverse keuzes.

Mijn partij, de PVV, wil het precies andersom doen. Wij willen Nederlanders weer op één zetten. Wij willen geen asielzoekers of links-liberale hobby's. Onze eigen mensen, die wij vertegenwoordigen, die ons hebben gekozen en die nu keihard in de steek worden gelaten, verdienen onze steun. Die zouden wij met veel meer dan die 2 miljard moeten steunen. Hun land is afgebroken. Hun land is volgepropt en hun portemonnee is geplunderd. Dat is totaal onacceptabel. De PVV wil Nederland teruggeven aan de Nederlanders. Ons geld, onze huizen, onze veiligheid, onze zorg, ons onderwijs: vooral en in de eerste plaats weer voor onze eigen mensen. Zo gek is dat toch niet?

Voorzitter. Op 22 november kan Nederland dat verschil maken. Alle Nederlanders die deze debatten hebben gevolgd, kunnen dan het verschil maken. Zij kunnen kiezen of zij doorgaan met de afbraak van alles wat hun dierbaar is of dat ze het gezond verstand laten winnen en Nederlanders weer op één zetten en, samen met de PVV, Nederland weer gaan opbouwen. Mijn partij is daar klaar voor.

Voorzitter. Ik kan dan afsluiten met een aantal moties. Ik heb niet alleen moties van mezelf, maar ik heb ook moties van collega's, van linker- tot rechterzijde van de Kamer, over asiel en koopkracht ondersteund, meegetekend, zoals de motie die mevrouw Hermans dadelijk namens haar partij, de VVD, zal indienen over accijnzen. Ook andere moties heb ik met plezier meegetekend om er in ieder geval voor te zorgen dat we nog een beetje meer kunnen doen dan die 2 miljard van het kabinet.

Voorzitter, dan nu mijn eigen moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een asielstop in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 6 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat boodschappen voor veel mensen onbetaalbaar zijn geworden;

verzoekt de regering vanaf 2024 de btw op boodschappen op nul te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 7 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de volledige IOAOW voor gepensioneerden te continueren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 8 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de energiebelasting op gas volgend jaar niet te verhogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wilders, Marijnissen, Den Haan, Van Baarle, Van der Plas en Van Haga.

Zij krijgt nr. 9 (36410).

De heer Wilders (PVV):

Dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om vanaf 2024 het kunstgebit weer volledig te vergoeden in het basispakket van de zorg door het schrappen van de eigen bijdrage,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wilders, Marijnissen, Den Haan, Ouwehand, Van Baarle, Pouw-Verweij, Van Haga, Klaver en Kuiken.

Zij krijgt nr. 10 (36410).

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, hier hoort een verhaal bij. Wij zijn in beginsel voor het weer terugbrengen van de tandartskosten in het basispakket. Maar omdat de tandarts nu niet is meeverzekerd, is het nu zo dat veel mensen niet naar de tandarts gaan en vaak gewoon hun tanden helemaal kwijtraken. Maar willen ze dan al hun tanden laten trekken, dan moeten ze dat zelf betalen, en geldt er ook nog een eigen bijdrage voor het kunstgebit. Dat is natuurlijk de wereld op zijn kop. Dit kost niet veel geld, iets van 50 miljoen. In de totale begroting is dat relatief verwaarloosbaar. Ik hoop dus dat het kabinet dit, met deze toch redelijk brede ondersteuning, wil steunen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering het eigen risico te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wilders, Marijnissen, Den Haan, Van Baarle en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 11 (36410).

De heer Wilders (PVV):

Dan, voorzitter, de wat grotere motie. Die van zonet ging over het kunstgebit. Deze gaat over de tandheelkunde in het algemeen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering vanaf volgend jaar de tandheelkundige zorg te vergoeden vanuit het basispakket,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wilders, Marijnissen, Den Haan, Ouwehand, Van Baarle, Pouw-Verweij, Van Haga, Klaver en Kuiken.

Zij krijgt nr. 12 (36410).

De heer Wilders (PVV):

Ten slotte het volgende, voorzitter. Ik heb het de minister-president al gevraagd. Ik heb ook zelf geprobeerd om in de camera aan de koning zelf een oproep te doen, in alle beleefdheid maar niet minder dringend, om af te zien van de salarisverhoging van €55.000 die hij krijgt, waardoor hij op een salaris van ruim 1 miljoen euro uitkomt, terwijl heel veel Nederlanders het moeilijk hebben. Ik probeer het ook nog een keer via deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de minister-president de koning te vragen af te zien van zijn salarisverhoging van €55.000 per 2024,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 13 (36410).

De heer Wilders (PVV):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan mevrouw Hermans, VVD.

Mevrouw Hermans (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan het kabinet, en in het bijzonder dank aan de premier voor zijn beantwoording in wat vermoedelijk zijn laatste Algemene Politieke Beschouwingen zijn. Dank ook aan de collega's voor een goed inhoudelijk debat. Daar ben ik blij om, want — ik kan het niet vaak genoeg zeggen — dat is waarom wij hier zitten, wat mensen in het land van ons mogen verwachten: dat we met oplossingen komen voor problemen waar mensen tegen aanlopen. Ik heb veel collega's gehoord die serieuze voorstellen hebben gedaan om het leven van mensen thuis het komende jaar iets betaalbaarder te maken. Bij veel mensen thuis, en als gevolg daarvan ook breed in deze Kamer, leven zorgen over de koopkracht. Mensen vragen zich af of ze hun rekeningen wel kunnen blijven betalen. Die zorgen leven niet alleen bij de laagste inkomens, maar vooral ook bij de middengroepen: mensen met een heel normaal salaris, politieagenten, verplegers, leraren of gewoon mkb'ers, die de vaste lasten zien stijgen.

Voorzitter. Ik ben in mijn eerste termijn ingegaan op de kosten die deze mensen hebben om naar hun werk of familie te gaan en op de stijgende brandstofprijzen. Mijn fractie vindt dat we daar iets aan moeten doen, in elk geval voor komend jaar. Ik merk dat die zorg breed gedeeld wordt in de Kamer en daar ben ik blij om, maar ik heb — dat is denk ik ook heel terecht — ook andere zorgen gehoord. Zo noemde collega Bontenbal de zorgen over de energierekening en zo noemden mevrouw Marijnissen en mevrouw Bikker de zorgen over de kosten van het openbaar vervoer. Die zorgen zijn terecht en worden ook gedeeld door mijn fractie.

Daarom vind ik dat we een aanvullende stap moeten zetten, in het bijzonder voor die groep die niet in aanmerking komt voor toeslagen en tegemoetkomingen, want ik maak me er zorgen over dat we die groep vergeten. Juist ook voor hen wil ik de vaste lasten iets omlaag brengen, zodat dat beklemmende gevoel over de vraag of je de rekeningen aan het eind van de maand nog kunt betalen, wat minder wordt. Ik wil hun tegemoetkomen in de hoge kosten van brandstof en accijnzen, maar ook in de energiebelasting en de kosten van het openbaar vervoer.

Voorzitter. Collega Bikker zal straks een motie indienen over de kosten van het openbaar vervoer en het beperken van de kostenstijging daar. Mijn fractie zal die motie zeker steunen. Ik denk dat dat een belangrijke stap is om mensen te helpen met het betalen van hun rekeningen.

Voorzitter. Zelf verzoek ik het kabinet, samen met een heel aantal collega's, om te zorgen dat de auto ook volgend jaar betaalbaar blijft en om de kostenstijging, die anders op 1 januari voor ons zou staan, in elk geval voor komend jaar te voorkomen.

Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel mensen met een laag inkomen als middengroepen zich zorgen maken over de vaste lasten en hun koopkracht;

overwegende dat het kabinet al een koopkrachtpakket aangekondigd heeft, maar meer maatregelen noodzakelijk zijn om de zorgen te verminderen;

verzoekt de regering te voorkomen dat de benzine- en dieselaccijnzen in 2024 stijgen, door het met een jaar verlengen van de huidige korting en het eenmalig niet indexeren van de accijnzen;

verzoekt de regering de energiebelasting voor huishoudens te verlagen met 200 miljoen structureel;

verzoekt de regering deze noodzakelijke koopkrachtplannen te financieren uit de incidentele en structurele middelen van de aanvullende post, uitgezonderd Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en uit meeropbrengsten in de aardgasbaten, en indien nodig resterende middelen te halen uit het Nationaal Groeifonds,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hermans, Marijnissen, Bikker, Den Haan, Van Haga, Van Baarle, Wilders, Eerdmans, Van der Plas, Omtzigt en Stoffer.

Zij krijgt nr. 14 (36410).

De heer Bontenbal (CDA):

Mijn fractie staat sympathiek tegenover die accijnsverlaging, mede vanwege de grenseffecten en de grote verschillen met Duitsland en België. Sommige mensen moeten immers elke dag naar hun werk terwijl ze misschien niet de mogelijkheid hebben om het ov te pakken. Hoeveel ruimte zit er bij mevrouw Hermans om zowel in de maatvoering als in de dekking wat te doen? Want de dekking via het Groeifonds vinden we niet zo heel fraai, al snap ik wel dat zij het zo doet. Hoeveel ruimte zit er nog om daar de komende dagen, in aanloop naar de AFB — want ik denk dat u het in amendementen gaat versleutelen — nog iets aan te doen of daar met andere partijen over na te denken?

Mevrouw Hermans (VVD):

Er zitten twee elementen in de vraag van de heer Bontenbal. Over de maatvoering ben ik heel duidelijk in de motie, die medeondertekend is door een heel aantal collega's. Het gaat echt over de accijns op benzine en diesel, de indexatie en het terugdraaien van de eerdere korting. Daarop is de inzet zoals die in de motie staat. Voor de dekking geef ik niet voor niets een aantal verschillende opties aan. Ik vind het belangrijk dat daar in aanloop naar de AFB en het maken van het amendement goed naar gekeken wordt. Dat zal wat mij betreft in overleg tussen de financieel woordvoerders op een evenwichtige manier vormgegeven kunnen worden.

De voorzitter:

De heer Van Baarle van DENK, en dan de heer Klaver.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik heb de motie medeondertekend omdat wij het principe van de motie van harte onderschrijven. Fijn dat we samen kunnen optrekken om de auto betaalbaar te houden in Nederland. Er wordt dekking gevonden in de aanvullende post. Voor de interpretatie van de motie wil ik mevrouw Hermans graag vragen of het wat dat betreft, in aanloop naar het amendement, een gedeeld streven is dat in ieder geval OCW-projecten voor kansengelijkheid in het onderwijs en voor goede onderwijskwaliteit, maar ook projecten die raken aan een thema als antidiscriminatie, dat voor ons van belang is, hier niet onder te lijden zullen hebben.

Mevrouw Hermans (VVD):

De onderwerpen die de heer Van Baarle noemt, zijn natuurlijk belangrijk. Daar loopt een heleboel op en is een heleboel in gang gezet. Die projecten komen ook niet onder druk te staan. Ik denk dat ook dit element, het maken van het amendement, straks in aanloop naar de AFB op een goede manier kan worden afgestemd tussen de financieel woordvoerders.

De heer Klaver (GroenLinks):

Als ik hoor wat er allemaal uitgezonderd wordt op de aanvullende post, dan ben ik heel benieuwd naar hoeveel geld daar nog te halen valt. Mijn punt gaat over het Groeifonds. We kunnen van mening verschillen over de vraag of je iets moet doen aan de accijnzen of niet, maar daar wil ik het nu eigenlijk niet over hebben. Nu gaat het voor mij over de dekking. We hebben hier met elkaar nog niet zo heel lang geleden het volgende gezegd. Er komt een Wopke-Wiebes-fonds; zo noemden we het toen nog. We gaan investeren in het groeivermogen van Nederland, de verdiencapaciteit van Nederland. Daar heb ik de premier net ook over gehoord. Omdat politici onbetrouwbaar zijn, omdat ze zich niet aan afspraken weten te houden, gaan we dat nu in een fonds zetten. Daar zetten we een hek omheen. Dat zetten we een beetje op afstand van de politiek. En we investeren in die zaken die misschien niet altijd sexy zijn of politieke topprioriteit hebben, maar die voor de langere termijn van belang zijn voor Nederland. Vorig jaar is het al verworden tot een grabbelton. Toen werd geld eruit gehaald om de Westerscheldetunnel te betalen, om de tol eraf te halen. Nu wordt nog een keer geld eruit gehaald om de accijnsverlagingen te betalen. Hoe kan het nou dat de VVD, de partij van ondernemers, van innovatie, zegt: het is eigenlijk best een goed idee dat we dit fonds plunderen?

Mevrouw Hermans (VVD):

De verdiencapaciteit, het verdienvermogen van Nederland is een heel belangrijk onderwerp, net als de betaalbaarheid, de kosten, de verstapeling van de vaste lasten die we nu zien voor heel veel mensen in Nederland. Als je daar een voorstel voor doet zoals wij doen om de verhoging van de kosten, van de benzineprijzen en de dieselprijzen, niet door te laten gaan, vind ik dat je dat op een nette manier moet dekken en daar geld voor moet vinden. Dan komt er een dilemma — dat ben ik met u eens — want het Groeifonds dient in zichzelf een goed doel. Een alternatief is dat je de lasten verhoogt voor ondernemers. Ik geloof dat er straks nog een voorstel komt van onder anderen u waarin weer een flinke, fikse lastenverzwaring zit voor ondernemers. Dat is een lastenverzwaring op geld dat ondernemers nu hebben, dat ze nu verdienen. Dit geld uit het Groeifonds is nog niet aan hen toegekend; het is nog niet besteed. Als ik dan een keus moet maken, ook al is het een dilemma, maak ik een keus om wat van dat geld te gebruiken om de vaste lasten een beetje naar beneden te brengen voor al die huishoudens, al die mensen in Nederland die de auto elke dag keihard nodig hebben om naar hun werk te gaan of voor hun werk te gebruiken, om kinderen naar school of naar de sportclub te brengen.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dit is toch echt vreemd. We hebben straks inderdaad een voorstel om de inkoop van eigen aandelen door bedrijven aan te pakken. Dat is geld brengen naar de aandeelhouders. Dat is geld dat niet wordt geïnvesteerd in innovatie of dat soort zaken. Het Groeifonds is juist bedoeld voor al die zaken waar bedrijven nog niet in willen investeren, die te risicovol zijn, maar waarvan we zeggen: het is van zo grote waarde voor de Nederlandse samenleving en voor de economie om daarin te investeren. Maar mijn punt is veel belangrijker. Kunnen mensen in Nederland ervan op aan dat als wij zeggen ... Ik geloof dat het drie jaar geleden was dat we hier in de Kamer hebben gezegd: we maken een pot met geld en dat gaan we gebruiken om te investeren in de toekomst. Maar binnen drie jaar tijd werd twee keer geld eruit gehaald. Dat laat toch zien hoe onbetrouwbaar de politiek is? Ik heb het fonds niet bedacht. Het was uw eigen staatssecretaris of minister die dit toen heeft bedacht. Ik had er twijfels bij, maar uiteindelijk zijn wij meegegaan. Het komt niet in mijn hoofd op om dat als dekking te gebruiken. Het gaat over de toekomst van Nederland. En we hebben met elkaar bedacht, met een grote meerderheid: we moeten geld apart zetten, zodat politici er niet in gaan graaien. Dat brengt mij er tot slot toe dat ik denk: schaf het fonds dan maar helemaal af. Als dit gewoon een grabbelton wordt om er bij iedere Politieke Beschouwingen opnieuw een beetje geld uit te halen, schaf het dan maar af en voeg het toe aan de algemene middelen. Want op deze manier heb je er niks aan.

Mevrouw Hermans (VVD):

Uit het fonds is inmiddels zo'n 11 miljard besteed voor innovatieve projecten. Mogelijk gaat een deel van het geld dat ik noemde nu ook naar andere opties om deze accijnsverlagingen of het tegengaan van deze kostenverhogingen te betalen. Er gaat dus mogelijk nog een deel uit, maar dan blijft er nog steeds geld beschikbaar. Het voorstel dat u straks gaat doen, gaat een enorme druk leggen op de verdiencapaciteit hier, omdat het een heel groot effect gaat hebben op die bedrijven die hier beursgenoteerd zijn.

De heer Paternotte (D66):

Ik heb net als de heer Klaver een vraag over de dekking, het Groeifonds. Over de accijnsverlagingen hebben we volgens mij duidelijk laten weten hoe we daarnaar kijken. Het Groeifonds heeft de laatste jaren een beetje als bijnaam het "graaifonds" gekregen. Dat is natuurlijk juist vanwege dit soort bewegingen. Ik vond het juist zo mooi dat mevrouw Hermans de koning citeerde en zei: je moet het natuurlijk eerst verdienen voordat je het kan verdelen. Erkent zij dat als je een greep doet uit het Groeifonds, dat bedoeld is voor innovatie, investeringen en verdienvermogen, en je dat uitgeeft aan de benzineaccijns, je het omgekeerde doet?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik schetste net het dilemma. Als je iets wil doen tegen de stijgende lasten en de oplopende rekeningen, waar mensen en ondernemers in Nederland mee te maken hebben, dan zoek je daar een dekking bij. Iets met iets anders betalen doet altijd ergens pijn. Dan moet je een keuze maken. Ik kan de lasten voor ondernemers structureel verhogen, maar wij maken de keuze om dat niet te doen. Wij kiezen ervoor om geld dat nog niet besteed is, dat nog niet aan projecten is toegekend, hiervoor te gebruiken. Ik vind dit belangrijk voor al die mensen die de rekening zien oplopen als ze vanaf januari bij het benzinestation staan, voor al die mensen en ondernemers die elke dag afhankelijk zijn van de auto of het bestelbusje om hun werk te kunnen doen, om naar het werk te gaan of om de kinderen naar school te brengen; ik val in herhaling. Wij maken nu de keuze om hun beklemmende gevoel aan het eind van de maand iets minder te maken.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Paternotte (D66):

Dan nog over de andere dekking, de aanvullende post. Ik hoorde net ook al DENK, ook onderdeel van de coalitie die deze motie ondersteunt, aangeven dat het niet ten koste moet gaan van kansengelijkheid. Dat is ook een vraag die ik heb: kan mevrouw Hermans garanderen dat het niet ten koste gaat van kansengelijkheid en investeringen in klimaatbeleid, het aanpakken van de klimaatcrisis, dus dat het niet ten koste gaat van onderwijs of klimaat?

Mevrouw Hermans (VVD):

Het Klimaatfonds is hiervan helemaal uitgezonderd. Dat heb ik gisteren ook al gezegd in antwoord op een van de interrupties, namelijk dat dat niet het fonds is waarnaar wij kijken om het terugdraaien van deze kostenverhoging te financieren. Wat ik net in reactie op de heer Van Baarle zei, zeg ik nu ook tegen de heer Paternotte: als wij in aanloop naar de Algemene Financiële Beschouwingen of het Belastingplan het amendement gaan maken dat dit moet regelen, dan vind ik dat we met elkaar goed moeten bekijken hoe we ervoor zorgen dat we er geen lopende projecten mee schaden, zoals een belangrijk onderwerp als het bestrijden van discriminatie. De heer Van Baarle noemde ook kansengelijkheid en u noemt dat onderwerp ook. Dat is ook helemaal niet de bedoeling.

Voorzitter. Ik heb gisteren hier in de Kamer meer voorstellen gehoord die ik best interessant en ook noodzakelijk vind, maar mijn fractie vindt dat de rekening daarvan niet moet worden doorgeschoven naar ondernemers of andere middengroepen. Als dat er onderdeel van is, zal mijn fractie die voorstellen niet steunen.

Voorzitter. Over migratie is gisteren veel gezegd. Het is een onderwerp waarvan wij gezegd hebben: dat kan niet wachten tot 22 november; waar het kabinet kan doorgaan, moet dat doorgaan. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland te maken heeft met migratiestromen die de draagkracht van onze samenleving overstijgen en dat het aanpakken van de problemen die daar een gevolg van zijn geen uitstel moet oplopen;

verzoekt de regering onverminderd werk te blijven maken van het krijgen van meer grip op asiel-, arbeids- en studiemigratie door:

  • -op asielmigratie in Europees verband te blijven inzetten op versteviging van de buitengrensbewaking, naleving van de Dublinafspraken, een meer geharmoniseerd asiel- en migratiestelsel en gedegen migratieafspraken met de landen om Europa heen;

  • -op arbeidsmigratie door te gaan met de ingezette versteviging van de capaciteit van de Arbeidsinspectie, zo snel mogelijk het deskundigheidsvereiste in de 30%-regeling aan te scherpen zodat die beter aansluit bij de behoeften van de economie en arbeidsmarkt, te verkennen hoe een opleidingseis voor de toelating van arbeidsmigranten van buiten de EU hier eveneens aan kan bijdragen;

  • -op studiemigratie de Wet internationalisering in balans nog dit jaar naar de Kamer te sturen, te handhaven op het gebruik van de Nederlandse taal in het hoger onderwijs en binnen de EU afspraken te maken om hogere eisen te stellen aan het recht op studiefinanciering voor EER-studenten, waaronder een voorstel te doen waardoor de vereiste om als migrerend werknemer gekwalificeerd te worden hoger komt te liggen dan op 6 tot 8 uur per week, en een wachttijd mogelijk wordt voor de toekenning van een beurs en anticumulatieregels van toepassing kunnen zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hermans en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 15 (36410).

De heer Bontenbal (CDA):

Ik wil toch opmerken dat dit een heel verhaal is over wat er met migratie moet gebeuren, terwijl het kabinet daar nou juist op geklapt is. Ik zou dan zeggen: waarom hebben we het kabinet laten klappen, want dit had u toch gewoon nog in dit kabinet kunnen organiseren?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik heb gisteren over dit onderwerp gezegd — collega Omtzigt heeft daar ook opmerkingen over gemaakt — dat er elementen in zitten waar we niet mee kunnen wachten. Op het punt van asielmigratie heb ik een aantal Europese elementen en bewust geen nationaal beleid genoemd, want daar is het inderdaad misgegaan. Op het punt van studiemigratie heb ik gekeken naar wat er nu al in het wetsvoorstel van het kabinet zit. Op het punt van arbeidsmigratie heb ik naar elementen gekeken die ook in de brief van het demissionaire kabinet stonden die naar de Kamer is gestuurd.

Voorzitter. Ik hoop dat er snel na de verkiezingen een nieuw kabinet zit, zodat we snel aan de slag kunnen met de fundamentele vraagstukken om ervoor te zorgen dat het leven betaalbaar blijft voor de laagste inkomens, maar zeker ook voor werkenden en middengroepen. Ik hoop dat het nieuwe kabinet die opdracht met beide handen aanpakt en met oplossingen komt. Mijn partij zal zich daar in elk geval maximaal voor inzetten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Hermans. Dan geef ik het woord aan mevrouw Marijnissen, SP.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Dank, voorzitter. De kosten voor mensen moeten omlaag. Daarom zijn wij heel blij dat het gelukt is om met verschillende partijen hier meerderheden te vinden om dat in ieder geval op het gebied van vervoer te doen. We vinden dat vervoer betaalbaar moet zijn. Dat geldt zowel voor de auto als voor het openbaar vervoer. Wel heb ik met verbazing naar sommige discussies daarover geluisterd, alsof daartussen een tegenstelling zou zijn, terwijl naar ons idee de praktijk voor heel veel mensen toch is dat ze de auto nodig hebben om naar het werk te gaan of om familie en vrienden te bezoeken óf dat ze afhankelijk zijn van het openbaar vervoer. Op beide plekken zie je gewoon dat de kosten onwijs toenemen of dreigen toe te nemen. Daarom is het mooi dat het gelukt is om een meerderheid in deze Kamer te krijgen om de accijnsverhoging op brandstof alsook de prijsstijging in het openbaar vervoer in ieder geval te schrappen.

Voorzitter. Dan de energierekening. Ook daar lukte het om een meerderheid te vinden om toch te kijken of we die energierekening voor mensen nog verder omlaag kunnen brengen. Want dat is hartstikke hard nodig. Ook in de discussie rondom de belasting op gas geldt: het is nu absoluut niet voor iedereen weggelegd om een warmtepomp te hebben of om op een andere manier daarnaar te kijken. Het is hartstikke mooi als we daar in de toekomst naartoe kunnen gaan, maar dit is de realiteit van de mensen van vandaag de dag. Mensen kunnen hun energierekening niet meer betalen, dus is het mooi dat we daar iets aan kunnen doen.

Voorzitter. Dan de zorg. Ik heb een belangrijke motie over ziekenhuizen, die nu op veel plekken gesloten worden of waarvan onderdelen gesloten dreigen te worden. Zaterdag is er weer een grote actie in Heerlen, waar dat ook speelt. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat behoud van regionale ziekenhuizen belangrijk is voor het leveren van basiszorg en reguliere acute zorg;

overwegende dat de huidige financiering van betaling per behandeling perverse prikkels heeft welke leidt tot financiële druk op regionale ziekenhuizen;

verzoekt het demissionaire kabinet stappen te zetten om ziekenhuizen meer te financieren op basis van zorgbehoefte, zoals populatiebekostiging;

verzoekt het demissionaire kabinet daarnaast stappen te zetten om de spoedeisende zorg meer te financieren op basis van beschikbaarheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marijnissen en Bontenbal.

Zij krijgt nr. 16 (36410).

Mevrouw Marijnissen (SP):

Voorzitter. De bezuinigingen op de ouderenzorg zijn deels van tafel, maar deels ook niet. Het andere deel moet ook van tafel wat de SP betreft, want de tekorten zijn nu al enorm. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wlz-kaderbrief door de Tweede Kamer controversieel verklaard is;

constaterende dat dit demissionaire kabinet er toch voor kiest om in 2024 233 miljoen te bezuinigen op de ouderenzorg;

verzoekt het demissionaire kabinet om ook deze bezuinigingen op de ouderenzorg niet door te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Marijnissen.

Zij krijgt nr. 17 (36410).

Mevrouw Marijnissen (SP):

En we vinden dat er niet bezuinigd maar juist geïnvesteerd moet worden in onze ouderenzorg. Daarom nog een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat dit kabinet het maximale aantal verpleeghuisplekken niet wil uitbreiden, ondanks toenemende vergrijzing en groeiende wachtlijsten;

overwegende dat mensen nu al noodgedwongen thuis moeten blijven wonen, terwijl dat niet meer gaat;

verzoekt de regering om de bevriezing op het maximale aantal verpleeghuisplekken los te laten en 600 miljoen extra te investeren in verpleeghuisplekken en dit te betalen door het verminderen van externe inhuur bij de overheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marijnissen en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 18 (36410).

Mevrouw Marijnissen (SP):

De private equity heeft wat ons betreft niets te zoeken in de zorg. Daarom komen wij tot de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invloed van private equity binnen de huisartsenzorg steeds groter wordt, met als gevolg een verslechterde arts-patiëntrelatie en stijgende zorgkosten;

van mening dat geld voor huisartsenzorg in de huisartsenzorg moet blijven;

verzoekt de regering in het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders de noodzakelijke stappen te zetten die ervoor zorgen dat binnen de huisartsenzorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de huisartsenzorg naar derden verdwijnt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marijnissen en Bikker.

Zij krijgt nr. 19 (36410).

Mevrouw Marijnissen (SP):

Voorzitter. Ik heb een pleidooi gehouden om wat te doen voor de kinderen die helaas nog steeds in armoede leven. Ons voorstel is dat wij een deel van de riante salarissen die wij als Tweede Kamerleden hebben, inleveren, zodat wij voor deze kinderen iets moois kunnen doen. Daarom komen wij tot de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een Kamerlid €124.000 verdient per jaar exclusief onkostenvergoedingen;

constaterende dat er dit jaar 200.000 kinderen in armoede leven;

spreekt uit dat de salarissen van Tweede Kamerleden met 30% verlaagd worden zodat dit geld gebruikt kan worden om dit jaar kinderen in armoede met de feestdagen een cadeau te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Marijnissen.

Zij krijgt nr. 20 (36410).

Mevrouw Marijnissen (SP):

Voorzitter. Tot slot heb ik een motie over het toeslagenschandaal, omdat dat voor veel te veel mensen nog steeds niet is opgelost. Ondertussen zien we de berichten toenemen over de kosten die het met zich meebrengt om dat uit te voeren. Ondertussen verdwalen mensen in allerlei nieuwe regelingen die worden aangekondigd. Mensen wachten nog steeds op rechtvaardigheid, om hun leven weer terug te krijgen of weer op te kunnen gaan bouwen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de hersteloperatie inmiddels 7,1 miljard euro kost, er circa 2.300 medewerkers betrokken zijn en herstel nog jaren gaat duren;

overwegende dat voor een deel van de ouders het standaardproces werkt, echter voor een deel van de ouders meer maatwerk nodig is;

constaterende dat het inbouwen van maatwerk een stap is die tot nu toe onvoldoende wordt gezet;

constaterende dat ook de inspecteur belastingen en toeslagen na onderzoek van mening is dat meer maatwerk in het proces noodzakelijk is;

verzoekt de regering ouders na de lichte toets de keuze voor maatwerk aan te bieden en dit proces mogelijk te maken binnen de hersteloperatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marijnissen, Bontenbal en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 21 (36410).

Dank u wel, mevrouw Marijnissen. Dan geef ik het woord aan de heer Paternotte, D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Veel dank aan u en aan de leden van het kabinet. Het is de bedoeling dat er volgend jaar een nieuwe kabinetsploeg zit, maar dat is natuurlijk nog even afwachten. Mocht dat niet het geval zijn, dan hoop ik dat ze met hetzelfde enthousiasme volgend jaar wederom in vak-K zullen plaatsnemen. Maar laten we er met elkaar voor zorgen dat dat niet nodig is. Ook dank aan alle collega's, in het bijzonder aan de collega's voor wie het de laatste keer is. Fijn dat we dit debat op de inhoud hebben gevoerd.

In het bijzonder noem ik nog even onze nestor, Kees van der Staaij, die na ontvangst van het zilveren koetsje op 5 december van dit jaar, de dag dat Sinterklaas pakjesavond viert, afscheid zal gaan nemen van deze Kamer. Meneer Van der Staaij, het motto van mijn fractie is eigenlijk wat de apostel Paulus aan de gemeente in Thessaloniki schreef: onderzoekt alle dingen en behoudt het goede. Dat wens ik u ook voor uw verdere leven toe.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Ik wil de minister-president danken voor zijn woorden over Oekraïne. Die waren belangrijk, zeker in het licht van het nieuws dat we deze week zagen over wat sommigen hebben geduid als een eerste barst in de democratische coalitie voor steun aan Oekraïne. Het is heel erg belangrijk dat hij heeft uitgesproken dat wij die steun blijven leveren. Het is belangrijk dat het signaal naar Oekraïne zal zijn dat het brede draagvlak hier in deze Kamer betekent dat het de komende jaren voortduurt, dat daar geen zorgen over hoeven te zijn en dat Oekraïne daarop kan gaan plannen.

Voorzitter. Daarnaast stonden deze Algemene Beschouwingen in het teken van gesprekken over koopkracht en bestaanszekerheid. Ze stonden in het teken van bestaanszekerheid van mensen van wie we moeten voorkomen dat ze in armoede leven en die we de kansen moeten geven om eruit te komen. Maar de Algemene Beschouwingen stonden ook in het teken van bestaanszekerheid van de middeninkomens. Het is niet voor niets dat de Sociaal-Economische Raad zei dat juist die aandacht voor de middeninkomens zo belangrijk is, omdat ze net niet binnen alle regelingen vallen. De heer Omtzigt gaf daar een goed voorbeeld van. Zij dreigen juist af te glijden naar armoede. Het is dus belangrijk om ook iets voor de middeninkomens te doen. Wat we eigenlijk zagen, was dat er een paar grote plannen lagen, onder andere van PvdA, GroenLinks en ChristenUnie en van onze partij. De eerste drie willen iets doen voor de lage inkomens, door verhoging van het minimumloon. Wij willen iets doen voor de koopkracht van de middeninkomens door te investeren in een hogere kinderopvangtoeslag en door ervoor te zorgen dat mensen meer geld overhouden van de uren die zij werken ten opzichte van de belasting die zij betalen.

Vervolgens dreigden die beide pakketten geen meerderheid te kunnen halen omdat er net verschillende coalities zouden zijn. Daardoor dreigde het in het water te vallen. Daarom zijn we toch het gesprek aangegaan met de Partij van de Arbeid en GroenLinks. Dat heeft de afgelopen uren tot heel veel gesprekken geleid met heel veel partijen van links tot rechts. Maar daar is wel iets moois uit gekomen.

We hebben een pakket kunnen maken dat ertoe leidt dat we én zorgen voor een hoger minimumloon én kunnen investeren in de koopkracht van middeninkomens. Dat is mooi. Dat betekent dat we een flinke stap gaan zetten in het minimumloon. Dat werkt natuurlijk ook door in de AOW en in andere uitkeringen. Het minimumloon gaat richting de €14 en zou met ongeveer 1,7% verhoogd kunnen worden.

Daarnaast is het belangrijk dat we de kinderopvangtoeslag beter gaan vergoeden. Dat is heel erg belangrijk voor mensen met een middeninkomen, of die nu als leraar of verpleegkundige of in een andere functie werken, die ook nog kinderen op de kinderopvang hebben tegen hele hoge kosten. We vergoeden die nu namelijk niet voor de uurprijs die bijna alle kinderopvanginstellingen in Nederland vragen. Dat gat gaat gedicht worden. Dat kost zo'n 425 miljoen euro, maar dat betekent een enorm verschil voor mensen met kinderen op de kinderopvang of de bso.

Daarnaast willen we het afbouwpunt van het kindgebonden budget verder optrekken. De heer Omtzigt maakte daar een zeer terecht punt over. In het voorstel van het kabinet wordt het afbouwpunt verlaagd. Dat is heel effectief om iets aan de armoede te doen, maar dat betekent ook dat dit voor veel middeninkomens betekent dat extra uren werken relatief weinig oplevert. Daar willen we ook wat aan gaan doen.

Dat heeft gesprekken gevraagd met heel veel verschillende partijen. De steun hiervoor loopt dan ook van PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK, BIJ1, mevrouw Gündoğan, de PVV — de heer Wilders zei het al — GOUD en Volt. En dat is mooi, voorzitter. Dit voorstel en andere voorstellen laten namelijk iets zien. Ik doel dan bijvoorbeeld op het voorstel van het CDA om vanuit de vliegbelasting iets te doen voor mensen en hun energierekening. Hetzelfde geldt voor het voorstel van de VVD, ook al steun ik dat niet. Anne Vondeling schreef in 1976 een beroemd boek: Tweede Kamer: lam of leeuw? Vandaag kunnen we met elkaar zien dat de Tweede Kamer zich opstelt als een echte Hollandse leeuw.

Voorzitter. Wij hebben naast dit pakket ook nog twee andere voorstellen. Het eerste voorstel gaat over een diplomatieke kopgroep om ervoor te zorgen dat de fossiele subsidies, die internationaal bestaan, ook internationaal worden afgebouwd. Dat is ook voor onze eigen concurrentiepositie goed, want dat betekent dat het speelveld gelijker wordt. Die motie wil ik graag indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Miljoenennota laat zien dat Nederland jaarlijks 22 miljard euro aan financiële en fiscale voordelen kent voor het gebruik van fossiele brand- en grondstoffen in onder andere de luchtvaart, scheepvaart en industriële processen;

overwegende dat deze fiscale voordelen voortvloeien uit internationale verdragen en verplichtingen en Nederland zodoende niet eenzijdig over kan gaan tot het schrappen of veranderen van deze regels;

verzoekt de regering het afschaffen van fossiele voordelen tot diplomatiek speerpunt te maken en in aanloop naar de COP28 een kopgroep te vormen met Europese partners en welwillende landen om deze internationale fossiele subsidies zo snel als mogelijk af te schaffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Bontenbal.

Zij krijgt nr. 22 (36410).

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Daarnaast zal de heer Klaver zo meteen mede namens ons een voorstel indienen voor een afbouwpad voor fossiele subsidies.

De heer Klaver zal ook nog de motie indienen die ik net al toelichtte, waar ook nog een amendement voor zal komen, namelijk voor dat koopkrachtpakket voor de lagere inkomens en middeninkomens.

Daarnaast dienen wij zelf nog een amendement in dat ertoe strekt dat we in de vierde en vijfde schijf van de energiebelasting de tarieven wat verhogen om in de eerste schijf wat terug te geven aan huishoudens. Dat doet iets aan de degressiviteit in de energiebelasting. Dat is dus ook een stuk afbouw van de fossiele subsidies.

Voorzitter. Volgens mij hebben we hiermee veel aanknopingspunten om met elkaar gezamenlijk een mooi pakket samen te stellen, waarmee we echt iets doen voor Nederland.

Voorzitter. Daarmee zijn we er natuurlijk niet. De Tweede Kamer heeft net besloten een aantal begrotingen nog te gaan behandelen. Er liggen heel grote problemen. Het kabinet is gevallen, maar dat heeft geen oplossing gegeven voor de stikstofcrisis. Dat heeft nog geen oplossing gegeven voor de klimaatcrisis. Het geeft geen zekerheid voor de lange termijn over de koopkracht van Nederland en de aantrekkingskracht van Nederland voor investeringen. En het heeft natuurlijk ook niet geleid tot grip op migratie. Dus het werk moet door en D66 wil vooruit.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Paternotte. Dan geef ik het woord aan de heer Klaver, GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de collega's voor het debat en de minister-president voor de beantwoording van alle gestelde vragen. Hij kan het dus wel: kort en bondig. Zo snel was het dat we er qua tijdschema goed voor staan.

Voorzitter. Ik ben onwijs blij met de wijze waarop we het debat deze dagen met elkaar hebben gevoerd. Ik begon mijn bijdrage met: het kon niet, totdat we het deden. De druk lag volledig bij de Tweede Kamer. Het kabinet is demissionair. Ze hebben gedaan wat ze konden binnen de ruimte die er is. Maar dat was niet voldoende. Het was echt aan deze Kamer om ervoor te zorgen dat we de extra stappen zouden zetten die nodig zijn. Dat was niet gemakkelijk, want we kwamen vanuit allerlei verschillende vertrekpunten. De ChristenUnie en wijzelf deden voorstellen om het openbaar vervoer betaalbaar te houden en het minimumloon te verhogen, wat vooral ten goede komt aan mensen met de kleinste beurs. D66 vroeg aandacht voor de middeninkomens. De heer Omtzigt verwees naar de marginale druk bij de middengroepen, die er wel heel erg op achteruitgaan. We hebben geprobeerd om dat allemaal bij elkaar te brengen hier, niet om ervoor te zorgen dat de een meer gelijk krijgt dan de ander, maar om te komen tot een pakket dat niet een politiek compromis ergens in het midden is maar dat gewoon het beste is voor de mensen in Nederland, dat helpt om de mensen er komend jaar allemaal op vooruit te laten gaan. Ik ben er heel erg trots op dat dat ons met elkaar en met al die anderen hier in het parlement is gelukt. Daarover wil ik de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Commissie sociaal minimum heeft geconcludeerd dat gezinnen op het sociaal minimum structureel tekortkomen en heeft geadviseerd het sociaal minimum te verhogen;

constaterende dat ook middeninkomens het zwaar hebben en werken te weinig loont;

verzoekt de regering het minimumloon per 2024 met 1,7% extra te verhogen met behoud van de volledige koppeling;

verzoekt de regering de verlaging van het afbouwpunt van het kindgebonden budget voor paren met circa €9.000 terug te draaien;

spreekt uit dat de kinderopvang bij amendement zal worden verhoogd met circa 425 miljoen zodat de maximumuurprijs voor de kinderopvang en de buitenschoolse opvang weer gaat aansluiten bij de daadwerkelijk te betalen prijs;

spreekt uit dat deze voorstellen bij amendement gedekt zullen worden met:

  • -het belasten van de inkoop van eigen aandelen gelijk aan de belasting op het uitkeren van dividend, met een opbrengst van 1,2 miljard euro;

  • -een taakstellende verhoging van de bankenbelasting met 350 miljoen euro;

  • -een verhoging van het (top)tarief in box 2 en box 3 met 2%, met een opbrengst van circa 450 miljoen euro,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver, Bikker, Paternotte, Ouwehand, Van Baarle, Sylvana Simons, Kuiken, Gündoğan, Wilders, Den Haan en Dassen.

Zij krijgt nr. 23 (36410).

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Het is een omvangrijk pakket. Je ziet niet vaak dat het echt zo uit de Kamer komt, en dat het niet meer gaat over coalitie of oppositie, maar dat het echt gaat over de opvattingen van politieke partijen. Ik heb er echt van genoten hoe er hier in de Kamer met elkaar werd gesproken; misschien was het soms voor de voorzitter wat onrustig. Volgens mij was het heel inzichtelijk dat er hier veel strijd werd geleverd, vanachter de interruptiemicrofoon en vanaf het spreekgestoelte. Er was ook te zien dat al die partijen probeerden tot elkaar te komen. Dit is politiek op z'n best. Ik kijk ernaar uit om dat nog veel vaker te doen hier in het parlement.

Voorzitter. Er zijn nog twee andere zaken waar ik aandacht aan wil besteden. De eerste betreft de fossiele subsidies.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dit is een sympathiek voorstel, maar er wordt hier op dit moment in ongeveer een uurtje tijd voor vele miljarden verbouwd. Ik heb wat vraagtekens bij de dekking. Het voorstel is ook eerder aan mij voorgelegd. Ik wil er niet moeilijk over doen dat erover gesproken is. Ik zeg het toch maar in de openbaarheid. Wat is de mening van de heer Klaver over het volgende? Als je 1,2 miljard gaat belasten bij de inkoop van eigen aandelen, hoe groot is dan het risico dat een bedrijf dat nu in Nederland aan de beurs genoteerd is, voor een beursnotering uitwijkt naar Frankrijk? Dan betalen ze geen belasting; er komt in Nederland geen belasting binnen. We hebben dan alsnog een uittocht van bedrijven, dit keer van Nederlandse bedrijven. Daarmee zeg ik niet dat je de inkoop van eigen aandelen niet mag belasten. Misschien kun je dat Europees regelen. Hoe weten we dat we niet per ongeluk iets totaal raars gaan doen om op zich zinnige dingen te regelen?

De voorzitter:

Ik check heel even of u de motie nog moet voorlezen. Dat heeft u al gedaan; dat was deze motie!

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik wil 'm nog een keer voorlezen.

De voorzitter:

Neeneeneeneenee.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik weet niet of die dan dubbel telt?

De voorzitter:

Neeneenee. De heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Allereerst, de heer Omtzigt zei al dat we hierover gesproken hebben. Dit is niet iets wat we "in een uurtje" doen. Zulke Algemene Politieke Beschouwingen bereid je weken voor. Je kijkt dan welke maatregelen hierbij zouden passen. Neem bijvoorbeeld het punt van de inkoop van eigen aandelen. Dat is een wens die wij, maar ook vele partijen al veel langer hebben. Dat risico heb je dus gewogen. Ja, bij al dit soort zaken is er een gedragseffect. Er is een kans dat bedrijven weggaan; daar dreigen ze ook heel vaak mee. Hetzelfde zou je kunnen zeggen over de bankenbelasting.

Uiteindelijk moet er hier in de Tweede Kamer een keuze gemaakt worden, iedere keer als wij stemmen. Er zitten risico's aan vast. Ben je bereid om dat risico te nemen, of niet? Wij zijn bereid om dat risico te nemen omdat we vinden dat de inkoop van eigen aandelen nu op een verkeerde manier wordt gebruikt: het is vooral een manier om aandeelhouders te spekken. Daar hebben we met elkaar altijd kritiek op, omdat we het geld veel beter kunnen gebruiken om mensen te helpen. Dat is mijn antwoord op die vraag. Dat geldt eigenlijk ook voor alle andere zaken. Ik vind het belangrijk om aan te geven dat hier niet even "in een uurtje" iets gebeurt. Hier wordt langer over nagedacht. Je kan met elkaar over dit soort zaken van mening verschillen. Er moeten ook nog zaken verder worden uitgewerkt in amendementen, waarbij we nog over de precieze maatvoering komen te spreken, zodat we echt zorgen dat we eventuele foutjes er nog uit halen. Dan duurt het ook nog een tijd voordat we over die amendementen gaan stemmen. Ik ben er dus van overtuigd dat er een heel gebalanceerd pakket ligt. We zorgen ervoor dat er in de uitvoering daarvan niks misgaat.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat laatste is belangrijk. Ik zeg het maar gewoon: bij een amendement of bij een wetsvoorstel zit een uitvoeringstoets en wordt er gewogen wat er gebeurt. Dat maakt het lastig om voor of tegen zo'n motie te stemmen. Ik kom daar misschien straks nog in een stemverklaring op terug. Ik ben blij dat de heer Klaver ziet dat het amendement het moment is, en niet dit moment, waarop je bepaalt of het uitvoerbaar is of niet. Ik ben heel benieuwd hoe hij denkt dat ervoor gezorgd gaat worden dat dit niet gewoon omzeild wordt. Ongeveer elke belastingmaatregel die hier genomen wordt, wordt vrij goed omzeild. Daar weet de heer Klaver alles van en hij neemt daar soms ook effectieve maatregelen tegen. Waarom denkt hij dat Nederlandse bedrijven in Nederland blijven als ze fors aandelen willen inkopen en niet gewoon zeggen: voordat ik mijn aandeleninkoopprogramma start, verplaats ik mij naar de beurs van Londen of, als een bedrijf in de eurozone wil blijven, naar Parijs — dat is dan het meest logisch, want die zit in de AEX — naar Frankfurt, maar dan moet je je verplaatsen, of naar Brussel, Lissabon of Madrid? Dat kan allemaal.

De heer Klaver (GroenLinks):

Zullen we ze allemaal opnoemen? Nee, ik begrijp de vraag heel goed, maar toch even het volgende. Ik heb echt het gevoel dat de Tweede Kamer soms niet durft door te pakken of de echte richting aan te geven. Dit is niet iets wat we zelf hebben bedacht. Dit komt allemaal uit adviezen. We hebben namelijk gevraagd wat we zouden kunnen doen om belastingontwijking te stoppen. Dit is een maatregel daarvan. De reden waarom ik denk dat bedrijven toch in Nederland blijven en waarom ik het vestigingsklimaat in Nederland net iets anders weeg, is dat belastingen maar één deel zijn van het geheel waar bedrijven naar kijken. Ze kijken ook naar het aanbod van goed geschoold personeel, naar het culturele aanbod voor de mensen die hier wonen, naar de onderzoeksfaciliteiten en de infrastructuur. Ze vragen zich ook af of het land veilig is en of de overheid betrouwbaar is. Als er bijvoorbeeld een fonds wordt opgericht om investeringen in innovatie mogelijk te maken, dan moet daar niet ieder jaar zomaar weer geld uit worden gehaald. Dat zijn allemaal elementen die maken dat je een goed of een slecht vestigingsklimaat hebt. Je ziet dat er in dit parlement andere keuzes worden gemaakt. Als het gaat over belastingen, durven wij echt wel iets steviger in te grijpen. Maar als we eenmaal afspraken met bedrijven hebben gemaakt, of die nou gaan over het klimaat of het Groeifonds, dan moeten we ons daaraan houden. De VVD maakt daar bijvoorbeeld weer net een andere weging in.

De voorzitter:

Dank u wel. U gaat weer verder.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dit is een interessant debat, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, maar het is wel de tweede termijn.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is 16.00 uur.

De voorzitter:

Ja, maar het gaat om de effectiviteit.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik wou nog met de trein naar huis vanavond.

De voorzitter:

Heel kort nog, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja, voorzitter. Dat was nét niet het antwoord op mijn vraag. Die is: waarom zou een bedrijf dat massaal aandelen wil inkopen en weet dat het in Nederland dan fors belasting moet betalen, niet naar een andere beurs gaan? Dat is eigenlijk de kernvraag die hierachter zit.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijn antwoord was wat langer, maar het komt erop neer dat de hoeveelheid belasting die ze in dit land betalen voor bedrijven niet de enige afweging is. Als dat punt voor een bedrijf heel erg belangrijk is, zou het kunnen dat het daarin een andere afweging maakt. Maar de meeste goede bedrijven die ik ken, zitten hier echt niet alleen vanwege het belastingklimaat, maar vooral ook vanwege al die andere zaken die zo van belang zijn, bijvoorbeeld de keten van toeleveranciers. Als je die hier in Nederland heel goed op orde hebt, je zekerheid hebt over allerlei leveringstermijnen en je goed samenwerkt, dan is het echt niet interessant om je bedrijf te verplaatsen.

De voorzitter:

U vervolgt weer.

De heer Klaver (GroenLinks):

Weet u het zeker?

De voorzitter:

Ja, ik weet het zeker. Ik wel.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, u wel. Dank.

We hebben het ook veel gehad over fossiele subsidies. Ook hier gaat het wat mij betreft om een betrouwbare overheid. Ik zie dat de heer Omtzigt nog even een grafiekje tekent voor de minister van Economische Zaken. Er is veel gezegd over de fossiele subsidies. Wij zijn van mening dat je die moet afbouwen, maar wel op een wijze die verantwoord en voor iedereen navolgbaar is, en waarbij geen jojobeleid wordt gevoerd. Daarom vinden wij het belangrijk dat er een afbouwpad wordt gemaakt en wordt vastgelegd in de wet. Wat ons betreft wordt daarvoor de Klimaatwet aangepast. Daarom hebben we de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat fossiele subsidies een rechtvaardige klimaattransitie tegenwerken;

constaterende dat in EU-verband en in G20-verband is afgesproken fossiele subsidies te schrappen;

constaterende dat in 2018 de motie-Van der Lee c.s. met brede steun is aangenomen waarin wordt voorgesteld om fiscale prikkels die de klimaatdoelen tegenwerken, af te bouwen;

constaterende dat de regering in de laatste Miljoenennota fossiele subsidies in kaart heeft gebracht;

overwegende dat voor bedrijven betrouwbaarheid en voorspelbaarheid belangrijk is;

verzoekt de regering om de Klimaatwet aan te passen en zo een wettelijk afbouwpad van fossiele subsidies te verankeren in de Klimaatwet, inclusief een jaarlijkse rapportage,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver, Paternotte en Ouwehand.

Zij krijgt nr. 24 (36410).

De heer Paternotte heeft een vraag over zijn motie.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, ik zou via u aan de heer Klaver willen vragen of hij ook mevrouw Ouwehand onder deze motie wil zetten.

De heer Klaver (GroenLinks):

Goed geregeld. Natuurlijk, direct.

De voorzitter:

Het is genoteerd.

De heer Klaver (GroenLinks):

De sfeer van samenwerking wordt tot op het allerlaatste moment voortgezet.

Tot slot heb ik nog één motie, die gaat over Chemours. Het is hier heel veel gegaan over bestaanszekerheid. In mijn bijdrage heb ik het gehad over een staat die moet beschermen, tegen de onzekerheden die er in het leven zijn, maar vooral ook als de veiligheid en gezondheid van mensen in het geding is. Als ik de verhalen over Chemours lees, moet ik altijd denken aan de film Dark Waters. Ik weet niet of u die weleens heeft gezien, maar ga hem kijken. Wat je daar ziet, is echt verschrikkelijk. Als overheid hebben wij mensen gewoon te beschermen als grote bedrijven de gezondheid van mensen niet serieus nemen en mensen ziek worden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de pfas-vervuiling rondom Chemours Dordrecht onacceptabele gezondheidsgevolgen heeft voor de omwonenden;

van mening dat Chemours uit voorzorg gesloten moet worden zolang de gezondheid van de omwonenden niet kan worden gegarandeerd;

overwegende dat dit onder de huidige wetgeving niet mogelijk is, omdat potentieel zeer zorgwekkende stoffen (pZZS'en) niet gelijk kunnen worden gesteld aan zeer zorgwekkende stoffen (ZZS'en);

verzoekt de regering om potentieel zeer zorgwekkende stoffen wettelijk gelijk te stellen aan zeer zorgwekkende stoffen om mens en omgeving te beschermen;

verzoekt de regering tevens om proactief financiële en juridische steun te bieden aan de medeoverheden die juridische stappen zetten tegen Chemours en haar pfas-vervuiling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver, Paternotte, Bontenbal en Bikker.

Zij krijgt nr. 25 (36410).

Dank u wel, meneer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

U bedankt!

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Bontenbal, CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Dank, voorzitter. Dank aan de premier voor zijn antwoorden in eerste termijn, en ook dank aan alle collega's voor het goede, inhoudelijke debat. Als CDA gingen we de zomer in met drie verwachtingen voor deze Miljoenennota, die onder andere zijn bekrachtigd door diverse moties van mijn collega Slootweg. Eén. Doen we in de begroting voldoende voor gezinnen? Twee. Doen we genoeg voor een rechtvaardig klimaatbeleid, op onze lijn van groene industriepolitiek? Drie. Laten we echt zien dat we de koers verleggen op het punt van regionale ongelijkheid?

Ik begin met de gezinnen. Het is goed dat het kabinet in de Miljoenennota over de hele linie koopkrachtverbetering realiseert, maar zeker wat we voor gezinnen doen, is voor ons belangrijk. Zij gaan er gemiddeld 2,4% op vooruit. In ons verkiezingsprogramma gaan wij verder. Dat gaan we de komende weken ook aan de kiezer uitleggen.

Twee. Doen we genoeg voor het klimaat en klimaatrechtvaardigheid? Vanuit klimaatrechtvaardigheid is de energiebelasting voor huishoudens hoog in vergelijking tot de milieuschade die dit verbruik veroorzaakt. Voor vliegen is dat precies andersom, en dan vooral voor overstappers. De hubfunctie van Schiphol is voor ons belangrijk, voor de bereikbaarheid van ons land, maar het is moeilijk uit te leggen dat mensen die ons land alleen aandoen om meteen weer door te vliegen hiervoor geen vliegbelasting betalen. De mensen thuis betalen die wel gewoon als zij vliegen. Daarom zal ik daar zo ook een motie over indienen. In de begrotingsbehandelingen gaan we daarmee verder.

Dan de regio. Nederland is te klein voor grote verschillen, zeiden we bij de presentatie van ons rapport Voor Heel Nederland. Dat geldt zeer zeker ook voor de bereikbaarheid in de regio, en voor het risico op vervoersarmoede bij verdere verschraling van het stad- en streekvervoer. In ons programma pleiten we voor een heus offensief, met concrete projecten als de Lelylijn, de Maaslijn en de verbinding Zwolle-Munster. Wij zijn tegen rekeningrijden op het platteland en voor bereikbaarheidsnormen van belangrijke voorzieningen, zoals ziekenhuizen of scholen. Ook die plannen leggen we de komende weken aan de kiezer voor. Voor nu is het onze eerste prioriteit om te voorkomen dat buslijnen vervallen door het wegvallen van de beschikbaarheids- en de transitievergoeding. Er zijn wat plannen van andere collega's. Die zullen ze straks presenteren. Ik zie daar in de zaal al een papiertje omhooggaan. Wij staan daar als medeondertekenaar onder. Het is mooi dat we dat vanuit de Kamer zo kunnen regelen.

Dan de auto. Als je in de nachtdienst werkt of geen ov als alternatief hebt, is de stijging van de accijns op benzine heftig. Zeker in de grensregio raakt een verschil van meer dan 30 cent op benzine direct aan de inkomsten van de pomphouders en de middenstand. Wie over de grens tankt, doet dat geregeld in combinatie met het doen van de boodschappen. Een voorstel met een deugdelijke dekking om dit prijsverschil te dempen of op te heffen, zullen wij dan ook met belangstelling bekijken. Er ligt een voorstel, dus zoals ik al zei: daar gaan we goed over nadenken.

Dan heb ik drie moties. De eerste gaat over de belasting op vliegen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat transferpassagiers en privéjets nu geen vliegbelasting betalen in tegenstelling tot Nederlandse passagiers;

constaterende dat de luchtvaartsector minder milieubelasting betaalt dan de milieuschade zou rechtvaardigen, terwijl dat bij huishoudens precies andersom ligt;

overwegende dat rechtvaardigheid een belangrijke voorwaarde is voor klimaatbeleid;

verzoekt de regering om er zo spoedig mogelijk voor te zorgen dat ook transferpassagiers en privéjets vliegbelasting gaan betalen, en de opbrengst van deze maatregel te gebruiken om de energierekening voor huishoudens te verlagen door middel van een lager tarief in de eerste schijf van de aardgasbelasting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal, Bikker, Marijnissen en Dassen.

Zij krijgt nr. 26 (36410).

De heer Bontenbal (CDA):

Dan een motie over het Didam-arrest. Ik kon het toch niet laten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Didam-arrest gemeenten verplicht om openbare selectieprocedures te doorlopen bij de uitgifte van grond of de verkoop van vastgoed;

overwegende dat dit zogenaamde gelijke speelveld er in de praktijk toe leidt dat degenen met de diepste zakken de grootste kans maken op het sluiten van een contract en kleine, lokale burgerinitiatieven veelal aan het kortste eind trekken;

van mening dat criteria als lokale binding en maatschappelijke meerwaarde een plek moeten krijgen bij de uitgifte van grond en de verkoop van vastgoed door gemeenten;

verzoekt de regering een onderzoek te starten naar de wettelijke mogelijkheden om gemeenten meer ruimte te geven om grond en vastgoed uit te geven bij plannen waarmee maatschappelijke meerwaarde wordt gerealiseerd en waarbij een-op-eencontracten aangegaan kunnen worden met lokale niet-commerciële partijen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Stoffer.

Zij krijgt nr. 27 (36410).

De heer Bontenbal (CDA):

Dan heb ik nog een motie samen met collega Marijnissen over winstdeling.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat werknemers binnen een bedrijf voor de winst zorgen;

overwegende dat bedrijven die de winst met hun werknemers delen productiever en innovatiever zijn, wat het bedrijf en de samenleving ten goede komt;

verzoekt het demissionaire kabinet in samenwerking met vakbonden en bedrijven te onderzoeken welke fiscale of andersoortige obstakels winstdeling belemmeren en in dit onderzoek met manieren te komen om winstdeling te stimuleren;

verzoekt het demissionaire kabinet daarnaast in samenwerking met vakbonden en bedrijven een plan op te stellen om het percentage bedrijven dat doet aan medewerkersparticipatie te verdubbelen en de Kamer hierover te informeren voor de begrotingsbehandelingen van 2025,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal en Marijnissen.

Zij krijgt nr. 28 (36410).

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter, tot slot. In mijn inbreng heb ik iets gezegd over Nederlanders die elke dag hun bed uit komen om het goede te doen. Ik weet dat het overgrote deel van de ambtenaren dat ook doet. Zij hebben met elkaar heel hard gewerkt aan de Miljoenennota en ook aan de voorbereiding van het debat. Ik zou dus ook alle ambtenaren in Nederland die zo hard gewerkt hebben om dit debat mogelijk te maken en alle begrotingen in elkaar te zetten bij dezen heel erg willen bedanken.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik heb een vraag over de motie die het CDA indient over de vliegbelasting. Dat ik enige sympathie heb voor het belasten van privévliegtuigen zal niet onopgemerkt gebleven zijn, maar het gaat om het tweede deel van die motie. Het gaat over het belasten van overstappers. Ook het belasten van overstappers lijkt mij heel logisch in principe, want zij betalen nu immers geen belasting, terwijl als je opstapt op Schiphol, je wel belasting betaalt. Echter, dan zouden we het enige land zijn dat overstappers belast. Er is niet helemaal overeenstemming tussen de verschillende experts over wat dit zou betekenen voor het hele netwerk van Schiphol en dat van KLM. Want waarom zou Air France-KLM dan nog op Schiphol blijven vliegen en niet de overstap in Parijs laten plaatsvinden? Dat is dan wat er gebeurt en dan ben je je netwerk kwijt. Heeft de heer Bontenbal een analyse of inschatting gemaakt van welke bestemmingen er verdwijnen en of dat voor hem de prijs waard is om het vliegverkeer en daarmee de overlast te verminderen en al het andere te doen? Of komen we daar over een jaar of twee achter, wanneer het is ingevoerd?

De heer Bontenbal (CDA):

Ik heb mij in dezen gebaseerd op een rapport van CE Delft daarover. Ik heb het hier ook bij me. Zij schrijven: op het totaalaantal passagiers op de Nederlandse luchthavens zijn de effecten duidelijk kleiner, namelijk tussen de 3% en 7% voor het lage tarief en 9% en 13% bij het hoge tarief. Dat gaat over het totaal. Er is in Nederland ook afgesproken om het totale plafond naar beneden te brengen. Dus dit is in die zin daar een fiscale maatregel voor om het naar dat aantal te krijgen. Ik zeg er ook bij: ik zit er niet keihard aan vast. Mijn voorkeur heeft nog altijd de Europese route. Dus als we dit Europees beter kunnen regelen, dan zal het klimaateffect ook groter zijn. Dus mijn voorkeur ligt altijd bij een Europese route, maar ik zeg ook, waar we er al heel lang over hebben gesproken, dat ik het ook goed vind als Nederland hier flink druk op gaat zetten. Ik weet ook dat op het moment dat ik deze dekking niet heb, ik op zoek zal moeten naar een andere dekking. De pointe van mijn motie is vooral om de energiebelasting voor huishoudens naar beneden te krijgen. Dus er zit bij mij ook wel ruimte om die motie qua dekking nog anders in te vullen.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat waardeer ik. Over twee van de drie punten zijn we het denk ik snel eens. Dat zijn die privévliegtuigen en het iets minder laten stijgen van de energiebelasting voor huishoudens, want die stijgt hard en een deel van die stijging wordt hierdoor ongedaan gemaakt. Wat betreft het derde punt stelt de heer Bontenbal mij wel enigszins gerust, maar nog niet helemaal. Ik wil namelijk gewoon eerst een inschatting hebben van wat dat doet met de luchthaven Schiphol, waar inderdaad minder gevlogen mag worden en zo. Maar vinden we dit verstandig of niet? Ik neem dus aan dat we wachten tot we weten wat het ongeveer doet voordat we hiermee doorgaan, dus dat we daar een impactanalyse over laten maken. Want als er in één keer 100 bestemmingen minder zijn en alle vliegtuigen via Frankrijk gaan, dan lijkt mij dat niet helemaal de bedoeling van de heer Bontenbal.

De heer Bontenbal (CDA):

Dat laatste is natuurlijk wel weer ingewikkeld. U zei het net zelf ook al: je vraagt verschillende experts en je zult ook verschillende impactanalyses krijgen. CE Delft heeft er natuurlijk naar gekeken en komt uit op deze impact. Daaraan wil ik ook nog wel toevoegen — we hebben hier veel debatten over stikstof en allerlei andere luchtverontreinigende stoffen — dat in datzelfde onderzoek staat dat dat soort emissies met 6% tot 11% dalen en dat de geluidsbelasting een stuk lager wordt. Er zitten dus meer effecten aan dan alleen die op klimaat. Dat is voor mij een reden om hier goed naar te kijken. Maar zoals ik net gezegd heb, zal het altijd mijn voorkeur hebben om dat via de Europese route samen met andere lidstaten te doen. Maar dan wil ik wel het perspectief hebben dat dit snel gaat gebeuren en dat we dit niet weer in de tijd zetten de komende vijf jaar.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bontenbal. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Bikker, ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Deze Algemene Beschouwingen gaan als een trein. Dank voor de beantwoording. Wij zien eerlijk gezegd wel dat we een hele ervaren minister-president hebben, die vandaag toch wel de 130 aan heeft getikt in de snelheid van beantwoorden. Ook complimenten voor alles wat het kabinet hier heeft neergelegd, juist ook demissionair, en voor alle mensen die daar hard aan hebben meegewerkt. Dus dank aan u allen.

Voorzitter. Ik zei het al in mijn eerste termijn: het is nu tijd om werk te maken van echte oplossingen voor echte problemen voor herstel van de samenleving, om er voor elkaar te zijn. Dat is de inzet van de ChristenUnie, omdat wij geloven. Wij geloven in de samenleving en daarom willen wij bouwen aan zorgzame gemeenschappen, rust bieden in het huishoudboekje en elk leven op aarde bewonderen en daarnaar handelen.

Voorzitter. Dat is ook de reden waarom ik een aantal voorstellen heb neergelegd, allereerst over het bouwen aan gemeenschappen. Juist daarom vindt de ChristenUnie dat openbaar vervoer zo belangrijk. Het is namelijk een levensader tussen stad en dorp. Daarom hebben we samen met GroenLinks en PvdA een amendement ingediend. Voor de zomer verzocht de Kamer het kabinet al met een motie om alles op alles te zetten om het huidige openbaar vervoer niet verder te verschralen. Met het amendement dat is ingediend, maken we ook het geld dat daarvoor nodig is beschikbaar, want het treinkaartje moet betaalbaar zijn.

Voorzitter. Wij koesteren onze familiebedrijven en willen die beschermen tegen sprinkhaankapitalisme. Daar heb ik zo meteen ook een motie over, omdat ik het zo belangrijk vind dat we die Rijnlandse economie behouden. Ik had een debat met de minister-president over de kinderopvang. Ik vind het niet nodig dat er winst wordt gemaakt aan het opvangen van onze baby's en peuters. Daardoor wordt het eigenlijk alleen maar ingewikkelder om de kinderopvang goed te organiseren. Datzelfde geldt voor de huisartsen. Op dat punt heb ik een motie meegetekend met mevrouw Marijnissen. Die heeft u al gezien, voorzitter.

Het tweede thema voor de ChristenUnie is rust in het huishoudboekje, want financiële stress zet gezond samenleven onder druk. Nog tijdens dit debat kreeg ik een berichtje van een mevrouw die zegt: "Ik werk als schoonmaakster. Ik heb een jongen van 17 jaar en een jongen van 19 jaar. Straks, als de jongste 18 jaar wordt, valt ook nog het kindgebonden budget weg. Dat maakt zo veel uit voor mij. Dat is net dat kleine beetje extra." Dat zet er maar weer eens een streep onder: een werknemer is zijn loon waard en als je werkt, moet je daarvan rond kunnen komen. Om een eerste stap te zetten in het minimumloon ben ik daarom graag opgetrokken met GroenLinks en PvdA, en vervolgens met alle partijen die zich daarbij hebben aangesloten. Ik kijk naar meneer Paternotte, maar de lijst van indieners is veel langer geworden. Daar ben ik blij mee, want wat is het goed dat we ook echt werk maken van het minimumloon.

Voorzitter. Dat geldt ook voor de energiebelasting, want voor heel veel huishoudens is die prijsstijging huizenhoog. Dan maak je je zorgen. Dat is de reden waarom ik ook met plezier heb meegetekend met de motie van collega Bontenbal, die gebruikmaakt van het schijfje dat collega Grinwis eerder al introduceerde om die huishoudens lager te belasten.

Voorzitter. Dan is het ook belangrijk dat we daarbij met elkaar het leven op aarde blijven bewonderen en koesteren. Want ja, we hebben te lang te veel op de pof geleefd. Bij bijvoorbeeld het vliegen zien we dat er zó veel voordelen zijn voor de vliegtuigindustrie. En voor wie zijn de nadelen? Die zijn voor de natuur. Die zijn voor de omwonenden. Ik vind het juist daarom goed dat ook hierbij de vervuilers gaan betalen. Dat is een tweede reden waarom de ChristenUnie zal meewerken aan een vliegbelasting.

Rust in het huishoudboekje betekent ook dat je, als je met de auto ergens naartoe gaat — in heel veel gebieden is dat gewoon de manier van vervoer — dat ook kunt betalen. De ChristenUnie is een groene partij, maar ook een partij die beseft dat je op heel veel plekken gewoon die auto soms wel nodig hebt. Daarom heb ik met mevrouw Hermans meegetekend om de accijnzen omlaag te brengen.

Voorzitter. Ik was blij met de stevige woorden van het kabinet over de agressie van Azerbeidzjan in Nagorno-Karabach. Maar laat het niet bij woorden blijven, is mijn oproep. Daarom heb ik een derde motie voor het kabinet.

Ik zal ze voorlezen. Allereerst de motie over het openbaar vervoer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het wegvallen van de rijksbijdrage, hogere brandstofkosten, stijgende personeelskosten en tegenvallende reizigersaantallen zonder ingrijpen zullen leiden tot een stijging van de kosten van een vervoersbewijs en tot verdere verschraling van het regionale openbaar vervoer door het wegvallen van haltes en buslijnen;

van mening dat het openbaar vervoer een basisvoorziening moet zijn, ook in de regio, en verbindingen tussen dorp en stad, verbindingen naar ziekenhuis, school of winkel in stand moeten blijven;

verzoekt de regering de voorziene prijsstijgingen in 2024 in het regionaal openbaar vervoer structureel te voorkomen en de beschikbaarheid hiervan structureel te verbeteren door 300 miljoen euro beschikbaar te stellen uit de lpo-middelen op de aanvullende post bij Financiën;

verzoekt de regering voorts de voorziene prijsstijging bij de NS in 2024 te voorkomen en voor 120 miljoen incidenteel te dekken binnen de begrotingen van Infrastructuur en Waterstaat en het Mobiliteitsfonds, waarbij onder meer gedacht kan worden aan de vrijvallende middelen uit de risicoreservering PHS Alkmaar-Amsterdam, het modaliteitsspecifieke budget en de resterende middelen uit de transitievergoeding OV,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker, Klaver, Bontenbal, Paternotte, Dassen, Stoffer, Kuiken, Marijnissen, Hermans, Van der Plas en Wilders.

Zij krijgt nr. 29 (36410).

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. De tweede motie gaat over private equity.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat private equity steeds meer grip krijgt op essentiële voorzieningen in de zorg, zoals jeugdzorg en bij huisartsenpraktijken, in de kinderopvang, de volkshuisvesting, maar ook bij — inmiddels voormalige — familiebedrijven;

overwegende dat het doel van deze investeringen van participatiemaatschappijen primair is om een fors rendement voor henzelf te realiseren;

overwegende dat de opkomst van private equity niet los is te zien van bestaande belastingvoordelen;

overwegende dat uit onderzoek blijkt dat private equity in de zorg leidt tot hoge kosten en lagere kwaliteit;

van mening dat met onderscheid over private equity moet worden gesproken, maar dat het wel een ontwikkeling is die veel kritischer en proactiever tegemoet dient te worden getreden;

verzoekt de regering binnen een maand een breed samengestelde onafhankelijke en deskundige adviescommissie in te stellen die als taak heeft te adviseren welke strategie moet worden gevoerd om de toenemende rol van private equity in sectoren die grotendeels collectief worden bekostigd, maar ook bij (familie)bedrijven, fors terug te dringen, hoe (semi)publieke voorzieningen beter kunnen worden beschermd tegen private equity en hoe toezicht kan worden verbeterd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 30 (36410).

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik zal snel de laatste voorlezen, voorzitter. Die gaat over Nagorno-Karabach.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Azerbeidzjan de Armeense enclave Nagorno-Karabach na een maandenlange afsluiting militair is binnengevallen;

overwegende dat de Armeense bevolking van de enclave nu het gevaar loopt verdreven te worden of erger;

verzoekt de regering om in Europees verband na te gaan of sancties, zoals bijvoorbeeld het opschorten van de gasovereenkomst met Azerbeidzjan, ingezet kunnen worden indien de situatie in Nagorno-Karabach dreigt te verslechteren en rechten niet gewaarborgd worden;

verzoekt de regering bovendien in de Europese Raad aan te dringen op de aanwezigheid van internationale humanitaire hulp in de enclave om erop toe te zien dat de rechten van de Armeense bevolking worden gerespecteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 31 (36410).

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker. Dan geef ik het woord aan de heer Baudet, Forum voor Democratie. Ik had aangegeven dat mevrouw Ouwehand zich heeft afgemeld voor de tweede termijn. Het woord is aan de heer Baudet, Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FVD):

Dank u wel. Iedere tijd wordt gekenmerkt door bepaalde vaststaande waarheden die door de meeste mensen die de heersende klasse vormen, worden onderschreven. Dat hebben we door de hele geschiedenis heen gezien, bijvoorbeeld in de muziek, waar de premier en ik beiden een bijzondere interesse in hebben. Er is dan een bepaalde manier van muziek maken die iedereen de juiste manier vindt. Op een gegeven moment heb je vernieuwers. Die worden eerst een beetje gek aangekeken en dan worden ze buitengesloten totdat op een gegeven moment de cultuur, de norm, verandert en dát de dominante manier van schilderen of muziek maken wordt.

Ook in de politiek is dat door de hele geschiedenis heen het geval geweest. Tot 1989 bijvoorbeeld was het in de toenmalige communistische landen in Oost-Europa volstrekt gemeengoed om de communistische principes aan te hangen rondom de economie, de samenleving, het gezin. Ze hadden betrekking op alle facetten van het leven. Je had ook verschillende politieke partijen in die landen, maar die onderschreven in principe allemaal dezelfde aannames. De journalisten onderschreven die aannames. De academische wereld onderschreef die aannames. Je had ook toen mensen die iets heel anders wilden en fundamenteel anders naar de samenleving keken. Zij werden dissidenten. Ze werden weggezet. Soms werden ze politiek vervolgd. En op een gegeven moment, vrij onverwachts, veranderde dat, in 1989, in 1990. De dissidenten uit de tijd daarvoor werden opeens de leidende stemmen en gingen de nieuwe samenleving vormgeven. Ze gingen vernieuwingen daadwerkelijk doorvoeren. Dat had niemand zien aankomen. Václav Havel bijvoorbeeld in toenmalig Tsjechoslowakije, maar ook anderen in andere landen.

Ik voel mij verwant aan al die vernieuwers en al die mensen die we hebben gezien in de geschiedenis die fundamenteel anders aankeken tegen een bepaalde politieke of anderszins gevestigde orde en die lange tijd niet begrepen werden en weggezet werden. Maar ik geloof dat over niet al te lange tijd mijn gelijk, het gelijk van Forum voor Democratie, over al die grote onderwerpen waar hier fundamenteel anders over wordt gedacht, zal worden bevestigd. Niet alleen over de situatie in Oekraïne, maar ook over de absurde klimaatplannen, de stikstofplannen, de immigratieplannen die ons onze welvaart kosten en onze hele samenleving ontwrichten, over de esthetiek, over de euromunt, over digitaal geld, over al die zaken. Ik geloof dat dit spoedig zal veranderen. Ik geloof dat het paradigma zal veranderen en dat wij dan degenen zullen zijn die een nieuwe orde moeten gaan helpen bouwen, omdat de oude regels, de oude visie, volledig zullen hebben afgedaan. Ik hoop dat we daar vanaf 22 november een begin mee kunnen maken.

Ik heb enkele moties. Ze gaan niet over deze fundamentele punten, want ik weet dat ik daar toch geen meerderheid voor krijg. Jullie geloven nog steeds in de man made global warminghypothese. Jullie geloven in de massale immigratie en de demografische transitie. Dat heeft kennelijk meer tijd nodig. Maar misschien kan ik wel de handen op elkaar krijgen voor deze specifieke concrete punten.

Een.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat steeds meer kinderen aan het twijfelen worden gebracht over hun geslacht en geaardheid en dat steeds meer kinderen besluiten om puberteitsremmers en hormoonblokkers te nemen;

spreekt haar zorg uit over deze trend, aangezien dit onomkeerbare behandelingen betreft waar kinderen — die immers beïnvloedbaar zijn voor modetrends en lhbtqi+-propaganda — hun leven lang spijt van zouden kunnen krijgen;

roept de regering op met een voorstel te komen om deze behandelingen te verbieden voor minderjarigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 32 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland een lange traditie heeft van neutraliteit en het faciliteren van vredesonderhandelingen;

overwegende dat zo spoedig mogelijk een einde moet worden gemaakt aan de zinloze oorlog in Oekraïne;

roept de regering op om een voortrekkersrol te nemen in het opstarten van vredesonderhandelingen tussen de NAVO en Rusland om zo spoedig mogelijk een staakt-het-vuren te bereiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 33 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat onafhankelijke journalistieke controle op de macht van cruciaal belang is voor een vrije samenleving;

overwegende dat daar onder meer bij hoort dat journalisten, al dan niet anonieme, klokkenluiders een podium mogen verschaffen, ook om eventuele misstanden in overheidskringen en machtsmisbruik aan de kaak te stellen;

overwegende dat het niet past in een democratie dat de overheid journalisten die deze kritische geluiden wereldkundig maken vervolgens strafrechtelijk gaat vervolgen;

constaterende dat het journalistieke platform WikiLeaks in 2010 precies zulke controle op de macht tot stand bracht en diverse klokkenluiders en gelekte documenten, waaronder die van Chelsea Manning over oorlogsmisdaden van het Amerikaanse leger in Irak, voor een breder publiek ontsloot;

constaterende dat de oprichter van WikiLeaks, Julian Assange, nu al sinds 2012 echter gevangen zit en vervolgd wordt voor dit journalistieke werk;

verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om politiek asiel aan te bieden aan Julian Assange,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 34 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat cash geld van cruciaal belang is voor financiële vrijheid, privacy en anoniem betaalverkeer en een cruciale waarborg is tegen een eventueel persoonlijk CO2-budget of andere vormen van overheidscontrole op betalingen en uitgavenpatronen;

overwegende dat het voortbestaan van cash geld bovendien de mogelijkheid biedt je geld fysiek van de bank te halen om te ontsnappen aan eventuele negatieve rentes;

constaterende dat cash geld steeds verder lijkt te worden uitgefaseerd;

overwegende dat dit, gezien de cruciale waarborg die cash geld biedt voor onze vrijheid, een onwenselijke ontwikkeling is;

roept de regering op met een plan te komen om banken te dwingen cash geld zonder bijkomende kosten in ontvangst te nemen, om klanten zonder bijkomende kosten hun geld te laten opnemen indien zij dat wensen, en om een acceptatieplicht voor cash geld in de retail, horeca en dienstensector mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 35 (36410).

De heer Baudet (FVD):

Dan heb ik nog één motie. Mag ik die alstublieft nog indienen?

De voorzitter:

Is het een korte?

De heer Baudet (FVD):

Het is een hele goede motie. En heel kort.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland betrokken is bij tal van internationale organisaties;

constaterende dat daar tal van zaken worden besloten die burgers direct raken;

overwegende dat burgers via de Wet open overheid de mogelijkheid hebben om openbaarheid van documenten en besluitvormingsprocessen te vragen die hen direct treffen;

overwegende dat de Wet open overheid een uitzonderingsgrond bevat onder artikel 5.1 sub 2a om documenten te verschaffen die internationale organisaties betreffen;

overwegende dat dit in strijd is met de geest van onze democratie;

roept de regering daarom op met een voorstel te komen om de uitzonderingsgrond van artikel 5.1 sub 2 onder a van de Wet open overheid te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.

Zij krijgt nr. 36 (36410).

Dank u wel, Baudet. Meneer Baudet.

De heer Baudet (FVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Het was niet echt een korte motie. Maar goed, het zijn de Algemene Politieke Beschouwingen.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ik ga van start met de moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat aanvullende maatregelen nodig zijn om huishoudens meer bestaanszekerheid te bieden;

verzoekt de regering het minimumloon per 1 januari 2024 enigszins te verhogen met behoud van de volledige koppeling en dit te dekken uit via de uitgavenkant;

verzoekt hiertoe een wijzigingsvoorstel op de begroting van SZW naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 37 (36410).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De vleermuizen, ze zijn er. Ook in deze Kamer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uitspraak 202103977/1/R2 (Raad van State) uitdagingen veroorzaakt voor het snel kunnen isoleren en na-isoleren van spouwmuren;

van mening dat het niet getuigt van gezond verstand als mensen hierdoor een jaar moeten wachten tot ze kunnen isoleren;

constaterende dat sommige gemeenten, zoals Utrecht, met slimme oplossingen komen om isolatie natuurvriendelijk te versnellen;

verzoekt de regering om gemeenten te helpen met zo snel mogelijk belemmeringen bij isolatie van spouwmuren ten gevolge van de RvS-uitspraak weg te nemen en daar voor de behandeling van de begroting BiZa over te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Paternotte.

Zij krijgt nr. 38 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op Prinsjesdag de politieagenten in tegenstelling tot voorgaande jaren niet zijn genoemd in de troonrede, behalve bij het onderdeel betaalbare woningen;

constaterende dat politieagenten op hetzelfde moment in groten getale aanwezig waren om de veiligheid en openbare orde te bewaken in de stad, op de A12 en elders in het hele land;

spreekt uit dat politieagenten waardering verdienen voor het iedere keer weer paraat staan om hun werk te doen in het huidige maatschappelijk harde klimaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Helder.

Zij krijgt nr. 39 (36410).

Er is nog een vraag van mevrouw Bikker over de andere motie. Gaat uw gang.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Mijn vraag gaat over de eerste motie van mevrouw Van der Plas, als ik het goed heb. Hoorde ik het goed dat zij vroeg om het minimumloon een beetje te verhogen en dat te dekken uit de uitgaven?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dan heb ik twee vragen. Waar moet ik aan denken bij "een beetje"? En waar moet ik aan denken bij "de uitgaven"? Wat is uw dekking?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

"Een beetje" zou 1% of misschien 2% kunnen zijn. We zouden kunnen denken aan het bevriezen van de rijksdienst, bijvoorbeeld door het aantal ambtenaren niet meer uit te breiden. Je zou ook kunnen denken aan minder gebruik van consultancy- en adviesbureaus, waar jaarlijks bijna 3 miljard in gestoken wordt. Er zijn genoeg uitgaven die we bij onze eigen overheid kunnen schrappen om dit mogelijk te maken.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Bikker.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik zou het wel fijn vinden als mevrouw Van der Plas dat concreet opschrijft. Dan weten we waarover we stemmen. Ik heb zelf ook een voorstel voor verhoging van het minimumloon gedaan. Ik ben het dus met u eens dat we daarnaar moeten kijken en dat we de bodem van het bestaan moeten optillen. Maar het maakt nogal veel uit, ook voor de mensen die het verdienen, of je vertelt hoeveel dat zou zijn en waar we dat van betalen. Eerlijk gezegd kun je dat niet een klein poosje doen, door te zeggen: we bevriezen de overheid een poosje en dan brengen we het minimumloon weer omlaag. Dat kan niet. Soms valt je mond bij een motie even open. Dat is op dit moment het geval.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik denk dat dat overdreven is. Zo wereldschokkend is de motie nou ook weer niet. Ik heb net 1% à 2% genoemd. Ik heb ook aangegeven waar we dat uit halen. Volgens mij is dat duidelijk.

De voorzitter:

Dank u wel. U gaat weer verder.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er van de beloofde 100 miljoen euro vanuit het Rijk voor de aanpak van de N35 nu opeens nog maar 15 miljoen beschikbaar is;

constaterende dat de rondweg bij Mariënheem er daardoor, ondanks jarenlange beloftes, voorlopig niet komt;

overwegende dat de benodigde 100 miljoen euro eerder al was gereserveerd;

verzoekt het kabinet deze reservering intact te laten en de afspraken met de provincie Overijssel, die de helft van de totale kosten van 200 miljoen betaalt, na te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 40 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de alsmaar groeiende windparken op zee grote en nadelige gevolgen kunnen hebben voor de visserij en natuur;

constaterende dat de Europese Rekenkamer alarm heeft geslagen over de massale bouw van windturbines op zee;

overwegende dat de EU heeft nagelaten om de gevolgen en schade van de klimaatambities voor de visserij en natuur in kaart te brengen;

verzoekt de regering om te stoppen met het bouwen van nieuwe windparken op zee en de onderzoeken naar eventuele schade die door windparken is en wordt toegebracht aan de visserij en natuur af te wachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Stoffer.

Zij krijgt nr. 41 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het recent verschenen onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de wetenschappelijke onderbouwing van de zogenaamde "piekbelastersaanpak" ontbreekt;

constaterende dat dit onderzoek laat zien dat depositiebeleid hooguit tot een afstand van 500 meter van de bron zinvol is;

overwegende dat er over het hele land verspreid veehouders zijn die vrijwillig willen stoppen met hun bedrijf;

overwegende dat de huidige beëindigingsregelingen Lbv en Lbv+ gebaseerd zijn op depositiebeleid;

verzoekt de regering om de beëindigingsregelingen niet meer te baseren op het principe van piekbelasters en depositiebeleid, maar deze zo spoedig mogelijk om te vormen naar algemene regelingen waar elke boer op vrijwillige basis aan mee kan doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 42 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er steeds meer wetenschappelijke rapporten verschijnen waaruit blijkt dat de onderbouwing voor het huidige stikstofbeleid op basis van depositie ontbreekt;

overwegende dat uit nieuw wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de depositie van stikstof buiten een straal van 500 meter niet toe te rekenen is aan een individuele uitstoter;

overwegende dat uit een recent verschenen rapport van TNO, RIVM en WUR, de Wageningen Universiteit, blijkt dat de droge depositie veel te hoog wordt ingeschat;

overwegende dat deze rapporten eerdere rapporten bevestigen;

verzoekt de regering het depositiebeleid los te laten, met daarin inbegrepen de aanpak piekbelasters, en in te gaan zetten op emissiebeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 43 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door de uitspraak van de Raad van State op 29 mei 2019 een groep bedrijven, die volgens de toen geldende wetgeving een melding hebben gedaan in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS), buiten hun schuld om niet meer beschikten over een geldige vergunning;

overwegende dat veel van deze melders te goeder trouw handelden en de geldende regels hebben gevolgd;

overwegende dat de stikstofuitstoot van deze groep PAS-melders geen aantoonbaar effect gaat hebben op kwetsbare natuur omdat er geen nieuwe stikstofuitstoot ontstaat;

verzoekt de regering:

  • -een generaal pardon in te stellen voor alle melders die onder het PAS hebben gehandeld en te goeder trouw aan alle voorschriften hebben voldaan;

  • -de melders in kwestie vrij te stellen van verdere juridische stappen en te zorgen voor herstel van hun oorspronkelijke rechten en economische mogelijkheden;

  • -een passende compensatieregeling op te stellen om de financiële schade te vergoeden die deze melders hebben geleden als gevolg van het PAS-beleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 44 (36410).

Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Er is een vraag van de heer Bontenbal, CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik zit toch nog een beetje na te denken over die motie over het minimumloon. Heeft mevrouw Van der Plas een idee van wat een verhoging van ongeveer 1% van het minimumloon kost?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat heb ik niet zo paraat.

De heer Bontenbal (CDA):

Volgens mij is dat met 1% meer dan een miljard. Door heel flink de kaasschaaf over het ambtenarenapparaat te halen, inclusief soldaten, agenten, enzovoorts, haal je misschien 200 miljoen op als je het heel grof doet. Het is dus een hele ongedekte motie. Heel veel partijen proberen netjes dekking te zoeken en u dient even een vrij grove, grote gratis-biermotie in, waarmee miljarden gemoeid zijn, zonder deze te dekken. Ik vind dat niet heel financieel degelijk. Het verbaast me eerlijk gezegd ook dat collega Omtzigt deze motie steunt.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, weet je, die gratis-biermotie is een beetje een populaire uitdrukking in deze Kamer.

(Hilariteit)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, maar dit is dus precies wat er gebeurt. Hoe vaak komt het kabinet niet met een wetsvoorstel en met een bedrag dat daaruit komt?

De voorzitter:

Sst, eerst mevrouw Van der Plas en dan de heer Bontenbal.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

U kunt er allemaal wel om lachen …

De voorzitter:

Het is niet u versus de zaal, maar het is echt richting de interruptie van de heer Bontenbal.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Sorry.

De voorzitter:

Nee, meneer Bontenbal, mevrouw Van der Plas is aan het woord.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, maar het kan wel. Ik heb hier de afgelopen tweeënhalf jaar heel vaak gehoord dat dingen niet konden, maar uiteindelijk kon het wel. Het kon niet totdat we het deden. Waarom zou dat niet kunnen? Zo sta ik erin. De heer Bontenbal wordt een beetje paniekerig volgens mij.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik word niet paniekerig. Ik kan ook wel moties met 10 miljard indienen en zeggen: als het kabinet het wil, dan kan het. Maar zo werkt het hier toch niet? Het voorstel dat het kabinet doet, is de Miljoenennota. Dat is hun begroting: inkomsten en uitgaven. Een beetje financieel degelijke partij komt met een verhaal waarin ze zegt: we gaan aan dit potje wat meer uitgeven en dat halen we daar op. Anders is het gewoon geen serieuze motie.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dan stemt u tegen de motie. Dat is heel simpel.

De voorzitter:

Ik kijk even of er nog nieuwe vragen zijn.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dit is best een belangrijk punt. Dit gaat namelijk over hoe de Kamer functioneert. Er wordt gezegd dat het kabinet moet regeren en wij moeten controleren. Wij zijn medewetgever. Wij kunnen hier zelf voorstellen doen, door te amenderen of door zelf initiatiefwetsvoorstellen in te dienen. Het is van het grootste belang dat je daarbij aangeeft hoe je zaken wil betalen. Waarom is dat belangrijk? Ik vind het te prijzen dat mevrouw Van der Plas altijd zegt dat we eerlijk moeten zijn tegen de kiezer. Stel dat je tegen de kiezer zegt: we gaan het minimumloon verhogen. Zoals u het nu schetst, schat ik dat dat tussen de 700 miljoen en de 2 miljard euro kost. Maar als je dan niet zegt hoe we dat betalen, dan hebben we een probleem. Wij hebben een dekking voorgesteld. Daar kun je kritiek op hebben. Dat had de heer Omtzigt ook. Dan gaan we met elkaar het debat aan. De VVD heeft een dekkingsvoorstel. Dat voorstel vind ik buitengewoon onverstandig. Maar dan ben je wel eerlijk naar je kiezer over wat de afruil is. Dat bedoelen wij te zeggen met "gratis bier". Je kan niet zeggen: we kunnen als overheid alles uitgeven wat we willen en we gaan de belastingen verlagen. Dat is toch een beetje wat u nu zegt.

De voorzitter:

Uw punt is helder.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Goed, ik ben het op dit punt niet eens met de heer Klaver. U kunt nu wel allemaal teruglopen, maar ik wil mijn antwoord graag even afmaken.

De voorzitter:

Ja, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. Ik ben het niet eens met de heer Klaver. De heer Klaver geeft terecht aan dat wij medewetgever zijn. Ik geef aan dat het kan komen uit het bevriezen van de rijksdiensten en uit het minder uitgeven aan consultantsbureaus en adviesbureaus. Ik heb het bedrag niet helemaal in mijn hoofd, maar volgens mij wordt er bijna 2,7 miljard uitgegeven aan advies- en consultantsbureaus. Ondertussen zegt de Nationale ombudsman dat dat te bizar voor woorden is, omdat die kennis in huis moet zijn. We krijgen bij een mondkapjesdebat een rapport van Deloitte & Touche en zien dan dat één rapport — dat is één rapport — 6 miljoen euro kost. Dat is 6 miljoen euro. Waarom moeten wij dan altijd maar die dekking zoeken? Dat doen wij in heel veel gevallen ook. Dan zoeken wij ook dekking. Maar waarom mag je niet van een kabinet verwachten om de voorstellen die wij doen te appreciëren en om dan aan te geven hoe ze het gaan doen? Waarom is dat raar?

De voorzitter:

Heel kort nog, meneer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Omdat het uw verantwoordelijkheid is als parlementariër om gedegen werk te leveren. Neem precies dit voorbeeld, van 2,7 miljard aan consultants en inhuur. Dat voorbeeld heb ik ook genoemd in mijn bijdrage. Daar willen we van af. Maar weet u wat het is? Als we daarvan af willen, dan zal de overheid meer ambtenaren in vaste dienst moeten nemen. Dat is de kern van al die adviezen die worden gegeven. U citeert de Ombudsman: zorg ervoor dat die kennis in huis is. Als wij gaan bezuinigen op de inhuur van consultants, dan betekent dat dat we meer ambtenaren in dienst nemen. Dat geld kunt u dus niet inzetten om dit te betalen. Precies daarom staan wij hier te interrumperen. Dit gaat namelijk om hoe wij als parlement functioneren. Wij hebben vandaag een parlement gezien dat het initiatief in handen neemt en dat niet wacht op een kabinet. Dat is het parlement dat ik graag zie en ik had ook gehoopt dat u dat zo ziet. Dan zeggen we niet: we wachten op een kabinet en de voorstellen waarmee het komt. Dan regelen we het hier zelf. Dat vraagt wel om financiële degelijkheid.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou ja, ook daar ben ik het niet mee eens. "Oh, als we geen consultantsbureaus inhuren, moeten we meer ambternaren aannemen." Misschien kun je ook gebruikmaken van de expertise van ambtenaren die er nu al is maar die niet gebruikt wordt. Ik ken genoeg verhalen over expertise die niet gebruikt wordt. Die ambtenaren op ministeries worden gewoon niet gehoord en gezien. Die kennis is er misschien al. Dat gaat dus helemaal niet op. Dat gaat gewoon helemaal niet op. Het inhuren van die advies- en consultantsbureaus is een soort gewoonte geworden. Zouden we niet eens kunnen kijken of het altijd wel nodig is om dat te doen? Is dat wel altijd nodig? Hebben we het niet zelf in huis? Op sommige ministeries werken verdorie 5.000 of 6.000 ambtenaren. Je gaat mij toch niet vertellen dat die kennis niet in huis is?

De voorzitter:

Dank u wel, u heeft uw punt gemaakt. Ik kijk even of mevrouw Hermans nog een nieuw punt heeft, want mevrouw Bikker, de heer Bontenbal en de heer Klaver hebben het ook gehad over dekking. Als u iets nieuws heeft, geef ik u het woord. Ja?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ja, ik vind het toch belangrijk dat we ons werk hier verantwoordelijk en gedegen doen. Wij doen aanvullende voorstellen op het voorstel van het kabinet. Onder het voorstel van het kabinet, het demissionaire kabinet, ligt dekking. Dat hoort dus ook zo te zijn bij de voorstellen die wij doen. Dat betreft ook ons budgetrecht en onze budgetverantwoordelijkheid. Mevrouw Van der Plas, zowel aan de uitgavekant als bij hoe u dat financiert, moet dat bij elkaar opgeteld een beetje kloppen. Uiteindelijk is politiek het kiezen in schaarste, het verdelen van schaarste. Het is niet altijd leuk, maar het moet wel. Dat is precies de eerlijkheid naar de kiezer die de heer Klaver al benoemde. Dus toch nog een keer aan u de vraag of u het voorstel dat u nu doet, misschien nog wilt aanpassen en bij de Algemene Financiële Beschouwingen opnieuw indienen. Dan kunnen we het allemaal goed afwegen en zelf de keuze maken of we bereid zijn om daarin wel of niet wat te schuiven.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik ben ook eerlijk naar de kiezer! Het is misschien niet de eerlijkheid die mevrouw Hermans wil, maar ik heb hier volgens mij klip-en-klaar uitgelegd waar ik voor eventueel dekking zie voor dit voorstel. Ik snap niet waarom mijn betoog oneerlijk zou zijn, alleen zegt iemand anders dan weer "wij gaan het uit dat potje halen". Er worden hier moties ingediend die willen dat de bedrijven moeten betalen, dat de belasting voor bedrijven omhooggaat. Dan denk ik: is dat dan eerlijk tegenover de kiezer? Dat vind ik net zomin eerlijk tegenover de kiezer. Daarbij wordt namelijk vergeten te zeggen dat al die bedrijven voor wie de lasten worden verhoogd, die verhoging gaan doorrekenen aan de consument in de prijzen. Dat kunnen een heleboel kleine mkb-bedrijven, die in de periferie van grote bedrijven zitten, misschien helemaal niet meer betalen. Die moeten dan stoppen met hun bedrijf, wat leidt tot het ontslag van werknemers. Zeg dat er dan ook even bij in dat soort moties!

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

Ik denk dat mensen hier ook een beetje op aanslaan omdat zij weten dat het een tijd van krapte is, waarin wij eerlijk moeten zijn over keuzes. Ik wil de vraag eigenlijk verbreden naar het feit dat mevrouw Van der Plas in haar verkiezingsprogramma heel veel hele mooie wensen heeft staan. Ik noem het afschaffen van het eigen risico voor 4,5 miljard en het verhogen van uitkeringen en het minimumloon voor 4 miljard. Het afschaffen of terugdraaien van de hele pensioenwet kost zo'n 16 miljard euro per jaar. Alles bij elkaar tellen al haar voorstellen op tot ongeveer 35 miljard euro per jaar extra, en in het programma is niet te vinden hoe mevrouw Van der Plas dat zou willen betalen. Zou het een mooie uitkomst van dit debat zijn dat zij hier zegt: wij gaan de komende tijd bekendmaken hoe wij dat willen betalen? Dan weet Nederland ook hoe mevrouw Van der Plas al die enorm grote en vaak ontzettend dure plannen, inclusief het voorstel dat nu wordt gedaan, wil gaan betalen. Dan kunnen we eerlijke keuzes maken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Allereerst opnieuw dank aan D66 voor het voeren van campagne voor BBB, door de punten uit ons verkiezingsprogramma voor te lezen, voor het oog van de natie. Dat waardeer ik heel erg. Ten tweede heb ik al vaker, heel vaak zelfs, aangegeven dat wij bijvoorbeeld ons programma ook niet bij het CPB laten doorrekenen, omdat het CPB gaat uitrekenen wat het allemaal kost. En wij willen zo graag ...

(Hilariteit)

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, ja. Lach maar. Ik lach met u mee. Wat het allemaal kost, maar er wordt nooit berekend wat goed, effectief en efficiënt beleid uiteindelijk oplevert. Kijk bijvoorbeeld naar de mondzorg, waar de heer Wilders het ook over had. Als je zorgt dat mensen goede mondzorg hebben en dat die gewoon in het basispakket zit, dan voorkom je heel veel ellende op de langere termijn, waardoor je de zorgkosten kan verlagen. Als we ervoor kunnen zorgen dat ministeries niet meer allemaal als eilandjes aan het werken zijn ... Ik zal een voorbeeld geven, met permissie van de voorzitter voor de tijd. Een tijdje geleden hebben wij hier een debat gehad over wonen voor ouderen. Toen heb ik aan de minister voor Langdurige Zorg gevraagd: weten jullie wel waar jullie mee bezig zijn op de ministeries? Wij hebben hier namelijk een minister staan die zegt dat ouderen zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen, terwijl de minister voor Wonen, hier links van mij, zegt dat ouderen zo snel mogelijk hun huis uit moeten, want die huizen moeten vrijkomen. Dat is toch raar? "Langer thuis blijven wonen" versus "zo snel mogelijk het huis uit". Dan vraag ik mij af of er wel enige overlap is tussen ministeries. Praten jullie wel met elkaar?

De voorzitter:

Dank. Punt gemaakt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Is het niet beter om bijvoorbeeld stikstofbeleid ... We hebben een minister voor Natuur en Stikstof. Nou, u heeft het in ons verkiezingsprogramma kunnen lezen: wij willen helemaal geen extra minister voor Natuur en Stikstof! Stikstof loopt door verschillende ministeries heen en wat je nu krijgt ...

De voorzitter:

U heeft uw punt gemaakt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik wil het nog even afmaken.

De voorzitter:

Het wordt nu wel heel lang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De laatste zin daarover. Dat heb ik hier ook heel vaak gehad in debatten: dan sta ik in een debat met IenW, Infrastructuur en Waterstaat, en stel ik een vraag over stikstof. Daarop wordt gezegd: ja, maar dan moet u bij de minister voor Natuur en Stikstof zijn. Of we hebben het met Sociale Zaken over armoede of zorg, en dan zeggen zij: nee, u moet bij de minister van Financiën zijn. Ik denk dat je miljarden kan besparen door gewoon heel efficiënt te gaan werken bij ministeries en iets meer met elkaar af te stemmen. Dat zou een hele hoop schelen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Tot slot de heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

Er staan nog veel meer dingen in het BBB-verkiezingsprogramma, zoals een miljard extra om boeren te betalen voor maatschappelijke diensten, het verhogen van het MIRT-budget met een miljard per jaar, een heleboel knooppunten aanleggen, inderdaad het basispakket uitgebreid uitbreiden en de rente op studieleningen afschaffen. Dat zijn inderdaad allemaal punten, maar de nieuwe Kamer gaat geïnstalleerd worden de dag na pakjesavond. Mijn dochter is al naar bed, maar ik vertel haar altijd natuurlijk dat ze gewoon een verlanglijstje kan indienen en dat er dan op een of andere manier een zak met cadeautjes voor de deur staat. Wat ik er niet bij vertel, is dat dat natuurlijk wel een beetje door papa en mama ook ergens gekocht moet worden. Dat lijkt wel heel erg op het BBB-verkiezingsprogramma.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, nou ja. Volgens mij heb ik net uitgelegd hoe het zit. Hier wordt niet gerekend met wat dingen opleveren. En voor die pakjesavond van de dochter van de heer Paternotte moet de heer Paternotte uiteindelijk betalen, al dan niet via Sinterklaas. Het komt wel ergens vandaan. Dat gaat de heer Paternotte misschien later opleveren dat hij een heel goede band met zijn kinderen heeft, dat ze het heel fijn vinden dat ze zo'n fijne jeugd hebben gehad en dat als de heer Paternotte straks 80 jaar is en problemen heeft, die kinderen misschien wel voor de heer Paternotte gaan zorgen. Dat zijn de baten van goede dingen doen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat is hetzelfde voorbeeld. Dingen leveren uiteindelijk ook iets op en daar moeten we naar kijken: wat levert het uiteindelijk op en wat zijn dan de werkelijke kosten? Misschien wel helemaal niet.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik hoop dat er nu geen heel jonge kinderen kijken naar de Algemene Politieke Beschouwingen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb gezegd dat het via Sinterklaas gaat, hè.

De voorzitter:

Ik hoop het echt niet. Ik vind het nu wel voldoende, eigenlijk. Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. Ik kan er niks aan doen. Ik sta hier ook maar.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Stoffer van de SGP. Gaat uw gang.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik wil in de eerste plaats de minister-president bedanken voor de beantwoording van mijn vragen, maar ook alle andere vragen en daarbij natuurlijk ook alle mensen die geholpen hebben om tot die beantwoording te komen. Dat zijn er vast vele.

Voorzitter. Ik heb drie moties. Een gaat over een stukje extra steun aan gezinnen via de kinderbijslag. Ik heb denk ik wel laten merken dat eenverdieners en de middeninkomens ons best aan het hart gaan. Bij het Belastingplan en wellicht ook bij de Algemene Financiële Beschouwingen komen we daar wel verder op terug, maar ik heb alvast een motie en die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel vaste uitgaven van gezinnen voor bijvoorbeeld energie, boodschappen en sportverenigingen zijn toegenomen;

overwegende dat de financiële positie van gezinnen met middeninkomens gericht versterkt kan worden door het verhogen van de kinderbijslag;

verzoekt de regering, de kinderbijslag structureel te verhogen met 250 miljoen euro en dit te dekken door het generiek beperken van de tabelcorrectiefactor,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer, Bontenbal, Wilders, Van der Plas, Van Haga en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 45 (36410).

Er is een vraag van mevrouw Bikker, ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

De ChristenUnie en de SGP staan bijna altijd zij aan zij als het gaat om de kinderbijslag, want we weten dat dat voor gezinnen heel veel kan betekenen. Over de dekking die ik nu hoorde, de tabelcorrectiefactor, heb ik alleen een kleine zorg dat het voor een kleine groep mensen eigenlijk armoede kan betekenen als we die omlaag brengen. Ik zou dus aan de heer Stoffer willen vragen of we nog eens samen naar dat aspect van de dekking kunnen kijken, of we misschien bij de Financiële Beschouwingen of op een ander moment waarop dit een amendement wordt, kunnen kijken of we dat kunnen tackelen. Want ik zou dat zelf echt heel spijtig vinden.

De heer Stoffer (SGP):

Ik denk dat het meevalt. We zijn eigenlijk wel een dag bezig geweest met zoeken. Het doel is natuurlijk prachtig, maar het is inderdaad, zoals we zojuist ook hoorden, altijd keuzes maken en dat doet een beetje pijn. Je moet het ergens vandaan halen. We hebben wel goed gekeken en het lijkt erop dat zeg maar de toename … Nou, tussen 2023 en 2024 zie je een toename op bijvoorbeeld de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. Die nemen een heel klein beetje minder toe. Je hebt dus iets minder korting dan nu in de voorstellen zit. Het lijkt heel beperkt, maar natuurlijk staan wij, zoals ik net al zei, bij de AFB of het Belastingplan altijd open voor andere dekkingen, die beter zijn. We hebben er meerdere de revue laten passeren, maar het moet natuurlijk wel zo zijn dat het door een meerderheid van de Kamer gedragen kan worden. En dat het ergens een klein beetje pijn doet — daar moeten we ook eerlijk over zijn — is gewoon altijd een feit.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dat is goed. Laten we daarnaar kijken. Dat het ergens een klein beetje pijn doet … Ik ben blij met goed gedekte moties. Deze is keurig gedekt. Voor de ChristenUnie is de afweging wel altijd dat als het de armoede doet toenemen, we de keuze niet snel zullen maken. Maar ik ben blij dat we even kunnen uitzoeken hoe groot dat is of dat het inderdaad echt heel miniem is.

De heer Stoffer (SGP):

Dat lijkt me uitstekend.

Ik heb een voorstel gedaan in mijn eerste termijn om bijvoorbeeld de Koning een rol in de formatie te geven. We hebben ook goed geluisterd naar de minister-president, die zegt: ik ben er zelf best voor, maar kijk uit dat je niet iets nu doet en dan weer niet. Ik dien dus een motie in. Het is een soort van procesmotie die gericht is op het debat over de evaluatie van de afgelopen formatie, dat wellicht begin oktober komt. De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer op 1 april 2021 door de aanvaarding van de motie Van der Staaij-Segers (35788, nr. 17) heeft verzocht bij de evaluatie van de kabinetsformatie uitdrukkelijk in te gaan op de mogelijkheid dat een externe partij belast wordt met de eerste stappen in de kabinetsformatie;

overwegende dat in het evaluatierapport Het vertrouwen zoek wordt aangegeven dat het aan de Tweede Kamer is om een keuze te maken tussen vasthouden aan de bestaande werkwijze ten aanzien van de verkenning dan wel tot een aanpassing te komen;

overwegende dat het, alleen al gelet op het mislukken van de verkenningsfase in 2021, belangrijk is om een weloverwogen en goed voorbereide keuze te maken rond de inkleding van de eerste fase van de formatie, wanneer een nieuwe Kamer wel is gekozen, maar nog niet geïnstalleerd is;

verzoekt het Presidium ter voorbereiding op het Kamerdebat over de evaluatie van de kabinetsformatie met spoed de Raad van State om voorlichting te vragen over de huidige verkenningsfase en daarbij alle mogelijke stabiele varianten te betrekken, maar uitdrukkelijk binnen de kaders en zonder wijziging van artikel 11.1 van het Reglement van Orde, waarbij de Kamer een of meer informateurs aanwijst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer, Bikker, Bontenbal en Hermans.

Zij krijgt nr. 46 (36410).

Misschien is het goed om nog toe te voegen dat wij het in de commissie voor de Werkwijze natuurlijk over dit onderwerp hebben gehad. We hebben een traject met elkaar afgesproken. De evaluatiecommissie is ook bij de commissie voor de Werkwijze geweest. Het is dus goed om ook dat erbij te betrekken, denk ik. Zelf heb ik de toezegging aan de Kamer gedaan bij de Raming dat er een brief komt vanuit mij over de verkenningsfase. De planning is dat die morgen of maandag naar de Kamer komt, dus bij dezen.

De heer Stoffer (SGP):

Helder. Dank u wel.

Dan heb ik nog één motie. Die is van een andere orde en luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat boerenbedrijven in grote onzekerheid blijven over hun toekomst, met name degenen die aangemerkt zijn als zogenaamde piekbelaster;

overwegende dat het kabinet heeft gedreigd met niet-vrijblijvende maatregelen, terwijl regelingen voor emissiereductie op het boerenerf, in tegenstelling tot opkoopregelingen, nog steeds op de plank liggen;

verzoekt de regering geen stappen te zetten richting gedwongen opkoop van boerenbedrijven dan wel het intrekken van vergunningen in het kader van de stikstofaanpak en ervoor te zorgen dat regelingen voor emissiereductie op het boerenerf en verplaatsing van bedrijven op de kortst mogelijke termijn gepubliceerd worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer.

Zij krijgt nr. 47 (36410).

De heer Stoffer (SGP):

Dat waren mijn moties, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Stoffer. Dan geef ik het woord aan de heer Van Baarle, DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Dank u wel, voorzitter. Het debat ging voor een groot gedeelte over de bestaanszekerheid in Nederland. Het kabinet heeft 2 miljard voorgesteld voor het compenseren van de koopkracht. Daarvan heb ik in mijn bijdrage gezegd dat het te weinig is. Het kabinet is demissionair, maar gelukkig hebben wij vandaag laten zien dat wij als Kamer nog missionair zijn. Dat vind ik erg mooi. Mijn fractie heeft met veel plezier de moties van collega's ondersteunt om op het gebied van de koopkracht een aantal zaken te corrigeren: samen met de VVD de brandstofaccijnzen, samen met PvdA-GroenLinks en samen met de heer Stoffer van de SGP. Het is mooi om te zien hoe de Kamer kan samenwerken om stappen te zetten voor de mensen in het land.

Zelf heb ik ook nog een aantal moties. Die betreffen allereerst de compensatiemaatregelen voor de hoge energieprijzen. Die verdwijnen vanaf 1 januari. Ik vind dat er een noodscenario moet zijn voor het geval dat de energieprijzen weer gaan stijgen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de afgelopen winter veel huishoudens kopje-onder gingen door de torenhoge energieprijzen;

overwegende dat we dit scenario moeten voorkomen;

overwegende dat het prijsplafond en de energietoeslag per 1 januari verdwijnen;

verzoekt de regering om een snel uitvoerbaar noodplan op te stellen voor als de energierekening stijgt in de winter en dit de koopkracht onder druk zet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Wilders, Den Haan, Klaver en Stoffer.

Zij krijgt nr. 48 (36410).

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Een ander punt dat ik in een debat met de minister-president gewisseld heb, is het feit dat het kabinet de verkeersboetes met 10% gaat verhogen om een gat in de begroting te dekken. Het OM en de politie geven aan dat de boetes inmiddels zo hoog zijn dat het niet meer uit te leggen is aan de mensen in het land. Dat wil ik graag voorkomen, vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering de verkeersboetes met 10% gaat verhogen, onder andere om dekking te vinden voor uitgaven binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid;

overwegende dat het Openbaar Ministerie en de politievakbond aangeven dat de hoge boetebedragen niet meer zijn uit te leggen;

verzoekt de regering om de verkeersboetes niet met 10% te verhogen en een alternatief dekkingsvoorstel voor de uitgaven bij het ministerie van Justitie en Veiligheid voor te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Wilders, Eerdmans en Van Haga.

Zij krijgt nr. 49 (36410).

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. We moeten de strijd tegen racisme en discriminatie opvoeren in ons land. Dit is een van de belangrijke punten die ik heb aangestipt in mijn bijdrage. We zien nog te vaak dat je achternaam of je huidskleur bepaalt hoeveel kansen je hebt in dit land. Op het tegengaan daarvan moet veel meer inzet gepleegd worden, vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat discriminatie, racisme en moslimhaat grote problemen zijn in ons land;

van mening dat er aanvullend beleid nodig is om deze uitingen van haat tegen te gaan;

verzoekt de regering om substantiële aanvullende middelen voor het antidiscriminatiebeleid, voor onder andere bewustwordingscampagnes, versterking van de juridische keten, versterking van de antidiscriminatievoorzieningen, extra middelen voor gemeenten en middelen voor bewezen effectieve interventies;

stelt voor hier dekking voor te vinden in het besparen op ondoelmatige steunmaatregelen voor het bedrijfsleven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 50 (36410).

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Een van de voorbeelden die ik heb aangehaald in mijn bijdrage van een overheid die een discriminerende vijand lijkt te zijn geworden van de mensen in het land, is het feit dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zelf onwettig en zonder dat kenbaar te maken aan Nederlandse moslims spionagepraktijken heeft betracht in de richting van moskeeën en de moslimgemeenschap. Er is een bureau ingeschakeld, maar ook onderdelen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zelf hebben heimelijk onderzoek gedaan naar moskeeën en de moslimgemeenschap. Ik vind het onacceptabel. Ik vind het schandelijk dat de Nederlandse overheid dit heeft gedaan. Ik vind dat daar excuses voor moeten komen van de Nederlandse regering. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onwettig en zonder transparantie heimelijk onderzoek heeft gedaan naar moskeeën en de moslimgemeenschap;

verzoekt de regering om excuses te maken voor de onwettige en heimelijke spionagepraktijken in de richting van Nederlandse moslims,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 51 (36410).

Dank u wel, meneer Van Baarle. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen, Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Dank aan het kabinet en in het bijzonder aan de minister-president voor de beantwoording. Dank ook aan de collega's voor de voorstellen die gedaan zijn. We hebben met veel plezier het voorstel gesteund voor het ov van onder andere de ChristenUnie, het voorstel van het CDA voor privéjets en natuurlijk de motie van GroenLinks/PvdA over de verhoging van het minimumloon.

Het zijn goede stappen, maar het zijn ook stappen die naar meer smaken. Er is namelijk nog veel meer dat we kunnen doen, onder andere snoeien in de 116 fiscale maatregelen van 163 miljard die er zijn. Het kabinet geeft zichzelf een taakstelling, maar komt die niet na, waardoor de inkomstenbelasting omhooggaat. Wij zullen zelf amendementen indienen — die liggen al voor — om ervoor te zorgen dat bepaalde fiscale regelingen worden afgeschaft, zodat de inkomstenbelasting naar beneden kan. Wij vinden ook dat het kabinet de eigen taakstelling moet uitvoeren. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er 116 fiscale regelingen zijn die jaarlijks 163 miljard euro kosten;

constaterende dat het kabinet de eigen taakstelling voor het versoberen dan wel afschaffen van deze regelingen niet haalt en hierdoor de inkomstenbelasting verhoogt;

overwegende dat hierdoor alle belastingplichtigen de dekking bieden voor het fiscaal voordeel van enkelen;

verzoekt de regering de taakstelling voor belastingconstructies en fiscale regelingen te realiseren en daarmee de inkomstenbelasting voor 2024 niet te verhogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen, Klaver en Ouwehand.

Zij krijgt nr. 52 (36410).

De heer Dassen (Volt):

Voorzitter. Ondanks de maatregelen zijn er toch nog 600.000 Nederlanders die te maken hebben met problematische schulden. Ook die mensen zullen met deze maatregelen onvoldoende geholpen zijn. We hebben daar eerder aandacht voor gevraagd. Wij zullen ook met een verdere uitwerking komen en daar voorstellen voor doen. We hebben het vaak gehad over bestaanszekerheid, maar we moeten daarbij ook kijken naar de toekomst. De toekomst komt op ons af en is hier nu al, onder andere met kunstmatige intelligentie. Dat gaat een enorme impact hebben op de arbeidsmarkt, op de manier van werken, op banen en op de manier waarop wij beleid voeren. We hebben het gevoel dat we daar absoluut nog niet voldoende op voorbereid zijn en dat we wederom achter de feiten aan dreigen te lopen. Als we nu daar nu niet beter en sneller op acteren, zitten we over vijf of tien jaar met de gevolgen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat kunstmatige intelligentie grote impact gaat hebben op onze samenleving;

constaterende dat kunstmatige intelligentie impact heeft via kansen en risico's op onder andere arbeidsmarkt, klimaat en mensenrechten, waarbij onduidelijk is wat de toekomstige effecten zullen zijn;

verzoekt de regering een impactanalyse per ministerie uit te voeren met betrekking tot de effecten en de toepassing van kunstmatige intelligentie door de overheid, op de banen van de toekomst, beleidsontwikkeling en onze manier van werken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen, Van Baarle, Paternotte, Den Haan, Ouwehand, Eerdmans, Van der Plas, Sylvana Simons en Klaver.

Zij krijgt nr. 53 (36410).

Dank, meneer Dassen. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans, JA21.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, dank u wel. Ook van mijn kant dank aan de minister-president voor de beantwoording en dank aan de collega's.

We kijken uit naar de stemmingen die straks plaatsvinden. Dan kan worden geconcludeerd wat wij hebben kunnen wijzigen op de begroting. Ik zou daar graag drie moties aan toevoegen die wat JA21 betreft belangrijk zijn voor het uitstippelen van de toekomst. Zij gaan om in ieder geval twee verschillende thema's. De eerste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel Nederlanders het tempo van de toenemende digitalisering niet meer kunnen bijhouden;

constaterende dat dit met name veel ouderen en de minder digitaal vaardigen treft;

overwegende dat dit ertoe leidt dat mensen met hun eigen gemeente geen telefonisch contact meer kunnen krijgen en dat brieven niet meer worden beantwoord;

overwegende dat hierdoor een nieuwe kloof in de samenleving groeit en ouderen verweesd raken;

roept de regering op a in beeld te brengen hoeveel ouderen en digitaal minder vaardigen hierdoor afgehaakt raken en b hiertoe een plan van aanpak op te stellen om de huidige aanpak te intensiveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans, Den Haan, Van der Plas, Van Haga, Dassen en Stoffer.

Zij krijgt nr. 54 (36410).

De heer Eerdmans (JA21):

De tweede motie is een vervolg op een aangenomen motie over het Deense model. Daarbij hebben we te maken met de partnerlandenaanpak die in Denemarken wordt gehanteerd rond het asielmigratiebeleid. Dit is de motie rapporteur partnerlanden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Tweede Kamer op 14 februari van dit jaar de motie-Eerdmans heeft aangenomen over het optrekken met de Deense regering inzake het verplaatsen van asielopvang en -procedures naar partnerlanden buiten de EU;

verzoekt de regering een rapporteur in te stellen om in kaart te brengen welke landen buiten de EU in aanmerking kunnen komen voor een dergelijk partnerschap,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Wilders.

Zij krijgt nr. 55 (36410).

De heer Eerdmans (JA21):

De laatste heeft te maken met de actualiteit. Daar heb ik ook een debat over aangevraagd, maar dat is niet gelukt. Het zal wel in de commissie worden behandeld. We kijken uit naar de brief. Het informatieverzoek is gedaan. De motie gaat over IS-mannen. Vandaag verscheen het bericht dat ook zij proberen om vanuit Syrië naar Nederland terug te keren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat na het terughalen van uitgereisde IS-vrouwen en hun kinderen nu ook uitgereisde mannelijke IS-jihadisten via hun advocaat terugkeer naar Nederland vanuit Syrië proberen te bewerkstelligen;

overwegende dat de terugkeer van personen die zich willens en wetens hebben aangesloten bij Islamitische Staat, onacceptabel en een gevaar voor de nationale veiligheid van Nederland is;

verzoekt de regering op geen enkele wijze medewerking te verlenen aan de terugkeer van personen die zich bij Islamitische Staat hebben aangesloten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 56 (35410).

Dank u wel, meneer Eerdmans.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan, Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de collega's en aan de bewindspersonen, in het bijzonder aan de minister-president, voor het beantwoorden van de vragen.

Nou zegt de minister-president best wel vaak verstandige dingen. Ik denk niet dat iedereen het daarmee eens is, maar ik vind dat wel. Maar soms zegt hij ook dingen die ik liever niet wil horen. Dat was vandaag eigenlijk ook zo; dat ging over 113 zelfmoordpreventie. Het is een belangrijk onderwerp. We hebben daar al meerdere keren over gesproken. Overigens heeft de Kamer met algemene stemmen een motie aangenomen om hier geld voor vrij te maken. Er is nu een onderzoek gaande waarbij bekeken wordt hoe dit technisch moet gaan plaatsvinden. Ik vind het echt een omissie dat het geld niet is gereserveerd. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er inmiddels twee moties zijn aangenomen om het driecijferige telefoonnummer 113 gratis te maken, maar dat dit nummer nog steeds niet gratis is;

constaterende dat mensen met schulden, jongeren en andere mensen in ons land in veelal een afhankelijkheidsrelatie vaak geen telefoonabonnement hebben, maar bellen met beltegoed;

overwegende dat iemand met te weinig of geen beltegoed het nummer 113 niet kan bereiken en dus ook niet kan worden doorverwezen naar het gratis nummer 0800-0113;

overwegende dat moet worden voorkomen dat iemand 113 niet kan bereiken en suïcide pleegt;

constaterende dat er binnenkort onderzoek start naar hoe dit het beste aan te pakken qua techniek en qua eenmalige kosten, die geschat worden te liggen tussen de €300.000 en 1,3 miljoen euro;

spreekt uit dat de Kamer, gezien de eerder met algemene stemmen aangenomen motie, grote waarde hecht aan het gratis maken van het nummer 113;

verzoekt de regering alsnog middelen te reserveren, zodat het nummer 113 gratis kan worden gemaakt zo snel mogelijk nadat de resultaten van het onderzoek bekend zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Den Haan.

Zij krijgt nr. 57 (36410).

Dank, mevrouw Den Haan. Dan geef ik het ... O, mevrouw Hermans.

Mevrouw Hermans (VVD):

Voorzitter, ik wil hierbij heel graag de motie van mevrouw Den Haan kracht bijzetten. Het is precies zoals zij zegt: we hebben hierover twee keer als Kamer met algemene stemmen een motie aangenomen. Ik heb mevrouw Den Haan hierover in verschillende debatten en ook in verschillende Algemene Beschouwingen een persoonlijk en ook betrokken betoog horen houden. Ik zou tegen de Kamer willen zeggen, maar ook echt tegen het kabinet: zorg dat deze motie zo snel als mogelijk wordt uitgevoerd.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel. Ook dank aan collega Van den Hil, die zich hier ook al heel lang voor inzet.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Den Haan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Simons, BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Dank u, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel de Nederlandse Staat als de koning excuses heeft aangeboden voor het slavernijverleden;

overwegende dat heling niet bestaat zonder herstel, en herstelmaatregelen daarmee van essentieel belang zijn voor een samenleving waarin iedereen vrij kan zijn van bestaansonzekerheid, ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid;

overwegende dat herstelmaatregelen onder leiding van de nazaten van tot slaaf gemaakten en de voormalige koloniën geformuleerd dienen te worden, en de verplichting om herstelbeleid uit te voeren juridisch bindend dient te zijn, zodat die uitvoering niet afhangt van de welwillendheid van toekomstige kabinetten;

verzoekt de regering om een voorbereidend onderzoek in te stellen naar mogelijke vormen van een consensusrijkswet herstelmaatregelen waarin duidelijk wordt ingegaan op bovenstaande overwegingen, alsook het waarborgen van de gelijkwaardigheid tussen Nederland en de ABCSSS-eilanden, en dit onderzoek onder andere te laten uitvoeren door onderzoekers uit ieder deel van het Koninkrijk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 58 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel de Nederlandse Staat als de koning excuses heeft aangeboden voor het slavernijverleden;

overwegende dat heling niet bestaat zonder herstel, en dat die excuses bekrachtigd dienen te worden met maatregelen die de gevolgen van het slavernijverleden in het heden repareren;

overwegende dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties recent tot reparaties heeft opgeroepen bij landen die zich schuldig hebben gemaakt aan de handel in tot slaaf gemaakte mensen;

verzoekt de regering om met alle getroffen groepen en landen die te lijden hebben gehad onder Nederlands koloniaal bewind, gesprekken te starten over gewenste reparaties voor het koloniaal verleden, niet alleen binnen het Koninkrijk, Suriname of Indonesië, maar bijvoorbeeld ook met de Zuid-Molukken, West-Papoea, Tobago, Noord-Brazilië en Zuid-Afrika,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons, Gündoğan, Van Baarle en Ouwehand.

Zij krijgt nr. 59 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet zich heeft gecommitteerd aan cultuursensitieve zorg middels een beleidsnota van het ministerie van VWS;

constaterende dat het ministerie van VWS zich baseert op onderzoek van kennisinstituten als Pharos, het Verwey-Jonker Instituut en Movisie;

overwegende dat deze en andere kennisinstituten aangeven dat cultuursensitieve zorg onder andere bemoeilijkt wordt door discriminatie binnen opleidingen, achterhaalde curricula, racisme in medische richtlijnen en gebrekkig medisch onderzoek naar diverse lichamen, zoals die van Zwarte mensen en mensen van kleur;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met artsenorganisaties en onderzoeks- en opleidingsinstellingen om te bezien op welke wijze beleid op cultuursensitieve zorg verbeterd kan worden met aandacht voor bovenstaande zaken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons, Ouwehand, Van Baarle en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 60 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Tunesiëdeal leidt tot grove mensenrechtenschendingen van vluchtelingen en asielzoekers die zich op Tunesisch grondgebied bevinden;

van mening dat het demissionaire kabinet met deelname aan deze deal bijdraagt aan het schenden van mensenrechten met mogelijk de dood van onschuldige mensen tot gevolg;

verzoekt de regering zich nog voor aftreden publiekelijk uit te spreken tegen de Tunesiëdeal,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons, Ouwehand, Van Baarle en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 61 (36410).

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

En dan, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat kinderen in Nederland op 12-jarige leeftijd een advies krijgen voor een vervolgopleiding, internationaal onderzoek vaststelt dat kinderen langer de tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen, en landelijke onderwijsorganisaties al langer pleiten voor een andere visie op deze selectieprocedure;

overwegende dat deze vroege selectie zorgt voor ongelijkheid en segregatie, en dat Zwarte kinderen, kinderen van kleur en kinderen uit lagere sociaal-economische klassen hier extra door worden getroffen;

verzoekt de regering om met het onderwijsveld in gesprek te gaan, teneinde tot een nieuw moment van advisering en selectie te komen, en dit proces met hoge spoed te behandelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons, Gündoğan en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 62 (36410).

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

En, voorzitter, aangezien dit mijn laatste bijdrage is aan de Algemene Politieke Beschouwingen, wilde ik ook enkele seconden spenderen aan een woord van dank. Want na vandaag is er hopelijk een nieuw BIJ1-gezicht, maar blijft wel het vertrouwde BIJ1-geluid in de Kamer na de verkiezingen. Heel graag wil ik al mijn Kamercollega's met wie ik afgelopen jaren constructief, positief heb samengewerkt ontzettend bedanken. Het waren twee fantastische ... Nee hoor, het waren wel echt twee fantastische jaren.

Voorzitter, ik wil ook u bedanken, uw hele team, de Griffie, alle ondersteuning hier in de Kamer, de bodes ... Het is werkelijk onvoorstelbaar hoe hard en dedicated, met hoeveel ziel en zaligheid iedereen er is om ons werk te ondersteunen. Dat geldt ook voor de ambtenaren, die vaak onzichtbaar zijn, maar toch ook dank aan de ambtelijke ondersteuning. Ik wil uit de grond van mijn hart namens het hele team van BIJ1, al mijn medewerkers, onze vrienden en vriendinnen in het restaurant bedanken. De mensen waar het echt om gaat: het restaurant, de beveiliging, de technische ondersteuning; iedereen die het hier mogelijk maakt ons werk te doen, en dat met heel veel plezier. Een extra shout-out aan Pawel; hij weet wel waarom.

Maar ik wil vooral vanaf deze plek mijn dreamteam bedanken. Een fantastisch team van medewerkers, die mij de afgelopen jaren hebben ondersteund, inhoudelijk, fysiek, yoghurtjes en suiker gevoerd hebben om het hier vol te kunnen houden. Tja, zonder jullie had ik het absoluut allemaal niet kunnen volhouden, dus mijn dank is enorm.

En voorzitter, u gelooft het misschien niet, maar ik dank ook al deze mensen in het kabinet. Ook zij doen, niet altijd naar mijn zin maar wel met gedrevenheid en passie, hun best om het beste te doen voor dit land. In ieder geval, dat hoop ik dan maar. En je moet er maar aan gaan staan ... Dus alle gekheid op een stokje. Het is een kwetsbare positie waar u zich allen in bevindt. En ook al ben ik het met velen van u echt indringend oneens, toch mijn dank.

Dank u wel, voorzitter.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

De heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Oké, voorzitter, terug naar de realiteit. Nee hoor, ik vond het ook een mooie toespraak, maar ...

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Maar?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, geen maar. Het was een prachtige toespraak. En hoewel ik het bijna nooit met mevrouw Simons eens ben, ben ik het nu hartgrondig met haar eens. Dank voor deze mooie toespraak. Daar mag best voor geroffeld worden!

De voorzitter:

Ik was de enige!

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Als de voorzitter de enige is die roffelt, dan is er echt iets mis. Voorzitter, volgens mij krijg ik te weinig tijd. 2 minuten en 10 seconden, staat hier.

De voorzitter:

De tijd is al gaan lopen, hè.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. De erfenis van dit kabinet is dat Nederland op alle fronten in een crisis is beland. We hebben een asielcrisis, een crisis op de woningmarkt, een energiecrisis, een misplaatste klimaatobsessie, een stikstofdwaling, de erfenis van het coronaschandaal en een oorlog buiten het NAVO-gebied, waaraan dit kabinet met alle geweld wil meedoen.

Daarnaast vindt er een collectivistische aanval plaats op de vrijheid van het individu, op het eigendomsrecht, op het zelfbeschikkingsrecht en op onze soevereiniteit. De overheid blijft groeien. We glijden gestaag een controlestaat in. Gelukkig hebben we op 22 november verkiezingen. Ik hoop dat we Nederland daarna kunnen redden van deze teloorgang. Laat ambitie en vrijheid het winnen van middelmatigheid en staatscontrole, in het belang van Nederland.

Ik heb ook nog een paar moties, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland binnen Europa een van de minst gunstige bedrijfsopvolgingsregelingen kent;

overwegende dat dit mede het gevolg is van het uitgangspunt dat er in Nederland erf- en schenkbelasting moet worden betaald;

verzoekt de regering de erf- en schenkbelasting af te schaffen en de dekking van 2,6 miljard euro te halen uit bezuinigingen op het overheidsapparaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga, Eerdmans en Wilders.

Zij krijgt nr. 63 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de lasten niet te verhogen maar in plaats daarvan te bezuinigen op het overheidsapparaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Wilders.

Zij krijgt nr. 64 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om asielaanvragen niet in behandeling te nemen als asielzoekers via een ander veilig land zijn binnengekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga, Eerdmans en Wilders.

Zij krijgt nr. 65 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om zo snel mogelijk de armoedeval op te heffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga, Van der Plas, Wilders en Stoffer.

Zij krijgt nr. 66 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat cash geld te allen tijde een wettig betaalmiddel blijft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga, Van der Plas, Eerdmans, Wilders en Stoffer.

Zij krijgt nr. 67 (36410).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat er zo snel mogelijk een parlementaire enquête naar corona moet komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga, Van der Plas, Eerdmans en Wilders.

Zij krijgt nr. 68 (36410).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt. Gaat uw gang.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik heb weleens kritiek gehad op het kabinet over onzorgvuldig bestuur, maar wat wij hier vandaag als Kamer doen, namelijk denken dat wij binnen twee uur besluiten kunnen nemen over de Transgenderwet en de behandeling van kinderen, een generaal pardon bij stikstof, het afschaffen van alle fossiele subsidies, Woo-uitzonderingsgronden terugbrengen, 0% belasting op eten en op erfenissen, het terugbrengen van tandarts en kunstgebit in het pakket, een asielstop, de overstappers van de KLM belasten, de accijnzen omlaag doen, de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de koning wel of niet in de formatie en zijn salaris wel of niet €55.000 verhogen, de verkenningsfase veranderen, digitale vaardigheden veranderen, ISIS-mannen niet toelaten, het slavernijverleden opnieuw onder de loep nemen, 113 suïcidepreventie opnieuw doen en het onderwijsselectiemoment aanpassen, is enigszins overmoedig. Als wij echt menen dat wij het land kunnen besturen door in anderhalf uur al deze moties op deze manier in te dienen, zal ik bij de nieuwe Kamer een voorstel doen om te kijken hoe we dit zorgvuldig kunnen doen. Er is van alles te zeggen over de afbouw van fossiele subsidies, maar als je denkt dat je dat met een motie kunt doen, zonder een overleg en zonder twee uur te praten over hoe je dat wilt doen, in wat voor een tempo en wat dan ook, dan vind ik het gewoon onzorgvuldig. En om heel eerlijk te zijn: ik kan het niet eens bijhouden.

De voorzitter:

Er is een vraag van de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik hoor dingen waar ik het mee eens ben en ik hoor dingen waar ik het niet mee eens ben. We moeten als Kamer blijven werken aan de hoeveelheid moties, maar het is natuurlijk wel aan ons als parlement … Dat heb ik net ook al gezegd. Voordat mensen denken dat wij hier binnenlopen en denken "nou, laten we iets opschrijven": daar gaat weken denkwerk aan vooraf en soms heb je al jaren wensen voordat je iets voor elkaar krijgt. Nu hebben wij hier bijvoorbeeld een heel goed debat gehad over het kindgebonden budget. U maakt in uw termijn zeer terecht het punt dat we het afbouwpunt wat verder weg zouden moeten leggen. Dat is een van de voorstellen die wij nu doen. Ik denk dat dat heel verstandig is. Wat is uw voorstel om dat te regelen?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Mijn voorstel zou zijn om dat bij het Belastingplan te regelen. Hier wordt een belastingplan behandeld. Daar dien je amendementen in. Dat heeft de heer Paternotte bijvoorbeeld gedaan op het gebied van de energiebelasting. Dan heb je bij het belastingplan een uitvoeringstoets. Bij zijn amendement heb ik wat zorgen over de vraag of bijvoorbeeld een steenbakkerij in Nederland die zou moeten betalen, die dan €0,25 per kuub gas zou moeten betalen, als dat in Duitsland niet zo is. Dan kost een kuub gas voor zo'n bedrijf 60% of 70% meer dan in Duitsland of België. Ik heb zorgen over de vraag of het nog rendabel om zo'n bedrijf hier voort te zetten of dat we het over de grens jagen, terwijl ik wel zijn wens om minder fossiele brandstoffen te gebruiken begrijp. Dat zijn dingen die ik gewoon rustig zou willen uitdiscussiëren. Ik wil zelf ook heel graag 10.000 voorstellen doen en ik heb daar soms ook wel de neiging toe, dus u kunt ze in mijn verleden ook best vinden. Dat is de reden waarom ik denk dat het echt verstandig zou zijn dat we met elkaar gaan kijken hoe het gaat. Bij het voorstel dat u deed, zou ik de neiging hebben om het te dekken uit de IACK. Ik weet dat niet iedereen het daarover eens is. Dat is ook niet zo spannend. Dan zou ik met een uitvoeringstoets op dat moment kijken of het wel of niet verstandig is. De wijze waarop een kabinet een paar weken vergadert en met veel ambtenaren kijkt of bepaalde dingen uitvoerbaar zijn en of ze wel of niet verstandig zijn … Soms ben ik het er ook helemaal niet mee eens. Dat ziet u ook wel. Maar ik ben bang fouten te maken als wij denken dat wij dat heel snel kunnen doen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik wil me er toch echt tegen verzetten om dat heel snel te doen. We hebben namelijk een motie ingediend waarmee de Kamer de wil uitdrukt van welke richting wij op willen. Vervolgens moet dat in amendementen landen. Het voorstel dat u noemt van D66 is een amendement.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja, dat vind ik goed.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat gaan we bespreken bij het Belastingplan. Dat is pas over een week of drie. Daar gaan we dan vervolgens pas vier weken later over stemmen. We hebben dus nog alle tijd. De kernvraag die ik voor u heb, is: wat wilt u? Het is namelijk heel makkelijk om op alle voorstellen die worden gedaan te zeggen waar het niet goed is en waar het niet deugt. Vorig jaar ging dat bijvoorbeeld over het prijsplafond. Daar had u terechte kritiek op. Op alle plannen die we hier hebben, kan je terechte kritiek hebben. Op alles; niks is perfect. Er zitten allerlei effecten aan die je liever niet zou willen in de perfecte wereld. Maar de vraag is: welke keuze maken wij? Dit is geen praathuis. Hier moeten we een beslissing nemen en hopen — en sommigen van ons bidden — dat het de goede keuze is geweest. Als het mis is, moeten we bijsturen. We moeten een open blik hebben. Mijn vraag blijft: van alle dingen die u heeft voorgesteld — de marginale druk, de armoede, het afbouwen van fossiele subsidies en de vliegbelasting, die u ook zelf heeft benoemd — wat wilt u?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik daag u uit om één Kamerlid hier te noemen, op Renske Leijten na, dat de afgelopen twee jaar meer amendementen, wetswijzigingen, heeft ingediend dan ondergetekende gedaan heeft. Het is geen enkele moeite om terug te vinden in het archief of dat om de Wet bescherming klokkenluiders gaat of om het belasten van privévliegtuigen. Ik ben blij dat dat nu overgenomen wordt. Die liggen allemaal in amendementen van mij en die hebben hier allemaal voorgelegen ter stemming. Dus als u aan mij vraagt wat ik wil, kunt u dat daar zien. Dat zult u bij de deelbegrotingen ook rustig zien. Wat ik zeg, is dat als we op alle beleidsterreinen — ik had het wel of niet asiel verlenen aan Assange of een asielstop nog niet genoemd — denken dat we dat hier binnen een uur doen, ik dat onzorgvuldig vind. Daarom zeg ik: ja, dat doen we straks met amendementen en dan kijk ik heel zorgvuldig naar die amendementen. Daarom heb ik er moeite mee; dat heb ik in een interruptiedebat. Als het kan, is er te praten over de vraag of er belasting moet worden geheven over de inkoop van je eigen aandelen. Misschien nog even ter aanvulling: in het debat leek het erop dat het erom ging dat het hele bedrijf verhuist, maar je hoeft alleen de zetel van het bedrijf te verhuizen. Natuurlijk kan hier een kantoor van dat bedrijfje blijven zitten, maar als je de zetel gewoon netjes naar Frankrijk verhuist, ben je van je belasting af en heb je net een paar werknemers verplaatst. Dat is wel iets om even goed naar te kijken voordat je besluit hiermee iets te doen, want voor je het weet, ben je je aandelenbeurs kwijt, die we hier al een paar honderd jaar hebben en die ooit de grootste van de hele wereld was; we hebben de aandelen uitgevonden hier in dit land.

De voorzitter:

Helder.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat zijn de dingen waarvan ik het weet. Het is geen onwil om op dit punt iets te doen. Het is de manier waarop we die besluiten nemen waarvan ik denk: waar kijk ik naar?

De voorzitter:

Tot slot de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Tot slot. Wij geven de richting aan die wij op willen. Over bijvoorbeeld deze belasting zal nog uitgebreid worden gesproken bij het Belastingplan. Als er dan een fout in zit of als we iets niet goed doordacht hebben, komt dat dan daar allemaal aan de orde. De heer Omtzigt — hopelijk weet hij het; anders ga ik het hem nu zeggen — is een van mijn meest gewaardeerde collega's. In de afgelopen jaren heb ik onwijs fijn met hem samengewerkt. Ik hoef helemaal niet op te zoeken wat hij allemaal heeft gedaan de afgelopen jaren, want dat weet ik dondersgoed. Dat is heel veel geweest. Maar daar vroeg ik niet naar.

Ik vraag hem naar de zaken die nu aan de orde zijn gesteld, zoals de problemen met de marginale druk of de bestaanszekerheid, waar de heer Omtzigt het heel vaak, en terecht, over heeft. Dat punt heeft hij opnieuw geagendeerd. Welke stappen wil je zetten om de bestaanszekerheid te vergroten? Dat is de richting waar ik om vraag, want het is heel gemakkelijk om op alle voorstellen die worden gedaan, te zeggen: hier zit het mis, daar zit het fout, dit kan niet en daar zit een risico. Dat klopt, maar aan het einde van de dag moeten wij met elkaar een keuze maken, want anders verandert er niks in dit land. Dat is het enige waar ik u om vraag. Dus nogmaals, ik ben benieuwd of u daarop kunt ingaan. Welke voorstellen doet u zelf voor alle zaken die u zelf heeft benoemd om ervoor te zorgen dat we die problemen oplossen?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Om u een voorbeeld te geven van een voorstel dat ik gedaan heb: ik heb hier twee jaar geleden een motie ingediend over de Commissie sociaal minimum. Daar kwam een doorwrocht rapport uit. Op basis van dat doorwrochte rapport heeft het kabinet gezegd dat er 1,2 miljard bij het kindgebonden budget moet. Daar zit nog een afbouwprobleem in. Dat zou ik oplossen via de IACK. Dat is denk ik de manier waarop je hier problemen rustig oplost in de tijd. Daarom heb ik met mevrouw Bikker vandaag gevraagd: kom met goed onderbouwde voorstellen voor hoe we kunnen voorkomen dat private equity alle huisartsenpraktijken overneemt. Ik heb hier vandaag geen wijzigingsvoorstel op ingediend, omdat ik denk dat dit zeer zorgvuldig moet gebeuren.

Laat ik de hand maar even in eigen boezem steken. Ik ben hier de afgelopen twintig jaar betrokken geweest bij wetsvoorstellen waarvan ik met terugwerkende kracht denk dat ze te snel of te onzorgvuldig zijn ingevoerd. Dat is wat er is gebeurd. U kijkt mij aan. Ik noem de toeslagenwetten. Die zijn te snel door de Kamer gegaan, zonder dat goed gekeken is wat er gebeurt bij terugvordering. Wetgeving kan spijkerhard uitpakken. Als je dat heel snel doet, maak je daarin fouten.

Ik noem één voorbeeld: een heel stomme formatie waar we destijds als CDA-fractie bij zaten. We moesten heel veel bezuinigen met de VVD. Een van de dingen die gebeurden, was dat er 50 miljoen subsidies bij VWS geschrapt werden. Niemand keek ernaar wat het was. Alle subsidies van de sportclubs verdwenen, gewoon omdat iemand dat lijstje niet goed gelezen had.

Ik kan me nog herinneren dat bij een andere kabinetsformatie — ik zal de partij niet noemen — bij het UWV een internetconsult werd neergezet, want dat zorgde voor een bezuiniging. Dus wie werkloos werd, kon niet meer naar het UWV toe, maar moest het via de e-mail doen. Toen deed iedereen nog alsof dat goed was. Daar heeft iedereen gloeiend spijt van gehad en achter de schermen zeiden allerlei ministers: dit kan niet; als iemand werkloos wordt, wil je dat er gewoon een gesprek is. Bij iemand die twintig jaar gewerkt heeft, is een UWV-gesprek er niet alleen maar om een e-mail uit te wisselen; dan kan daar wat pijn zitten. Dat doen we hier met een pennenstreek. Het is dát zorgvuldige proces dat ik in de wetgeving wil handhaven. Daar waarschuw ik voor. En ik weet …

De voorzitter:

Helder.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik weet dat hier door veel mensen over bepaalde voorstellen best lang is nagedacht. Dan is het ook handig als je even met elkaar de tijd hebt om te vragen wat er bedoeld wordt en wat de voors en tegens zijn. Dit zei ik ook tegen de heer Bontenbal over de overstapbelasting.

De voorzitter:

Het punt is helder. Heel kort nog.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wat ik mooi vond, was de grote mate van transparantie waarin we hier tot elkaar kwamen. Het is geen geheim: ook de heer Omtzigt en ik spreken elkaar regelmatig, ook afgelopen week en ook over dit soort voorstellen. Je spreekt met elkaar ook buiten de vergaderingen om om te snappen wat iemand wil voorstellen, wat het betekent en hoe het nou precies wordt bedoeld. We stemmen vandaag niet over wetgeving. We geven de richting aan die zij op moet.

De voorzitter:

Dat heeft u gezegd.

De heer Klaver (GroenLinks):

Jazeker. Nou, de antwoorden waren ook vrij lang.

De voorzitter:

Ja.

De heer Klaver (GroenLinks):

En goed. Ze waren echt heel goed en ik geniet ervan. Maar het punt dat ik wil maken, is het volgende. Er ligt nu een rapport over het sociaal minimum. In dat rapport worden aanbevelingen gedaan, bijvoorbeeld over de hoogte van het minimumloon en welke stappen je daarin moet zeten. We hebben ons daarop gebaseerd. We hebben ons afgevraagd welke stap een volgend kabinet moet zetten en welke stap we nu kunnen zetten. Het is heel terecht dat u nu geen voorstel doet over private equity en dat we om een advies vragen. Ik steun u daarin. Maar als het gaat over sociale zekerheid — er ligt een rapport op uw verzoek — is er geen gebrek aan rapporten in Den Haag. Er is een gebrek aan politici die iets doen met die rapporten. Wat ik zo graag wil, is dat wij die rapporten een keer opvolging geven. En dan komt het allermoeilijkste — dat valt me altijd op in die rapporten — namelijk dat rapporten ook een goednieuwsshow zijn. Er wordt vaak niet in verteld welke andere niet leuke stappen we moeten zetten, welke risico's er zijn en hoe je mensen daarmee raakt. En toch vind ik het onze verantwoordelijkheid als politici om dat te doen. Ik kijk er heel erg naar uit om dat de komende tijd met u te gaan doen.

De voorzitter:

Een oproep. Mevrouw Hermans, VVD.

Mevrouw Hermans (VVD):

Inderdaad, de heer Omtzigt heeft heel veel voorstellen gedaan. Ik prijs en bewonder het punt dat hij net heeft gemaakt over de zorgvuldigheid die we hier moeten betrachten, zeker als het gaat om een aantal van de lastenverzwarende maatregelen die vandaag voorbij zijn gekomen. Maar ik ken de heer Omtzigt ook als een man van financiële degelijkheid, die vindt dat voorstellen die we hier doen ook netjes gedekt en onderbouwd moeten zijn. Mevrouw Van der Plas diende net een motie in over het verhogen van het wettelijk minimumloon, het een beetje verhogen van het wettelijk minimumloon, en het betalen ervan uit de uitgaven. Ik vraag de heer Omtzigt hoe hij "dat beetje" en "de uitgaven" precies duidt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nou, om een voorbeeld te geven: de externe inhuur bedroeg het afgelopen jaar 2,7 miljard. Dit is ongeveer 14% en voldoet niet aan de Roemernorm. Als het aan de Roemernorm van 10% zou voldoen, zou daar 600 miljoen bespaard kunnen worden. De overheid is de afgelopen vijf jaar met 22.000 voltijdsbanen toegenomen. Een bevriezing daarvan zou echt wel zoden aan de dijk kunnen zetten in de uitvraag. Ik zal zo meteen nog een voorbeeld geven van de afdelingen voorlichting. Die zijn met 50% gestegen van 600 naar 900. Dan heb je een pakket van een aantal honderden miljoenen en kom je in de buurt van die 1% die mevrouw Van der Plas noemde, want die kost ongeveer 700 miljoen.

De voorzitter:

Mevrouw Hermans.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En als u nog een ander voorbeeld wilt hebben: er zit een oploop van 9 miljard in de uitgaven van dit kabinet. Daarin een keer zorgvuldig doorgaan, is niet helemaal verkeerd.

Mevrouw Hermans (VVD):

Volgens mij zei mevrouw Van der Plas 1% à 2%, dus dan hebben we nog zo'n 700 miljoen nodig. Maar u noemde al een voorbeeld. Dat hoort dan eigenlijk ook thuis in zo'n motie, zodat we dat overzicht hebben. En ja, dan komt er daarna nog een amendement bij het Belastingplan of bij de begroting Sociale Zaken of op welke plek dan ook. Als we hier straks de keuze moeten maken, als we straks moeten stemmen, wil je in de motie wel enige richting hebben en dat is iets meer dan "een beetje" en het woord "uitgaven".

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Zeker. Maar het was ook gewoon een signaal om aan te geven dat ik niet principieel tegen het verhogen van het minimumloon ben, maar dat ik erg aanhik tegen de wijze waarop dit gedekt wordt. Dat is de manier waarop ik probeer hier de zorgvuldigheid terug te krijgen. Als u mij volgende keer iets meer spreektijd geeft, wil ik dat ook best uitleggen.

Nou, voorzitter, daar wordt even om gelachen. En omdat dit de laatste keer is van de AFB: ik ben hier gekozen met 350.000 voorkeurstemmen, met dik vijf zetels. Ik ben niet per ongeluk weggegaan. Iedereen mag weten wat hier gebeurd is op 1 april. Er zijn allerlei mensen die hier gezegd hebben "we praten nooit over personen", nou, u heeft het twee vergaderingen over mij gehad. Het gevolg daarvan is dat ik met anderhalve medewerker verder moest. Dat is de reden dat ik al die 80 moties niet helemaal door kan gaan. Mevrouw Sylvana Simons bedankte niet voor niets haar zeven medewerkers, wat vier keer zo veel is. Maar ik heb het wel gewoon gedaan. Ik heb dat hier constant aan de orde gebracht. Ik doe het met de helft van de spreektijd en met een kwart van de medewerkers. Ik doe verschrikkelijk mijn best om al die voorstellen te doen. Als daar, zeker vanuit de huidige regeringspartijen, een beetje meesmuilend over wordt gedaan, dan heb ik daar een opvatting over.

Dank u wel, voorzitter.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik heb volgens mij altijd mijn waardering uitgesproken voor het vele werk dat de heer Omtzigt doet en ook wat hij daarmee aan de kaak heeft gesteld. We trekken ook geregeld samen op tijdens deze Algemene Politieke Beschouwingen. Die waardering en dat respect zijn er. Het was voor mij alleen wel even een zoektocht. Aan de ene kant zie je dat er vaak gevraagd wordt wat de gevolgen voor de uitvoering zijn. De heer Omtzigt doet dat ook zeer terecht. Dan vind ik het ook terecht dat we bij de moties die hij indient of moties die mede namens de heer Omtzigt worden ingediend, ook kijken wat ze betekenen voor de uitvoering.

Er wordt bijvoorbeeld iets gedekt uit het afschaffen van externe inhuur. Daar ben ik in principe helemaal voor, want ik vind het heel goed dat we werk maken van een ambachtelijke overheid, waarbij geïnvesteerd wordt in vakkennis. Maar we weten ook dat de Belastingdienst omvalt als we van de ene op de andere dag de externe inhuur zouden afschaffen. Om maar een voorbeeld te noemen. Eerlijk gezegd vind ik het heel terecht dat de heer Omtzigt het punt maakt: bedenk wat je doet. Daarom heb ik ook weken gestoken in de voorbereiding van onze moties. Daarom rekenen we ons verkiezingsprogramma door, zodat we weten dat de dingen kloppen en wat de effecten zijn. Maar uiteindelijk is het altijd wel zo dat we ook elkaar de maat moeten durven nemen. Hou mij scherp, zou ik tegen de heer Omtzigt willen zeggen, maar andersom hoop ik ook dat ik de vraag mag stellen hoe u uw voorstellen gaat dekken. Op het punt van de Wet minimumloon geldt: als we het minimumloon verhogen, zal dat door een keuze zijn die ergens een beetje pijn doet. Dat moet je kunnen wegen. Ik kijk dus erg uit naar de uitwerking van de motie, die bij de AFB of bij de behandeling van het Belastingplan zal volgen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik heb niet gezegd dat er geen externe inhuur meer plaatsvindt. Ik heb gezegd dat er extra inhuur plaatsvindt volgens de maximumnorm die de Kamer heeft aangegeven. Natuurlijk moet er af en toe ICT-capaciteit worden ingehuurd. Dat is overigens niet alleen bij de Belastingdienst. Er zijn nog wel wat andere ministeries die dat moeten inhuren. Met alleen al wat we boven die norm zitten, kunnen we het minimumloon bijna met een procent verhogen. Dat is de overshoot die erin zit.

De voorzitter:

U heeft voldoende uitgewisseld over de motie, denk ik. Volgens mij is nu mevrouw Van der Plas aan de beurt en daarna mevrouw Hermans.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, want ik wil de heer Omtzigt van harte steunen met wat hij zojuist allemaal heeft gezegd. Dat ze mij uitlachen, vind ik prima. Dat mag. Maar ons beste Kamerlid werkt echt knetterhard met een heel klein team. Als er iemand in de Kamer kennis van zaken heeft en weet wat er met budgetten is en hoe regels en wetten in elkaar zitten, dan is het de heer Omtzigt wel. Ik hoop echt van harte dat de heer Omtzigt heel veel zetels gaat halen op 22 november, zodat hij hier met een vol team kan zitten, dat hij volle spreektijd krijgt, dat hij zich volle bak kan storten op alle dossiers en dat het een groot succes wordt. Ik kan u nu al vertellen: ik zie ernaar uit om heel erg goed met de heer Omtzigt te gaan samenwerken.

De voorzitter:

Dank u. Mevrouw Hermans, VVD.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik hecht er toch aan om even te reageren op een opmerking die de heer Omtzigt maakte toen ik net weer ging zitten. Hij zei dat de VVD, een voormalige coalitiepartij, besmuikt lachte om een opmerking die hij maakte. Ik wil heel duidelijk maken en vooropstellen dat ikzelf en de VVD-fractie heel veel respect hebben voor het werk dat u hier doet. In uw eentje, met inderdaad veel minder ondersteuning dan ik heb bij de VVD-fractie. Dat neemt niet weg dat ik wel vind dat ik vragen mag stellen als er een voorstel mede door u wordt ingediend dat in mijn ogen niet voldoet aan de manier waarop we hier voorstellen indienen. Die verantwoordelijkheid hebben wij en dat werpt u mij ook altijd voor de voeten, en terecht, als ik voorstellen doe of met dekkingsvoorstellen kom. Met uw antwoord hoef ik het niet per definitie eens te zijn. Als ik vervolgens even glimlach, is dat niet "besmuikt om iets lachen". Dat is gewoon het constateren van een antwoord dat u geeft, waar ik het niet mee eens ben. Het betekent dat ik deze motie op dit moment lastig kan wegen. Ook ik heb in het verkiezingsprogramma staan dat wij het wettelijk minimumloon willen verhogen. Ik heb dus nu geen motie nodig om dat te ondersteunen. Dat komt op een later moment, als we ook de berekeningen van het CPB hebben. Ik vind die doorrekeningen namelijk relevant. Daarmee kunnen we zien hoe zo'n verhoging uitpakt in het totaal van voorstellen die we als partij doen, en ook hoe we die gaan betalen.

De voorzitter:

Heel kort nog het laatste woord. Daarna gaan we naar mevrouw Gündoğan.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat snap ik. Daarom geef ik ook gewoon antwoord, met een aantal mogelijke dekkingsbronnen rondom dat ding. Als het niet zo is dan is dat niet zo, maar ik meende een aantal leden een beetje meesmuilend te zien lachen toen ik zei, en ik zeg het u één keer: het is echt niet te doen om als Kamerlid te functioneren met een kwart van wat andere eenmansfracties hebben. Ik heb drie geweldige medewerkers: Welmoed Vliegen, Nicolien van Vroonhoven en Maartje Stahlie. Zij zitten achter de schermen alles voor mij te doen. Zij maken uren die niet binnen de Arbeidstijdenwet vallen, en dan zeg ik het heel netjes. Ik kan dat eigenlijk niet van ze vragen. Dat is wel het gevoel geweest van wat hier gebeurd is. Het feit dat dat twee jaar geduurd heeft, betekent wat. Ik had echt gehoopt dat dat in de afgelopen twee jaar in de collegiale verhoudingen een keer opgelost was.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik dien twee moties in.

De voorzitter:

We waren bijna vergeten dat u ook nog moties had. Gaat uw gang.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik durf hè, na alles wat ik gezegd heb?

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal fte's in de afdelingen voorlichting bij het Rijk met bijna 50% is toegenomen van 633 in 2017 tot 936 in 2023;

verzoekt de regering een nota van wijziging op de begrotingen in te dienen die tot een afname van 100 fte's in de komende twee jaar leidt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Wilders, Marijnissen, Van der Plas en Ouwehand.

Zij krijgt nr. 69 (36410).

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Overigens: hier liggen tien amendementen onder die ik twee jaar geleden bij de begroting heb ingediend. Die kan de regering gewoon weer overnemen. Ik wil ze ook met alle plezier weer indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de benarde financiële situatie van 10.000 gezinnen nog steeds niet is opgelost is en dat deze mensen nog steeds onder het bestaansminimum leven, zijnde het bijstandsniveau inclusief toeslagen;

van mening dat het de verantwoordelijkheid van deze regering is om deze gezinnen te bereiken en te helpen;

verzoekt de regering deze gezinnen nog voor de behandeling van de begroting van SZW aan te schrijven en in ieder geval die mensen die onder de Toeslagenwet vallen rechtstreeks aan te bieden om het inkomen aan te vullen tot het bijstandsniveau inclusief toeslagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Marijnissen, Van der Plas, Wilders en Ouwehand.

Zij krijgt nr. 70 (36410).

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

De laatste laat ik dan.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan geef ik het woord tot slot aan mevrouw Gündoğan.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dank u wel, voorzitter. Ik begin snel met de moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende het toenemende draagvlak om de Tweede Kamer uit te breiden en meer in lijn te brengen met de bevolkingsontwikkeling sinds 1956;

overwegende dat bijvoorbeeld een voornemen tot wijziging van de Grondwet in combinatie met een politiek akkoord mogelijk al voldoende is om de Tweede Kamer onmiddellijk uit te breiden;

overwegende dat bijvoorbeeld het permanent bijeenkomen in verenigde vergadering mogelijkheden biedt tot een onmiddellijke uitbreiding van de Tweede Kamer;

overwegende dat er op basis van de aanstaande verkiezingsuitslag zowel behoefte als voldoende draagvlak kan zijn voor een versnelde of onmiddellijke uitbreiding van de Tweede Kamer;

verzoekt de regering om een uitputtende opsomming van de mogelijkheden die er zijn om een uitbreiding van de Tweede Kamer onmiddellijk te effectueren, en de Kamer hierover in het eerste kwartaal van 2024 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gündoğan en Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 71 (36410).

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ongefundeerde en/of anonieme klachten leiden tot een epidemie aan integriteitszaken;

constaterende dat slachtoffers van zedenmisdrijven hun getuigenissen wél publiekelijk moeten herhalen, terwijl bij persoonlijke grieven een anonieme route bewandeld kan worden;

constaterende dat zij die hiermee te maken krijgen niet effectief beschermd worden door de onschuldpresumptie;

constaterende dat het recht op een eerlijk proces zowel in het strafrecht als in het civiel recht is opgenomen in artikel 17 van onze Grondwet en in artikel 6 van het EVRM;

verzoekt de regering om het WODC te laten onderzoeken welke verschillende mogelijkheden en waarborgen zoals aanwezig in het strafrecht toegepast kunnen worden bij integriteitszaken, en zeker bij anonieme beschuldigingen, zodat in het civiel recht het recht op een eerlijk proces beschermd wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gündoğan en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 72 (36410).

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Ik heb twaalf seconden, dus ik ga het heel snel doen. Zo mooi als collega Sylvana Simons het deed, lukt het mij niet, maar waarschijnlijk zijn ook dit mijn laatste woorden vanaf dit katheder. Ik heb het echt als een enorme eer ervaren. Wat mij is gelukt, was mij niet gelukt zonder eenieder met wie ik hier heel fijn en constructief heb gewerkt. Daar ben ik blij om en daar ben ik dankbaar voor. Dat woord van dank lijkt me ook op z'n plek aan jullie allemaal. Ondanks het feit dat het hier af en toe de meest afgrijselijke plek is om te zijn, is het ook de mooiste plek om te zijn. Het is het hart van de democratie en de democratie gaat me aan het hart. Ik wil de Voorzitter, iedereen rondom de Voorzitter, de griffiers, de ambtelijke ondersteuning, de bodes en vak-K bedanken. Ik heb ook een klik met het restaurant. Ik weet het niet, maar misschien gaat de liefde toch door de maag. Ik wil dan ook alle koks bedanken met wie ik altijd heel leuk over het eten heb kunnen praten. Ik vergeet ongetwijfeld mensen, maar neem mij dat niet kwalijk. Dank jullie wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dank, mevrouw Gündoğan. Ik stel voor dat we schorsen tot 18.30 uur. Dan is er tijd voor de tweede termijn van de kant van het kabinet. Daarna gaan we wat langer schorsen in verband met de stemmingen. We starten in ieder geval weer om 18.30 uur.

De vergadering wordt van 17.55 uur tot 18.32 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van de Algemene Politieke Beschouwingen, de tweede termijn van de kant van het kabinet. Ik wil de Kamer laten weten dat de minister-president, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Financiën niet bij de stemmingen aanwezig zijn in verband met activiteiten elders, namelijk bij de Verenigde Naties en de reis daarnaartoe. Dus dan weet u dat. Ik geef het woord aan de minister-president.

Minister Rutte:

Voorzitter. Ik moet wel beginnen met een ernstige zaak. Waar gisteren in een interruptiedebat een complottheorie aan de orde kwam, kwam er vandaag opnieuw een complottheorie aan de orde en wel zijdens de fractievoorzitter van D66, namelijk dat Sinterklaas niet zou bestaan. Ik hecht eraan dit recht te zetten aan het begin van het debat, ook voor de kijkers.

Dan in alle ernst vooraf enkele opmerkingen omdat er vrij veel voorstellen zijn gedaan tot wijziging van de begroting. Ik ga die voorstellen uiteindelijk, na appreciatie, ontraden. Dat doe ik om de volgende reden. Als moties worden aangenomen, komen ze ongetwijfeld allemaal nog terug in de vorm van amendementen. Hier en daar zie je dat zich daarvoor wel een hele voorzichtige meerderheid aftekent. Kijkend naar alle dekkingen, is het ontzettend lastig om daarin de samenhang helemaal te zien. Dat kan natuurlijk ook niet vanuit de Kamer — dat begrijp ik heel goed — omdat er allerlei verschillende initiatieven lopen, ook politiek, door verschillende politieke partijen heen, en soms ook deels overlappend. Dat betreft ook de impact op langere termijn. Ook de vraagstukken rondom uitvoerbaarheid hebben allemaal een heel zorgvuldige weging nodig. Het kabinet staat voor de eigen begroting, waarin wij de belangrijkste opdracht van de Kamer, namelijk de armoede niet laten stijgen en de kinderarmoede verlagen, hebben bereikt. Daarmee hebben we ook het algemene koopkrachtbeeld zo kunnen repareren dat het weer acceptabel is. Maar goed, het zal natuurlijk allemaal nog een keer terugkomen. Ik zal dadelijk wel een paar opmerkingen maken bij de verschillende moties die raken aan wijzigingen van de begroting, maar dan weet u dat ik die steeds zal afsluiten met "ontraden".

Een motie zonder dekking ontraad ik dubbel. Dat is vanaf nu de eerste wet van Van Gennip: een motie zonder dekking wordt dubbel ontraden. Dat zal ik een aantal keren doen, ook om daarmee onderscheid te maken met de moties die wel degelijk zijn voorzien van dekking, of althans van, gewaardeerde, pogingen tot dekking.

De motie op stuk nr. 6 over het invoeren van een asielstop. Met verwijzing naar het debat: ontraden.

De motie op stuk nr. 7 over de btw op boodschappen naar nul: ontraden. Dat is niet uitvoerbaar, want de definitie van boodschappen is niet scherp. Bovendien gaat dat om heel veel geld. Dat is niet doelmatig en niet doeltreffend.

De motie op stuk nr. 8: ontraden. Geen dekking, dus een dubbele ontrading.

De motie op stuk nr. 9 over de energiebelasting niet verhogen: ontraden. Wij hebben daar niet voor gekozen omdat de totale energierekening volgend jaar naar verwachting een gematigde ontwikkeling kent. We hebben gekozen voor gerichte maatregelen op armoede. Bovendien is de motie niet gedekt.

De motie op stuk nr. 10: ontraden. Hier is geen sprake van dekking en het schrappen van de eigen bijdrage kost ongeveer 50 miljoen.

De motie op stuk nr. 11 over het eigen risico schrappen. Dat is uiteraard zeer kostbaar, en daarom: ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 12. Het gevraagde kost ongeveer 1,7 miljard. Er zit geen dekking bij. Er was overigens nog de vraag uit de eerste termijn van de heer Wilders of wij weten hoeveel mensen de tandarts mijden uit financiële overwegingen. Daar is onderzoek naar gedaan en wij weten dat niet precies. Maar een eerder onderzoek wijst op ongeveer 3%. Uiteraard is dat onwenselijk. Mensen lijden dan onnodige pijn en een slechte mondgezondheid heeft weer nadelige gevolgen voor de verdere gezondheid en belemmert mensen om mee te doen aan de samenleving. Daarom zijn maatschappelijke organisaties, maar ook de ministeries van VWS en SZW, samen met onder andere gemeenten, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen het project mondzorg gestart. Dat is gericht op het in kaart brengen van de omvang en de mogelijke oplossingsrichtingen. De minister van VWS heeft de Kamer deze zomer over de voortgang geïnformeerd en de oplossingsrichtingen worden nu verder uitgewerkt. Dit zeg ik naar aanleiding van deze motie, maar ook naar aanleiding van de vraag uit de eerste termijn die nog openstond. De motie op stuk nr. 12: ontraden, geen dekking.

De motie op stuk nr. 13. Onder verwijzing naar het debat: ontraden.

De motie op stuk nr. 14. Dit is natuurlijk zo'n motie die door een heel aantal mensen is ondertekend en waarbij een aantal zaken heel bijzonder goed moeten worden bekeken de komende tijd. Ik ontraad de motie, onder verwijzing naar mijn algemene inleidende opmerking. Ik wijs erop dat in de dekking elementen zitten die onzeker zijn. Er is hier en daar ook sprake van een onvoldoende scheiding van inkomsten en uitgaven. Dat is bijvoorbeeld zo waar er in de motie gesproken wordt over "de incidentele en structurele middelen op de aanvullende post". Dat is ook de post die gebruikt wordt voor Groningen, de gevolgen van de aardgaswinning en de opvolging van de parlementaire enquêtecommissie. Ik zou de indieners dus allemaal adviseren daar heel goed naar te kijken. Inhoudelijk zijn wij hier niet voor. Wij hebben dit voorstel niet gedaan omdat het natuurlijk een generieke oplossing is. Die is dus ook kostbaarder dan onze voorstellen.

De motie op stuk nr. 15 gaat over grip op migratie. Wat betreft het Europese deel is de motie sympathiek. We zijn daar ook druk mee bezig. Wat betreft arbeidsmigratie zitten er allerlei nieuwe maatregelen in. Deels zaten die ook in hetgeen het kabinet in wording had, maar waar we dus niet uitgekomen zijn. Ik heb dat in het debat ook benoemd. Er was geen overeenstemming over migratie in het kabinet. Hoewel er op zich hele sympathieke elementen in zitten, wil ik deze motie per saldo vanuit deze coalitie thans ontraden en kijken wat er bij de stemmingen gebeurt.

De motie op stuk nr. 16: ontraden. Populatiebekostiging bij ziekenhuizen past niet in ons stelsel. Wat betreft de beschikbaarheidsbijdrage voor de spoedeisende zorg, zeg ik dat er een NZa-onderzoek loopt naar de bekostiging van de spoedeisende zorg. Daar wil ik niet op vooruitlopen. Dat vraagt ook echt om een fundamenteler debat. Het lijkt mij niet geschikt om daar nu zomaar, ineens, toe te besluiten. Op dit moment is het dus: ontraden.

De motie op stuk nr. 17. Daar komt een dubbele ontrading voor, want er is geen dekking. Wij doen al 225 miljoen in 2024 door het halveren van de bezuiniging.

Dan de motie op stuk nr. 18. Geen dekking: ontraden.

De motie op stuk nr. 19: ontraden. De minister van VWS laat nu onderzoek doen. Daar wil ik niet op vooruitlopen. Daarmee is die motie voorbarig.

De motie-Marijnissen op stuk nr. 20 is een spreekt-uitmotie.

De motie-Marijnissen c.s. op stuk nr. 21 wil ik ontraden. Dat wil ik echt doen. Het viel mij op, zeg ik dan ook maar, dat de heer Omtzigt hieronder stond. Wij hebben het er vaak over gehad dat het betere heel vaak de vijand is van het goede. We hebben nu een heel systeem, waar in de Kamer uitvoerig over is gediscussieerd, om ervoor te zorgen dat we versnelling aanbrengen in de hele afwikkeling van de vreselijke ellende waar ouders in zitten. Deze motie zou daarin heel erg veel overhoop gaan halen. Daarmee zou die naar onze absolute overtuiging niet versnellend, maar per saldo vertragend gaan werken. Ik wil die motie dus met enige kracht ontraden.

De motie-Paternotte/Bontenbal op stuk nr. 22 over het afschaffen van fossiele voordelen en de hele aanloop naar de COP: oordeel Kamer. Als ik de motie zo mag lezen dat er wordt opgeroepen om samen met Europese partners op te trekken om te komen tot een verstandige afbouw van fossiele subsidies, dus het niet-Nederlandse deel, dan geef ik oordeel Kamer.

De motie-Klaver c.s. op stuk nr. 23. Hiervoor geldt opnieuw de algemene inleidende opmerking die ik gemaakt heb. Er zitten wel een paar bijzondere punten bij. Ten eerste kan ik mij ten aanzien van het wettelijk minimumloon voorstellen dat in het vervolg van dat debat nog eens goed gekeken wordt naar de effecten die dat kan hebben op inflatie, maar ook de concurrentiepositie en de doorwerking in de AOW. Specifiek ten aanzien van de dekking zijn er ook een paar zorgpunten, bijvoorbeeld of die dekking überhaupt wordt opgehaald. Ten eerste wordt de vrijstelling dividendbelasting voor beursfondsen geschrapt. Dat is waarschijnlijk niet mogelijk per 1-1-24 en als het al door zou gaan, dan zullen inderdaad bedrijven zeer waarschijnlijk naar andere landen vertrekken en dan zou die belastingtitel instorten, waardoor die opbrengst er niet komt.

Hetzelfde risico loop je bij de bankenbelasting. Op dit moment is het zo dat banken gecumuleerd hier al te maken hebben met een belasting van tussen de 40% en de 45%. Andere landen hebben dat meestal niet. Dit zou leiden tot het vertrek van banken, is onze overtuiging, naar bijvoorbeeld Frankfurt. De ECB zou hier zeer waarschijnlijk negatief over adviseren en het resolutiefonds, het Europese bankenafwikkelingsfonds, voorziet hier al in. Ik hoop dus dat de indieners nog eens goed naar de dekking willen kijken.

De minister van SZW fluistert mij nog een belangrijk en echt serieus punt in: invoering van het wml in januari is zeer riskant voor wat de juridische kant ervan betreft, de timing. Er moeten namelijk allerlei dingen gebeuren als je het niet met een wetswijziging doet maar met een AMvB. Dan is het zeer de vraag of je 1 januari haalt.

De motie-Klaver c.s. op stuk nr. 24 over de afbouw van subsidies. Dat speelt internationaal, Europees en nationaal en leent zich dus echt niet voor vastlegging in een nationale wet. We zullen wel jaarlijks een overzicht van de fossiele subsidies geven, gelijktijdig met de miljoenennota, zoals toegezegd in deze Miljoenennota. Ik wil de motie op stuk n r. 24 ontraden.

De voorzitter:

De heer Klaver, ik denk over de motie op stuk nr. 24.

De heer Klaver (GroenLinks):

De bedoeling van de indieners is dat het inderdaad per AMvB-route gaat, zoals we eerder hebben gedaan.

Minister Rutte:

Toen waren we eerder.

De heer Klaver (GroenLinks):

Sorry?

Minister Rutte:

Toen waren we vroeger in het proces, blijkbaar.

De heer Klaver (GroenLinks):

Zeker. Ik bedoel: wat niet kan, dat kan niet. Wij hopen dat het lukt per 1 januari, maar wat niet verstandig is, moet je niet doen. Anders heb je 1 juli altijd nog als moment, maar zorg er in ieder geval voor dat het omhooggaat in 2024. We zijn wel heel erg benieuwd of de minister van Sociale Zaken zo snel mogelijk nog een reactie op deze motie kan geven — áls die aangenomen wordt, natuurlijk. Dat is heel spannend, gezien de ondertekening.

Minister Rutte:

Dat is ten aanzien van de uitvoerbaarheid, want ten aanzien van de dekking zijn er dus grote zorgen dat dat posten zijn die verdampen, zodra ze worden aangekondigd, en dan is er geen dekking meer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 25.

Minister Rutte:

De motie-Klaver c.s. op stuk nr. 25: ontraden. Hierover is vaak gesproken met de Kamer. Op voorhand stoffen verbieden kan niet. In het kader van het Impulsprogramma Chemische Stoffen werkt de staatssecretaris van IenW aan het ondersteunen van de medeoverheden om het voorzorgsbeginsel in dezen handen en voeten te geven. Ik moet deze motie in deze vorm ontraden.

De motie-Bontenbal op stuk 26 over de vliegbelasting. Hier geldt weer mijn algemene inleidende winstwaarschuwing, dus ik kom per saldo tot ontraden. Het kabinet heeft hier niet voor gekozen, omdat de totale energierekening naar verwachting volgend jaar een gematigde ontwikkeling kent. Er is gekozen voor gerichte maatregelen. Verder leidt de verlaging van het tarief eerste schijf tot veel complexiteit in de uitvoering, en de dekking, de vliegbelasting, heeft naar alle waarschijnlijkheid een negatief effect op de hubfunctie van Schiphol. Idealiter doe je zoiets in EU-verband. Overigens is staatssecretaris Van Rij op dat punt bezig met een verkenning in datzelfde EU-verband.

De motie-Bontenbal/Stoffer op stuk nr. 27 over het onderzoeken van wettelijke maatregelen om gemeenten meer ruimte te geven. Er is al een brief toegezegd, maar per saldo wil ik hier zeggen: oordeel Kamer, want er staat niets in waar we van schrikken. Daarmee is het een goede motie. Ik bedoel: het gaat niet mis.

De motie op stuk nr. 28. Daar geldt voor het eerste verzoek: ja, dat is prima. Dat kan, oordeel Kamer. Maar dan alleen het eerste verzoek. Het tweede verzoek, waarin ook nog gesproken wordt over verdubbelen et cetera, kan echt niet. De motie in haar huidige vorm is dus ontraden. Als de heer Bontenbal haar aanpast en het tweede verzoek weghaalt, dan kan het "oordeel Kamer" zijn, maar in deze vorm is zij ontraden.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Bontenbal, of hij zijn motie gaat aanpassen of niet. Denkt u erover na? Dan moet u wel heel snel zijn, want we gaan natuurlijk vanavond ook stemmen. In deze vorm wordt zij in elk geval ontraden.

Minister Rutte:

Het plan bij het tweede verzoek zal uiteraard bouwen op de uitkomsten van het eerste verzoek, namelijk het onderzoek. Zo kan je 'm ook omschrijven, dat je zegt: maak dan op basis van dat onderzoek een plan. Maar nu al zeggen dat het leidt tot het verdubbelen van het percentage bedrijven et cetera, dat kunnen we allemaal niet doen.

De voorzitter:

De heer Bontenbal denkt er nog over na. Ja, de heer Bontenbal.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik ga haar wel nu in stemming brengen.

Minister Rutte:

In de huidige vorm?

De heer Bontenbal (CDA):

Ja. Ik kan 'm altijd nog aanpassen, maar daar hebben we niet zo veel tijd meer voor.

Minister Rutte:

Nou ja, dat kunnen we nu doen. Als in het tweede verzoek komt te staan "en verzoekt het kabinet om op basis hiervan een plan te maken", dan is zij aangepast.

De heer Bontenbal (CDA):

Ja, is goed. Deal.

Minister Rutte:

Ja? Top!

De heer Bontenbal (CDA):

Maar dan moet u 'm wel heel netjes en snel uitvoeren.

Minister Rutte:

Ja. De voorzitter schrijft heel duidelijk, dus dat komt goed.

De voorzitter:

Dan moet u wel vrij snel de aangepaste motie indienen, meneer Bontenbal.

Minister Rutte:

"Verzoekt op basis hiervan een plan te maken". Dan is het oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 29. Die moet ik ook weer met een verwijzing naar de algemene inleidende opmerkingen ontraden, omdat wij denken met een evenwichtig pakket te zijn gekomen. Bovendien, als je kijkt naar de gepresenteerde dekking: die is echt niet deugdelijk. Die is incidenteel. Die voorkomt de tariefsverhoging niet, maar stelt die slechts een jaar uit. Ook hier geldt dat het risico zit in het inzetten van risicoreserveringen, het schrappen van risicoreserveringen voor projecten waar al flinke tekorten op zijn. Dus ook hier zal echt nog heel goed moeten worden gekeken, lijkt me, in het verdere procedé rond die motie.

Dan de motie op stuk nr. 30. Ik heb het in het debat al gehad over wat we doen bij VWS. Het onderzoek loopt en bij SZW Kinderopvang liep het onderzoek al. Daar bleek het mee te vallen. In het kader van het nieuwe stelsel wordt opnieuw alles weer op de proefstand gezet. Tegen die achtergrond ontraad ik deze motie, want die gaat veel breder dan we in het debat bespraken. Ten aanzien van VWS en SZW is het in het debat besproken. Dus de motie op stuk nr. 30 is ontraden.

Voor de motie op stuk nr. 31 geldt oordeel Kamer, wat ons betreft, met het voorstel om het in Europees verband aan de orde te stellen. Dat doen we dan nu, want de Europese Raad is pas in oktober. We doen dat dus in Europees verband. De situatie wordt op de voet gevolgd. Als de situatie verslechtert, dan moeten we kijken welke maatregelen mogelijk zijn. Wat Nederland betreft liggen er dan ook sancties op tafel. Wij blijven in de tussentijd Azerbeidzjan oproepen hulp en waarnemers toe te laten. Met die achtergrond, met die toelichting: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 32: ontraden. Het kabinet staat voor de rechten van transgender personen et cetera. Gisteren is er ook over gedebatteerd.

De motie op stuk nr. 33, verwijzend naar het debat: ontraden.

De motie op stuk nr. 34: ontraden. Er is geen enkele aanleiding om ons te mengen in deze strafrechtelijke procedure.

De motie op stuk nr. 35. De constateringen kloppen simpelweg niet. Contant geld is wel belangrijk en het kabinet werkt ook aan een voorstel om banken te verplichten om in een bepaalde mate van contant geld dienstverlening aan te bieden. Daar is ook al een brief over gestuurd en het is in het debat besproken, dus de motie wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 36: ontraden. We kunnen ons als het gaat om onze relatie met andere landen niet veroorloven dat alles wat je daarmee bespreekt openbaar wordt. Dat zou die belangen schaden. Dus de motie op stuk nr. 36: ontraden.

De motie op stuk nr. 37. Ik sluit me toch wel aan bij degenen die zeiden "dat is een vreemde motie", zeker als ik de tweede ondertekenaar zie. Ik hoop dat we als dit onderwerp verder procedeert echt dekkingen zien en ook met welk percentage het minimumloon dan verhoogd zou moeten worden. Het is echt een merkwaardige motie.

De motie op stuk nr. 38 over de spouwmuren. Ik zou willen zeggen: oordeel Kamer, maar wel binnen de gereserveerde middelen. Isolatie van huizen heeft een hoge prioriteit. We doen al veel om belemmeringen weg te nemen en daar is ook geld voor beschikbaar. Voor de begrotingsbehandeling van BZK komt er een brief die ingaat op de uitspraak van de Raad van State. Dus de motie op stuk nr. 38 van BBB: oordeel Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas over de motie op stuk nr. 37.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is de motie op stuk nr. 36, volgens mij.

Minister Rutte:

De motie op stuk nr. 37 gaat over het verhogen van het minimumloon.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

O, 37. Wat bedoelt de minister-president met: zeker als ik ook de tweede ondertekenaar eronder zie?

Minister Rutte:

Omdat de tweede ondertekenaar hier regelmatig, nog meer dan de eerste ondertekenaar, aandringt op deugdelijke dekking.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Volgens mij is de dekking heel helder uitgelegd. Ik heb het uitgelegd. Mensen snappen dat dan misschien niet. Als Omtzigt het uitlegt, snappen mensen het misschien beter, maar het was exact dezelfde uitleg. Volgens mij is de dekking daarmee gegeven.

Minister Rutte:

De uitleg van beiden was volstrekt onduidelijk; die staat namelijk niet in de motie. Er zijn hier door de beide indieners wat gedachten geventileerd. We weten niet hoeveel geld er nodig is, want de motie zegt niet met hoeveel het wml omhoog moet. Er staat niet waar het wijzigingsvoorstel voor de begroting toe zou moeten leiden, wat de dekking is en welke bedragen daarbij horen. Dit is echt volstrekt ondeugdelijk. Sorry, ik kan het echt niet mooier maken.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Daar begrijp ik dus uit dat als wij onze woordelijke toelichting vervatten in de motie, die oordeel Kamer zou kunnen krijgen.

Minister Rutte:

Nee, dan gaat ie van dubbel negatief naar negatief, want dan geldt nog steeds dat wij staan voor ons eigen pakket. Maar dan valt de motie in dezelfde categorie als de moties van de ChristenUnie, GroenLinks, de VVD en anderen. Dan gaat ie van de Van Gennip-categorie naar de algemene categorie.

De voorzitter:

Gaat u de motie aanpassen, mevrouw Van der Plas?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat zien we zo nog wel. Dan gaat-ie dus van dubbel negatief naar negatief. De premier zegt dus eigenlijk: we gaan dit gewoon niet doen; punt.

Minister Rutte:

Nee, wacht even. Bij een amendement dat door de Kamer wordt aangenomen, staat het kabinet op een gegeven moment ook gewoon buitenspel. Daar gaat het nou juist de hele dag over in de media.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 39.

Minister Rutte:

De motie op stuk nr. 39 is een spreekt-uitmotie, dus daar hoef ik niets van te vinden.

De voorzitter:

Dat is inderdaad een spreekt-uitmotie, dus daar hoeft u niets van te vinden. Dan de motie op stuk nr. 40.

Minister Rutte:

De motie op stuk nr. 40 wordt ontraden. Ik moet daar nog even iets meer over zeggen omdat het ook even mondeling aan de orde kwam in de eerste termijn en ik daarop terug zou komen. Stikstof speelt ook bij dit project. De plannen uit de verkenning voorzien in de aanleg van een rondweg om Mariënheem heen. De snelheid zal worden verhoogd van 50 naar 100 kilometer per uur. Het projectracé en diverse wegvakken met mogelijke verkeersaantrekkende werking liggen dichter bij meerdere Natura 2000-gebieden, waardoor daar een relatief hoge depositiebijdrage wordt verwacht. In totaal liggen er elf Natura 2000-gebieden binnen de maximale rekenafstand van 25 kilometer die voor stikstof gehanteerd wordt. Dit is niet de enige reden dat dit project gepauzeerd wordt. Er is sprake van oplopende prijzen op aanlegprojecten waarin nu gebouwd wordt en er is sprake van een fors tekort om het minimale niveau van instandhouding te waarborgen. Daarom kiezen wij ervoor om het geld te laten staan bij de N35-verkenning, want als we daarvoor zouden kiezen, zou er elders bezuinigd moeten worden. Er zouden vier opties zijn om dat op te lossen, maar die zijn allemaal onaantrekkelijk. Daarom is ervoor gekozen om de middelen bij dit project af te romen. De verkenning wordt zo ver mogelijk afgerond, waarna het project gepauzeerd zal worden.

Zoals gemeld — dit is belangrijk — betekent pauzeren geen afstel: de projecten worden hervat naarmate er in de jaarlijkse extrapolatie middelen komen en er stikstofruimte komt. IenW blijft in overleg met de regiobestuurders om de bereikbaarheid van Nederland zo goed mogelijk op peil te houden. In november vindt daar weer een bestuurlijke gespreksronde over plaats. Tegen die achtergrond wordt de motie op stuk nr. 40 ontraden.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 41, over de windturbines op zee. We hebben het daar ook bij het debat over gehad. Het behoud van een gezonde ecologie op de Noordzee is een randvoorwaarde om windparken op zee te bouwen. Daarom stimuleert het kabinet naast de wettelijke minimumeisen in de tenders ook aanvullende maatregelen om zo natuurvriendelijk te bouwen. Wij ontraden de motie op stuk nr. 41.

De motie op stuk nr. 42 wordt ontraden. Het is niet zo dat er buiten de 500 meter niks neerslaat. De piekbelastersaanpak zorgt voor een zo gericht mogelijke stikstofreductie bij natuur. De piekbelastersregeling is goedgekeurd door Brussel. Naast de regeling voor piekbelasters is er ook een regeling voor de zogenaamde "niet-piekbelasters".

Dan ga ik verder met de motie op stuk nr. 43, over het hele depositiebeleid loslaten, inclusief de piekbelasters, en inzetten op emissie. We willen uiteindelijk toe naar meer sturen op emissie. Dat klopt. Overigens bevestigt het UvA-onderzoek de juistheid van de RIVM-modellen. Het is van belang om nu fors in te zetten op die reductie met generieke maatregelen en met de piekbelastersaanpak. Tegen die achtergrond moet ik de motie op stuk nr. 43 ontraden.

De motie op stuk nr. 44 is niet mogelijk: ontraden. Een generaal pardon is juridisch niet mogelijk. Dat is onlangs, ook op verzoek van LTO, bevestigd door de landsadvocaat. We doen er alles aan om deze problematiek en ook die van de interimmers op te lossen.

De motie op stuk nr. 45 van de SGP over het verhogen van de kinderbijslag. Dit valt ook weer onder de algemene disclaimer die ik aan het begin van deze termijn heb gemaakt. Kinderen en gezinnen zijn van het allergrootste belang. Een van de doelstellingen van het kabinetsbeleid was ook de armoede onder kinderen verlagen. Wij denken dat het ingediende pakket daar ook levert. Het doet veel tegen kinderarmoede door het kindgebonden budget. Dat is ook gerichter dan de kinderbijslag. De dekking met de generieke tabelcorrectiefactor raakt ook de onderkant. Het verlaagt de bijstand via de algemene heffingskorting. Dat werkt dus averechts. We zien dus inhoudelijke bezwaren, maar de motie valt ook onder de algemene disclaimer. Ik moet echter alle moties netjes van een aantal kritische kanttekeningen voorzien. De motie op stuk nr. 45 is dus ontraden.

De motie op stuk nr. 46 is gericht aan het Presidium en vraagt dus niet om een toelichting.

Dan de motie op stuk nr. 47. Dat waren we sowieso niet van plan. De motie suggereert dat wel, dat we van plan waren om mensen gedwongen te gaan opkopen. Het kabinet is juist voornemens om voorstellen te doen voor normeren en beprijzen, in plaats van een dwingend instrumentarium. Die hele uitkoopregelingen zijn gebaseerd op vrijwilligheid. Tegen de achtergrond van die verkeerde representatie van de kabinetsvisie in de eerste overweging wil ik deze motie ontraden.

De motie op stuk nr. 48. In het debat hebben we het erover gehad. Consumenten die meer zekerheid over de energieprijzen willen, kunnen een vast contract afsluiten. Daarnaast geldt het Tijdelijk Noodfonds Energie, en in nood kunnen we terugvallen op steun via belastingvermindering of andere koopkrachtinstrumenten, zoals de twee keer €190 eind vorig jaar. De Kamer is geïnformeerd over alle opties. Ik wil de motie dus ontraden.

De motie op stuk nr. 49: niet gedekt. Wat gaan we dan wel doen? Minder politie? Minder asielopvang? Met andere woorden: de motie op stuk nr. 49 is ontraden.

De motie op stuk nr. 50 ontraad ik onder verwijzing naar het debat.

Dan de motie op stuk nr. 51. Het is natuurlijk een ernstige kwestie waar we het hier over hebben. Die vraagt een zeer zorgvuldige behandeling, dus niet zomaar afdoen met een motie plompverloren aan het einde van deze Algemene Politieke Beschouwingen, waarin over het onderwerp verder ook niet indringend gesproken is. Dus eerst een specifiek debat. Dat gebeurt aanstaande woensdag in de betreffende commissie, dus misschien kan DENK de motie aanhouden. Dat zou mijn verzoek zijn. Anders moet ik 'm ontraden.

De voorzitter:

Ik kijk even of de heer Van Baarle bereid is zijn motie aan te houden. Het gaat om de motie op stuk nr. 51.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik vind dat we op basis van wat we nu weten al genoeg weten om te constateren dat het dusdanig ernstig was dat er excuses moeten komen. Maar we kunnen het debat wel afwachten, dus ik ben bereid de motie aan te houden.

Minister Rutte:

Veel dank.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Baarle stel ik voor zijn motie (36410, nr. 51) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Rutte:

De motie op stuk nr. 52. Van de taakstelling van meer dan een half miljard, 550 miljoen structureel, is 479 miljoen ingevuld met de aanpak van belastingconstructies en de aanpak van een aantal recente negatieve evaluaties van fiscale regelingen. Je praat dus nog over een restbedrag van 77 miljoen. In de brief omtrent de aanpak van belastingconstructies en fiscale regelingen wordt het ook toegelicht. De invulling van de aanpak fiscale regelingen vraagt om een zorgvuldig traject met stakeholders en uitvoering. Voor een deel van de constructies wordt hier nog aan gewerkt. Tegen die achtergrond moet ik de motie op stuk nr. 52 ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 53. Het is een belangrijk onderwerp. We hebben daar onlangs onder leiding van staatssecretaris Van Huffelen een zeer geslaagde Catshuissessie over gehad. Het punt in deze motie is dat de heer Dassen en de andere indieners vragen om een impactanalyse per ministerie. Dat leidt tot een hele hoop bureaucratie. Daar zijn we niet voor. Maar ik kan wel het volgende verzekeren. Misschien kan hij de motie aanhouden tot het komt. Er wordt uitvoerig aan beleid gewerkt. Eind dit jaar komt de visie van de staatssecretaris BZK, ook mede tegen de achtergrond van de interne discussie in het kabinet, op artificial intelligence en generatieve AI. Misschien kan ik de heer Dassen vragen om de motie aan te houden en die dan opnieuw te bekijken bij dat debat.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Dassen nee schudt, dus ...

Minister Rutte:

Dan moet ik 'm ontraden.

De voorzitter:

... de motie komt in stemming.

Minister Rutte:

De motie op stuk nr. 54. Dit onderwerp heeft de aandacht van het kabinet. Deze motie moet ik ontraden. Het gaat er juist heel erg om dat er ook gekeken wordt naar bereikbaarheid, ook niet-digitaal. We denken dat nog eens een afzonderlijk onderzoek hiernaar niks toevoegt. We zijn heel erg druk bezig met de uitvoering van dat beleid, dus ik wil tegen die achtergrond de motie op stuk nr. 54 ontraden.

De motie op stuk nr. 55 gaat over de rapporteur. Er is geen overeenstemming in de Europese Unie over dit model. Daarom moet ik dit ontraden. Dit lijkt me ook iets wat uiteindelijk opnieuw moet worden hernomen.

De motie op stuk nr. 56: ontraden. Het gaat om personen tegen wie strafzaken in Nederland lopen. Dat bekijken we steeds van geval tot geval. Of het kabinet in de toekomst uitreizigers terughaalt, vraagt altijd een case-by-caseafweging. Daarbij zijn de belangen van de nationale veiligheid alsook het voorkomen van straffeloosheid heel belangrijk. Dat weegt allemaal zwaar. Dat is iedere keer een case-by-casebeslissing. Dat was de motie op stuk nr. 56, hè? Ja.

Dan de motie op stuk nr. 57 over 113. De dekking is inmiddels geregeld. We gaan het doen, dus oordeel Kamer. Ik roep de telecomaanbieders op hier ook snel invulling aan te geven.

(Geroffel op de bankjes)

Minister Rutte:

De motie op stuk nr. 58: ontraden. Het voorstel is geen onderdeel van het lopende beleid. Gezien de status waar wij nu als kabinet in zitten en ervan uitgaande dat mevrouw Kaag gelijk heeft dat er snel een nieuw kabinet is, lijkt het ons niet verstandig om hiertoe nog initiatieven te nemen. Zou het allemaal toch langer duren, kunnen we het altijd opnieuw bekijken.

De motie op stuk nr. 59. Het kabinet — dat is geadviseerd door de Dialooggroep Slavernijverleden — heeft gekozen voor excuses met beleid gericht op erkenning, herdenking en herstel. Daarvoor zijn forse meerjarige middelen beschikbaar gesteld, ter grootte van 200 miljoen euro. Maar dat is niet voor reparatiebetalingen. Uiteraard is het slavernijverleden onderdeel van gesprekken met andere landen. Ik ben er steeds helder over geweest dat we niet werken aan herstelbetalingen, maar wel aan excuses. We werken ook aan het versterken van de sociaal-economische structuur van zowel de drie openbare lichamen als de drie landen in het Caribisch gebied. Dat doen we uiteraard ook in de relatie met Suriname. Maar ik moet deze motie ontraden.

De motie op stuk nr. 60 van BIJ1: oordeel Kamer. We gaan dat gesprek graag aan.

De motie op stuk nr. 61 ontraad ik onder verwijzing naar het debat.

De motie op stuk nr. 62. Dit proces hebben we onlangs doorlopen in het kader van het advies van de Onderwijsraad. Daarom ontraad ik de motie.

Over de motie op stuk nr. 63 heb ik het ook in het debat gehad. De dekking is niet deugdelijk en niet concreet. Hier worden inkomsten en uitgaven door elkaar gehaald. Maar los daarvan is het kabinet dit niet voornemens. De motie wordt dus ontraden.

De motie op stuk nr. 64: geen deugdelijke dekking of scheiding van inkomsten en uitgaven. Ik moet de motie op stuk nr. 64 dus ontraden.

De motie op stuk nr. 65. Onder verwijzing naar het debat wil ik deze motie ook ontraden.

De motie op stuk nr. 66. Er is geen invulling in de motie en geen dekking. We nemen al maatregelen om werk aantrekkelijker te maken, zoals de hogere arbeidskorting. De motie op stuk nr. 66 wordt dus ontraden.

De motie op stuk nr. 67 is een spreekt-uitmotie.

De motie op stuk nr. 68 is een spreekt-uitmotie.

De motie op stuk nr. 69 hebben de heer Omtzigt en ik in het debat besproken. Onder verwijzing naar dat debat: ontraden.

De motie op stuk nr. 70. De Tweede Kamer wordt voor het eind van het jaar geïnformeerd over gerichte communicatie. Maar als je dit zou doen, zeg ik toch maar even tegen de heer Omtzigt, geldt eigenlijk hetzelfde als bij de motie over de afwikkeling van het schandaal met de kinderopvangtoeslag. Wat hij daarin voorstelde, geldt ook voor deze motie: dit leidt tot een enorme hoop extra problemen voor de uitvoering, precies waar hij zelf steeds voor waarschuwt. Dus met enige stevigheid: de motie op stuk nr. 70 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 71 gaat over de uitbreiding van de Tweede Kamer. Er zijn geen mogelijkheden. 150 staat in de Grondwet. Dat gaat dus niet.

De motie op stuk nr. 72 moet ik ontraden. SZW is al bezig met een onderzoek om een wettelijke verplichting in te voeren tot het opstellen van een klachtenregeling, met waarborgen zoals hoor en wederhoor. De regeringscommissaris, Mariëtte Hamer, heeft hierover onlangs een handreiking gepresenteerd.

De voorzitter:

Voordat u verdergaat. De heer Dassen, Volt.

De heer Dassen (Volt):

Ik zal dit dinsdag ook bij de regeling doen, maar doe het ook even op deze manier, gezien de korte tijdlijn. De OCW-begroting wordt na de verkiezingen behandeld, maar daar zit ook nieuw beleid in, waaronder schoolmaaltijden. Ik wilde vragen of de minister-president aan zijn collega, de minister van OCW, kan vragen of zij een brief kan sturen over hoe zij met dit nieuwe beleid omgaat en die voor de AFB met de Kamer te delen, omdat de Kamer een wens heeft om dat wel door te laten gaan.

Minister Rutte:

Ja. Het antwoord is: ja.

Voorzitter. Nog een enkel slotwoord, als u mij toestaat. Het is vaker geconstateerd: deze Algemene Politieke Beschouwingen vinden plaats onder bijzondere omstandigheden. Begin juli, 7 juli om precies te zijn, is het ontslag van het kabinet aangeboden bij de Koning. Daarna is bij koninklijk besluit ook de Kamer ontbonden. Zoals we allemaal weten, vinden de verkiezingen plaats op 22 november aanstaande. Dat betekent dat deze Algemene Beschouwingen de laatste waren van degenen die bekendmaakten dat zij niet terugkeren als lid van de Tweede Kamer, onder wie ook uzelf, voorzitter.

Ik zie een melding op het spreekgestoelte. Ik wist niet hoe dat werkte. Ik mag dat niet oplezen. De voorzitter moet iets doen. Ik ga daarna opnieuw beginnen met mijn slotspeech.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De storing is weer opgelost. Gaat u verder, minister-president.

Minister Rutte:

Voorzitter. Nogmaals: Algemene Politieke Beschouwingen onder een bijzonder gesternte; ontslag aangeboden door het kabinet; verkiezingen op 22 november. Daarmee zijn dit de laatste Algemene Beschouwingen van hen die bekend hebben gemaakt dat zij niet terugkeren in de Kamer, of, zoals ikzelf, überhaupt in de Nederlandse politiek, onder wie ook de Voorzitter. Ik heb daar toch een enkel woord over, hoewel het mij uiteraard niet past om te treden in uw taken als Voorzitter van deze Kamer om hierbij stil te staan; dat gaat u zelf doen. Maar ik wil hier wel één ding zeggen, en daar wil ik eigenlijk Kees van der Staaij voor gebruiken, als staatsrechtelijk geweten. Gedurende vele jaren heeft hij zijn werk in deze Kamer verricht met inzet, kennis en wijsheid. Grote hulde daarvoor.

Tegelijkertijd waren dit ook, mag ik zeggen, gewone Algemene Politieke Beschouwingen, hoewel we vanmiddag wat eerder klaar waren voor de lunchpauze. De woordvoerders hebben met overtuiging en soms op het scherpst van de snede, maar ik vond ook met respect voor elkaar en deze Kamer als geheel, hun opvattingen en standpunten naar voren gebracht. Volgens mij hebben we weer laten zien dat de democratie, en ook de parlementaire democratie, wat dat betreft functioneert. Daar is ook al het parlementaire handwerk verricht: het zoeken naar steun bij anderen, bereid zijn naar elkaar te luisteren, overleg, en het gezamenlijk vinden van meerderheden. En dat is uiteindelijk een gevolg van onze bijzondere staatsinrichting met heel veel partijen. Daar kun je van alles van vinden, maar dit sluit ook aan bij een grondtoon: een grondtoon van ons land, van Nederland, waarin wij er altijd, door de eeuwen heen, van doordrongen zijn geweest dat we bij grote vraagstukken alleen resultaten bereiken, niet als we stikken in het eigen gelijk of met de macht van de meerderheid, maar altijd met respect voor de minderheid, voor het individu; als we dingen samen doen, met respect voor eenieder, en daarbij ook met respect voor ieders bijdrage.

Ik heb gezegd, en dank u allen zeer.

(Applaus)

De voorzitter:

Ook van mijn kant dank aan de minister-president. Dit zijn ook, daar gaan we van uit, zijn laatste Algemene Politieke Beschouwingen. Ik voel de vrijheid om even een mailtje voor te lezen. Dat doe ik niet vaak, van mensen die mailen en de debatten volgen, maar deze vond ik eerlijk gezegd best leuk en aardig. Dus bij dezen. Het is eigenlijk meer gericht op de Kamer.

"Geachte voorzitter,

Ik volg de Beschouwingen bijna altijd. Wat mij dit jaar opvalt, is de respectvolle en coöperatieve sfeer waarin de vergadering plaatsvindt. Bent u allemaal in bad geweest? Was de vakantie zo fijn? Het demissionaire karakter van het kabinet en een hoop vertrekkende Kamerleden zal hieraan bijdragen. Toch is het mooi en ook onverwachts dat dit gebeurt. De Kamer heeft zijn hart gevonden. Het was mooi op de inhoud, en het ontroerde mij als het persoonlijk was. Hoop doet leven. Proost aan de hele Tweede Kamer, een toegewijde burger."

Dus bij dezen.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Ik dank u zeer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 20.00 uur, en dan gaan we als vanouds stemmen.

De vergadering wordt van 19.07 uur tot 20.03 uur geschorst.

Naar boven