5 Afscheid van het lid Van Meenen (D66)

Aan de orde is het afscheid van het lid Van Meenen (D66).

De voorzitter:

Aan de orde is het afscheid van collega Van Meenen. Ik wil aan de leden vragen om hun plaats weer in te nemen. Een speciaal welkom aan de familie van de heer Van Meenen. Ik start met het voorlezen van de brief van de heer Van Meenen.

"Geachte Voorzitter, beste Vera,

'Het is voor mij een eer en een genoegen om het woord te mogen voeren in uw vergaderzaal. De democratie is mij zeer dierbaar en aan het functioneren daarvan een bijdrage te mogen leveren, vervult mij met vreugde en trots. Ik ben mede hierom een bevoorrecht mens.'

Dat waren de eerste woorden die ik bij mijn maidenspeech in 2012 tot u mocht richten. Ik voegde daar nog aan toe: "Het is echt een feest om hier te mogen werken. Ik kom elke dag fluitend naar Den Haag." En zo is het voor mij tot op de dag van vandaag, bijna elf jaar later. Het valt mij daarom zwaar u deze brief te schrijven. Ik houd niet van weggaan, van afscheid nemen. Ik wil het niet, en ik ben er niet goed in. In de 44 jaar dat ik nu gewerkt heb, ben ik verschillende keren van baan en omgeving veranderd, en telkens verscheurde het afscheid mij. Maar eenmaal aangekomen op de nieuwe plek, voelde ik mij daar ook altijd weer heel gelukkig. Mooi, toch?!

Voorzitter, het is mij gelukt gelukkig oud te worden in de politiek. Sterker nog, ik heb er een tijdje geleden voor mijn fractie en onze medewerkers een cursus in gegeven. Les 1: als je gelukkig oud wilt worden in de politiek, probeer dan bovenal buiten de politiek gelukkig te zijn, met de mensen die echt je geluk bepalen. In mijn geval: mijn gezin, mijn vrouw, mijn kinderen, en bovenal mijn kleinkinderen. Ook wat dat betreft ben ik bevoorrecht en ik dank hen ook hier en nu voor hun liefde, hun steun en hun relativering. Die cursus kent overigens nog negen andere lessen. Ik kom hem graag eens geven voor wie maar wil.

Voorzitter, wat mij ook gelukkig heeft gemaakt in de politiek, zijn de mensen in de Kamerorganisatie. Ik heb op veel plaatsen gewerkt, maar zo goed als hier is het nergens. De volledige toewijding, deskundigheid, dienstbaarheid en warmte van de mensen in de Kamerorganisatie maken dat wij ons werk goed kunnen doen, maar ook dat werken hier een dagelijks plezier is. Ik ben hun daar enorm dankbaar voor. Wij zijn niets zonder hen.

Dankbaar ben ik ook mijn collega's in de fracties en de medewerkers van de fracties waarmee ik heb mogen werken. Fantastisch! In het bijzonder denk ik daarbij aan de hele grote kanjers op Onderwijs en mijn weergaloze secretaresse al die jaren. Want onderwijs is wat mij alle jaren hier, en de 33 jaar daarvoor, heeft beziggehouden. Of het nu als leraar, als bestuurder of als politicus was, de toetssteen voor mijn denken en handelen is altijd geweest: is dit goed voor het kind en voor de leraar? In artikel 23 van de Grondwet staat dat het onderwijs voor de regering een voorwerp van aanhoudende zorg is. Zo hoort het ook: er zijn zorgen, er zijn kansen, er is hoop. En er wordt in de onvolprezen commissie voor Onderwijs met verrassende eendracht en in een uitstekende sfeer hard gewerkt om het voor kind en leraar beter te maken. Daarin mogen wij nooit rusten. Dat zal ik in de Eerste Kamer ook niet doen.

Ja, voorzitter, de Eerste Kamer. Mijn volgende bestemming in de politiek. Mijn ongetwijfeld uit de hand lopende pensioenhobby. Mijn zachte landing (of niet) na bijna elf jaar hier. Mijn promotie, volgens mijn trotse moeder van 101. "Jij bent gek", aldus mijn broer met Down. "Dan kun je me nog vaker uit school halen, opa", zegt mijn oudste kleinkind. Ik ga het zien. Je kunt overigens van alles van de Eerste Kamer vinden; ik constateer in ieder geval dat men daar wel de durf heeft om gewoon de Europese vlag in de zaal te hebben."

(Hilariteit)

De voorzitter:

"Voorzitter, collega's, ik dank jullie allen voor een mooie tijd, voor jullie collegialiteit, voor het samenwerken aan het goede voor ons land. Wat dat is, daarover verschillen we van mening. Daarom zijn we hier. De kunst is om vanuit die verschillen verder te komen. Dat vraagt soms moed, dat vraagt de bereidheid om niet te blijven hangen in het eigen gelijk, en dat vraagt een goede persoonlijke en respectvolle omgang met elkaar. Dat kan soms beter, dat vraagt soms aanmoediging, maar ook soms, helaas, stevige correctie. Doe dat: maak niet normaal wat niet normaal is. Aldus uw nederige schoolmeester. Heb het goed met elkaar.

Het moge u allen goed gaan!

Paul van Meenen."

(Applaus)

De voorzitter:

Beste Paul, wat jammer dat je de Kamer en de D66-Tweede Kamerfractie gaat verlaten. Ik ben niet echt gelukkig met vroegtijdige vertrekkers zoals je weet, maar je blijft toch onderdeel van de Staten-Generaal. Wat fijn dat jouw ervaring en grote kennis behouden blijven voor het Nederlandse parlement. Je ruilt de Tweede Kamer voor de Eerste en vertrekt dus naar "de overkant", zoals we dat vroeger noemden. Tegenwoordig is het niet meer de overkant, maar een stukje verder.

Ik weet dat ik je niet beledig als ik zeg dat je een politieke veteraan bent. Al in het jaar 2000 liet je in de pers weten dat je het liefst minister van Onderwijs wilde worden. Je had toen een lijntje met oud-Kamerlid Ursie Lambrechts, die als het ware ook jouw stem in de vergaderzaal kon laten horen. Jouw eigen stem klonk in de plenaire zaal pas twaalf jaar later. Daarvoor verliet je je geliefde onderwijsveld en de lokale politiek van Leiden, allebei omgevingen waarin je je enorm op je plaats voelde. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken — je brief maakt dat ook duidelijk — dat je je ook in het Haagse thuis voelde.

Je was en bent een onderwijsman in hart en nieren. Mensen zeiden weleens dat ze het spreekwoordelijke krijt nog op je pak konden zien zitten. Wat je aantrok in het vak van leraar, was dat je die beroepsgroep als "leuke mensen" definieerde … Gaat het allemaal goed daar, achter in de zaal? Ja? Geeft helemaal niks. Het past, denk ik, wel een beetje bij jouw verhaal: kinderen, leraren en het achtergrondgeluid daarin. Wat je aantrok in het vak van leraar, was dat je die beroepsgroep als "leuke mensen" definieerde, met werk dat erop neerkwam dat je omging met jonge mensen en ze iets bijbracht, met tegelijkertijd een soort vrijheid, een vrij bestaan.

Je koos voor het vak wiskunde, waarvoor je in Leiden studeerde. Wel jammer, en een beetje pijnlijk misschien, dat je een paar jaar later, in 2014, zakte voor een minirekentoets. Overigens was je van de deelnemende Kamerleden wel de beste, met drie van de zes vragen goed, dus eigenlijk was het niet zo heel erg pijnlijk. Je hebt je als schaap met de vijf poten ook altijd enthousiast getoond in extracurriculaire activiteiten. Ik noem het winnen van de Grote Geschiedenisquiz in een team met Liesbeth van Tongeren en Gert-Jan Segers, je bekroning als kampioen snellezen en deelname aan parlementaire schaakcompetities.

Niet onvermeld wil ik laten dat je met graagte de voorzittershamer hanteerde, zowel hier in de plenaire zaal als in de commissievergaderingen. Daar toonde je je streng maar rechtvaardig. Met je optreden als voorzitter haalde je soms ook weleens de landelijke pers. Met dat in het achterhoofd kan ik me ook voorstellen hoe het geweest moet zijn voor leerlingen in jouw college, die zich op basis van wangedrag bij hun rector moesten melden.

Denken in kansen, meer vertrouwen van de overheid in onderwijs en daardoor grotere zeggenschap van leraren, leerlingen en ouders, grote aandacht voor het basisonderwijs en ruimte voor investeringen, wetenschap, internationalisering, digitalisering, innovatie en duurzaamheid. Dat zijn in een notendop alle waarden die je onvermoeibaar naar voren hebt gebracht in je vele bijdragen in het onderwijsdebat. Tekenend is dan ook dat je in een interview als je eerste wapenfeit noemde je aangenomen motie over de herziening van het curriculum in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs, die kon rekenen op steun in de Kamer en in het onderwijs, en natuurlijk de initiatiefwetsvoorstellen waarvoor je verantwoordelijk bent, met als recentste een wet om het leerrecht te verankeren in de nationale wet- en regelgeving. Helaas zal je de parlementaire verdediging hier niet meer kunnen meemaken, maar misschien wel in de Eerste Kamer; niet de verdediging, maar wel als controleur daarvan.

Je hebt het leven ooit vergeleken met een rivier waarin ijsschotsen voorbijdrijven. Je kunt die ijsschotsen voorbij laten gaan, maar je kunt er ook op springen. Je kiest er vaak voor om dat laatste te doen. De meest recente sprong is de overstap naar de Eerste Kamer. Als je opdracht zie je voor jezelf een rol weggelegd om de politieke kalmte te bewaren door verbinding te zoeken met andere partijen. Ik hoop van harte dat dat lukt en dat het je ook lukt om meer tijd te besteden aan je vrouw, je kleinkinderen, je 100-jarige moeder en je broer.

Beste Paul, hoewel je hier gemist zal worden, krijgt de Eerste Kamer er een goed Kamerlid, een betrokken Kamerlid, bij. Ik hoop dat je terugkijkt op een belangrijke en vruchtbare periode als lid van deze Kamer. Het ga je goed!

(Applaus)

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat u afscheid kunt nemen van de heer Van Meenen in het Kamerrestaurant. Over een kwartier gaan we stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven