4 Vragenuur: Vragen Van den Berg

Vragen van het lid Van den Berg aan de minister voor Langdurige Zorg en Sport, bij afwezigheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het bericht "Nederland niet goed voorbereid op hittegolf met code rood".

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Van den Berg. Ik heet de minister voor Langdurige Zorg en Sport van harte welkom. Zij is aanwezig bij afwezigheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Mevrouw Van den Berg heeft vragen over het bericht "Nederland niet goed voorbereid op hittegolf met code rood".

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. In de Volkskrant staat een artikel van Maarten Keulemans, waarin staat dat Nederland niet goed is voorbereid op een hittegolf met code rood. Het artikel onderstreept nog eens hoe belangrijk het is dat Nederland er beter op is voorbereid. Wat het CDA betreft is dat nu inderdaad niet het geval. Zo gaat ons hitteplan er nog steeds van uit dat meer dan 30 graden extreem is, terwijl wij al regelmatig gezien hebben dat we tegen de 40 graden zitten. Ik noem ook even het voorbeeld van Canada en Oregon. Die waren echt heel veel beter voorbereid op hitte dan welke Nederlandse stad dan ook. Desondanks zijn daar tientallen mensen overleden.

Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister. Er is nu geen draaiboek voor code rood. Hitte geeft in de eerste plaats problemen voor kwetsbare mensen, zoals ouderen, chronisch zieken, kinderen en mensen met een handicap. Dit kan leiden tot grote druk op de acute zorg, terwijl die het in de zomermaanden toch al extra moeilijk heeft. Gaat de minister ervoor zorgen dat er een integraal draaiboek komt?

De volgende vraag: in februari 2019 is het hitteplan gemaakt, maar vindt de minister niet, met het CDA, dat dit herijkt moet worden, juist omdat we de afgelopen jaren hebben gezien dat de klimaatverandering nog veel sterker is dan we toen zagen? We hebben bijvoorbeeld ook al kritische momenten gehad met betrekking tot de beschikbaarheid van zoet water.

Minister Helder:

Dank u wel, voorzitter. Ik kan kort en krachtig tegen mevrouw Van den Berg zeggen dat ik het daarmee eens ben. Wij zijn het er als kabinet over eens dat we ons moeten voorbereiden op extremere klimaatverandering en dus ook op de verwachte toename van hittegolven, die langer, maar ook heter kunnen worden. De kans dat dit in de komende decennia gaat gebeuren, neemt toe en blijft in de komende decennia nog toenemen. We zijn inderdaad vanuit VWS opdrachtgever voor het Nationaal Hitteplan, dat zich op de publieke gezondheid richt. Daarmee is er op dit moment een netwerk van organisaties met een earlywarningsysteem, zodat de organisaties rondom kwetsbare groepen op tijd worden gealarmeerd. Daarnaast wordt ten tijde van een hittegolf de publieksinformatie opgezet. We zijn vanuit VWS al voornemens om het Nationaal Hitteplan te evalueren en eventueel ook te herzien in het kader van die extreme weersomstandigheden. Het KNMI zal in oktober van dit jaar de nieuwe klimaatscenario's voor Nederland publiceren. Die willen we daarbij gebruiken, middels de uitwerking van die scenario's door het RIVM.

Het is misschien goed om nog te vermelden dat het kabinet in de breedte werkt aan een nationale adaptatiestrategie ten aanzien van klimaatverandering. De coördinatie daarvan ligt bij IenW. Dat zijn meer langetermijnmaatregelen zoals de inrichting van steden en het aanpassen van gebouwen en woningen.

Binnen de zorgsector — mevrouw Van den Berg is daar volgens mij mee bekend — zijn er ook al hitteplannen per sector voor hoe je daarmee moet omgaan. Op het moment dat dat hitteplan echt in werking treedt, is er natuurlijk ook een hoge alertheid bij GGD GHOR en de veiligheidsregio's, indien nodig.

Daarnaast zijn er aanvullend — dat is nieuwer — afspraken gemaakt binnen het Gezond en Actief Leven Akkoord. We hebben afgesproken met de gemeentes dat zij de coördinatie regelen en afspraken maken op lokaal niveau met maatschappelijke organisaties en zorgorganisaties om te zorgen dat er ten tijde van een echte hittegolf, zeker een extreme hittegolf, voldoende mogelijkheden zijn om die op te vangen. Dat is een taak die voortvloeit uit de Wet publieke gezondheid. Het gaat er vooral om dat ze deze groepen in kaart hebben en dat er afspraken zijn over mogelijkheden om deze groepen op te vangen als dat gebeurt. Dat is vrij breed. Dat gaat natuurlijk van kwetsbare ouderen tot mensen met een beperking en daklozen. Mevrouw Van den Berg noemde de groepen zelf ook al.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Het is goed om te horen dat er verschillende activiteiten worden ontplooid, maar the proof of the pudding is in the eating, zeggen de Engelsen. Dus ik zou heel graag wat concretisering van de minister willen hebben. Dat nationale adaptatieplan is prima. Als je regelt dat er meer groen en schaduw in de omgeving is, voorkom je ook al heel veel ellende. Wat is het tijdpad daarbij? Ook zou ik graag willen weten wat het tijdpad is voor die aanpassing van dat eigen hitteplan. De minister zegt dat ze in oktober gegevens krijgt. Mogen wij dan verwachten dat we begin volgend jaar een aangepast hitteplan hebben? Kan de minister daarnaast aangeven of intussen ook echt alle gemeentes zelf zo'n hitteplan hebben? Wat het CDA betreft zou dat namelijk verplicht moeten zijn.

Minister Helder:

Ik begin even met de evaluatie van het Nationaal Hitteplan. We zijn er natuurlijk van afhankelijk of die scenario's er ook daadwerkelijk komen in het najaar, maar dat is in ieder geval de afspraak. Het lijkt me dan zeer wel mogelijk om die evaluatie aan het begin van volgend jaar te doen, af te ronden en te kijken in hoeverre het Nationaal Hitteplan erop moet worden aangepast. De vraag wanneer het precies komt, moet ik wel even mee terugnemen naar het ministerie. Ik kan aan mevrouw Van den Berg toezeggen dat ik dat doe.

Ik weet niet wat het tijdpad is voor de nationale adaptatiestrategie; daar ben ik eerlijk over. Daar moet ik even onderzoek naar doen.

Dan de verplichting, zoals u dat noemt. Net als de afgelopen jaren kan er namelijk ook komende zomer weer een hittegolf komen. De laatste en eerste keer dat het meer 40 graden was, was in 2019. We hebben voor de gemeenten vanuit het GALA al de verplichting om de coördinatie te regelen en afspraken te maken. Ik zal dit zeker opnieuw meenemen naar de bestuurstafel van het GALA en aan de gemeentes vragen om hier alvast op te anticiperen. Dat kan ik mevrouw Van den Berg toezeggen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

In ieder geval dank voor de toezegging dat we nog nader uitgelegd krijgen wat precies het tijdpad is voor bepaalde zaken. Ook dank voor het mee terugnemen van deze kwestie naar de gemeentes. Ik zou het wel heel fijn vinden als we dan ook teruggekoppeld krijgen hoeveel gemeentes dit daadwerkelijk heeft opgepakt.

Voorzitter, dan heb ik nog één vraag over. Zoals bekend is het huidige proces in feite dat burgers last minute worden gewaarschuwd: "Morgen of overmorgen is het code rood". Als CDA vinden we het belangrijk dat mensen daar al veel eerder mee bezig zijn. Ik zou van de minister dan ook graag de toezegging willen hebben dat ze dit mee gaat nemen in de evaluatie van het hitteplan. Ik wil dat daarin ook wordt meegenomen wat je zogezegd met omzien naar elkaar kunt doen. Wat kan je voor je buren doen? We zien bijvoorbeeld toch dat oudere mensen niet voldoende drinken of te weinig koelte opzoeken. Wat kan je daaraan doen als medeburger?

Minister Helder:

Dat gaan wij zeker meenemen. Ik zou van de gelegenheid gebruik willen maken om die oproep ook hier al te doen. Denk erover na wat je zelf al kunt doen voor jezelf en je omgeving; haal bijvoorbeeld voldoende water in huis en denk na over schaduw. Ik kan dus toezeggen dat we dat zeker zullen meenemen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

In ieder geval dank aan de minister. Ik zie uit naar de schriftelijke rapportage van de minister, dus inclusief over wat er in de evaluatie allemaal wordt meegenomen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Ik weet dat er met de partijen die betrokken zijn bij het Nationaal Hitteplan enige jaren geleden onder andere besproken is dat gebouwen waar bijvoorbeeld kwetsbare ouderen wonen, zouden moeten gaan voldoen aan een aantal eisen. Dat was toen nog niet zo. Heeft de minister inzicht in hoeveel verpleeghuizen voldoen aan die eisen en hoeveel nog niet? Wat gebeurt daar vervolgens aan?

Minister Helder:

Voor de verpleeghuizen heeft de sector zelf natuurlijk een hitteplan en maatregelen die ze dan kunnen nemen. Ik ga ervan uit dat ze dat ook in eigen beheer goed doen. Als het gaat om de toekomstige bouweisen, want daar spreekt mevrouw Den Haan ook over, dan hebben we het eigenlijk over die adaptatiestrategie. Ik kan dus niet vooruitlopen op wat daar precies in zit. Maar dat we het als kabinet belangrijk vinden om daar in voldoende mate over na te denken en dat we ook maatregelen nemen, lijkt me evident.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

De minister weet natuurlijk als geen ander dat ouderen, als het heel warm is, veel minder dorstgevoel hebben en het eerder koud hebben terwijl het lichaam aangeeft dat het te warm is. We hebben nu krapte in de zorg. We hebben weinig personeel. Dat betekent ook dat ouderen die thuis of in een verpleeghuis wonen wellicht gewoon minder aandacht krijgen. Is daar een scenario voor?

Minister Helder:

Er zijn twee scenario's. Het eerste is binnen de sector zelf met een hitteplan komen, om ondanks personele schaarste te kijken hoe je op dat moment toch die veiligheid kunt garanderen. Het andere scenario is datgene wat we in het GALA met de gemeentes hebben afgesproken voor alle andere kwetsbaren. Dit betreft dus niet alleen ouderen maar bijvoorbeeld ook daklozen of mensen met een beperking. Het idee is om op het moment dat die early warning in werking treedt, daar ook al afspraken over gemaakt te hebben die je op dat moment kunt gaan volgen.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik vraag me wel het volgende af. Ik hoor deze minister een aantal keer het klimaatadaptatieplan van deze regering noemen. Ik hoorde haar net ook heel duidelijk aangeven dat dit een plan voor de lange termijn is. Daar schrik ik wel van. We hebben net ook op de publieke tribune gehoord: we zijn al 50 jaar te laat. Klimaatadaptatie is dus helemaal geen plan van de lange termijn. Ik ben benieuwd in hoeverre deze minister ook helpt om bijvoorbeeld die grote bomen in steden te laten staan. Eén grote boom is net zo goed als tien airco's. In hoeverre gaat het ministerie van VWS daar nou ook daadwerkelijk — op korte termijn — op handelen, om zo te voorkomen in plaats van te genezen?

Minister Helder:

Laat ik vanuit VWS uitstralen dat wij die urgentie, die we net ook hoorden vanaf de publieke tribune, ook voelen. Want we kunnen niet langer stilzitten. Het is zo dat wij vanuit VWS in het overleg dat wij hebben in ieder geval altijd uitdragen dat wij aandacht hebben voor de gezondheidsrisico's die meekomen met klimaatverandering. Wij pakken ook een actieve rol. Dus wij hebben daar zeker heel veel aandacht voor en sturen er actief in mee.

De voorzitter:

Dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik dank de minister voor Langdurige zorg en Sport voor haar aanwezigheid hier. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot het afscheid nemen van collega Van Meenen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven