23 Gevangeniswezen en tbs

Gevangeniswezen en tbs

Aan de orde is het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs (CD d.d. 08/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs, met vijf sprekers van de zijde van de Kamer. Wederom welkom aan de minister voor Rechtsbescherming. Als eerste zal spreken de heer Ellian namens de VVD. Ik geef hem het woord.

De heer Ellian (VVD):

Dank, voorzitter. Ik heb twee moties en een vraag. Ik begin met de moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het doen van financiële transacties van en naar gedetineerden onvoldoende gereguleerd is;

overwegende dat financiële transacties tussen gedetineerden en financiële transacties van en naar de buitenwereld die niet voortvloeien uit gangbare wederkerige overeenkomsten, vaak onderdeel zijn van voortgezet crimineel handelen uit detentie;

overwegende dat een gedetineerde maar een beperkt bedrag nodig heeft op de rekening-courant van de betreffende penitentiaire inrichting;

verzoekt de regering om per direct te stoppen met financiële transacties via de myTelio-applicatie, geen nieuwe applicatie te ontwikkelen tenzij het toezichtalgoritme van DJI hierop van toepassing is en te onderzoeken hoe een nieuw kader gecreëerd kan worden voor financiële transacties van en naar gedetineerden, en de resultaten hiervan te delen met de Kamer voor het zomerreces van 2023, met daarin als uitgangspunten dat:

  • -gedetineerden geen geld meer naar elkaar kunnen overmaken op elkaars rekening-courant;

  • -geld alleen nog van één bankrekeningnummer mag worden ontvangen;

  • -een transactie naar de rekening-courant van de gedetineerde gemotiveerd onder opgave van redenen geschiedt;

  • -het bedrag op de rekening-courant van een gedetineerde maximaal €250 bedraagt;

  • -het maximale bedrag op de rekening-courant niet overschreden kan worden en dat indien daarvan sprake is door het ontvangen van een transactie, dat leidt tot terugbetaling en niet tot blokkering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellian.

Zij krijgt nr. 883 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het bezit van contrabande in penitentiaire inrichtingen een onverminderd groot probleem is en bovendien niet strafbaar is;

constaterende dat het bezit van contrabande in penitentiaire inrichtingen onlosmakelijk verbonden is met voortgezet crimineel handelen uit detentie;

overwegende dat met name het bezit van telefoons gedetineerden in staat stelt tot criminele communicatie met de buitenwereld;

van mening dat het bezit van contrabande duidelijker gesanctioneerd en genormeerd dient te worden gelet op de gevaren die contrabande veroorzaakt binnen en buiten de penitentiaire inrichting;

verzoekt de regering om:

  • -te realiseren dat het bezit van contrabande door een gedetineerde in beginsel altijd leidt tot gedeeltelijk verlies van de strafkorting die met de voorwaardelijke invrijheidstelling verkregen kan worden;

  • -te realiseren dat het bezit van een telefoon in detentie tot gevolg heeft dat de gedetineerde de helft van de strafkorting bij de voorwaardelijke invrijheidstelling verliest en dat bij een tweede constatering de volledige voorwaardelijke invrijheidstelling achterwege wordt gelaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellian.

Zij krijgt nr. 884 (24587).

De heer Ellian (VVD):

En de vraag in drie seconden: is de minister bereid om de wettelijke verankering van de zorgconferentie bij tbs te onderzoeken?

De voorzitter:

Er is een interruptie van de heer Van Nispen.

De heer Van Nispen (SP):

Dank, voorzitter. Ik heb een vraag over de tweede motie. De VVD pleit hier voor het strafbaar stellen van contrabande of het vaker sanctioneren ervan of iets in die richting. Je kunt erover twisten of dat zinnig is. Dat gaan we zo horen. Maar om het te kunnen sanctioneren, moet je het eerst constateren, dus opsporen, aantreffen. Realiseert de heer Ellian zich dat juist het grote personeelstekort in de penitentiaire inrichtingen leidt tot heel weinig celinspecties en tot een grote werkdruk voor het personeel, waardoor ze juist die contrabande vaak helemaal niet aan kunnen treffen? Wat denkt de heer Ellian daaraan te gaan doen?

De heer Ellian (VVD):

Ik heb veel bewondering voor de mensen bij DJI. Ik bezoek veel inrichtingen, zoals de heer Van Nispen weet. Ik zie hoe in toch vaak echt lastige omstandigheden veel werk wordt verricht en in die lastige omstandigheden is de hoeveelheid contrabande die geconstateerd wordt al fors. Die is nu iets gedaald vanwege corona, maar de cijfers lopen alweer op. Eerlijk gezegd vind ik in deze omstandigheden de hoeveelheid al onaanvaardbaar. Ik vind dat daar een stevigere sanctionering op moet staan, omdat er bijvoorbeeld geen enkele reden is om in een inrichting een telefoon te hebben. Dus ook nu al moeten we werk doen. En als er nog meer geconstateerd kan worden door het personeel, dan juich ik dat alleen maar toe, zolang de veiligheid binnen de inrichting natuurlijk wel gewaarborgd blijft.

De heer Van Nispen (SP):

Zo kennen we de VVD weer. Wel pleiten voor strengere straffen waarvan de effectiviteit niet vaststaat, maar niet zorgen voor voldoende personeel en voldoende waardering voor het personeel om ervoor te zorgen dat zij ook echt hun werk goed kunnen doen zonder al te veel werkdruk en met een fatsoenlijk aantal collega's.

De heer Ellian (VVD):

Dat is wel een vertekening van de realiteit. De heer Van Nispen weet dat bijvoorbeeld celinspecties ook door de LBB gedaan kunnen worden. Ze kunnen ook onaangekondigd gedaan worden. De inspecties worden gedaan op bijvoorbeeld een vermoeden van het Bureau Inlichtingen en Veiligheid. Dus eerlijk gezegd weet ik waar de heer Van Nispen naartoe wil, namelijk naar de vraag: gaan we meer geld investeren in DJI om meer mensen aan te trekken? De heer Van Nispen weet dat ik echt een vurig ... Ik zal DJI altijd verdedigen en ik vind ook dat we heel zuinig moeten zijn op DJI. Maar wat ik nu vraag is steviger sanctioneren. Je zit al in de gevangenis, en dan heb je ook nog contrabande in je bezit. Meneer Van Nispen moet het toch met me eens zijn dat we daar wat steviger op moeten zitten?

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Mutluer. Zij zal namens de Partij van de Arbeid het woord voeren. Gaat uw gang.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb ook een aantal moties. In de eerste plaats is er een over de jeugd en de jeugd-tbs.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het jeugdstrafrecht naast punitieve elementen vooral opvoedkundige aspecten moet hebben;

van mening dat preventieve hechtenis binnen het jeugdstrafrecht niet of nauwelijks een pedagogisch karakter heeft en daarom zo veel als mogelijk moet worden voorkomen;

van mening dat een Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd een betere omgeving is voor jongeren in preventieve hechtenis dan een justitiële jeugdinrichting of een huis van bewaring;

verzoekt de regering te bewerkstellingen dat, met inachtneming van de plaatsingscriteria, preventieve hechtenis van jonge verdachten zo veel mogelijk in een Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd plaatsvindt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 885 (24587).

Mevrouw Mutluer (PvdA):

De andere motie gaat over tbs. We hebben een goed rondetafelgesprek gehad waarbij veel naar voren is gekomen. Ik heb een tweetal moties daarover.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat dat veel vaker patiënten zonder strafrechtelijke titel met een zorgmachtiging in een forensisch psychiatrische kliniek of tbs-kliniek worden geplaatst;

overwegende dat dit onder andere gebeurt bij gebrek aan afdoende capaciteit bij ggz-instellingen om patiënten die beveiligde zorg nodig hebben op te nemen;

van mening dat tbs-klinieken mede verstopt raken doordat deze patiënten daar worden geplaatst;

van mening dat plaatsing van deze patiënten in tbs-klinieken in plaats van in ggz-instellingen onder andere vanwege het stigma dat kleeft aan tbs, nadelig is voor hun uitstromen en hun resocialisatie;

verzoekt de regering om met de verantwoordelijke bewindspersonen en ketenpartners tot een integraal plan van aanpak te komen dat eraan moet bijdragen dat er voor patiënten die beveiligde zorg nodig hebben afdoende en geschikte behandelplaatsen in de ggz komen en er tevens aan moet bijdragen dat de doorstroming in de tbs-klinieken wordt verbeterd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 886 (24587).

Mevrouw Mutluer (PvdA):

En de laatste motie. De wettelijke verankering zorgconferentie is net genoemd. Daar sluit ik me volledig bij aan. Maar ook de Fokkensregeling kwam aan bod. Ik ga de motie toch indienen en ik wacht de reactie van de minister af.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een zo snel mogelijke behandeling van de stoornis van een tbs-patiënt het meest effectief is;

van mening dat ook de veiligheid van de maatschappij gebaat is bij een snelle behandeling van een tbs-patiënt;

van mening dat het wenselijk is veroordeelden met een vrijheidsstraf en tbs met dwangverpleging in beginsel uiterlijk na een derde van de vrijheidsstraf in een forensisch psychiatrisch centrum geplaatst zouden moeten worden (de Fokkensregeling);

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe en binnen welke termijn de Fokkensregeling weer kan worden ingevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 887 (24587).

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Kuik. Zij gaat namens het CDA het woord voeren.

Mevrouw Kuik (CDA):

Voorzitter, dank. We hebben een debat gehad waarin ook aan de orde kwam dat we de potentie van alle regio's moeten benutten voor het brede veiligheidsvraagstuk. Daarbij hebben we ook de zorgen geuit over het Justitieel Complex Vlissingen, in Zeeland. Dat heeft vertraging opgelopen. Daarom dienen we de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister heeft toegezegd dat het Justitieel Complex Vlissingen wordt gebouwd, maar dat de ingebruikname vertraagd is tot medio 2030;

overwegende dat de bouw van het Justitieel Complex Vlissingen van belang is om capaciteits- en veiligheidsproblemen in het gevangeniswezen op te lossen;

overwegende dat voor een sterke, veilige samenleving de potentie van alle regio's in Nederland moet worden benut en de provincie Zeeland als vestigingslocatie voor dit complex volop kansen biedt;

verzoekt de regering om met urgentie de mogelijke versnellingen van de bouw van het Justitieel Complex Vlissingen in te zetten voor de gevangenis en de extra beveiligde rechtbank, en te onderzoeken welke tussentijdse werkzaamheden wel al kunnen aanvangen om het complex zo snel mogelijk in gebruik te nemen;

verzoekt de regering om alvast alles rondom het Justitieel Complex Vlissingen op orde te brengen, zoals voldoende personeel werven en opleiden, zodat bij de ingebruikname van het complex de werkzaamheden meteen gestart kunnen worden;

verzoekt de regering om adequaat en open te communiceren over de voortgang en planning van het bouwproject, zowel met de Tweede Kamer als de provincie Zeeland, en de Kamer hierover halfjaarlijks te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuik en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 888 (24587).

Dank voor uw inbreng. De heer Van Nispen is de volgende spreker van de zijde van de Kamer. Hij gaat namens de Socialistische Partij het woord voeren.

De heer Van Nispen (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik zal drie moties indienen. Alle moties zijn meeondertekend door mijn collega Maarten Hijink, die mij heeft vervangen tijdens het commissiedebat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel personeel in penitentiaire inrichtingen en tbs-klinieken zich ondergewaardeerd voelt, er sprake is van veel onveiligheid (incidenten) en hoge werkdruk al langere tijd een groot probleem is;

overwegende dat het zware en gespecialiseerde werk in penitentiaire inrichtingen en tbs-klinieken ten behoeve van de veiligheid van ons allemaal ook tot uitdrukking moet komen in de beloning van het personeel op de werkvloer, mede van belang om het vak aantrekkelijker te maken en nieuw personeel aan te kunnen trekken;

verzoekt de regering te bezien of de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden in penitentiaire inrichtingen en tbs-klinieken kunnen worden verbeterd en hiertoe actief het overleg te voeren met de medezeggenschap, ondernemingsraden en vakbonden, met als doel meer veiligheid en waardering, en minder werkdruk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Hijink.

Zij krijgt nr. 889 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een ernstig tekort is aan capaciteit in tbs-klinieken en dat ook bezien moet worden hoe dit kan worden uitgebreid, naast alle andere maatregelen en inspanningen zoals het verbeteren van de doorstroom;

constaterende dat verreweg de meeste klinieken en forensische zorgaanbieders particuliere organisaties zijn, waardoor we van "de markt" afhankelijk zijn om het capaciteitsprobleem op te lossen en de rijksoverheid hier weinig grip op heeft en de problemen al jaren niet opgelost krijgt;

van mening dat de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen principieel een overheidstaak moet zijn en er nu stappen moeten worden gezet om de forensische zorg de komende tijd weer in publieke handen te laten komen;

verzoekt de regering stappen te zetten om op korte termijn de tbs-capaciteit in publieke handen uit te breiden, bijvoorbeeld door een nieuwe rijkskliniek te starten, nieuwbouw of het verwerven van een leegstaande instelling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Hijink.

Zij krijgt nr. 890 (24587).

De heer Van Nispen (SP):

Ten slotte, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het werk in justitiële inrichtingen en tbs-klinieken vaak heftig is en er geregeld ernstige veiligheidsincidenten zijn, waarbij goede hulp en nazorg voor alle betrokken medewerkers van groot belang is;

overwegende dat er nog steeds klachten zijn van (oud-)medewerkers over het gebrek aan ondersteuning bij het verwerken van traumatische gebeurtenissen opgelopen tijdens het werk;

overwegende dat particuliere tbs-klinieken hun eigen beleid bepalen als het gaat om de nazorg van medewerkers en hierin dus ook ongewenste verschillen en andere standaarden zitten;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de zorg en nazorg voor gevangenispersoneel en medewerkers in alle tbs-klinieken verbetert en meer prioriteit wordt gegeven, en dit niet te beperken tot de rijksklinieken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Hijink.

Zij krijgt nr. 891 (24587).

Dank voor uw inbreng. De heer Sneller gaat namens D66 het woord voeren.

De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. Ik denk dat we op 8 februari een goed debat hebben gevoerd. Het is goed om te herhalen dat in dat debat door iedereen waardering is uitgesproken voor de medewerkers in het gevangeniswezen en de tbs-klinieken. Ik denk dat het goed is om dat te herhalen.

Ik wil drie punten kort aanstippen. Ten eerste de detentieschade. Ik heb twijfels bij veel korte detenties, maar soms zijn die nodig. Er is een relatief hoog percentage herhaalcriminaliteit. Veel mensen gaan opnieuw de fout in. Dat moet verminderd worden. Ik heb een aantal voorbeelden genoemd. Denk bijvoorbeeld aan de ouder-kinddagen, het beeldbellen en de grotere rol voor gemeenten om te werken aan een re-integratieplan. Ik ben blij dat de minister met deze punten aan de slag gaat. We gaan het daar verder over hebben bij het volgende gevangeniswezendebat. Ik vind het jammer dat de motie die wij hadden ingediend om de financiering van Bonjo, een gedetineerdenorganisatie, te continueren, helaas verworpen is. Ik denk dat dat slecht is voor het voorkomen van herhaalcriminaliteit.

Ik heb tijdens het debat aandacht gevraagd voor de leegstand van de beperkt beveiligde afdelingen. Dat is zonde, gezien de inbrengen over de beperkte capaciteit en de werkdruk. Ik ben blij dat de minister hiermee aan de slag gaat. Hij gaat kijken of we de leegstand kunnen terugdringen. Ik hoop dat we daar snel meer over zullen horen.

Ten slotte, voorzitter. Mede naar aanleiding van het rondetafelgesprek over tbs dat we gehad hebben, wil ik het hebben over de combinatievonnissen. Mensen moeten eerst een heel lange gevangenisstraf uitzitten en kunnen daarna pas aan een tbs-behandeling beginnen. Volgens mij is dat uiteindelijk contraproductief voor de veiligheid en de doelstellingen van tbs. Ik begrijp dat daarover een motie is ingediend. De minister heeft toegezegd ermee aan de slag te gaan. Ik denk dat we echt winst kunnen boeken op het gebied van veiligheid. Ik weet nog niet of die motie dat helemaal op gaat lossen. Dat is echter wel een punt om verder uit te werken. Volgens mij kunnen we echt nog winst behalen op dat gebied.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Ik wil het volgende vragen aan de leden. De heer Ceder kon niet bij het commissiedebat aanwezig zijn, maar hij wil wel graag … O, hij was er wel? Dan mag het al helemaal. Dan mag u gewoon het woord voeren, meneer Ceder. Ik had u blijkbaar niet helemaal goed verstaan. Dan hoef ik ook geen toestemming aan de commissie te vragen. U gaat gewoon namens de ChristenUnie het woord voeren.

Het woord is aan meneer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter, dank. Volgens mij hebben we tijdens het commissiedebat een goede uitwisseling gehad. Ik heb daarbij extra aandacht gevraagd voor enerzijds vrijwilligers die meer moeite ervaren als het gaat om het hebben van contact met gedetineerden, en daarnaast voor de jeugdigen die nu geplaatst worden in een reguliere gevangenis. Ik zou daaromtrent graag wat waarborgen willen zien en daarom dien ik de volgende twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vrijwilligersorganisaties in het gevangeniswezen belangrijke zorg geven op het gebied van resocialisatie en daarmee ook het voorkomen van recidive;

constaterende dat vrijwilligersorganisaties aangeven dat, in tegenstelling tot een aantal jaar geleden, het niet meer vanzelfsprekend is dat de gesprekken van vrijwilligers in een vertrouwelijke setting plaatsvinden en niet afgaan van de reguliere bezoektijd;

overwegende dat dit niet bijdraagt aan de resocialisatie en herstel van gedetineerden;

verzoekt de regering zorg te dragen dat gesprekken van vrijwilligers in een vertrouwelijke setting kunnen blijven plaatsvinden en niet afgaan van de reguliere bezoektijd en hier met vrijwilligersorganisaties en het gevangeniswezen over in gesprek te treden en indien nodig regelingen op aan te scherpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Van der Staaij.

Zij krijgt nr. 892 (24587).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter, dan mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vanwege personeelstekorten bij Justitiële Jeugdinrichtingen de regering voornemens is tijdelijk ingrijpende maatregelen te treffen, waaronder het vaker plaatsen van jongeren met een indicatie voor het jeugdstrafrecht in reguliere p.i.'s;

overwegende dat onder meer het Openbaar Ministerie, de Raad voor de rechtspraak en de Raad voor de Kinderbescherming kritisch zijn op deze maatregel omdat dit niet in het belang van de jongere is, resocialisatie bemoeilijkt en daarmee de kans op recidive vergroot;

verzoekt de regering zeer terughoudend om te gaan met het plaatsen van deze groep jongvolwassenen in een p.i., en wanneer hier toch toe wordt overgegaan, dit enkel beperkt en kortdurend te doen;

verzoekt de regering voorts zich in ieder geval in te spannen om te borgen dat wanneer deze groep jongeren in een p.i. wordt geplaatst, dit gebeurt in een specifieke jongvolwassenengroep met op deze groep afgestemde begeleiding, scholing en een op deze groep afgestemd regime en hiertoe reeds voorbereidingsmaatregelen te treffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 893 (24587).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik ga de vergadering schorsen tot 17.30 uur. Daarna kan de minister een oordeel geven over de elf ingediende moties.

De vergadering wordt van 17.20 uur tot 17.30 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs. Er zijn elf moties ingediend. Ik geef de minister voor Rechtsbescherming het woord om daarop te reageren. Gaat uw gang.

Minister Weerwind:

Voorzitter, dank. Ik start bij de eerste motie, die op stuk nr. 883. Dat is een goed stukje werk; mijn complimenten. Ze is weer uitgebreid en ze is technisch, dus ik reageer heel snel. Ten aanzien van myTelio: de DJI is reeds gestart met het uitschakelen van de functionaliteit van de applicatie. Op korte termijn zal deze functionaliteit niet meer toegankelijk zijn voor gedetineerden, meld ik. Ik kan daar inhoudelijk verder op ingaan, maar laat ik vooropstellen dat het reeds zo is dat gedetineerden niet rechtstreeks geld naar elkaar kunnen overmaken. Dat geldt ook voor het overmaken van geld van de rekening-courant van de gedetineerde. Dat kan alleen gemotiveerd, onder opgaaf van reden, geschieden. Op deze punten beschouw ik de motie dan ook als niet noodzakelijk en als ondersteuning van al aanwezig beleid. Bij de overige punten zeg ik u toe dat ik bereid ben om ze te onderzoeken en uw Kamer hier aan het begin van het derde kwartaal over te informeren. Mag ik mezelf ook even de ruimte permitteren om te onderzoeken of in dit kader onderscheid gemaakt kan worden tussen bepaalde inrichtingen en/of regimes? Ik kijk ook de motie-indiener aan. Een ebi is anders dan een terroristenafdeling of een afdeling intensief toezicht. Daarnaast wil ik goed kijken naar de eventuele impact op resocialisatie- en re-integratiedoelstellingen. Samengevat stel ik voor om de motie oordeel Kamer te geven.

De heer Ellian (VVD):

Ik kan nu natuurlijk blijven zitten, want oordeel Kamer is oordeel Kamer, maar de minister vroeg mij of ik het als indiener van de motie oké vind dat er een soort differentiatie in categorieën wordt aangebracht. Ik zou de minister willen meegeven: bekijk het in brede zin, want ongeacht het detentieregime waarin je zit ... Ik wil het voorzichtig uitdrukken, maar op dit moment kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de DJI een vorm van witwassen in stand houdt. Dat kan om een tientje gaan, maar het kan ook om grote bedragen gaan. Dus bekijk dat gewoon even over de gehele linie. We willen dat niemand vanuit detentie misbruik kan maken van financiële transacties.

Minister Weerwind:

Voorzitter, via u zeg ik: ik bekijk het en-en.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de motie op stuk nr. 884.

Minister Weerwind:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 884. Het al dan niet verlenen van voorwaardelijke invrijheidstelling wordt gedaan door het Openbaar Ministerie. Dat gebeurt onder meer op basis van de mate waarin en de wijze waarop de veroordeelde door zijn of haar gedrag blijk heeft gegeven van een bijzondere geschiktheid om terug te keren in de samenleving. Daarin kan ook het gebruik of bezit van contrabande — u sprak over mobiele telefoons — worden betrokken. Het oordeel over welke gevolgen dat in een individuele zaak moet hebben voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, is aan het OM. Dat neemt die beslissing.

Dan iets over de interne vrijheden. Daar zult u ongetwijfeld ook over door willen praten. Het oordeel over de gevolgen voor de interne vrijheden in een individuele zaak is aan de directeur. Ook hier wordt het gebruik en bezit van contrabande expliciet meegewogen. Omdat in de huidige praktijk het bezit van contrabande reeds wordt meegenomen in een oordeel over de voorwaardelijke invrijheidstelling, vind ik het standaard halveren van de voorwaardelijke invrijheidstelling, waartoe deze motie oproept, niet passend. Ik ontraad deze motie.

De heer Ellian (VVD):

U zag mij uit uw ooghoek, voorzitter. Deze motie beoogt bepaald bedrag te normeren. Dat is volgens mij ook bij uitstek wat ik als medewetgever vanaf deze plek zou moeten doen. Deze minister heeft de getallen veel scherper dan ik. Contrabande is zó'n serieus probleem. Zeker met telefoons worden gewoon hitmen ingehuurd en opdrachten gegeven. Waarom zouden we niet gewoon met elkaar uitstralen: heb je een telefoon in bezit en heb je daar geen goede reden voor — er is trouwens geen enkele goede reden aan te voeren — dan is dit de consequentie? Dat kan uiteraard via het college van pg's en het veranderen van een aanwijzing. Waarom is de minister niet bereid om in ieder geval enigszins die kant op te denken?

Minister Weerwind:

In de praktijk wordt er al zo gewogen. Dat heb ik aangegeven. Dat doet het Openbaar Ministerie en dat doet de directeur. Ik vind het ook een goede zaak dat ze dat meewegen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 885.

Minister Weerwind:

Zeker. Ik zit even te kijken, voorzitter. Ik denk af en toe in mijn ijdelheid dat ik het zonder bril kan, maar dat is absoluut onmogelijk. Er is eigenlijk nog een vraag. Mag ik de vraag beantwoorden die de heer Ellian gesteld heeft?

De voorzitter:

Ja, natuurlijk.

Minister Weerwind:

Hij vroeg of ik bereid ben om de wettelijke verankering van de zorgconferenties te onderzoeken. Volmondig ja. Dat neem ik mee in mijn reactie op de aanbeveling van het WODC. Die reactie komt in het derde kwartaal van 2023; dat zal ik er even bij zeggen.

Dan kom ik bij de motie van mevrouw Mutluer. Dat is de motie op stuk nr. 885, mijns inziens.

De voorzitter:

Ja.

Minister Weerwind:

Als ik iets oordeel Kamer geef, dan ga ik er niet meer uitputtend op in. Ik kan het wel beargumenteren, maar ik ga deze motie gewoon oordeel Kamer geven.

Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 886 over reguliere zorg in de tbs. Ga ik hier meer woorden voor bezigen of niet? Nee, ik geef 'm ook gewoon oordeel Kamer.

De Fokkensregeling. Laat ik vooropstellen dat ik dat in het licht van het vraagstuk van de capaciteit van de tbs gewoon een waardevol idee vind om te verkennen. Deskundigen geven aan dat door eerder met de behandeling te starten, deze naar verwachting korter duurt. Afgelopen week heb ik met enkelen van hen gesproken. Zij namen mij mee vanuit de praktijk en lieten me zien wat dat betekent. Ik heb uw Kamer al toegezegd in het derde kwartaal in de voortgangsbrief over forensische zorg terug te komen met een verkenning van het idee. Maar één ding zeg ik ook tegen de Kamer: als de motie alleen gaat over de manier waarop de Fokkensregeling wordt ingevoerd, het hoe ... Dat moet uit onderzoek blijken. Die vrijheid neem ik. Dus als u stelt dat u ook het hoe wilt gaan vastleggen, dan ga ik de motie op stuk nr. 887 ontraden. Maar anders ga ik gewoon zeggen: oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Mutluer knikken, dus de motie op stuk nr. 887 krijgt oordeel Kamer.

Minister Weerwind:

Voorzitter. Mag ik naar Vlissingen?

De voorzitter:

Ja.

Minister Weerwind:

Laat ik dat maar niet doen vanavond. De motie op stuk nr. 888 is volstrekt helder. Ik kijk het Kamerlid Kuik aan. Alle partijen doen binnen de geldende regels alles wat ze kunnen om dat justitiële complex zo snel mogelijk te realiseren. Ik ga uw Kamer daar ook nadrukkelijk in meenemen in de voortgangsrapportage; dat spreekt voor zich. Ik ga deze motie dus oordeel Kamer geven. Ik zie haar als steun in de rug. Dank.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 889 over primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Dit is niet mijn portefeuille, zeg ik misschien heel flauw in uw richting, meneer Van Nispen, maar dit is de cao Rijk. Die valt onder de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik hoor u. Ik hoor uw zorg. Ik hoor uw opmerkingen. Maar ik ga de motie ontraden. Laat ik vooropstellen dat de medezeggenschap bij de gesprekken, het reguliere proces, over de cao Rijk via de bonden vertegenwoordigd is; die participeren.

Ik ga door met de motie-Van Nispen/Hijink op stuk nr. 890. Wat u eigenlijk aan mij vraagt, is een enorme stelselwijziging, terwijl ik al mijn capaciteit nu inzet op kennis en kunde om juist de capaciteit in de forensische zorg uit te breiden. Dan heb ik het niet alleen over publieke instellingen, maar ook over particuliere instellingen. Daar zet ik op in. Het stelsel omgooien is een dermate grote exercitie dat ik de motie ga ontraden.

De heer Van Nispen (SP):

Een gigantische stelseloperatie en -wijziging zou een briljant idee zijn, want het is heel raar dat de tbs en de forensische zorg aan de markt zijn overgelaten. De gevolgen daarvan zien we nu. De minister heeft geen grip op de capaciteit. Hij kan dus niet uitbreiden omdat de markt niet levert. De markt werkt hier dus helemaal niet. Het zou een briljant idee zijn, maar het staat er niet, hè? Er staat wel een mening in. Het kan dat de minister zegt: dat is niet mijn mening; ik vind het juist heel goed dat straffen en maatregelen aan de markt moet worden overgelaten. Dat zou kunnen. Maar het verzoek aan de regering is om stappen te zetten om de tbs-capaciteit in publieke handen uit te breiden. Dat zou bijvoorbeeld al kunnen door één nieuwe rijkskliniek te starten. Dat is wat er concreet staat. Dat heeft niets met een stelselwijziging te maken, want we hebben nu ook al rijksklinieken en een hoop particuliere klinieken. Die mogen wat de SP betreft allemaal blijven bestaan. Op termijn gaan we het ooit nog eens een keer hebben over een stelselwijziging. Dat is hartstikke goed, maar er staat nu wat er staat. Het is dus wel fijn als daarop gereageerd wordt.

Minister Weerwind:

Het is een zorgpunt bij mij dat we het binnenkort over een stelselwijziging gaan hebben, maar ik kijk uit naar het debat dat ik dan heb met Kamerlid Van Nispen. Ik blijf bij mijn standpunt: ik ga de motie gewoon ontraden. Ik zet nu alles in op het uitbreiden van de capaciteit. Natuurlijk kan ik de particuliere instellingen niks verplichten, maar ik blijf wel heel nadrukkelijk met hen in gesprek.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 891. Die is ook van de SP. Ik kan daar kort over zijn. Ik vind dit een heel belangrijk punt. Ik ben u er ook dankbaar voor dat u deze motie indient. Nazorg is van belang, ook om je mensen te behouden en om ze het vertrouwen te geven dat je achter ze staat. Oordeel Kamer.

Dan de combinatievonnissen. Daarover is mij een vraag gesteld door de heer Sneller. Ik kan daarop antwoorden dat ik dat zeker ga doen. Ik gaf net in een reactie op mevrouw Mutluer al aan dat ik vorige week met ervaringsdeskundigen sprak die mij aangaven dat lange detentie gevolgen heeft voor de duur van de behandeling. Ik heb u in het debat ook aangegeven dat ik met alle relevante betrokkenen en deskundigen hierover in gesprek ben en blijf.

Dan een motie van de heer Ceder; volgens mij ben ik aangekomen bij de motie op stuk nr. 892. De toegang van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties moet goed geborgd zijn. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan de re-integratie en resocialisatie van gedetineerden. Het bezoek kan op verschillende plekken plaatsvinden. Het vaste bezoek van vrijwilligers dat plaatsvindt in het kader van het detentie- en re-integratietraject van de gedetineerde, behoort niet in de plaats van regulier bezoek te komen. Ik zeg toe dat ik dit opnieuw onder de aandacht zal brengen. In mijn vijfde voortgangsbrief over het gevangeniswezen, die rond de zomer naar uw Kamer zal komen, zal ik u verder informeren. Ik geef de motie oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 893 over het terughoudend in penitentiaire inrichtingen plaatsen van jongvolwassenen. Het gaat mij altijd om het belang van de jongvolwassenen. Ik onderschrijf dat plaatsing in een huis van bewaring zo terughoudend mogelijk moet plaatsvinden, maar de justitiële jeugdinrichtingen zitten gewoon vol, nagenoeg vol, en de druk op de capaciteit zal blijven toenemen. Daarom is het plaatsen van jongvolwassenen in een huis van bewaring momenteel onvermijdelijk. Ik heb in het debat ook de randvoorwaarden genoemd en ik zie de motie dan ook als ondersteuning van het door mij genoemde beleid. Ik geef de motie daarom oordeel Kamer.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank voor uw appreciatie van alle moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan op dinsdag 21 maart over de moties stemmen. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs. Ik ga de vergadering schorsen tot 17.45 uur. Dan start het laatste tweeminutendebat van vandaag, dat gaat over de jeugdbescherming.

De vergadering wordt van 17.42 uur tot 17.45 uur geschorst.

Naar boven