3 Vragenuur: Vragen Hijink

Vragen van het lid Hijink aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij afwezigheid van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, over het bericht "CPB: Zorgpremie explodeert komende jaren".

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom. Ik nodig de heer Hijink van de SP uit om aan de staatssecretaris zijn vraag te stellen over het bericht: "CPB: Zorgpremie explodeert komende jaren". Ik moet daarbij melden dat de staatssecretaris de vraag beantwoordt bij afwezigheid van de minister. Het woord is aan de heer Hijink van de SP.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. Zes op de tien huishoudens in ons land verkeren in financiële problemen. Dat is heftig. Dat gaat om miljoenen mensen, miljoenen gezinnen. Zij moeten elke maand opnieuw moeilijke keuzes maken, bijvoorbeeld: kunnen we nog wel genoeg boodschappen doen voor het hele gezin? Hebben we genoeg geld om de huur te betalen? Kunnen de kinderen nog op een sportvereniging blijven, of moeten ze eraf omdat de rekeningen zich blijven opstapelen? Ondertussen krimpt bij deze mensen de hoeveelheid spaargeld, als dat er al was. En als klap op de vuurpijl krijgen al deze mensen nu te horen dat in de komende jaren de zorgpremie kan oplopen tot wel €175 per maand. €175 per maand!

Voorzitter. Morgen zijn er verkiezingen. Heel veel mensen vragen zich misschien af: heeft het zin om te stemmen? Ja, dit is natuurlijk dé reden om morgen te gaan stemmen. Dit kabinet maakt dit soort problemen namelijk erger. De kosten van de zorg zijn voor de mensen niet meer te betalen. Ik heb voor deze staatssecretaris eigenlijk maar twee vragen. Wat gaat hij doen om die almaar stijgende kosten van de zorgpremie te stoppen? Wat gaat hij doen om de zorg betaalbaar te houden voor alle Nederlanders?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dank u wel, voorzitter. Ik sta hier inderdaad vandaag als vervanger van minister Kuipers. Die is vandaag in Brussel. Daarom ben ik hier om antwoord te geven op de gestelde vragen.

Zoals de minister al heeft gezegd, verwacht ik ook dat de zorgkosten zullen stijgen. De minister en ik willen echter niet vooruitlopen op eventuele premiestijgingen. Het is nog onzeker hoe hoog de premiestijgingen de komende jaren zullen zijn en welke ontwikkelingen zich daarin zullen voordoen. De Telegraaf gaat uit van de raming van het CPB voor 2027, waarin het CPB de verwachting heeft meegenomen dat de lonen de komende jaren zullen toenemen. Daardoor zullen de zorguitgaven stijgen. Ook in deze raming zitten nog diverse onzekerheden voor de toekomst.

De stijging van de zorguitgaven is een onderwerp waar de ministers en ik veel aandacht aan besteden, bijvoorbeeld door de diverse zorgakkoorden die we sluiten. Dit toont de noodzaak van die zorgakkoorden aan. Denk aan het Integraal Zorgakkoord, het programma WOZO en het GALA, het Gezond en Actief Leven Akkoord.

Zoals de minister al heeft aangegeven, is het essentieel dat de zorg toegankelijk blijft. De zorgtoeslag zorgt ervoor dat de premie ook voor lage inkomens betaalbaar blijft, doordat die automatisch voor de premiestijging compenseert.

Tot zover, voorzitter.

De heer Hijink (SP):

Miljoenen Nederlanders krijgen helemaal geen zorgtoeslag. De zorgtoeslag eindigt namelijk al heel erg snel. Als jij een modaal inkomen hebt, dan krijg jij helemaal geen zorgtoeslag. Voor de groep die daaronder zit — die groep verdient überhaupt al te weinig om rond te komen — is de zorgtoeslag vaak maar een paar tientjes. Die mensen hebben dus helemaal niets aan de maatregelen die dit kabinet heeft genomen of nog wil gaan nemen.

De staatssecretaris heeft het dan over de akkoorden die worden gesloten en de maatregelen die het kabinet neemt in de zorg. Die gaan er niet voor zorgen dat de kosten omlaaggaan. Het kabinet wil namelijk niets doen aan het geldverslindende systeem van marktwerking, concurrentie en winsten, dat doelbewust in de zorg is ingevoerd. Onze zorg is niet te duur. Ons zorgstelsel is te duur. Winst maken is heel normaal geworden in de zorg. Dat is niet iets natuurlijks. Dat is iets wat onder twaalf jaar Mark Rutte moedwillig is aangemoedigd.

Als de staatssecretaris het in de hand houden van de zorgkosten zo belangrijk vindt, is hij dan bereid om te kijken hoe de winsten uit de zorg kunnen worden gehaald en hoe het productie draaien — dat is op heel veel plekken in ziekenhuizen heel normaal — in de zorg gestopt kan worden? Ik zou zeggen: als dat gedaan is, kom dan nog eens terug met hoe duur de zorg daadwerkelijk gaat worden. Als we kijken waar de kosten in de zorg gemaakt worden, dan zien we namelijk dat de hoogste kostenpost niet het loon van de zorgmedewerkers is. Die staken echt niet voor niets. De lonen in de zorg zijn veel te laag. Daarom staken zij deze week. Daarin zit de kostenpost niet. De kostenpost zit 'm in het systeem dat de afgelopen jaren is opgericht, onder leiding van de VVD. Andere partijen hebben daar heel enthousiast aan meegewerkt. Ik wil de staatssecretaris dus graag vragen of hij bereid is om de winsten, de concurrentie en de marktwerking uit de zorg te slopen, om de zorg betaalbaar te houden.

Staatssecretaris Van Ooijen:

We zijn wel heel snel beland van de ontwikkeling van de premiestijging naar de concurrentie in de zorg en de kritiek van de heer Hijink op het zorgstelsel. Die kritiek kennen we. Volgens mij kent u ook de reactie van het kabinet daarop. Op een aantal onderwerpen ziet het kabinet inderdaad dat er sprake is van doorgeschoten marktwerking. Ik heb die doorgeschoten marktwerking zelf ook heel nadrukkelijk benoemd als een van de onderwerpen waaraan we aandacht moeten besteden, bijvoorbeeld binnen de jeugdzorg. Op een aantal andere onderwerpen is dat probleem minder problematisch. Er zijn dus echt verschillen tussen de verschillende zorgonderdelen die het VWS-domein bestiert. Ik zou ook nog de Wet integere bedrijfsvoering zorgaanbieders, de Wibz, willen benoemen. Minister Conny Helder is daarmee bezig. In die wet wordt ingegaan, natuurlijk niet in de volle breedte die hij graag zou willen zien, op een aantal punten die meneer Hijink problematisch heeft genoemd.

De heer Hijink (SP):

Van de vele miljarden die er jaarlijks naar de zorg gaan, gaan er bijvoorbeeld miljarden naar de winsten van de farmaceutische industrie of naar de winsten van de fabrikanten van medische hulpmiddelen. Er gaan miljarden over de balk naar bureaucratie. Zorgverleners in de ggz zijn twee van de vijf dagen bezig met het invullen van de onzinnige papieren die opgelegd worden vanuit de zorgverzekeraars. Dat is een onderdeel van de bureaucratie, van de markt die in de zorg is ingevoerd. De staatssecretaris gaat over de jeugdzorg. In de jeugdzorg is dit een verdienmodel geworden. Daarin poppen bedrijfjes op die winst mogen maken en die allemaal willen mee-eten uit de ruif, omdat zij zien dat er geld verdiend kan worden aan de zorg. Dat gebeurt op heel veel plekken, zo ook in de ouderenzorg. De commerciële ouderenzorg is een verdienmodel geworden. Waarom pakt het kabinet dat niet eerst aan voordat het naar de mensen thuis toe gaat om te zeggen dat zij nog maar meer moeten gaan betalen voor de zorg?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Nogmaals, ik zou willen benadrukken dat het hier gaat om een verwachting die het CPB heeft geraamd. Het gaat dus niet om kabinetsbeleid of een kabinetskeuze, zelfs niet om een kabinetsverwachting van de ontwikkeling van de zorgpremie de komende jaren; die wachten we af. Alleen zeg ik hier wel dat de verwachting inderdaad is dat de zorgenkosten zullen stijgen. Dat heeft allerlei redenen, goede redenen en minder goede redenen. Een van die goede redenen is dat de lonen in de zorg stijgen. Dat is een goede reden dat de zorgkosten stijgen, maar er zijn inderdaad ook redenen waar we alerter op moeten zijn. Ik noemde al een aantal onderwerpen op, waar het kabinet dan ook maatregelen op treft.

De heer Hijink (SP):

Hoe wij de zorgkosten in ons land betalen, is uiteindelijk een politieke afweging. Ik heb gister namens de SP een wetsvoorstel ingediend, in consultatie gedaan, over het afschaffen van het eigen risico. Je kunt keuzes maken die goed uitpakken voor de mensen thuis, die de zorgkosten betaalbaar houden voor de mensen thuis. Dat kan als je het eigen risico afschaft, maar dat kan dus ook als je de zorgpremie in ieder geval nu bevriest en, als het aan de SP ligt, steeds verder gaat verlagen. Betaal de zorg maar op een eerlijke manier. Waarom betalen de grootste bedrijven amper mee aan onze zorg? Waarom betalen mensen met enorme vermogens amper mee aan onze zorg? Je kunt echt wel andere keuzes maken. Alleen moet je wel het politieke lef hebben om dat te doen. Daar gaan wat mij betreft de verkiezingen morgen over. Ik zou het heel verstandig vinden als ook de staatssecretaris zich meer rekenschap zou geven van de enorme problemen die mensen thuis hebben en het feit dat er nu maatregelen genomen moeten worden omdat er anders volgend jaar inderdaad 1 miljoen mensen in armoede belanden.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Volgens mij was er geen specifieke vraag meer van meneer Hijink; hij heeft vooral een betoog gegeven. Eén onderwerp noemde hij wel, namelijk zijn eigen initiatiefvoorstel over het eigen risico. Dat is inderdaad gisteren, als ik het goed heb begrepen, in consulatie gegaan. Ik kan daar nu niet op vooruitlopen, want ik heb het eerlijk gezegd nog niet gezien. Maar u kent het standpunt van het kabinet over het eigen risico. Het kabinet is niet voornemens om het eigen risico af te schaffen.

De voorzitter:

Er is een aantal vervolgvragen. Graag korte vragen of opmerkingen. Allereerst mevrouw Den Haan, Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Ik maak me ook enorme zorgen over het feit dat mensen inderdaad niet meer kunnen rondkomen. Zorg is een basisbehoefte. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat we straks met elkaar de zorg niet meer kunnen betalen. Nou heb ik al eerder vragen gesteld over het tegengaan van niet-gebruik. De Ombudsman heeft daar ook een rapport over geschreven. Een op de tien mensen maakt geen gebruik van zorgtoeslag. Zelfs een op de drie ouderen maakt geen gebruik van de zorgtoeslag, omdat ouderen het niet weten of omdat ze bang zijn om bijvoorbeeld te moeten terugbetalen. Wat gaat de staatssecretaris doen om dit niet-gebruik tegen te gaan?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Het is inderdaad cruciaal dat mensen die recht hebben op zorgtoeslag hem ook durven aanvragen en dat ze uiteindelijk ervaren dat de overheid er voor hen is, in plaats van dat ze ervaren dat de overheid misschien wel via die zorgtoeslag op een gegeven moment dingen bij hen gaat terugvorderen, waardoor ze angst hebben om die zorgtoeslag nu uiteindelijk aan te vragen. Het is dus cruciaal dat juist de mensen voor wie de zorgtoeslag bedoeld is, hem uiteindelijk durven aanvragen en gaan aanvragen. Het lijkt me inderdaad heel goed om, zeker met deze cijfers, te kijken wat we kunnen doen om die zorgtoeslag en de bekendheid daarvan breder neer te zetten. Wat mij betreft is er dus alle ruimte om dat onderwerp verder te verkennen.

De heer Stoffer (SGP):

Het CPB geeft aan dat de zorgkosten tussen nu en 2027 met zo'n €40 per persoon gaan stijgen. Ik heb de indruk dat het kabinet het hoofd een beetje in het zand steekt en zegt "het is maar een raming" enzovoort. Stel nu eens dat het iets minder wordt. Maar het kan ook zomaar nog meer worden, nog meer dan die €40. Dat gaat de middeninkomens enorm hard raken, want die krijgen geen zorgtoeslag. Die moeten dat gewoon uit eigen zak betalen. Mijn vraag aan het kabinet is: wat gaat dit kabinet doen om die middeninkomens niet nog verder in de prut te duwen?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik zou zeggen: wij onderschatten het probleem zeker niet; alleen moeten we ook niet op dit bericht en deze raming reageren alsof het nieuw is. Sterker nog, dat we weten dat de zorgkosten stijgen, is ook de reden geweest dat er in het coalitieakkoord juist ook over het beteugelen van de groei van de zorgkosten hele duidelijke afspraken zijn gemaakt. Het is daarom ook niet zo nieuw, zou je kunnen zeggen. We weten dat de zorgkosten in de hand moeten worden gehouden. Daar steekt het kabinet het hoofd niet voor in het zand, zoals meneer Stoffer zei. We weten dit en we weten dit ook al een tijdje. Dat is ook waarom ik in de inleiding zei dat het zo cruciaal is dat het Integraal Zorgakkoord, maar ook het WOZO-akkoord en het GALA-akkoord in de praktijk succesvolle akkoorden worden. Want alleen als we op die manier én bij preventie én bij het beheersen van de curatieve zorg én bij het langer thuis wonen effect kunnen sorteren, zullen we zien dat we het inderdaad voor elkaar krijgen om tot beheersbare overheidsfinanciën te komen, ook bij de zorg.

De voorzitter:

Kan de staatssecretaris voor de mensen die dat niet weten, uitleggen wat het WOZO-akkoord en het GALA-akkoord zijn?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Het WOZO-akkoord is het Woning, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen-akkoord en het GALA-akkoord is het Gezond en Actief Leven Akkoord, dat met name over preventie gaat.

De voorzitter:

Dank u zeer.

De heer Stoffer (SGP):

De staatssecretaris rondde af met "beheersbare overheidsfinanciën". Die zijn heel belangrijk, maar het gaat hier om een beheersbare portemonnee voor middeninkomens. De benzine is duurder geworden, de energiekosten thuis worden hoger, de boodschappen zijn duurder. De zorgkosten lopen al op en de komende jaren komt er nog meer. Mijn vraag is dus niet hoe we die overheidsfinanciën beheersen — dat is heel belangrijk en daar hebben we het in een ander debat wel over — maar hoe we de portemonnee van gewone mensen beheersen: juffen, meesters, treinconducteurs, automonteurs, mensen die gewoon niet weten hoe ze rond moeten komen en die dit erbovenop zien komen. Ik verwacht van dit kabinet een ander antwoord dan dat we de overheidsfinanciën straks wel een beetje op orde hebben als we allemaal dingen regelen. Nee, ik wil erkenning dat die mensen het gewoon niet meer redden en dat er gezegd wordt: we gaan hier gewoon echt, echt wat aan doen.

Staatssecretaris Van Ooijen:

In algemene zin is het brede koopkrachtbeleid, ook voor volgend jaar, cruciaal. Daar denkt het kabinet ook nog over na en daar zal weer een pakket uit voortkomen dat met name voor de groepen die kopje onder dreigen te gaan, de noodzakelijke maatregelen moet treffen. Daar is het kabinet zich dus inderdaad zeer bewust van, maar ik leg toch even de link tussen de overheidsfinanciën en de portemonnee van de burger, want hier speelt die link natuurlijk nadrukkelijk. Want als de zorgkosten inderdaad verder stijgen, zal je inderdaad zien dat de premiestijging misschien nog wel verder toeneemt. Als we de zorgkosten in algemene zin weten te beteugelen, zal je ook zien dat die premiestijging minder fors zal zijn. Er is hier dus sprake van een nadrukkelijke combinatie van de portemonnee van de inwoner, van de juffen en de meesters en noem ze allemaal maar op, en de financiën van de overheid.

De heer Raemakers (D66):

Voor D66 maakt deze berichtgeving duidelijk dat het belangrijk is om maatregelen te nemen in de zorg, want als we dat niet doen, dan zullen de kosten toenemen en dan zullen ook de premies opnieuw verder gaan stijgen. De staatssecretaris sprak al een aantal keer over de verschillende maatregelen die genomen zijn, maar hoe zorgt het kabinet er nou voor dat er voldoende tempo, voldoende voortgang, bij die maatregelen is?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Heel belangrijk daarin is dat we zo nu en dan een vinger aan de pols houden of we echt alles op de rit hebben met die akkoorden. Ik noemde er nu een paar, maar er zijn er nog een aantal. Neem bijvoorbeeld het TAZ-akkoord, waarin we met name over de toekomstbestendige arbeidsmarkt afspraken maken. We moeten niet pas helemaal aan het einde bedenken of we die doelen hebben behaald of niet, maar echt tussentijds bepalen of de doelen zijn behaald. Als ze niet behaald worden, dan zullen we moeten bijsturen en zullen we aanvullende maatregelen moeten treffen.

De heer Bushoff (PvdA):

Ondanks het sluiten van die akkoorden en ondanks de onzekerheden in de CPB-berekeningen, weten we natuurlijk dat de zorgkosten gaan stijgen en dat er een reële kans is dat de zorgpremie stijgt. Het liefst hoor ik dan van het kabinet wat het gaat doen om te voorkomen dat de zorgpremie explodeert. Maar ik wil op zijn minst van het kabinet en van deze staatssecretaris weten wat zij gaan doen om te voorkomen dat mensen met weinig geld die een stijgende zorgpremie voor de kiezen krijgen, kiezen voor het hoogste eigen risico en vervolgens zorg gaan mijden. Want dat probleem is nu al gaande en dat zal de komende tijd toenemen. Ik verwacht van dit kabinet in ieder geval — laat ik schappelijk zijn — twee aanvullende maatregelen om dat probleem te tackelen.

Staatssecretaris Van Ooijen:

We moeten zeker voorkomen dat inwoners zorg gaan mijden, omdat ze tegen de kosten aanhikken. Ik ben dat dus inderdaad zeer met de Partij van de Arbeid eens. Wat we daar bijvoorbeeld al een tijdje voor doen, is het bevriezen van het eigen risico. Dat is een heel belangrijke maatregel, want daardoor voorkom je dat er risico's ontstaan door het stijgen van het eigen risico, juist als het gaat om het mijden van zorg. Dat is een van de voorbeelden die ik zou willen noemen.

De voorzitter:

Mevrouw Van den Berg, CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Mevrouw Maeijer was eerst.

De voorzitter:

U stond er eigenlijk tegelijk, maar als u dat wilt, dan gaat mevrouw Maeijer gewoon beginnen.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank, voorzitter. Ik vind deze discussie toch wel een beetje een symptoom van de parallelle wereld waarin het kabinet blijkbaar verkeert: de staatssecretaris maakt zich nog niet zo veel zorgen, maar 60% van de Nederlandse huishoudens zit in de financiële problemen. Bijna 1 miljoen mensen dreigen volgende jaar onder de armoedegrens te vallen. Het eigen risico en de eigen bijdrage zijn voor velen niet meer te betalen. En daar komt mogelijk nog een exploderende zorgpremie bovenop! Wanneer is de staatssecretaris nu eindelijk bereid om het eigen risico af te schaffen en de zorgpremie te dempen, in plaats van al die miljarden te verspillen aan stikstof, aan de Europese Unie en aan asiel?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dit is het bekende PVV-geluid. Ik denk dat ik daar weer het bekende kabinetsgeluid tegenover kan zetten, maar dat is eigenlijk een herhaling van zetten. Dus ik weet niet of de kiezer, als u die al aanspreekt, daar iets mee opschiet. Er is inderdaad kabinetsbeleid. Er is een PVV-standpunt. Die wijken van elkaar af. Dat klopt.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dit is toch eigenlijk wel weer een nieuw dieptepunt. Ik som hier een lijstje feiten op: 60% van de Nederlandse huishoudens verkeert in financiële moeilijkheden en bijna 1 miljoen Nederlanders dreigen volgend jaar onder de armoedegrens te vallen. Als antwoord krijg ik dan dat dat de bekende PVV-riedel is. Dat vind ik echt diep-, dieptreurig, meneer de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik doelde met name op stikstof, dat u er geloof ik bij haalde, en asiel en nog een aantal andere onderwerpen. Daar doelde ik met name op in mijn reactie. Want met betrekking tot de armoede heeft het kabinet een historisch koopkrachtpakket opgesteld. Het kabinet heeft al eerder gezegd dat het ook voor 2024 hoogstwaarschijnlijk nodig zal zijn om opnieuw stevige maatregelen te treffen. Die zijn nog niet bekend, dus daar kan ik nu niks over zeggen. Maar er wordt over nagedacht. Het kabinet zal zich daar zeker rekenschap van geven, juist om ervoor te zorgen dat de inwoners die echt niet meer het hoofd boven water kunnen houden, dat wél kunnen doen, door de keuzes die het kabinet maakt.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Het CDA is echt teleurgesteld over de reactie van het kabinet op deze CPB-cijfers. Dat wij door de vergrijzing een grotere zorgvraag kunnen krijgen, weten wij met z'n allen. Dan is het volgens mij juist aan het kabinet om te kijken hoe we die zorgkosten in de tang kunnen houden. Wat ik de staatssecretaris helemaal niet heb horen noemen, is dat er volop ingezet moet worden op vermindering van de administratieve lasten. Aan de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg samen geven wij 100 miljard uit. Twee derde daarvan betreft arbeidsgerelateerde kosten. Daarvan wordt 30% tot 40% besteed aan administratie. Dat betekent dat er effectief 22 tot 26 miljard aan wordt besteed. Daar verwacht ik een antwoord op.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Absoluut. Het is al jarenlang een heel brede wens om de administratieve lasten aan te pakken. Het kabinet zet daar al jaren op in met (Ont)Regel de Zorg. Het is nog steeds een doorn in het oog van heel veel zorgverleners. Daar begint het volgens mij bij. Het kabinet werkt graag met hen aan een vermindering ervan. Alleen, het zomaar inrekenen daarin om te voorkomen dat de premie stijgt, is denk ik iets te veel gevraagd. Maar het is absoluut een wens van het kabinet, zelfs een grote wens, om die administratieve lasten fors naar beneden te brengen.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Heel veel mensen in Nederland puzzelen iedere maand hoe ze de maand door kunnen komen, hoe ze hun huur kunnen betalen, hoe ze de boodschappen kunnen betalen, en hoe ze hun zorg kunnen betalen. Het meest tragische vind ik misschien nog wel dat dit vaak zorgverleners zijn die niet meer in staat zijn om hun eigen zorg te betalen en dus zorg gaan mijden. De staatssecretaris noemt een aantal programma's. Bij het vorige kabinet, met dezelfde samenstelling, hebben we ook heel wat programma's gehad — we struikelen over de programma's in de zorg — maar die hebben niet geleid tot een demping van de zorgkosten. Moet de staatssecretaris met GroenLinks niet eerlijk toegeven dat je dit probleem niet oplost met honderden programma's? Je zal echt moeten kijken naar een andere manier om de zorg te financieren, zodat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dat betekent dat je de zorgtoeslag omhoog moet doen óf de zorg gewoon veel meer via de belastingen moet financieren.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Van heel veel programma's zeggen mevrouw Ellemeet en GroenLinks juist: ga daar vooral mee door. Ik noem bijvoorbeeld het GALA, waar al die preventiemaatregelen in zitten. Die maatregelen hebben morgen of overmorgen misschien nog geen effect, maar zullen op de langere termijn effect hebben. We werken er echt aan om onnodig gebruik van zorg te voorkomen en om te voorkomen dat er zorg nodig is. Ik ben het helemaal met mevrouw Ellemeet eens dat die programma's maar een vehikel zijn. Ik vind het ook helemaal prima om een ander vehikel of een andere vorm te kiezen. Dat is het probleem helemaal niet. Maar achter een aantal van die onderwerpen zitten uitgangspunten en principes die GroenLinks best zou kunnen steunen en volgens mij ook steunt.

De heer Drost (ChristenUnie):

Voor de ChristenUnie moet de zorg betaalbaar en toegankelijk zijn voor iedereen. Het CBS steekt nu als het ware een waarschuwingsvlag op. In zijn beantwoording zei de staatssecretaris: wij wachten het af, want dat zegt nog niks over de premie. Volgens mij is dat niet helemaal hoe het werkt. Het zegt wel degelijk iets over de verwachting van de premie voor de komende jaren. Ik kan me niet voorstellen dat dat de houding moet zijn van het kabinet. Volgens mij moeten we met elkaar de hand aan de ploeg slaan en nadenken over alle maatregelen die wel mogelijk zijn om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden voor ieder mens in Nederland. Ik neem aan dat dat de lijn is die het kabinet voorstaat. Mijn vraag is dan ook of dat zo is.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Zeker. Wij doen er alles aan om te voorkomen dat de zorgkosten stijgen, maar ik zeg heel eerlijk: de verwachting is dat de zorgkosten de komende jaren wel zullen stijgen. Dat is de verwachting waar ik mee begon. Ik vind dat die in alle eerlijkheid op tafel moet komen. Maar we doen er alles aan om dat effect te dempen, middels de maatregelen die ik noemde. We doen er ook alles aan om ervoor te zorgen dat juist de groepen die het echt niet kunnen betalen — mevrouw Maeijer noemde die, net als de heer Hijink, mevrouw Ellemeet en anderen — alsnog het hoofd boven water kunnen houden.

De voorzitter:

Mevrouw Ellemeet heeft nog geen antwoord gehad op haar vraag of je niet moet kiezen voor een andere wijze van financiering, bijvoorbeeld via de belastingen.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat klopt, voorzitter. Er waren volgens mij twee vragen en ik begon over de akkoorden. Ik wil deze vraag ook zeker beantwoorden. Daarvoor refereer ik aan het debat dat we onlangs hebben gehad. Dat ging bijvoorbeeld over de financiering van preventiemaatregelen. Minister Kuipers en ik hebben samen aangegeven dat we inderdaad denken dat daarvoor misschien wel een andere financieringssystematiek nodig is. Er zijn ook zorgonderdelen waarvoor we geen andere financieringssystematiek kiezen. Dat gaan we nu dus ook niet uitwerken. Dat gaat bijvoorbeeld om het eigen risico. Het eigen risico is wel een beetje aangepast, maar dat helemaal afschaffen, zoals meneer Hijink voorstelt, stelt het kabinet niet voor. Op onderdelen klopt dat dus. Daar zullen we naar werken. Dat zijn overigens vaak echt meerjarentrajecten. Dat doe je echt niet in een jaar of twee. Op een aantal onderwerpen doen we dat. Maar ja, ook niet op alle onderwerpen die mevrouw Ellemeet aandraagt.

Mevrouw Tielen (VVD):

Het ingewikkelde dilemma is natuurlijk dat wij allemaal in Nederland zorg heel belangrijk vinden. Als je het zo algemeen zegt, zouden we daar allemaal best wel meer geld aan willen uitgeven. Maar als het in de premie of in de inkomensafhankelijke nominale premie verrekend wordt, vinden we het ineens minder. Met dat dilemma is het kabinet namens de Kamer op pad gestuurd om het Integraal Zorgakkoord te sluiten en te zorgen dat de kosten en uitgaven enigszins beperkt blijven, zodat ook de premie en de belastingen beperkt kunnen blijven. Het Centraal Planbureau geeft aan dat het Integraal Zorgakkoord eigenlijk te weinig effect heeft. In de Kamerdebatten zien we vervolgens ...

De voorzitter:

Komt u tot een vraag?

Mevrouw Tielen (VVD):

Ja. In de Kamerdebatten wordt er soms ook nog wat opgeplust. Mijn vraag aan het kabinet is dus hoe we zorgen dat het Integraal Zorgakkoord wel degelijk effect gaat hebben om de premies en de belastingen die besteed moeten worden aan zorg beperkt te houden.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat is een zeer terechte vraag. Een van de manieren om dat te doen, is om de vinger echt aan de pols te houden. Als we zien dat we bepaalde doelen of tussendoelen niet halen, zullen we daar echt naar kijken en zullen we aanvullende maatregelen niet schuwen. Dat is volgens mij nodig. Als je met elkaar afspraken maakt en je constateert dat je je daaraan niet houdt, dan zal je moeten bekijken wat er aanvullend nodig is. Daarbij moet ook gezegd worden dat we nu zien dat het niet alleen te maken heeft met de ontwikkeling van de hoeveelheid zorg, maar ook met de loonontwikkeling in de zorg. In het Integraal Zorgakkoord is niet de afspraak gemaakt om eens even minder aan loonontwikkeling te doen. Dat is hier ook aan de orde. Ook vanwege die reden zullen de zorgkosten de komende jaren stijgen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zit al een tijdje in de Tweede Kamer. Ik heb gezien dat er ziekenhuizen en verzorgingshuizen zijn gesloten. Er is snoeihard bezuinigd op de thuiszorg en op de jeugdzorg. De premies zijn gestegen. Het eigen risico is omhooggegaan. Al die maatregelen hebben er niet toe geleid dat de zorgkosten zijn gedaald of in de hand zijn gehouden. Zou dat voor dit kabinet niet precies de reden moeten zijn om te zien dat het op de verkeerde weg zit, dat het drukt waar het geen zeer doet en dat het het verkeerde medicijn heeft voor de ziekte in de zorg? De ziekte van de marktwerking zou namelijk moeten worden opgelost, in plaats van de rekening door te schuiven naar de mensen die ziek zijn of zorg nodig hebben.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Volgens mij is die vraag bijna identiek aan wat de heer Hijink net vroeg, namelijk over de concurrentie en de marktwerking. Daarover heb ik gezegd dat het kabinet op een aantal elementen inderdaad constateert dat de marktwerking aangepakt moet worden. Ik noemde zelf het onderwerp van de jeugdzorg. Daar is wat mij betreft inderdaad sprake van een marktwerking die niet functioneert en die dus ook echt beperkt zou moeten worden. De vraag is hoe snel we dat voor elkaar krijgen en met welke intensiteit, maar daar constateren we inderdaad, volgens mij met de SP, dat het aangepakt moet worden. Er waren 2.000 nieuwe aanbieders in een korte periode. Dat zijn natuurlijk aantallen die alleen maar komen door die bedrijfsmatige kant, dus daar klopt het. Alleen zijn er ook onderdelen van de zorg waarin veel minder sprake is van doorgeschoten marktwerking en waar we niet stellen dat het aangepakt moet worden. Zo differentiëren wij tussen de verschillende onderdelen in de zorg. Op de ene plek constateren we dat de marktwerking inderdaad doorgeschoten is en op de andere plek niet. Op die manier proberen we het stelsel beheersbaar te houden.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik dank de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid hier. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur. Dan starten we met de herdenking naar aanleiding van het overlijden van parlementair journalist Jos Heymans.

De vergadering wordt van 14.50 uur tot 15.02 uur geschorst.

Naar boven