20 Eurogroep/Ecofin-Raad

Aan de orde is het tweeminutendebat Eurogroep/Ecofin-Raad (CD d.d. 01/12).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Eurogroep/Ecofin-Raad. Ik heet de minister van Financiën en de woordvoerders van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Alkaya van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Dank u wel, voorzitter. Het is alweer een tijdje geleden dat we dit debat hebben gevoerd. Toen ging het vooral over de nieuwe begrotingsregels van de EU, waarover nu onderhandeld wordt. Ik zou allereerst de minister willen vragen of zij daar nog een laatste stand van zaken van kan geven. Hoe lopen die onderhandelingen? Of is er niets nieuws te melden, vergeleken met de vorige keer? Dat kan ook een antwoord zijn.

En ik heb nog één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie voorstelt reputatieschade aan een lidstaat met een te groot begrotingstekort toe te brengen door het Europees Parlement de bevoegdheid te geven de betreffende minister van Financiën ter verantwoording te roepen;

overwegende dat ministers van lidstaten op dit moment door hun eigen nationale parlement ter verantwoording geroepen kunnen worden en dat zij een uitnodiging door het Europees Parlement kunnen weigeren;

van mening dat de Nederlandse regering primair verantwoording verschuldigd moet blijven aan de Nederlandse volksvertegenwoordiging;

verzoekt de regering zich in Brussel te verzetten tegen een verantwoordingsplicht aan het Europees Parlement,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya.

Zij krijgt nr. 1926 (21501-07).

Dank u wel, meneer Alkaya. Dan geef ik het woord aan de heer Heinen van de VVD.

De heer Heinen (VVD):

Voorzitter. In reactie op de Amerikaanse staatssteun kwam de Europese Commissie onlangs met een Europees Green Deal Industrial Plan. Staatssteunregels zouden moeten worden versoepeld en er zou een nieuw Europees soevereiniteitsfonds moeten komen, een fonds met honderden miljarden euro's aan nieuwe Europese subsidies, gefinancierd met nieuwe Europese schulden. De VVD is hier geen voorstander van. Het nieuwe fonds zou nodig zijn voor een gelijk speelveld, omdat de staatssteunregels dan worden versoepeld. Er wordt gezegd dat ze tijdelijk worden versoepeld, maar tijdelijke aanpassingen rechtvaardigen geen structureel fonds. Fondsen kunnen bij uitzondering een reactie zijn op een crisissituatie, maar kunnen geen oplossing zijn voor structurele uitdagingen in Europa. Europa heeft een probleem met te veel schulden. Nieuwe schulden verergeren die problemen alleen maar, terwijl er al zo veel geld is. Zet dat nou maar eerst in. Het is essentieel dat landen hervormen en schulden terugbrengen, zodat er ruimte ontstaat om zelf te investeren.

Voorzitter. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie voorstellen heeft gedaan voor een Europees Green Deal Industrial Plan, waarbij ook gekeken wordt naar nieuwe gemeenschappelijke schulduitgiften ten behoeve van een Europees soevereiniteitsfonds;

overwegende dat er met het coronaherstelfonds, REPowerEU, Europese investeringsfondsen en reguliere Europese subsidies reeds ruime publieke middelen voorhanden zijn;

overwegende dat de voorstellen van de Europese Commissie geen reactie betreffen op een crisissituatie, maar op structurele uitdagingen;

verzoekt het kabinet in dit kader niet in te stemmen met het opzetten van nieuwe structurele Europese fondsen gefinancierd door nieuwe gezamenlijke schulduitgiften en meer nationale garanties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Heinen en Grinwis.

Zij krijgt nr. 1927 (21501-07).

De heer Heinen (VVD):

De heer Grinwis is afwezig, maar hij tekende graag mee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Als ik de motie hoor en bekijk wat de positie van de regering was, kan ik niet onmiddellijk ontdekken wat het verschil is. Kan de heer Heinen dat uitleggen?

De heer Heinen (VVD):

De inzet was helder. Daar hebben we ook uitgebreid over gedebatteerd. Maar wij zitten niet elke dag naast de minister in de Europese Raad, dus het lijkt me goed om de positie van het parlement in een motie vast te stellen.

De voorzitter:

De heer Van der Lee, tot slot.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Wat is hier dan precies de meerwaarde van? U heeft dit ook al in het debat gezegd en u zegt het nu weer. Waarom moet dit in een motie vastgelegd worden, na een jaar waarin we 5.022 moties of zo hebben ingediend? Waarom doet u dit nu?

De heer Heinen (VVD):

Omdat ik een commissiedebat namens 34 zetels spreek, namens de VVD. Ik vraag hier een Kameruitspraak namens een meerderheid van de Kamer. Die kan zomaar op 100 zetels rekenen en dan ligt er een meerderheid hier, met een duidelijk kader waarmee die de regering op pad stuurt in Europa. Ik vind het heel belangrijk dat wij onze controlerende taak serieus nemen en ook kaders meegeven aan het kabinet voor de onderhandelingen in Europa.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De heer Heinen legt wel heel erg de nadruk op het woord "structureel": geen ruimte meer voor structurele fondsen. Daarmee is hij aan het schuiven, want ik hoor de heer Heinen nog zeggen dat dat coronafonds one time only was, dat het een crisissituatie was. Daarom waren eurobonds of was Europese schulduitgifte toegestaan. Dat was echt één keer en nooit meer en nu zegt u in uw motie: nou, voor zover het structurele fondsen betreft, wil ik het niet. Met andere woorden: elk incidenteel fonds dat weer lijkt op een beetje een crisissituatie, daar stemt de VVD gewoon weer mee in.

De heer Heinen (VVD):

We hebben hier natuurlijk vaak over gedebatteerd, ook in commissiedebatten. Ik ben tegen structurele fondsen. Ik denk niet dat die de oplossing zijn voor de problemen in Europa. Daarom ben ik ook niet voor het structureel maken van dat coronaherstelfonds. Maar het kan natuurlijk wel zo zijn dat er in Europa — het kabinet liet dat ook weten — wordt gekeken of je bestaande middelen slimmer kan inzetten. Als je daar een ander bordje op hangt, als je het in plaats van "kaas" ineens "brie" noemt, maakt dat mij op zich niet uit. Het gaat mij erom dat we geen nieuwe structurele schulduitgifte doen, geen nieuwe garanties op de begrotingen in Nederland.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Daar gaat het juist om, om een incidenteel fonds, weer met uitgifte van Europese schulden. Dat zou dus voor de VVD wel een mogelijkheid zijn? Ik verzeker u: het eerste fonds waar ze in Brussel mee komen noemen ze incidenteel en daarna gaan ze proberen om het structureel te krijgen. Alles is in eerste instantie incidenteel en in tweede instantie proberen ze het structureel te maken. Dat doen ze met het coronafonds, dat doen ze nu met Oekraïne en doen ze straks met dit soevereiniteitsfonds. Dat weet u.

De heer Heinen (VVD):

Dat is inderdaad altijd het risico, dat iets incidenteel begint en dat het daarna structureel wordt. Dat geldt niet alleen in Europa. Dat zie je ook hier in de nationale vergaderzaal en op lokaal niveau. Het vergt wel iedere keer een nieuw besluit, dus we zijn er elke keer zelf bij en de positie van de VVD is daarin helder.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Heinen. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks. Ik kijk even naar de heer Van Weyenberg, om te zien of hij ook wil spreken.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ja.

De voorzitter:

Na de heer Van der Lee? Helemaal goed. Dank daarvoor.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Wij zijn wel voor zo'n fonds, maar ik heb ook gezien wat de besluitvorming is. Dat komt echt wel weer terug op de agenda. Ik heb me ook laten inspireren door de hoorzitting of het rondetafelgesprek dat we hadden over de toekomst van de euro. Daarom wil ik twee moties indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een beter geïntegreerde Europese kapitaalmarkt bijdraagt aan financiële stabiliteit en weerbaarheid van de Europese Unie;

overwegende dat er op papier mooie ambities zijn over het creëren van een Europese kapitaalmarktunie die ook meer private investeringen in Europa los kan maken, maar dat deze in de praktijk nog onvoldoende van de grond zijn gekomen;

overwegende dat een echte kapitaalmarktunie uiteindelijk harmonisatie vraagt op onder andere het gebied van consumentenbescherming, faillissementswetgeving, toezichtkaders en vennootschapsrecht;

verzoekt het kabinet om in Europees verband proactief en met gelijkgestemde lidstaten de kapitaalmarktunie nieuw leven in te blazen, door met voorstellen te komen op bovengenoemde gebieden, steunend op zowel het belang van grensoverschrijdend kapitaalverkeer en nieuwe investeringen als het belang van hoge consumentenbescherming,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Van Weyenberg.

Zij krijgt nr. 1928 (21501-07).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de aanstaande onderhandelingen tussen de Europese Raad en het Europees Parlement over het nieuwe raamwerk voor kapitaaleisen voor banken;

overwegende dat dit de Europese implementatie betreft van kapitaaleisen waarover in wereldwijd verband afspraken zijn gemaakt;

van mening zijnde dat het van groot belang is voor de financiële stabiliteit om aan deze afspraken vast te houden, en dat ook dochters van grensoverschrijdend opererende banken aan adequate buffereisen dienen te voldoen;

verzoekt het kabinet zich er met gelijkgestemde landen voor in te zetten dat de Europese implementatie de internationale afspraken, met name als het gaat om het consistent toepassen van de output floor, op geen enkele wijze afzwakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1929 (21501-07).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Van Weyenberg, D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, mag het spreekgestoelte iets omhoog?

Dank, voorzitter. De eerste motie van de heer Van der Lee klonk me als muziek in de oren, dus ik meld me zo wellicht nog even bij hem.

Het kabinet heeft gezegd: op dit moment hebben we geen extra middelen nodig, want we denken dat er nog voldoende Europese middelen zijn. Maar een principiële blokkade tegen meer geld is er wat mijn fractie betreft allerminst. Ik voel mij hierin ook gesteund door bijvoorbeeld Klaas Knot, die tijdens de rondetafel zei: we moeten in Europa niet alleen over stokken, maar ook over wortels praten, zodat we de investeringen in klimaat en digitalisering vaart kunnen geven.

Dit tweeminutendebat ging over een Ecofin-Raad die inmiddels allang achter ons ligt. We gaan hier hopelijk snel over de euro praten, maar ik gun het ons dat we niet de hele tijd alleen maar handelen vanuit een reflex, vanuit de wil om op de rem te staan, maar dat we vanuit het Nederlandse belang ook het lef hebben om af en toe stappen vooruit te zetten. Dat is goed voor Europa en ook voor Nederland.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Tony van Dijck van de PVV.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. De PVV is van mening dat er geen geld meer naar Brussel moet, niet structureel en ook niet incidenteel. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie een voorstel heeft aangekondigd voor een Europees soevereiniteitsfonds als reactie op de Inflation Reduction Act van de Verenigde Staten;

overwegende dat de Nederlandse belastingbetaler niet opnieuw mag opdraaien voor miljarden richting Europese fondsen;

verzoekt de regering niet in te stemmen met een Europees soevereiniteitsfonds,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 1930 (21501-07).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Mijn tweede motie gaat ook over het soevereiniteitsfonds, maar dan over hoe die gelden worden opgehaald.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie voornemens is met een Europees soevereiniteitsfonds te komen;

constaterende dat voor wat betreft de financiering hiervan een vorm van gemeenschappelijke schulduitgifte tot een van de mogelijkheden behoort;

verzoekt de regering om geen Europese schulden meer te accorderen ten behoeve van extra EU-uitgaven aan lidstaten of aan het bedrijfsleven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 1931 (21501-07).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Want die Europese schulduitgifte was één keer en nooit meer. Het echoot nog steeds in deze zaal.

Voorzitter, dan mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie een voorstel heeft aangekondigd voor een Europees soevereiniteitsfonds;

constaterende dat de EU momenteel miljarden op de plank heeft liggen verspreid over verschillende fondsen;

verzoekt de regering inzichtelijk te maken hoeveel geld er momenteel nog op de plank ligt aan Europese fondsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck.

Zij krijgt nr. 1932 (21501-07).

Dank u wel, meneer Van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Want als ik ze moet geloven, dan liggen er in Europa tientallen miljarden op de plank niets te doen. Dat geld moet wat ons betreft terug naar Nederland.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de termijn aan de kant van de Kamer. Ik kijk even naar de minister. Bent u bereid om meteen te reageren of wilt u dat ik even kort schors? Ik schors de vergadering voor een paar minuutjes.

De vergadering wordt van 16.35 uur tot 16.40 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister van Financiën.

Minister Kaag:

Dank. Het was inderdaad al een tijdje geleden dat we dit debat hadden. Ik zal heel kort een appreciatie van de moties geven en de vraag van de heer Alkaya beantwoorden over een update van de onderhandelingen over het Stabiliteits- en Groeipact. U krijgt daar volgende week de schriftelijke terugkoppeling over bij het verslag en de geannoteerde agenda van de Ecofin-Raad, maar ik kan alvast een tipje van de sluier oplichten: er valt niet veel te melden. Ik heb de kabinetsinzet uitgedragen zoals afgesproken, maar u zult het daar verder lezen. Maart wordt een spannendere maand voor het SGP.

Dan de motie van de heer Alkaya op stuk nr. 1926. Ik geef haar oordeel Kamer. We hebben, zoals ik ook had toegezegd, uitgezocht hoe het juridisch in elkaar zit. We hebben echt een voorkeur voor een versterking van het SGP met behoud van de huidige rolverdeling zoals vastgelegd in het verdrag.

De motie op stuk nr. 1927 van de heer Heinen is in lijn met de discussies die we eerder hebben gehad en ook met de brief die u heeft ontvangen op 8 februari. De minister-president heeft de lijn uitgedragen van hoe wij kijken naar financieringsbehoefte en het verschil tussen een crisisinstrument en bijvoorbeeld een mogelijke optie van een soevereiniteitsfonds, een discussie die nog volgt. Ik geef deze motie oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1928 is van de heer Van der Lee. Deze geef ik ook oordeel Kamer. Ik zeg daarbij dat ik de motie beschouw als ondersteuning van beleid. We willen ons actief en constructief ervoor inzetten om juist eens overeenstemming te bereiken op die uiteenlopende terreinen. Wij gaan niet echt nieuwe initiatieven ontplooien, want het wordt al heel moeilijk om überhaupt voortgang te kunnen boeken op het terrein van de voorstellen die er liggen voor de kapitaalmarkt of de kapitaalunie. U zult dat begrijpen. Maar als er een kans is, zal ik die niet laten liggen. Maar laten we eerst maar eens kijken of we voortgang kunnen boeken. Een dosis realisme is hier dus wenselijk en ik hoop dat u dat begrijpt.

Dan de motie op stuk nr. 1929 van de heer Van der Lee. Wij onderschrijven natuurlijk ook het belang zoals u dat hebt toegelicht in deze motie. De motie krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1930 van de heer Van Dijck ontraad ik. Er ligt nog helemaal niets. U gaat ervan uit dat er een fonds komt en dat de belastingbetaler daarvoor gaat opdraaien. Er ligt niets, dus kan ik moeilijk meegaan in de tekst zoals die nu voorligt. Ontraden.

De heer Tony van Dijck (PVV):

"Ontraden." Alles krijgt oordeel Kamer, maar mijn motie wordt ontraden. Kunt u mij dan vertellen wat het verschil is tussen die motie van mij om niet in te stemmen met het soevereiniteitsfonds en de motie van de heer Heinen om niet in te stemmen met een soevereiniteitsfonds?

Minister Kaag:

Ik geloof niet dat de heer Van Dijck vraagt om een pity motion. Ik begrijp dat u de behoefte of de emotionele noodzaak tot uitleg voelt. Er is een groot verschil. U zegt: "overwegende dat de Nederlandse belastingbetaler niet opnieuw mag opdraaien". Sowieso de teneur van uw motie al: "voor miljarden richting Europese fondsen". Dat is nogal boud gesteld. "We moeten sowieso niet instemmen met een Europees soevereiniteitsfonds." Ik verwijs u naar de eerdere inzet van het kabinet van vorig jaar en dit jaar in het debat, de brief van 8 februari en ook de mondelinge toelichting van de premier. Er ligt helemaal niets. Uw hele motie zoals ze is opgesteld ontraad ik. Als u zich wilt aansluiten bij de motie van de heer Heinen van de VVD, dan is dat aan u.

De voorzitter:

Tot slot de heer Van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nu gaat het over de teneur, maar ik heb het over de inhoudelijke verschillen. Ik lees de motie van de heer Heinen nog een keer voor: "verzoekt het kabinet in dit kader niet in te stemmen met het opzetten van nieuwe structurele Europese fondsen gefinancierd door nieuwe gezamenlijke schulduitgiften en meer nationale garanties". Ik zeg precies hetzelfde! Hij vraagt om niet in te stemmen met nieuwe Europese fondsen gefinancierd door nieuwe gezamenlijke schulduitgiften. Dat wil de VVD niet en dat willen wij ook niet. Maar de VVD-motie krijgt oordeel Kamer en de PVV-motie wordt ontraden.

Minister Kaag:

Ik zie een groot verschil met "verzoekt het kabinet in dit kader" — dus alles wat daarvoor gezegd is — "niet in te stemmen met het opzetten van nieuwe structurele" — let op het adjectief — "Europese fondsen gefinancierd door nieuwe gezamenlijke schulduitgiften en meer nationale garanties". Daar zijn heel veel kwalificaties bij die heel belangrijk zijn. U richt zich alleen op een fonds dat nog niet eens bestaat. De motie van de heer Heinen schept een kader en is daardoor impliciet een goede inhoudelijke verwijzing naar de brieven en de debatten die hierover zijn gevoerd.

De voorzitter:

De heer Heinen nog even.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nog heel kort?

De voorzitter:

Nee, het is voldoende nu. U krijgt nog twee appreciaties.

De heer Heinen (VVD):

Ik ga over de tekst van mijn eigen motie, maar het is in dit huis natuurlijk wel zo dat je een motie weegt met de overwegingen die in de motie staan. Ik ben het wel eens met de minister dat de motie van de heer Van Dijck en die van mij wat dat betreft zeer verschillen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Mag ik nog even heel kort?

De voorzitter:

Nee, het is echt voldoende. Het is de tweede termijn. Het gaat over een cruciaal woordje, hoor ik. Ja?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Als er niet "structurele" had gestaan in de motie van de heer Heinen, had die dan ook oordeel Kamer gekregen? Of zit het 'm in het structurele?

Minister Kaag:

Ik heb net al toegelicht dat het in de hele context zit. Het gaat om de hele tekst van uw motie versus de tekst van de motie van de heer Heinen. Dat zijn wat mij betreft, van de zijde van het kabinet, toch echt andere moties.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1931.

Minister Kaag:

Ik kom inderdaad terug op de motie op stuk nr. 1931. Deze betreft hetzelfde debat. Ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 1932. Ik zie dat de heer Van Dijck eigenlijk refereert aan iets waarover we volgens mij al eerder in een debat hebben gewisseld dat wij dat aan het uitzoeken zijn. Het is belangrijk dat iedereen, ook wij, van de zijde van de Commissie weten hoeveel miljarden er nu daadwerkelijk nog niet zijn besteed, hoeveel er nog een doel zoeken, zogezegd, of bij hoeveel er sprake is van onderuitputting. Daar zijn we mee bezig. Ik neem deze motie dus over.

De voorzitter:

Ik kijk even of er bezwaar tegen is van de indiener dat de motie op stuk nr. 1932 wordt overgenomen. U heeft daar bezwaar tegen, meneer Van Dijck?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Dat betekent dat we toch gaan stemmen over de motie op stuk nr. 1932. Wat is dan uw appreciatie?

Minister Kaag:

Ik heb mij er net over laten bijpraten dat het overnemen van staand beleid van het kabinet, in dit geval work in progress, werk in uitvoering, dezelfde kwalificatie heeft. Dit is dus mijn appreciatie. Als de heer Van Dijck daar op zijn eigen wijze mee om wil gaan binnen deze Kamer, is dat aan hem. Maar overnemen is mijn appreciatie.

De voorzitter:

Ja, maar één lid kan zich daartegen verzetten. Dat doet de heer Van Dijck. Dat betekent dat we daarover gaan stemmen. Op het moment dat dat gebeurt, moet u een appreciatie geven, namelijk oordeel Kamer of ontraden.

Minister Kaag:

Maar dit is mijn appreciatie. Dit is volgens mij de nieuwe werkwijze zoals die aan mij is toegelicht.

De voorzitter:

Oké.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Toch even een puntje van orde. Het hele idee om de categorie "overnemen" in te voeren, is dat er dan niet gestemd hoeft te worden. De motie wordt namelijk overgenomen door het kabinet. De heer Van Dijck dient de motie in en krijgt gelijk. Iedereen accepteert dat het kabinet die overneemt.

De voorzitter:

Behalve de indiener.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dan hoeven we er toch echt niet meer over te stemmen, meneer Van Dijck?

De voorzitter:

Volgens mij doen collega's een beroep op u, zodat de motie wordt overgenomen. De heer Van Dijck wil dat niet. Dan blijft u bij de appreciatie en gaan de leden zelf bepalen … Nee, nee, nee, nee, nee. Ja, meneer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):

Er worden nu allerlei dingen door de Kamer geroepen over PVV-moties die door sommige partijen niet worden gesteund. Daar gaat het niet om. We proberen iets te doen aan de hygiëne in dit huis. Er zijn 5.000 moties. We proberen dat iets meer ordentelijk te doen, zodat een motie meer impact heeft. Deze motie wordt overgenomen. Ik zeg hierbij eerlijk: als die toch in stemming wordt gebracht, stem ik tegen. Dat doe ik niet omdat ik het oneens ben met de inhoud, maar omdat ik vind dat ook de heer Van Dijck de verantwoordelijkheid heeft om dit huis een beetje goed te laten functioneren.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De heer Van Dijck dient helemaal niet veel moties in. Als hij moties indient, wordt 99,9% ontraden. Nu heeft de heer Van Dijck een keer een motie die wel "overgenomen" wordt, of in ieder geval zelfs goed klinkt in de oren van GroenLinks. Wedden dat ze nu alsnog tegen gaan stemmen, omdat ze van hun leden niet voor een PVV-motie mogen stemmen? Dat is hypocriet.

De voorzitter:

Het is volgens mij helder. De minister heeft haar appreciatie gegeven. De heer Van Dijck mag zeggen dat hij niet wil dat de motie wordt overgenomen. Dan is het aan de leden om te bepalen hoe zij uiteindelijk gaan stemmen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister en de woordvoerders. We gaan op 7 maart stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering tot 17.00 uur. Dan starten we met het debat over Oekraïne.

De vergadering wordt van 16.50 uur tot 17.00 uur geschorst.

Naar boven