Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 55, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 55, item 3 |
Vragen van het lid Kops aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij afwezigheid van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, over het bericht "Warmtepomp blijkt enorme vervuiler, noodmaatregel in de bouw".
De voorzitter:
We zijn nog even in afwachting van de minister van Binnenlandse Zaken. Die komt nu ook binnen. Wat een timing. Welkom, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dan nodig ik de heer Kops uit om zijn mondelinge vraag te stellen. De heer Kops heeft een vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken, bij afwezigheid van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, over het bericht "Warmtepomp blijkt enorme vervuiler, noodmaatregel in de bouw". Het woord is aan de heer Kops van de PVV.
De heer Kops (PVV):
Voorzitter. Het kabinet wil dat alle woningen van het gas af gaan en noemt dwang daarbij onvermijdelijk. Het kabinet wil dat iedereen aan de warmtepomp gaat en komt per 2026 met een verplichting. Want als huishoudens niet vrijwillig voor vele tienduizenden euro's gaan verduurzamen, dan moeten ze maar gedwongen worden, zo is de gedachte.
Maar wat blijkt nu, alle hysterie ten spijt? Die warmtepomp is helemaal niet zo duurzaam als het kabinet ons wil doen geloven. Hij is juist een enorme vervuiler. Hij is tot tien keer slechter voor het milieu dan eerder gedacht. Het gevolg is nu dat een woning met warmtepomp nauwelijks tot niet kan worden gebouwd binnen de huidige milieuregels. Jawel, het is de verduurzaming die de woningbouw blokkeert. Het is echt te gek voor woorden. Is het niet stikstof waardoor er niet gebouwd kan worden, dan zijn het wel de warmtepompen.
Maar er is een geitenpaadje bedacht, een tijdelijke verrekenfactor. Daarmee kunnen de huidige milieuregels worden omzeild en kunnen er toch woningen met warmtepomp worden bijgebouwd. Jawel, regels omzeilen. Als het gaat om die duurzaamheidsgekte, dan kan dus opeens alles. Maar als het gaat om stikstof, nee, dan kan er niets. Dan kunnen er geen woningen worden bijgebouwd en moeten de boeren worden weggepest.
Het is toch niet uit te leggen? Als de minister dit warmtepompgesjoemel werkelijk wil doorzetten, dan willen we voortaan ook niets meer horen over stikstof. Dan willen we ook niet meer horen dat er geen woningen kunnen worden bijgebouwd vanwege de boeren. Dan bouwen we die woningen gewoon — weg met die stikstofregels — en laten we de boeren lekker met rust. Kan de minister dat toezeggen?
Voorzitter. Wat de warmtepompen betreft, de hele duurzaamheidsgekte die van ellende en hypocrisie aan elkaar hangt: kap daar toch lekker mee.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Bruins Slot:
Voorzitter. De hoogte van het spreekgestoelte was denk ik op de hoogte van de heer Hoekstra neergezet.
Ik dank de heer Kops voor zijn vragen. Het gaat hier om de nieuwbouw van woningen. Voor de nieuwbouw van woningen gelden milieuprestatie-eisen. Die staan in het Bouwbesluit. Deze eis is nu 0,8. Ik begin even technisch, want het is een heel vraagstuk. Deze milieuprestatie betreft de milieueffecten van alle toegepaste materialen in het gebruik. De Stichting Nationale Milieudatabase berekent de milieueffecten van het materiaalgebruik steeds door. Dat doet die dus ook voor warmtepompen. Over de doorberekening bij de nieuwe generatie warmtepompen heeft die extra cijfers gekregen. Daaruit blijkt dat de werkelijke milieudruk van de huidige warmtepompen inderdaad groter is dan men de afgelopen jaren dacht. Men is dat nu niet alleen aan het onderzoeken voor deze warmtepompen, maar men gaat dat ook onderzoeken voor de warmtepompen die al bestaan.
Wat heeft men in deze tussentijdse situatie — ik begrijp dat die tot ongeveer 1 mei duurt — gedaan? Men is bezig om te zorgen dat er voor de bestaande warmtepompen en de warmtepompen die nieuw aangeleverd zijn een gelijke berekening uitkomt die bouwers kunnen gebruiken, omdat er een gelijk speelveld is.
De heer Kops vraagt: betekent dit dat er andere eisen gesteld gaan worden? Nee. Men is nu bezig om alles te onderzoeken. Dat moet er uiteindelijk toe leiden dat op 1 april helder is wat de milieudruk van het gebruikte materiaal overal is. We moeten er rond 1 mei voor zorgen dat daar een nieuwe waarde uitkomt die toegepast gaat worden. Dan geldt dat voor alles.
De heer Kops (PVV):
Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag. Het kabinet zegt altijd: iedereen moet aan de warmtepomp. Er komt een verplichting per 2026. Dat zou goed zijn voor het milieu en voor het klimaat. Maar nu blijkt dus dat het tegendeel waar is. Het is helemaal niet zo duurzaam als het kabinet ons wil doen geloven. Mensen die te goeder trouw al zo'n warmtepomp hebben genomen en die voor heel veel geld hebben gekocht omdat ze naar het kabinet hebben geluisterd, zijn eigenlijk gewoon in de maling genomen.
Nu blijkt dus dat het bouwen van nieuwe woningen met zo'n warmtepomp door die warmtepompen helemaal niet voldoet aan de milieuregels. Dan wordt er een geitenpaadje bedacht. Dan wordt er een "tijdelijke verrekenfactor" in het leven geroepen waarmee die woningen toch kunnen worden gebouwd en de milieueisen van de warmtepomp gewoon buiten beschouwing worden gelaten. Dat kan toch niet? Want als het gaat om stikstof, dan kan er niets. Dan wordt er tegen de boeren gezegd: nee, u moet weg, anders kunnen we geen woningen bouwen. Als het gaat om stikstof, kan er niks. Maar als het gaat om die duurzaamheidsgekte, dan worden de regels gewoon aan de kant geschoven en kan blijkbaar wel alles.
Het is eigenlijk ook tekenend voor het hele klimaat- en duurzaamheidsbeleid, dat van hypocrisie en tegenstrijdigheden aan elkaar hangt. Neem bijvoorbeeld biomassa. Dat geldt als "klimaatneutraal", maar in werkelijkheid stoot het alleen maar meer uit dan kolen en gas. Neem bijvoorbeeld windturbines die ziekmakend zijn, of elektrische auto's die in werkelijkheid rijden op stroom uit kolen- en gascentrales. Het hangt allemaal van hypocrisie aan elkaar. Daarom stel ik tot slot de vraag of de warmtepompplicht die eraan zit te komen per 2026 nu onmiddellijk van tafel gaat.
Minister Bruins Slot:
Het is wel goed om een aantal dingen uit elkaar te houden. Als het gaat om het jaartal 2026, gaat dat over bestaande bouw. Deze eis is niet van toepassing op bestaande bouw. Ook tegen de heer Kops zeg ik: ja, er moet nog steeds binnen de 0,8 gebouwd worden. Die eis gaat niet opgerekt worden; die geldt gewoon. De heer Kops geeft aan dat die eis verruimd gaat worden of dat we daar soepeler mee omgaan. Nee, die 0,8 blijft gewoon zo. Dat mag ook niet anders zijn. Want dat ben ik met de heer Kops eens: als er regels zijn, is het van belang om je aan die regel van 0,8 te houden. Het laatste punt is dat "van het gas af"-bouwen natuurlijk al sinds 2018 een verplichting is. Dat gaat ook niet alleen om warmtepompen, maar ook om aardwarmte en bijvoorbeeld ook om stadsverwarming.
De voorzitter:
Er is een aantal vervolgvragen. Graag kort en krachtig. Allereerst mevrouw Van der Plas, BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het zijn allemaal weer technocratische antwoorden waar de burgers thuis gewoon geen bal van begrijpen, niet omdat ze dom zijn maar omdat hier gewoon allemaal technocratische dingen worden gezegd. Laat de minister nou eens even klip-en-klaar uitleggen waarom hier wel tijdelijk normen kunnen worden verlaagd en waarom dat bij boeren niet het geval is. Sterker nog: als wij het hier hebben over het uit de wet halen van de KDW's of over het niet invoeren in 2030, zijn hemel en aarde te klein. Laat de minister alstublieft heel duidelijk uitleggen waarom het voor het een wel kan en voor het ander niet.
Minister Bruins Slot:
Volgens mij is het daarbij van belang dat de kritische depositiewaarde geldt voor natuurtoepassing en dat het hier gaat om de norm voor het bouwen van nieuwe woningen. Die is 0,8; dat is die op dit moment ook gewoon en daar is geen andere norm voor. Ik vind het echt van belang om dat tegen mevrouw Van der Plas te zeggen. Misschien klinkt het wat technocratisch, maar ik probeer hier als minister van Binnenlandse Zaken zo goed mogelijk de minister voor Volkshuisvesting te vervangen. Maar die norm van 0,8 staat en blijft ook gewoon staan. Dat is de norm die geldt voor het bouwen van nieuwe huizen. Die staat ook gewoon hard.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dus alles wat wij vandaag hebben gelezen, klopt niet.
Minister Bruins Slot:
Die norm van 0,8 staat. Wat vandaag over die warmtepompen blijkt, is dat men kijkt naar de milieueffecten van het materiaalgebruik. Dat rekent men nog beter door. Dat doet men vanuit de sector zelf. Dit is niet iets wat de overheid doet; de sector kijkt hier scherp naar. Die zegt dat die milieudruk eigenlijk hoger is dan we aanvankelijk dachten. Eigenlijk is het dus heel goed dat de sector dat zelf onderzoekt, tot die slotsom komt en dus ook met nieuwe normering gaat werken. Maar voor nieuwbouw geldt dat de totale milieudruk niet meer mag zijn dan 0,8.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
De milieubijdrage van de warmtepomp is nu 0,4 en het totaal is 0,8. Maar in 2025 wil minister De Jonge dat terugbrengen naar 0,5. De reactie van Doekle Terpstra van Techniek Nederland daarop was dat de besparingen buiten beschouwing zijn gelaten, want een warmtepomp is veel efficiënter. Dat blijkt ook niet zo te zijn, want dat blijkt de besparing te zijn bij een test in een fabrieksopstelling. In de praktijk blijkt een warmtepomp helemaal niet zo zuinig te zijn. Wordt het voornemen om de milieubijdrage te verlagen naar 0,5 dus herzien en wordt ook het werkelijke rendement van een warmtepomp dan een keer meegenomen?
Minister Bruins Slot:
Dat is inderdaad het onderzoek dat de heer De Jonge heeft aangegeven ten aanzien van het wel of niet verlagen van die norm van 0,8. Eigenlijk kan je zeggen dat die norm dan nog strenger wordt dan die nu al is. Daar doet de heer De Jonge naar 1 juli toe onderzoek naar. Ik heb begrepen dat dat onderzoek zo is opgebouwd dat men inderdaad niet alleen kijkt naar wat haalbaar is voor de markt, dus welke materialen er worden gebruikt, maar ook naar de effecten daarvan op bijvoorbeeld de bouwkosten, en dat men ook bekijkt of men dan nog wel 900.000 woningen kan bouwen. Ook andere waarden ten aanzien van warmtepompen en dergelijke en de milieudruk van het materiaalgebruik zullen dus hun effect krijgen in zo'n onderzoek. De minister heeft op dat punt nog niet besloten. Minister De Jonge komt voor 1 juli met dat onderzoek en een nadere bepaling: kan die norm van 0,8 wel of niet omlaag? Dat is nu eigenlijk bezig. Daar heeft ook dit invloed op. Datgene waar de NMD mee werkt, wordt ook door de bouwers ondersteund. Dat is hun normering. Volgens mij wordt die uiteindelijk op 1 mei vastgesteld door een commissie en dit zal daarbij ook een uitgangspunt zijn. Er is natuurlijk een verschil tussen het materiaalgebruik en het energieverbruik.
Mevrouw Leijten (SP):
Tijdens het onderzoek dat de heer De Jonge doet, is er een tijdelijke regeling. Per wanneer is die tijdelijke regeling eigenlijk van kracht? Met andere woorden, wanneer is dat besluit precies gevallen?
Minister Bruins Slot:
Dat heeft de NMD zelf gedaan om daar een verrekening van te maken en om ervoor te zorgen dat er een gelijk speelveld voor de bouwers is voor het gebruik van de warmtepompen. Daar is een tijdelijkheid, omdat per 1 mei de normering voor alles helder moet zijn.
De voorzitter:
"Per wanneer?" was de vraag van mevrouw Leijten.
Minister Bruins Slot:
Dat heeft de NMD zelf gecommuniceerd. Ik ga zelf ook even kijken in de papieren die ik daarover heb. Vanaf wanneer is dat? Dat was vanaf dit najaar: september 2022.
Mevrouw Leijten (SP):
Dus in september 2022 weet het ministerie, weet de sector al dat warmtepompen veel milieubelastender zijn dan wordt gedacht. Er moet een nieuwe norm komen. Dat wordt onderzocht. Maar dat is een verrassing voor ons, voor de samenleving, voor de Kamer. We moeten dat lezen in De Telegraaf. Erkent de minister dat je via dit soort nieuws, met het niet eerlijk hierover zijn en het niet weergeven inderdaad een bom legt onder draagvlak voor milieumaatregelen? Ik ken namelijk een hoop mensen die wel geluisterd hebben naar de overheid en een warmtepomp hebben aangeschaft. Die gaan nu al hun salderingsmaatregeling afgeschaft zien; de verrekening van hun energie die is opgewekt met zon. Die krijgen nu te horen: eigenlijk is het milieutechnisch allemaal best wel schadelijker dan gedacht. Dat is niet oké. Het is ook niet oké dat wij over dit soort sectornormen, die ook met bouwbesluiten samenhangen, geïnformeerd worden via De Telegraaf. Hoe goed of slecht mensen ook denken over journalistiek onderzoekswerk, het is gewoon niet oké.
Minister Bruins Slot:
Allereerst is het, denk ik, goed om te zeggen dat het ene gaat over het milieueffect van het materiaalgebruik. Maar als het gaat om de uitstoot van zo'n warmtepomp, gaat het om het energieverbruik en dergelijke. Dat is nog steeds qua CO2 lager. Wat betreft hoe dat proces gelopen is: in september bleek van één merk het milieueffect van het materiaalgebruik veel hoger uit te vallen dan gedacht. Toen heeft men gelijk gezegd: dan moeten we de andere ook gaan onderzoeken, om te kijken hoe het in het geheel is. Daar heeft men deze tijd dus voor gebruikt. Men wil dat zorgvuldig doen, om te bekijken: betekent dit dat het ook voor de andere anders uitvalt? Ik denk dat die zorgvuldigheid van belang is. Overigens was de informatie waarnaar u verwijst al door de NMD gepubliceerd op hun site voordat het in de krant terechtkwam, begreep ik.
De heer Peter de Groot (VVD):
De mensen in Nederland maken zich zorgen over de vraag of een nieuwbouwwoning nog betaalbaar is. In reactie op de vragen van de heer Van Haga gaf u net aan: voor het toekomstige voornemen om de milieunorm te verlagen, wordt ook heel nadrukkelijk gekeken naar eventuele hogere kosten die met het materiaalgebruik gemoeid zijn. Maar wordt in het huidige onderzoek ook al gekeken naar eventuele hogere kosten van het materiaalgebruik, om in ieder geval binnen de 0,8-norm te blijven die er nu al is? Anders heeft het direct effect op de huidige betaalbaarheid van nieuwbouwhuizen en dan zijn we nog verder van huis, zou ik willen zeggen.
Minister Bruins Slot:
Volgens mij zitten daar twee kanten aan vast. Wat het Tweede Kamerlid aangeeft, wat u aangeeft, is dat het aan de ene kant voor het onderzoek van de heer De Jonge inderdaad van belang is om te bekijken of er, als men dan toewerkt naar wel of niet een nieuwe norm, voldoende materiaal is. Wat doet dat voor de bouwkosten en kunnen we dan nog voldoende woningen bouwen? Als we namelijk iets met elkaar concluderen hier, is het dat meer woningen bouwen ontzettend belangrijk is.
Wat betreft de huidige norm, de normering van 0,8 en de invulling daarvan, ben ik het ermee eens dat op het moment dat zo'n warmtepomp meer milieudruk binnen die norm legt, dat betekent dat je op andere vlakken ander materiaal zult moeten gebruiken. Wat je wel ziet, is dat degenen die op dit moment het meest duurzaam bouwen, nu al bouwen met een milieudruk van 0,3 in plaats van 0,8, zo heb ik begrepen van de heer De Jonge. Maar het zijn echt de bouwers in het topsegment of in het meest duurzame segment die dat op dit moment al doen. Maar dat het effect heeft, is zeker zo. Dat is ook de reden waarom er zo zorgvuldig naar gekeken wordt en waarom men in alle systemen bekijkt wat het voor effect heeft. Maar men kan ook veronderstellen dat als het een hoger effect heeft, de producenten van de warmtepompen ook weer daarnaar zullen kijken en zullen bekijken hoe ze hun warmtepompen zullen bouwen.
De voorzitter:
Ik dank de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor haar antwoorden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20222023-55-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.