Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 5, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 5, item 4 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Macro-economische ontwikkelingen in Europees perspectief, inclusief eurogroep/Ecofin-Raad (CD d.d. 08/09).
De voorzitter:
We gaan verder met het tweeminutendebat Macro-economische ontwikkelingen in Europees perspectief. Hartelijk welkom aan de leden die inmiddels zijn aangeschoven.
De aanvrager van dit debat is de heer Eppink, die al zeer vroeg aanwezig was vandaag. Aan u als eerste het woord.
De heer Eppink (JA21):
Voorzitter. Ik had begrepen dat je als aanvrager twintig minuten voor aanvang aanwezig moest zijn, dus ik zat hier moederziel alleen in de zaal.
Ik feliciteer u met uw debuut als voorzitster.
Voorzitter. Ik heb drie moties.
Meneer Omtzigt, orde graag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de ECB nu selectief staatsschuld opkoopt van landen met omvangrijke staatsschulden zoals Italië, Spanje en Griekenland;
constaterende dat dit selectieve aankoopbeleid de facto een vorm van bail-out is van deze schuldenlanden en hen ontmoedigt financieel orde op zaken te stellen;
constaterende dat de ECB zich hiermee de facto budgettaire bevoegdheden toe-eigent;
spreekt uit dat selectieve aankoop hoogst ongewenst is en verzoekt de minister van Financiën dit in de volgende eurogroep aan de orde te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eppink (JA21):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het NextGenerationEU-fonds een eenmalige exercitie was om landen financieel bij te staan door de financiële schokken van de coronacrisis;
constaterende dat dit geld op de kapitaalmarkt werd opgehaald door gemeenschappelijke Europese schulden aan te gaan;
roept de regering op het NextGenerationEU als eenmalig te beschouwen en in de toekomst geen gemeenschappelijke Europese schulden meer aan te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eppink (JA21):
Voorzitter. Het was gisteren 30 jaar geleden dat wij hebben besloten tot de oprichting van de EMU, waarna 10 jaar later de euro werd ingevoerd. Ik kan natuurlijk niet terugkijken naar 30 jaar geleden, want ik was er niet bij; het was in Maastricht. Maar we hebben gezien dat veel monetaire unies om de een of andere reden uiteindelijk mislukken. Vandaar deze waarschuwende motie.
Hartelijk dank, meneer Eppink. U heeft nog een interruptie, dus u mag nog even terug naar het spreekgestoelte. De heer Heinen.
De heer Heinen (VVD):
Ik heb nog een vraag aan de heer Eppink over zijn tweede motie, over de eindigheid van het next generation fund, ook wel RRF genoemd. Daar is onlangs al een motie over ingediend, de motie-Heinen, waarin precies dit wordt gezegd over de tijdelijkheid ervan. Die is aangenomen. De minister van Financiën heeft ook al toegezegd dat dit de lijn van het kabinet is. Kan de heer Eppink mij vertellen wat zijn motie toevoegt aan die eerdere lijnen?
De heer Eppink (JA21):
Wat het eraan toevoegt, is het eenmalige karakter ervan. We willen dat ook duidelijk maken en nog een keer onder de aandacht brengen, dus vandaar deze motie.
De heer Heinen (VVD):
De tekst van de motie heb ik gehoord. Maar nogmaals, daar is al een motie over aangenomen en het is ook al de lijn van het kabinetsbeleid. Daarom vraag ik nogmaals: wat voegt deze motie toe ten opzichte van die eerdere lijn?
De heer Eppink (JA21):
Nou, om het nog een keer onder de aandacht te brengen. Dat is de toevoeging.
De heer Heinen (VVD):
Maar gaat de heer Eppink dan elke week een motie indienen om dit onder de aandacht te brengen? Moet ik het dan zo begrijpen?
De heer Eppink (JA21):
Nou, niet elke week, maar misschien wel elke maand.
De voorzitter:
Heel goed. Dan gaan we nu verder naar de tweede spreker, de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dank u wel, voorzitter. Hoe serieuzer het onderwerp, hoe rustiger de Kamer. De euro verkeert in zwaar weer, wat je verder ook van het Europese project vindt. Er is veel aan gelegen om dat weer in rustiger vaarwater te brengen. Daar zullen we binnenkort een debat over hebben. Dan zult u ook de rest van mijn inbreng zien.
Voor vandaag wil ik graag het volgende aan de minister vragen. Ze heeft ons toegezegd de Kamer te informeren over de noodscenario's als er wat met de euro gebeurt. Dat zou vertrouwelijk gebeuren. Wanneer en hoe gebeurt dat? Want het is van het allergrootste belang om dat te weten. Ik vraag het Presidium ook om het debat over de toekomst van de euro zo spoedig mogelijk in te plannen. Dat heb ik al een aantal maanden geleden gevraagd. Misschien moet ik weer een keer bij de regeling komen, maar dat moeten we doen.
Voorzitter. Tot slot heb ik één motie, over het Transmission Protection Instrument. Dat betekent dat je Italiaanse staatsschulden koopt, maar geen Duitse of Nederlandse. Dat is in strijd met de EU-verdragen.
Hartelijk dank, meneer Omtzigt. Het debat staat inderdaad wel op de lijst van meerderheidsdebatten. Dan gaan we direct door naar mevrouw Van Dijk van het CDA.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Naar aanleiding van het commissiedebat heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat op dit moment discussies plaatsvinden in Brussel over de herziening van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP);
overwegende dat een van de grootste problemen van het SGP de naleving ervan is, terwijl het uitgangspunt moet zijn dat toegang tot middelen niet vrijblijvend is en dat daar in Brussel continu aandacht voor moet zijn;
overwegende dat voorwaardelijkheid een belangrijk nieuw onderdeel kan zijn van het SGP, zodat Europese middelen gekoppeld worden aan voortgang op landenspecifieke aanbevelingen, structurele hervormingen en groeibevorderende investeringen, waarbij de voorwaardelijkheid van de Recovery en Resilience Fund (RRF) een voorbeeld kan zijn;
verzoekt de regering bij de gesprekken over hervorming van het SGP naleving en voorwaardelijkheid als belangrijke thema's in Brussel te blijven agenderen, en daarbij ook het voorbeeld van de voorwaardelijkheid in de RRF mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hartelijk dank, mevrouw Van Dijk. Ten slotte de heer Van Houwelingen. Aan u het woord.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat de energiecrisis het gevolg is van het afschalen van gaswinning uit Groningen, de afschaling van kolen- en kerncentrales en de daarop volgende afhankelijkheid van gasimport uit het buitenland en onvoorspelbare zon- en windenergie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de belastingverlagende maatregelen voor energie slechts tot eind van dit jaar gelden;
overwegende dat veel Nederlanders financieel reeds het water aan de lippen hebben staan en dat dit niet per januari 2023 zal veranderen;
verzoekt de regering om alles in het werk te stellen om de belastingen en heffingen structureel te verlagen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
U heeft twee interrupties. Allereerst de heer Van Weyenberg.
De heer Van Weyenberg (D66):
Voorzitter. Ik heb geen interruptie maar een punt van orde. Volgens mij gaan beide moties niet over de Ecofin, de eurogroep en de EMU maar over het beleid waar we volgende week de Algemene Financiële Beschouwingen over hebben. Dus volgens mij zijn deze beide moties, die prima kunnen worden ingediend bij de AFB, echt niet binnen de orde van het debat over de Ecofin en de eurogroep.
De voorzitter:
Helder. De heer Heinen.
De heer Heinen (VVD):
Voorzitter, ik heb hetzelfde punt. Als de heer Van Houwelingen bij alle debatten is, dan zou hij ook weten dat dit buiten de orde van het debat is.
De voorzitter:
Meneer Van Houwelingen, het klopt inderdaad dat de ingediende moties buiten de orde van het debat zijn. Uw reactie?
De heer Van Houwelingen (FVD):
Mijn reactie is dat we volgens mij in het debat ook over de energieprijzen hebben gesproken en dat dit onderwerp binnen de portefeuille van de minister valt. Dus ik vind het niet heel vreemd om die moties hier nu in te dienen.
De heer Van Weyenberg (D66):
Er valt wel meer binnen de portefeuille van de minister, maar ik kijk nu echt naar u, voorzitter, om ze buiten de orde te verklaren. We hebben volgens mij een afspraak hier over wat we waar doen. Ik vind dat de heer Van Houwelingen deze moties prima had kunnen indienen bij de APB of zou kunnen indienen bij de AFB. Als we het op deze manier gaan doen, halen we ook de orde van tafel. Ik kijk echt naar u als voorzitter.
De heer Heinen (VVD):
Dank voor de toelichting van de heer Van Houwelingen, maar feitelijk is die onjuist. Het debat hebben we over een ander onderwerp gevoerd. Dus deze onderwerpen waren daarbij niet betrokken en dan is het ook niet gepast om daarover moties in te dienen.
De voorzitter:
Helder. Het is inderdaad zo dat ze buiten de orde zijn van het debat. Ik ga het nog even helemaal na. U mag nog een keer reageren, meneer Van Houwelingen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Een korte reactie. Ik heb wel vaker gezien dat moties die veel verder buiten de orde van het debat waren, zijn ingediend. Dus dit is een voorbeeld van dat er selectief wordt opgetreden. Ik kan niet anders zeggen.
De voorzitter:
Ik zie nogmaals twee interrupties.
De heer Van Weyenberg (D66):
Ik heb geen interruptie. Ik heb een vraag aan u, namelijk om de moties buiten de orde te verklaren. En de heer Van Houwelingen is denk ik de laatste die iets moet zeggen over hoe we hier parlementair met elkaar omgaan.
De heer Heinen (VVD):
Wat ik zo jammer vind, is het volgende. Ook achter de schermen spreken de heer Van Houwelingen en ik elkaar en dan valt het mij altijd op dat hij heel goed weet hoe de regels werken. Ik heb nu dan toch het gevoel dat er bewust over de grens wordt gegaan waarbij wij worden gedwongen aan te geven dat dit buiten de orde van het debat is. Dan kan de heer Van Houwelingen vervolgens zeggen: kijk eens, iedereen is tegen mij. Maar dat trucje begin ik wel een beetje beu te worden. De heer Van Houwelingen heeft alle recht om moties in te dienen. Volgende week hebben we de Algemene Financiële Beschouwingen en dan kan hij deze moties alsnog indienen. Het gaat er dus om dat we een motie indienen die in lijn is met het debat dat we hebben gevoerd. En hij moet dan toegeven dat dit hier niet het geval is.
De voorzitter:
Meneer Van Houwelingen, u heeft twee hele goede suggesties gekregen voor waar u deze moties opnieuw kunt indienen. Mocht u dat niet doen, dan ga ik ze wel buiten de orde van dit debat verklaren. Bent u van plan ze ergens anders in te dienen?
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ja, dan dienen we ze bijvoorbeeld bij de Algemene Financiële Beschouwingen in. We zullen wel moeten.
De voorzitter:
Helder. Dan constateren wij dat deze moties allebei niet zijn ingediend. Ik kijk even naar de bewindspersoon. Ik ga ervan uit dat u wilt dat er een paar minuten wordt geschorst.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Aan het woord is de minister voor de appreciatie van de moties.
Minister Kaag:
Dank, mevrouw de voorzitter. De motie op stuk nr. 1890 van de heer Eppink bestaat eigenlijk uit twee delen. De motie "spreekt uit dat de selectieve aankoop hoogst ongewenst is", en ze verzoekt de minister iets. Dit is gewoon een hele lastige, want een aantal van de aankoopprogramma's van de ECB is getoetst door het Europese Hof vanwege zijn onafhankelijkheid. Het OMT is bijvoorbeeld getoetst. De PEPP is niet getoetst. U weet als geen ander, zeg ik tegen de heer Eppink, dat de ECB vanuit een onafhankelijk mandaat opereert. Als minister van Financiën heb ik, samen met anderen, wel de mogelijkheid gecreëerd om vragen te stellen. Met respect voor de onafhankelijkheid kan de ECB zo wel om opheldering worden gevraagd over de keuzes die gemaakt zijn. Zo kunnen wij allen worden meegenomen. De Kamer gaat over het spreekt-uitdeel, maar dat maakt het tamelijk onmogelijk om deze motie oordeel Kamer te geven. Mij wordt namelijk op een hele strakke manier verzocht om een specifiek punt aan de orde te stellen. Ik heb dat al gedaan. Het wordt al uitgevoerd, daar waar wij zorgen zien of verduidelijking willen horen. Ik heb deze Kamer ook al een aparte brief toegezegd over een appreciatie van hoe de ECB invulling geeft aan het mandaat. Maar gelet op de complexiteit vraagt dit nog enige tijd. Zoals de motie nu is verwoord, ontraad ik haar.
De motie op stuk nr. 1891 is, zoals de heer Heinen al stelde, een herbevestiging van staand beleid. Ze is ook gebaseerd op de motie van de heer Heinen zelf. Indachtig het feit dat het een herhaling is van een eerdere motie, al is het wellicht anders verwoord, ben ik bereid deze oordeel Kamer te geven. Maar in de old-fashioned way zou het oordeel "overbodig" zijn. Ik geloof dat het vroeger zo heette. Maar de motie op stuk nr. 1891 krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik geloof dat u een interruptie heeft van de heer Eppink. Gaat die nog over de eerste motie of over de tweede?
De heer Eppink (JA21):
Die gaat over de tweede motie. Ik heb de moties er namelijk bij gepakt. De heer Heinen verzoekt u in zijn motie om niet in te stemmen met het structureel maken van de RRF. Ik voeg daaraan toe de RRF als eenmalig te beschouwen en in de toekomst geen gemeenschappelijke schulden meer aan te gaan, dus geen nieuwe fondsen op dezelfde basis. Dat is wat er hier staat.
Minister Kaag:
Ik vind het altijd heel zorgwekkend als er vanuit de Kamer ... Ik begrijp de oproep, maar ik zou ook graag willen dat u begrijpt dat we in Europa met heel veel panelen moeten schakelen. De Nederlandse inzet is duidelijk. Wij beschouwen de fondsen en instrumenten niet als permanent. Wij willen ook niet politiek aan de lat staan voor het aangaan van gemeenschappelijke schulden op een nieuw niveau. Alleen, deze motie zou in hele onzekere tijden vooruitlopen op een toekomst die we nog niet kunnen voorspellen. Ik vind dat zorgelijk.
Maar de inzet van het Nederlandse kabinet is duidelijk. Daarom hebben wij ook de motie van de heer Heinen oordeel Kamer gegeven. Ik was ook bereid om uw motie, indachtig dezelfde oproep, oordeel Kamer te geven. Maar u kunt hierop geen totaalbeslag leggen of het Nederlandse kabinet dusdanig in de handboeien slaan dat wij nooit handelingsruimte hebben. Mocht het zo zijn dat de crisis in Europa dusdanig groot is en ook van ongekende grootte, dan zou er in de toekomst een instrument gecreëerd kunnen worden. Als wij dat dan allen ook noodzakelijk achten, zouden we door deze motie moeten zeggen: de motie-Eppink maakt het onmogelijk, dus jammer, Europa en jammer, Nederland. Dat zou de heer Eppink ook niet willen, denk ik.
De heer Eppink (JA21):
Niemand kan in de toekomst kijken, maar we zien dat er steeds meer fondsen bij komen. Daardoor ontstaat er eigenlijk een transferunie. Het gaat van Noord naar Zuid. Daarvoor willen wij waarschuwen. U zegt dat we het niet weten en dat er wellicht toch zo'n transfermechanisme komt. Dat gaat gewoon maar door. Daar komt geen einde aan. Daar willen wij voor waarschuwen, maar ik weet niet hoe u dat ziet.
Minister Kaag:
Ik begrijp de waarschuwing, maar ik denk dat u dit ook al in onze brief heeft kunnen lezen. Ik noem ook het debat en een aantal eerdere moties die wij oordeel Kamer hebben gegeven. Maar u geeft nu een andere duiding dan mijn appreciatie bij uw motie. Wij beschouwen veel van de instrumenten als eenmalig. Maar bijvoorbeeld bij de RRF, dat eenmalig zou moeten zijn, hebben we wel gezien dat de lessen van de RRF wellicht toegepast kunnen worden in de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact. Er zijn ook goede ervaringen. Die willen wij herhalen. Ik vind uw motie dus te beperkend om lessen te trekken uit goede ervaringen. Als u de motie een-op-een wilt vergelijken met de motie van de heer Heinen, dan zeg ik, met dezelfde strekking: met mijn appreciatie erbij kunnen we de motie oordeel Kamer geven. Als u iets anders vraagt dan u in uw motie stelt, dan ontraad ik de motie.
De voorzitter:
Meneer Eppink, wilt u de motie in stemming brengen met de appreciatie van de minister, of houdt u het bij uw eigen vertaling, zo strak als het hier geformuleerd is?
De heer Eppink (JA21):
Ja, ik houd het bij die vertaling.
De voorzitter:
Oké. Heb ik het goed begrepen dat de minister deze motie dan ontraadt?
Minister Kaag:
Ja, gebaseerd op wat ik zojuist met de heer Eppink heb gewisseld.
De voorzitter:
Uitstekend. Gaat u verder.
Minister Kaag:
De motie op stuk nr. 1892 is een spreekt-uitmotie. Die is aan het oordeel van de Kamer, zoals altijd.
De motie op stuk nr. 1893, over het mandaat van de ECB, is ook aan de Tweede Kamer.
De motie op stuk nr. 1894, van mevrouw Van Dijk, zien wij als een heldere en goede ondersteuning van de kabinetsinzet. U heeft, denk ik, onze brief van 4 maart 2022 nog in gedachten. Effectieve handhaving of toezicht op de uitvoering is een essentieel element. Dat is een van de drie hoofdprioriteiten van de Nederlandse inzet, naast opwaartse economische convergentie en het waarborgen van schuldhoudbaarheid. Ik maakte net al melding van de lessen van onder andere de RRF, waarin we zien dat eigen plannen tegen mijlpalen, uitvoering en afrekening een goed onderdeel vormen van effectief toezicht. Ik geef deze motie dus graag oordeel Kamer.
Dank.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Ik wil de leden danken en ik wil uiteraard ook de minister heel hartelijk danken voor haar appreciatie van de verschillende moties.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Wij schorsen deze vergadering tot 11.30 uur. O, ik zie de heer Omtzigt naar voren komen. Eigenlijk is de vergadering al geschorst, meneer Omtzigt, maar gaat uw gang.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik hoop van de regering zo spoedig mogelijk nog een antwoord te ontvangen op de enige vraag die ik heb gesteld, namelijk wanneer we inzicht krijgen in de contingency planning.
De voorzitter:
Ik kijk nog even met een schuin oog naar de minister. We geleiden het door naar het kabinet. Hartelijk dank.
De vergadering wordt van 11.02 uur tot 11.30 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20222023-5-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.