18 Ontwerpbesluit tot wijziging van onder andere de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Ontwerpbesluit tot wijziging van onder andere de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Aan de orde is het tweeminutendebat Ontwerpbesluit tot wijziging van onder andere de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met onder meer de jaarlijkse indexering van de tarieven (29398, nr. 1022).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Ontwerpbesluit tot wijziging van onder andere de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met onder meer de jaarlijkse indexering van de tarieven, Kamerstuk 29398, nr. 1022. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. We hebben slechts één spreker en dat is de heer Van Nispen van de SP. Maar die spreekt dan ook namens de hele Kamer, hè?

De heer Van Nispen (SP):

Ik hoop het, voorzitter, maar dat zal blijken.

Voorzitter. We zitten in een enorme koopkrachtcrisis. Veel mensen kunnen de rekening niet betalen. Alles wordt duurder. De kosten moeten omlaag, maar wat doet deze minister van Justitie en Veiligheid? Die verhoogt juist de verkeersboetes waar mensen inderdaad soms tegen aanlopen. Dat is een keuze. Dat is geen verplichting. Daarom dien ik de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de door de minister voorgestelde indexering van de verkeersboetes (de Wahv-boetes, Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften) een keuze is en geen verplichting;

overwegende dat het koopkrachtcijfer op dit moment ver achterblijft bij het cijfer van de zogenaamde consumentenprijsindex (de inflatie) en dat door de keuze van de minister om de boetes te verhogen met het cijfer van de inflatie, de boetes niet alleen in absolute zin, maar ook in relatieve zin fors omhooggaan en de boetes dus harder aankomen bij mensen;

van mening dat de voorgestelde verhoging van de boetes zeer ongewenst is nu Nederland in een koopkrachtcrisis verkeert en mensen dus al moeite genoeg hebben om financieel rond te komen;

verzoekt de regering dit jaar af te zien van de voorgestelde verhoging (indexering) van de verkeersboetes,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Mutluer.

Zij krijgt nr. 1025 (29398).

De heer Van Nispen (SP):

Dan heb ik nog een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat geldboetes bedoeld zijn om mensen in de portemonnee te raken en dat de mate waarin mensen boetes voelen sterker verwant is aan de koopkracht dan aan de consumentenprijsindex (de inflatie);

van mening dat het zuiverder is om de boetes te indexeren op basis van het koopkrachtcijfer van het voorafgaande jaar in plaats van een indexatie op basis van de inflatie;

verzoekt de regering om een eventuele indexering van verkeersboetes voortaan te baseren op de daadwerkelijke koopkrachtcijfers in het voorafgaande jaar, in plaats van de boetebedragen te indexeren op basis van de consumentenprijsindex,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Mutluer.

Zij krijgt nr. 1026 (29398).

De heer Van Nispen (SP):

Tot slot, voorzitter. Ik kom nu niet met een nieuw voorstel waarin ik zeg dat de SP vindt dat de boetes eigenlijk inkomensafhankelijk moeten worden. Dat zou op de langere termijn eerlijker zijn, omdat mensen dan in hun portemonnee worden getroffen in de mate waarin zij inkomen of vermogen hebben. We hebben daar eerder een motie over ingediend. Ik ben erg benieuwd of de minister ons vandaag ook kan vertellen hoe het staat met de uitvoering van die eerdere motie over de objectiveerbare gegevens en het draagkrachtbeginsel. Dat is een eerdere motie die wij al hebben ingediend op 6 juli 2021.

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartstikke mooi. Tot zover de termijn van de Kamer. Kan de minister de beide moties reeds becommentariëren? Het woord is aan haar.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel, voorzitter. Ik heb de moties nog niet, maar ik heb de strekking wel begrepen, dus ik denk dat ik er ook op kan reageren. Misschien moet ik ook direct naar die moties toe.

De eerste motie, op stuk nr. 1025, vraagt mij om ervan af te zien, als ik die zo mag samenvatten. Sinds 2013 wordt de hoogte van de verkeersboetes elk jaar aangepast aan de consumentenprijsindex, het inflatiecijfer. De heer Van Nispen had het daar al over. Die indexering voorkomt dat verkeersboetes door geldontwaarding relatief minder zwaar worden. Zo hebben we het tot nu toe ingericht. Het voorkomt dat gevaarlijk rijden minder hard wordt gestraft. Ik ben me er uiteraard van bewust dat de inflatie, en daarmee de indexering, dit jaar uitzonderlijk hoog is. Dat is ook de reden waarom we hier staan, denk ik. Het kabinet heeft vanwege die enorm stijgende kosten voor de mensen thuis en de inflatie ook maatregelen getroffen. Die maatregelen zijn vooral gericht op de onvermijdbare kosten, dus de kosten die mensen thuis maken voor bijvoorbeeld energie en dergelijke. Het kabinet heeft geprobeerd die kosten waar mogelijk te dempen.

Dit zijn vermijdbare kosten. Je hoeft niet door rood te rijden. Je hoeft die boete niet te krijgen. Om die reden ontraad ik de eerste motie van de SP, waarin wordt gezegd: zie hiervan af. Daarmee zou je de boetes namelijk relatief lichter maken. Volgens mij is dat absoluut niet de bedoeling, overigens ook niet die van de heer Van Nispen.

Zijn tweede motie, op stuk nr. 1026, zegt: kijk naar de indexering van die boetes. De motie van vorig jaar waar hij het over had, heb ik nu niet zo snel paraat. Maar als ik het goed heb, verzocht die er ook om de systematiek onder de loep te nemen: is dit de manier waarop je het wilt doen? Mag ik die zo samenvatten? Ik ga mijn antwoord even afmaken, dan hoor ik straks wel of ik de motie goed heb samengevat.

Ik zou willen vragen om de motie op stuk nr. 1026 aan te houden, want wij zijn bezig met een verkenning naar andere indexeringsopties om te kijken of je dit op een andere manier kan en moet doen. Ik ben dat nu aan het verkennen. Ik neem daarin ook de koopkracht mee, zoals de heer Van Nispen vraagt. Ik kom daar binnenkort ook op terug. Als hij die zou willen aanhouden, dan zorg ik ervoor dat we in ieder geval uiterlijk in het eerste kwartaal van volgend jaar naar de Kamer komen met een toelichting daarop, of al met de verkenning of met de stand van zaken. Ik kan daar dan ook zijn motie van vorig jaar bij betrekken, want volgens mij was die ook breder dan de verkeersboetes. Ik zou 'm dus ook daarbij kunnen betrekken. Maar die op stuk nr. 1026 graag aanhouden en die op stuk nr. 1025 is ontraden.

De voorzitter:

Dat is toch een prachtig aanbod, meneer Van Nispen, een heel mooi pakketje?

De heer Van Nispen (SP):

Het is bijna een prachtig aanbod. De motie op stuk nr. 1025 wordt ontraden. Daar komen we gewoon niet uit. De minister heeft het over verkeersveiligheid, maar er is geen enkel onderzoek waaruit nu blijkt dat, als je deze verhoging niet door zou laten gaan, het een ramp wordt voor de verkeersveiligheid. De kosten zijn al veel te hoog voor heel veel mensen, dus ik vind het heel raar dat het kabinet er nu, in deze uitzonderlijke omstandigheden, niet voor kiest om dat wat we in het verleden altijd deden, namelijk die boetes verhogen met de inflatie, één jaar niet te doen omdat de mensen al hard genoeg zijn getroffen in hun portemonnee. Het kan inderdaad gebeuren dat je ergens een keer een paar kilometer per uur te hard rijdt. Daar komen we dus niet uit.

Dan de motie op stuk nr. 1026. Als de minister toch bezig is met die verkenning, kan zij zich juist gesteund voelen door een uitspraak van de Kamer, die dan nu zou zeggen: het is wel eerlijker om naar het koopkrachtcijfer te kijken dan naar het cijfer van de inflatie. Ik ben vooralsnog dus niet geneigd om die motie aan te houden.

De voorzitter:

Heel goed.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik neem in de verkenning ook de koopkracht mee, maar ik zou het niet opportuun vinden om die verkenning bij voorbaat al te laten invullen door de Kamer. Houd haar dus aan; wij hebben haar goed gelezen en wij nemen dat er ook in mee.

Nog even terugkomend op de motie op stuk nr. 1025: het gemiddelde boetebedrag stijgt door de indexering met nog geen €7. Er zijn foutjes die we allemaal kunnen maken, door iets te hard te rijden. Ik zal het niet allemaal voorlezen, maar een snelheidsovertreding tot 4 kilometer per uur binnen de bebouwde kom gaat dan bijvoorbeeld met €2 omhoog. De bedragen waar we het over hebben zijn, als je dan terug zou rekenen en zou kijken waar het over gaat, relatief laag. Als je het niet doet, betekent het dat de boetes lichter worden; dat kan niet. En er is geen eenduidige uitspraak over de vraag of de hoogte van de boetes wel of niet de verkeersveiligheid beïnvloedt. Ik ontraad die motie op stuk nr. 1025 dus absoluut, en ik vraag of de motie op stuk nr. 1026 kan worden aangehouden. We nemen de context dan mee.

De voorzitter:

Maar dat gebeurt dus niet, dus de motie op stuk nr. 1026 wordt …

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Misschien denkt meneer Van Nispen er nog over na.

De voorzitter:

Dan is de motie op stuk nr. 1026 dus ontraden.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dan is die ontraden vanwege het idee dat ik de verkenning niet bij voorbaat al wil invullen, maar ik neem die elementen wel mee.

De voorzitter:

Heel goed.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors een enkel ogenblik en dan gaan we naar de begroting.

De vergadering wordt van 16.52 uur tot 16.55 uur geschorst.

Naar boven