4 Vragenuur: Vragen Van Raan

Vragen van het lid Van Raan aan de minister voor Klimaat en Energie over het bericht dat Europa snel bos en daarmee ook koolstofopslag aan het verliezen is, vooral door de vraag naar biomassa als brandstof.

De voorzitter:

Ik nodig de minister voor Klimaat en Energie uit om de vraag te beantwoorden van het lid Van Raan van de Partij voor de Dieren over het bericht dat Europa snel bos en daarmee ook koolstofopslag aan het verliezen is, vooral door de vraag naar biomassa als brandstof. Het woord is aan de heer Van Raan van de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De Partij voor de Dieren pleit er al jaren voor om te stoppen met het grootschalig verbranden van bomen, om twee redenen. De eerste reden is de wetenschap. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de Europese Academie van Wetenschappen, die dat echt onduurzaam vindt. De tweede reden is dat de markt van certificering ons eigenlijk misleidt. Dit is de zoveelste studie die laat zien hoe vreselijk onduurzaam en eigenlijk ook dom het is om fossiele energie te vervangen door houtige biomassa.

Voorzitter. Dit rapport laat zien dat het niet alleen vernietigend is voor het klimaat, maar ook dat het onmogelijk wordt om met die bossen iets voor het klimaat te doen. Dit rapport laat zien dat in dit tempo alle bossen binnen de kortste keren zijn opgebrand. Zo verdwijnt het CO2-opnamevermogen, waar deze regering ook op gokt om de klimaatcrisis te bestrijden.

Voorzitter. Kent u dat plaatje van die man die de tak afzaagt waar hij op zit? Daar, in vak-K, zit-ie. Biomassa kan geen onderdeel zijn van het klimaatbeleid. Door het verbranden van bossen is er sprake van een CO2-stijging en wordt CO2-opname vernietigd. Met dit biomassabeleid zijn we dus twee keer verder van huis.

Voorzitter. Het onomkeerbaar vernietigen van de leefomgeving wordt door juristen ecocide genoemd. Mijn eerste vraag: waarom soort deze minister met zijn biomassabeleid voor op ecocide? Mijn tweede vraag: waarom stopt het kabinet dan niet nu meteen met het verstrekken van biomassasubsidies? De komende tien jaar kan er immers nog ruim 9 miljard aan subsidies worden verstrekt voor biomassa. Deze miljardeninvesteringen zorgen voor een biomassalock-in. Is de minister het daarmee eens?

Voorzitter. De Kamer heeft een motie aangenomen waardoor de minister in de EU bij herziening van de RED II-richtlijn, die gaat over duurzaam energiegebruik, moet pleiten voor het rekenen met de werkelijke uitstoot van de inzet van houtige biomassa. In plaats daarvan blijkt hij juist te pleiten voor meer duurzaamheidscriteria om het gebruik te stimuleren. Ik neem aan dat de minister dat gaat corrigeren en zegt dat het niet zo is. Als het wel zo is, dan moeten we vaststellen dat dit niet in de geest is van de aangenomen motie. Wanneer gaat deze minister dan inderdaad met Commissaris Timmermans praten om dit recht te zetten?

Voorzitter. Als de minister intrekking van subsidies juridisch niet aandurft, is hij dan op z'n minst bereid de biomassasubsidies onaantrekkelijk te maken en daarbij de hulp van de staatssecretaris die over het Belastingplan gaat in te schakelen, om het fiscaal te ontmoedigen? Belasting is effectief voor het sturen van gedrag. Ik ga ervan uit dat de minister daartoe bereid is.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Jetten:

Voorzitter, dank u wel. En dank u wel voor deze vraag, meneer Van Raan. Naar aanleiding van berichtgeving bij het Europese nieuwsmedium EURACTIV dat een ngo wederom in kaart heeft gebracht dat er in Europa sprake is van grootschalige kap van bomen en bossen voor het gebruik van biomassa. Het klopt ook dat daarmee de opslag van CO2 in Europese bossen de afgelopen jaren is afgenomen. Dat is een zeer zorgwekkende trend, want we hebben die Europese bossen nodig als carbon sink, zoals dat in het Engels heet. Dat zijn plekken op ons continent waar we CO2 kunnen opslaan. In dit geval is dat door de groei van onze natuur en onze prachtige Europese bossen. Die afnemende trend in Europa moet worden gestopt, gekeerd zelfs. We hebben namelijk de ambitie om middels het bijplanten van bomen en bossen in Europa die carbon sink juist te vergroten. We zitten hier dus op de verkeerde weg. Daarom zet Nederland zich er in Brussel ook al lang voor in om deze trend te keren. Ik doe dat vanuit het kabinet, maar ik doe dat ook met de volle steun van deze Kamer.

Ik heb mij daarom de afgelopen tijd bij de onderhandelingen voor de LULUCF-verordening, een verordening over landgebruik in Europa, namens Nederland ingezet voor opgehoogde en ambitieuzere doelstellingen voor 2030, namelijk 310 miljoen ton voor alle landgebruikcategorieën. Het lijkt erop dat we nu in de onderhandelingen tussen de Europese Raad en het Europees Parlement, de zogenaamde trialogen, tot die ophoging van doelen voor de LULUCF gaan komen. Dat is heel goed nieuws, want in de Raad van Ministers stonden we als Nederland vaak alleen als we ambitieuzer beleid op het gebied van biomassa wilden. Het Europees Parlement zit dus dicht op de lijn van Nederland en dat gaat hopelijk een beter akkoord opleveren.

Dat is de ene kant van de medaille, dus wat je aan doelstellingen in Europa kunt ophogen en aanscherpen. De andere kant van de medaille is de inzet van houtige biomassa. Daar ging de heer Van Raan net ook op in. Ik zou allereerst willen onderstrepen dat de inzet van biogrondstoffen in zijn algemeenheid cruciaal is voor het halen van de klimaatdoelstellingen. Dat hebben ook wetenschappers van het IPCC en het Internationaal Energieagentschap onderschreven. Ook kwamen wij recentelijk in debat met de Kamer met elkaar tot de conclusie dat biogrondstoffen, mits écht duurzaam en écht hoogwaardig ingezet, een belangrijke rol in de transitie spelen. Maar we moeten stoppen met de inzet van houtige biomassa voor laagwaardige toepassingen, dus simpel gezegd het verbranden van hout voor elektriciteitsproductie of voor laagwaardige warmte, want dat is zonde van die biomassa. Daarom ben ik ook gestopt met het afgeven van subsidies voor die laagwaardige warmte en daarom waren we eerder al gestopt met het afgeven van subsidies voor elektriciteitsproductie. Daarmee handelt het kabinet ook in lijn met het SER-advies Biomassa in balans en ook in lijn met moties die door de Kamer zijn aangenomen.

Voorzitter, tot slot. Op dit moment ben ik zelf bezig om, aan de hand van alles wat ik net heb gezegd, de duurzaamheidscriteria voor biomassa in Nederland verder uit te werken en aan te scherpen. Dat doe ik samen met de staatssecretaris die u zojuist zag. Ook in Europa blijven we ons inzetten voor verdere aanscherpingen. In de zeswekelijkse voortgangsrapportages over Fit for 55 zal ik de Kamer ook blijven updaten over waar we staan.

De heer Van Raan (PvdD):

Dank voor uw antwoorden. De minister beschrijft inderdaad wat hij doet. Ik moet zeggen dat als het 1980 was, ik zou zeggen "Nou, goed verhaal. De minister zet zich in en we gaan de goede kant op." Maar dat is niet zo. 239% toename in het gebruik van biomassa, afname van landgebruik, aantoonbare misleiding met de certificering. Het loopt uit de hand en ik vind dat de minister naast de mooie beloftes uit 1980, in mijn ogen dan, ook nog even moet ingaan op de vragen die ik gesteld heb. Misschien moet ik ze nog even herhalen, ik heb nog even tijd.

Dat onomkeerbare aantasten van de leefomgeving, wat nu gebeurt en niet alleen in Europa, maar ook in andere landen, noemen we ecocide. Is de minister zich ervan bewust dat hij met dit beleid echt voorsorteert op ecocide? Dat is vraag één. Vraag twee was de volgende. Hij zegt dat we houtige biomassa gaan afbouwen. Dat klopt, daar hebben we ook hard voor gevochten in deze Kamer. Dus dank aan iedereen die daarvoor heeft meegevochten, onder andere D66. Maar er staat nog voor 9 miljard in de boeken tot 2030. Kan hij daarop ingaan? Als hij het niet durft te verbieden, is hij dan bereid om fiscale maatregelen te nemen en de fiscale maatregelen die de Partij voor de Dieren van plan is in te voeren, te ondersteunen?

En het moet mij toch van het hart, voorzitter. Dit waren echt heel concrete vragen en op geen van die drie vragen is een antwoord gekomen.

De voorzitter:

We gaan nu luisteren naar de minister. Graag antwoord op de gestelde vragen. Het woord is aan de minister.

Minister Jetten:

Voorzitter. Ik heb ook de context proberen te schetsen in mijn beantwoording. Ik ben het eens met de hele kritische toon van de heer Van Raan. Ik zou hem alleen willen uitnodigen of uitdagen om dat in 26 andere Europese parlementen te doen, want hier is van links tot rechts iedereen het erover eens dat de inzet van houtige biomassa voor laagwaardige toepassing niet meer kan. Dat is ook de reden waarom dit kabinet heeft gebroken met eerder beleid, ook heeft besloten om geen nieuwe subsidies af te geven en daarmee ook echt de kentering in te zetten. En dan heel concreet: de subsidies die reeds zijn beschikt, kan ik inderdaad niet intrekken. Daar heb ik de Kamer eerder ook uitgebreid over geïnformeerd. Of je op andere fiscale manieren dit verder kan ontmoedigen, durf ik nu niet te zeggen. Als de Partij voor de Dieren daar concrete voorstellen voor heeft, zal ik die uiteraard met heel veel interesse bekijken.

Het is ook terecht dat de heer Van Raan het punt van certificering aansnijdt, want we hebben in het verleden gezien dat er vaak heel veel vragen over waren of als duurzaam bestempelde houtige biomassa ook wel daadwerkelijk duurzaam was. Daarom heb ik ook eerder de Nederlandse Emissieautoriteit gevraagd extra onderzoek te doen naar de herkomst van houtige biomassa die in Nederland wordt toegepast. Uit dat aanvullend onderzoek is gebleken dat er geen sprake is van foute biomassa die naar Nederland toe kwam, in dit geval uit Estland. Dat was dus in die zin voor de verbranding van houtige biomassa in Nederland een meevaller. Tegelijkertijd constateren we ook onder andere door dit rapport van de ngo dat er in heel veel Europese landen wel degelijk sprake is van houtkap die niet als duurzaam kan worden bestempeld. We zullen dus in Europa tot betere duurzaamheidseisen en hardere afspraken moeten komen. Dat is precies mijn inzet en dat zal die ook blijven, want ik deel met de heer Van Raan dat de transitie op het gebied van klimaat en energie alleen maar gaat slagen als we ook biodiversiteit daar fatsoenlijk in meenemen. Dan moeten we dus ook op een gegeven moment stoppen met de houtige biomassa voor laagwaardige toepassingen.

Ik werp verre van me dat het Nederlandse beleid leidt tot die ecocide. Wij doen in dit land namelijk alles om het aan te scherpen, ook op aandringen van de Kamer. U bent een van de voorvechters daarvan. Maar op Europees vlak moet het echt nog een stuk beter; dat ben ik met u eens.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik kan een heel eind meegaan met de heer Van Raan. Als je op de Veluwe rijdt of naar de Sallandse Heuvelrug en je gaat daar fietsen, dan is het af en toe echt verschrikkelijk wat je daar ziet aan kaalslag en dan hebben we het alleen nog maar over Nederland. De minister zei dat hij al een einde heeft gemaakt aan de subsidies voor houtige biomassa. Maar houtige biomassa is ook afval uit de landbouw, of in elk geval zijn het restproducten uit de landbouw. Plantaardige restanten van de akkerbouw — zeg maar — vallen dus ook onder houtige biomassa. We willen heel graag kringlooplandbouw en dit past dan weer in de kringloop. Mijn vraag is hoe het dan zit met het afschaffen van die subsidie; moeten we daar niet onderscheid in maken?

Minister Jetten:

Daarom hebben we er ook voor gekozen om te stoppen met de subsidies maar geen algeheel verbod op houtige biomassa af te kondigen, want het klopt natuurlijk dat er heel veel verschillende vormen zijn. Voor houtige biomassa waar de heer Van Raan naar verwijst, zijn we elders op de wereld bomen aan het kappen om die naar Europa te verschepen om die dan vervolgens hier te verbranden. Het is echt te bizar voor woorden dat we dat nu nog doen. Houtige biomassa die afkomstig is van snoeiafval vanwege groenonderhoud, of die afkomstig is uit de landbouwsector, kan wel degelijk nuttig zijn, ook de komende jaren. Het advies van de Sociaal-Economische Raad is daarbij heel nuttig, omdat dat eigenlijk per vorm van biomassa zegt wat de beste vorm is om die in te zetten en hoe je dat zo hoogwaardig mogelijk kunt doen. Maar daar hoeft geen subsidiëring bij te komen kijken; daarvoor geldt echt de wet- en regelgeving, die voldoende mogelijkheden biedt om dit soort biomassa die van dichtbij komt, ook te blijven inzetten.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, tot slot.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik hoop dat dat sowieso nog mogelijk blijft, maar ook dat, als daar subsidie voor nodig is, die wel aangevraagd kan blijven worden. Nogmaals, we hebben het hier altijd over de kringlooplandbouw: dat moet allemaal en de partij van deze minister is daar een groot voorvechter van. Maar wat ik dan — als tweede vraag, zeg maar — nog wil weten, is of we in zicht hebben of inzichtelijk kunnen maken hoeveel ton CO2-uitstoot die gekapte bomen kosten die hiernaartoe komen, want die komen ook vaak nog met schepen hiernaartoe. Dat zou ik eigenlijk best weleens graag inzichtelijk willen hebben als we bijvoorbeeld weer een nieuw stikstofdebat hebben. De uitstoot van stikstof van de scheepvaart is ook niet onaanzienlijk. Dan kunnen we die cijfers ook gebruiken.

Minister Jetten:

We rapporteren regelmatig over de inzet van biomassa in Nederland. Daarbij kun je inzage geven in wat het heeft bespaard aan CO2, bijvoorbeeld omdat je geen kolen verbrandt. De ketenpartijen zijn verantwoordelijk voor het inzichtelijk maken van de hele keten, van productie tot vervoer en verbranding in Nederland. Ik denk dat er wel cijfers van beschikbaar zijn. Ik heb die nu niet bij de hand. Wil je een goede afweging kunnen maken van wat een goede inzet is van biogrondstoffen, dan is het goed om naar de hele keten te kijken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik de minister bedanken voor zijn beantwoording en zijn komst naar de Kamer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik schors de vergadering voor een paar minuten en dan gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven