23 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 2 december 2004 te New York tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (Trb. 2010, 272) (36027-(R2160)).

Op verzoek van de fractie van de PVV benoem ik in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Markuszower tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bosma.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda het tweeminutendebat Voortgang/evaluatie missies (CD d.d. 03/11), met als eerste spreker het lid Fritsma van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Kuzu van DENK voor zijn verzoek.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Onverstoorbaar waren al die maatschappelijke organisaties en activisten die jarenlang hebben gestreden om het kabinet te laten erkennen dat we excuses moeten aanbieden voor het slavernijverleden en het koloniale verleden. Het is een historische stap dat het kabinet voornemens is om waarschijnlijk in december — officieel moet het nog bevestigd worden — over te zullen gaan tot daadwerkelijke excuses. Nu begrijpen wij uit de berichtgeving dat het kabinet 200 miljoen beschikbaar gaat stellen voor een bewustwordingsfonds. Daarover zou ik graag een debat willen voeren met de minister-president en de minister van Binnenlandse Zaken, omdat de Kamer, volgens mij, best ideeën heeft over hoe wij dat zouden moeten inzetten. Mijn fractie heeft die ideeën in ieder geval wel.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. De heer Kuzu merkt inderdaad op hoe bijzonder de berichten in de media zijn. Een hoop politieke fracties zijn al maanden bezig om het gesprek daarover aan te gaan. Ik zou graag willen dat we een definitieve brief van het kabinet krijgen over de reactie van de dialoogtafels, waar we al een jaar op wachten. Dan pas willen we bekijken of we een debat willen. Dus voor nu geen steun, maar uiteraard wel tegen de achtergrond dat D66, en heel veel andere politieke partijen, heel erg snakken naar die excuses.

De heer Markuszower (PVV):

Geen steun voor het verzoek.

De heer Van Strien (VVD):

Ik heb wel begrip voor het vurige pleidooi van de heer Kuzu, maar zoals hij zelf ook aangeeft: dat zijn geruchten. Dus ook wat mij betreft wachten we eerst even af wat er daadwerkelijk in de brief van het kabinet staat over het besluit. Dan kunnen we daarna een debat voeren.

De heer Peters (CDA):

Ik volg de VVD in dezen.

De heer Stoffer (SGP):

Geen steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Mede namens de SP, steun.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Wat ons betreft kan het best een interessant debat worden, dus steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Geen steun.

De voorzitter:

Er wordt nog druk overlegd, zie ik. Mevrouw Den Haan, Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Geen steun voor een debat. Als ze 200 miljoen willen uitgeven, komen ze wel met een begrotingswet. Dan kunnen we het er zeker over hebben, maar voor die tijd hoeft het niet.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Verschillende collega's hebben al gezegd dat ze uitkijken naar de verdere brief van het kabinet en het vervolg. Dat doe ik met hen. Geen steun voor dit verzoek.

De heer Mohandis (PvdA):

Als alle informatie deze kant op komt, of op gaat komen — dat verwacht ik wel op een gegeven moment — dan zullen we dat debat hebben. Dus steun voor de lijn van D66, maar ook steun voor het debat, want beide gaan samen.

De voorzitter:

Dus u steunt wel nu een debat?

De heer Mohandis (PvdA):

Nou, als er nu, na deze aanvraag, een debat zou plaatsvinden, zou dat een wonder zijn in dit huis. Dat gebeurt nooit. Het duurt altijd weer maanden.

De voorzitter:

Maar u steunt het verzoek voor een debat?

De heer Mohandis (PvdA):

Zeker, zeker, maar ook dat we informatie krijgen.

De voorzitter:

Helder, dank u wel. Mevrouw Simons, BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ja, natuurlijk, het is een belangrijk onderwerp voor mijn partij. Ik zou de heer Kuzu vanuit de grond van mijn hart willen steunen in dit verzoek. Echter, ik moet de lijn van D66 volgen, omdat ik denk dat het goed is om een officieel bericht van het kabinet af te wachten.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik zit op dezelfde lijn als de PvdA.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is geen meerderheid voor uw verzoek, maar er is wel gevraagd om informatie. Dat zullen we doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, hebben we 30 leden?

De voorzitter:

Ja.

De heer Kuzu (DENK):

Dat laat ik ook nog even op de lijst zetten, want als die brief er dan is, vraag ik een meerderheidsdebat aan. Dan moeten D66 en al die andere partijen die hebben aangegeven dat ze willen wachten op informatie van het kabinet, volgens mij meegaan in een meerderheidsverzoek. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan kijken we naar de heer Markuszower, van de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Eigenlijk heb ik drie verzoeken over hetzelfde onderwerp. Duizend loodgieters zullen niet meer helpen: het lek vanuit het Presidium zal niet gedicht worden. Daarom verzoek ik dat de Rijksrecherche onderzoek gaat doen naar het lek vanuit het Presidium. Dat is eigenlijk al het tweede lek uit het midden van deze Voorzitter. Het zou daarom misschien goed zijn als de Voorzitter zou terugtreden. Maar ik wil dus dat er aangifte wordt gedaan van het lek. Dat is verzoek één.

Ik heb daarbij nog een subverzoek. De basis waarop het Presidium een onderzoek naar oud-collega en -Voorzitter Arib heeft bevolen, is totaal weggevaagd. Dat konden wij afgelopen zaterdag lezen in de Volkskrant. Er zouden bijna 30 klachten over haar zijn en er zou een brief zijn geschreven door zes vertrouwenspersonen. Van dat alles blijkt dus helemaal niks waar te zijn. Daarom wil ik dat het onderzoek naar mevrouw Arib per direct stopt.

Mijn laatste verzoek is eigenlijk een debat over deze zaken, zodat het Presidium zich kan verantwoorden voor de kwalijke gang van zaken van de afgelopen periode.

De voorzitter:

Ik zal in ieder geval de informatieverzoeken doorgeleiden naar het Presidium. Er is een verzoek om een debat. We gaan eerst even luisteren naar mevrouw Michon-Derkzen van de VVD.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Het verzoek van de heer Markuszower verbaast mij zeer. We hebben vorige week in de commissie voor de Werkwijze met elkaar gesproken. We hebben een heel aantal vragen gesteld aan onze voorzitter van die commissie, die tevens voorzitter van het Presidium is. Wij wachten op het antwoord op die vragen. We hebben een brief gekregen waarin staat dat we daar iets langer op moeten wachten. Ik kijk uit naar die antwoorden, maar voordat we die antwoorden hebben, geef ik geen steun voor dit verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. De heer Markuszower heeft de opmerkelijke gave om de feiten niet te willen zien. Er is al aangifte gedaan. Ten eerste heeft de commissie voor de Werkwijze hierover gesproken. Ten tweede is een collega van de heer Markuszower een van de langstzittende leden van het Presidium. Daar kan hij ook informatie opvragen. Ik steun dit niet.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Er staat al een debat gepland op 16 november. Geen steun dus voor dit debat.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Er staat op 16 november een commissie voor de Werkwijze gepland. Volgens mij heeft ook de PVV steun gegeven om volgende week woensdag met elkaar verder te spreken. Het lijkt mij goed om dat gewoon volgende week woensdag met elkaar te doen. Geen steun dus voor deze verzoeken.

De heer Sneller (D66):

Dat waren wijze woorden van de voorgaande sprekers. Geen steun dus.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dat geldt voor mij ook. Geen steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik geef ook geen steun. Er wordt in dit huis een proces gevolgd. Daarover wordt gesproken, verantwoording afgelegd en ook nagedacht in de commissie voor de Werkwijze, maar allermeest bij het Presidium, waar die verantwoordelijkheid namens ons allen is belegd.

De heer Bontenbal (CDA):

Geen steun, voorzitter. Collega Bikker haalt mij de woorden uit de mond.

De heer Stoffer (SGP):

Daar sluit ik mij ook bij aan, voorzitter.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik geef ook geen steun, ook namens JA21.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Er ligt sinds vandaag een brief van het Presidium dat het meer tijd nodig heeft voor de beantwoording van onze vragen. Die vragen worden uiterlijk maandag beantwoord. De Partij van de Arbeid gaat ervan uit dat alle vragen beantwoord zullen worden en dat we daar dus op 16 november over komen te spreken in de commissie voor de Werkwijze. Maar nu vooralsnog dus nog geen steun voor het debat.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Dat wou ik ook zeggen, dus geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Steun voor het informatieverzoek. Mevrouw Olfers zei gister bij Op1 dat zij wel gevraagd was maar geen offerte uitgebracht heeft. Ik zou dus aan de informatieverzoeken die er liggen de vraag willen toevoegen hoe de aanbesteding van het onderzoek gegaan is. Het zit boven de aanbestedingsdrempel, dus ik neem aan dat er meerdere zaken gedaan zijn. Ik hoop dat dit volgende week toegevoegd kan worden. Ik ben verbaasd dat de onderzoeksopdracht vertrouwelijk is. Ik had eigenlijk verwacht dat die vandaag met de Kamer gedeeld zou zijn en verzoek u die zo snel mogelijk te delen met de Kamer. Ik vind het proces wat lang duren, zeker nu er een verzoek ligt om het op te schorten. Als dan zelfs de opdracht niet aan de Kamer gegeven kan worden, stelt mij dat toch een beetje teleur.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het verzoek. Er zijn wel wat aanvullende vragen gesteld, die ik zal doorgeleiden naar het Presidium.

De heer Markuszower (PVV):

Dat begrijp ik. Er werd verwezen naar het vorige debat van de commissie voor de Werkwijze, maar toen was de informatie die in de Volkskrant stond nog niet bekend, namelijk dat drie van de zes vertrouwenspersonen zeggen helemaal niks te weten van die brief en zij ook afstand nemen van de inhoud. Dat zou ik graag willen toevoegen aan de brief.

De voorzitter:

Ja, dank u wel.

De heer Markuszower (PVV):

Dan het tweede. De heer Azarkan verwees naar een aangifte die is gedaan. Er is aangifte gedaan van het eerste lek, maar bij de Volkskrant zijn minimaal twee Presidiumleden leeggelopen op anonieme basis. Ik zou de Voorzitter willen verzoeken ook aangifte te doen van dat tweede lek.

De voorzitter:

Ook dat zal ik doorgeleiden naar het kabinet ... Sorry, naar het Presidium. Wat zei ik, het kabinet? Zo gaan we nu wel een beetje met elkaar om, maar dat is niet de bedoeling, denk ik. Ik hoop dat we daar ook een keer van afstappen.

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt, die een tweetal verzoeken heeft. Gaat uw gang.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. In de besluitenlijst van de ministerraad staat dat er een wijziging van het besluit pensioenen voorlag. Daarover is geen besluit genomen. Het lijkt mij buitengewoon onwenselijk dat die wijziging na de stemming wordt gepubliceerd, dus ik zou graag willen weten welke wijziging van het besluit pensioenen voorlag. Daarover zou ik graag voor woensdagavond een brief ontvangen, zodat we die kunnen betrekken bij het debat van donderdag.

Het tweede verzoek dat ik over pensioenen wil doen, betreft iets zeer recents, dus ik kon het niet toevoegen. Op de site van Confident staan berekeningen. Ik wil graag …

De voorzitter:

Laten we eerst even uw eerste verzoek doen. Volgens mij is dat een verzoek om informatie. Is daar bezwaar tegen?

De heer Léon de Jong (PVV):

Zeker geen bezwaar. Het is juist van heel groot belang dat we die informatie hebben, maar ik wil daar iets aan toevoegen. Als die brief niet komt voor de plenaire behandeling van donderdag, zullen we moeten schorsen tot het moment dat die brief er wél is. Ik steun dus het verzoek van de heer Omtzigt, maar mijn nadrukkelijke verzoek is om ook het signaal af te geven aan het kabinet dat we, als die brief er niet is voor de plenaire behandeling, zullen wachten tot die brief er wél is. Wat mij betreft kunnen we de plenaire behandeling zonder die brief niet voortzetten.

De voorzitter:

We zullen dit ook doorgeleiden naar het kabinet.

Uw tweede verzoek, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat hoort bij het eerste verzoek; daarom probeerde ik het samen te doen.

Op de site van Confident — die is van actuaris Henk Bets — staan scenario's van DNB, u weet wel, die scenario's waarop de hele wet gebaseerd is. Volgens zijn berekeningen wordt er in de DNB-scenario's voor elke €100 die er in de pensioenpot van een 25-jarige zit, tot €300 belegd. Dat zou echt extreem zijn. Die vraag ligt er. Ik wil echt voor woensdag twaalf uur weten of dat klopt. Hij zegt ook dat in de sommen die daar staan de voorspelde rendementen op aandelen veel hoger zijn dan op dit moment is voorgeschreven door de Commissie Parameters. Als dat zo zou zijn, krijg je een mooie uitkomst, want dan mag je met veel meer rekenen dan nu wettelijk is toegestaan. Klopt dat of niet? Ook daarop zou ik graag een reactie willen voor morgen twaalf uur.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan zullen wij dit ook doorgeleiden naar het kabinet.

Uw tweede verzoek, uw echte tweede verzoek.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. In november en december krijgen huishoudens €190 als tegemoetkoming, vooruitlopend op het energieprijsplafond, omdat het energieprijsplafond gewoon te bewerkelijk was om dat al op 1 november in te laten gaan. Daartoe heeft de regering een begroting ingediend, de negende incidentele suppletoire begroting. Daar zit bijna 3 miljard aan uitgaven in. Ze hebben dat al vastgesteld en het geld is al bijna helemaal uitgegeven. Echter, ongeveer 400.000 tot 500.000 huishoudens krijgen die €190 helemaal niet. Ik zou die wet graag gewoon behandelen. Dat moet ook, want het is een begrotingswet. Die moet behandeld worden.

De voorzitter:

Dus u wilt hem toevoegen aan …

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik wil hem toevoegen aan de agenda, het liefst aan de agenda van deze week, maar laten we het gewoon volgende week doen. Ik zeg tegen de collega's: als u hierover maandag een wetgevingsoverleg wilt organiseren, vind ik dat prima. Het gaat mij er niet om dat het plenair gebeurt, maar ik wil dat wetsvoorstel behandelen, omdat honderdduizenden gezinnen buiten de boot vallen voor die €190-maatregel. En …

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik wil daarover praten voordat dat geld uitgegeven wordt. En niet …

De voorzitter:

Ik ga even kijken of daar steun voor …

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Mag ik nog één laatste punt maken? Niet donderdag in het commissiedebat. In commissiedebatten worden geen begrotingswetten behandeld. Dus kom er alsjeblieft niet mee aan dat we dit donderdag moeten doen.

De voorzitter:

Uw verzoek is om het plenair of in een wetgevingsoverleg, apart, te behandelen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Daar wilde ik ook niet mee aankomen; ik wilde graag steun verlenen aan het verzoek.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Van harte steun. Als rapporteur en vanuit de commissie voor de Rijksuitgaven wil ik hier graag aan toevoegen dat we dit soort suppletoire begrotingen veel te vaak onbehandeld laten, dus het is heel goed dat de heer Omtzigt dit voorstelt.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik snap dat we dit goed moeten behandelen, maar het debat van donderdag is geen commissiedebat, maar een notaoverleg, waarbij ook de spreektijd is uitgebreid. Mijn voorstel zou zijn om dit donderdag gewoon mee te pakken. Iedereen is dan voorbereid; we zijn ermee bezig. Als daarna blijkt dat er geen goede antwoorden op de vragen zijn gekomen, kunnen we altijd alsnog iets inplannen. Er komt ook nog een begrotingsbehandeling. Desnoods trekken we er een extra maandag voor uit.

De heer Boucke (D66):

Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Bontenbal.

De heer Stoffer (SGP):

Steun, mede namens JA21.

De heer Heinen (VVD):

Ik sluit me ook aan bij de woorden van de heer Bontenbal. Er is dus een notaoverleg. Over twee weken komt er nog een begrotingsbehandeling. Als dat nou niet genoeg is, kan er altijd nog besloten worden tot een extra WGO, maar laten we nou eerst deze debatten voeren.

De heer Kops (PVV):

Steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Gezien de reeds geplande debatten geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ook namens PvdA en SP steunt GroenLinks het verzoek.

De voorzitter:

Steun, zei u?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, steun. Namens alle drie.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, ook namens BBB.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dan heb ik toch even een inhoudelijke vraag aan de voorzitter. Het klopt toch dat ik een begroting niet kan behandelen in een notaoverleg?

De voorzitter:

Het is belangrijk dat u dit in de commissies procedureel bespreekt. Daar zit het mandaat om dit soort dingen te bespreken. Er is een meerderheid voor nodig.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Maar je kunt geen begroting behandelen in een notaoverleg, voorzitter. Dat moet dus omgezet worden in een wetgevingsoverleg. Ik kan er donderdag niet bij zijn. Ik snap wat u zegt allemaal.

De voorzitter:

Een notaoverleg kan in een wetgevingsoverleg omgezet worden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja, maar dan moet dat geregeld worden. De commissievergadering is pas op 29 november. Als je het dan op de agenda zet, is al het geld al uitgegeven, want op 1 december wordt de laatste tranche uitgegeven. Het lijkt mij echt belangrijk voor onze begroting.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het belangrijk dat u dat ook via bijvoorbeeld een procedure in de commissie gaat bespreken. Dat is echt de weg om dit soort dingen te regelen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik heb geen stemrecht in commissies, zoals u weet. Ik mag daar dus niet eens optreden. En dat zit mij best wel dwars. Ik kan niet anders als afgesplitst Kamerlid. Ik zeg dat nog één keer tegen alle 150 Kamerleden hier. Ik heb geen enkel stemrecht in de commissies. Ik mag de voorstellen niet doen en als ik een mail stuur, dan wordt er teruggestuurd: u bent geen lid. U ziet maar hoe u het gaat behandelen. Als u op deze manier 3 miljard wilt uitgeven, dan doet u dat maar.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Heinen wil daar nog even op reageren.

De heer Heinen (VVD):

Het punt van de heer Omtzigt begrijp ik wel. We kunnen gewoon altijd samen optrekken. Hij kan zijn punt natuurlijk ook aan ons doorgeven. Ik wil er nog iets bij aangeven. Er stond een commissiedebat. Dat is op verzoek van ook, volgens mij, de heer Stoffer omgezet in een notaoverleg om er breder over te kunnen spreken. Over twee weken spreken we dus over de begroting EZ. Daar kan het wel bij betrokken worden. Het is dus niet zo dat er hier niet over gedebatteerd kan worden. Ik hecht eraan om dat te benadrukken.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter, dank u wel. Wolven in de achtertuinen, wolven die achter mountainbikers aanrennen, een vriendenstel dat achterna gezeten en omsingeld werd door vier wolven, dierenartsen die de noodklok luiden en spreken over oorlogsgeneeskunde in de weilanden, de provincie Drenthe die met de handen in het haar zit en een motie heeft aangenomen om … Pardon? Is het normaal dat mensen gaan schreeuwen terwijl ik een verhaal houd?

De voorzitter:

Nee, dat is niet normaal, meneer Van der Lee. U gaat verder met uw verzoek, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, kom gewoon naar de interruptiemicrofoon als u iets te vertellen heeft. Ik vind dit gedrag echt zeer irritant.

De voorzitter:

U gaat verder met uw verzoek, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, meneer Van der Lee, niks rustig. Ik spreek daar de voorzitter op aan. Dit is heel irritant.

De voorzitter:

Nee, meneer Van der Lee, blijft u alstublieft zitten. Laat mevrouw Van der Plas haar verzoek afmaken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, we hebben het altijd over omgangsvormen hier. Het is heel normaal dat als iemand hier een inleiding houdt, er dan niet vanuit de zaal geschreeuwd wordt.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, ik heb u het woord gegeven en u gaat nu uw verzoek doen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. De provincie Drenthe die met de handen in het haar zit en een motie heeft aangenomen die ertoe strekt om bij het Rijk aan te dringen op het beheer van de wolf. Het loopt helemaal uit de hand met de wolf. Het is mogelijk dat er ernstige ongelukken gebeuren. Nu is dat alleen nog maar het geval met dieren, maar het is een kwestie van tijd dat hier ook mensen het slachtoffer van worden. Ik wil graag een debat aanvragen met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om te praten over de wolf. Een wolvendebat dus.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. Dit verzoek heeft een heel hoog roodkapjegehalte. Dus geen steun. Morgen hebben we een commissiedebat Natuur.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. Een van die wolven bleek een hond. Het lijkt me goed om dit morgen bij het commissiedebat Natuur te bespreken.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. De zorg van mevrouw Van der Plas hoeven we hier niet te bagatelliseren. Die zorgen zie en ken ik ook op het platteland. Ik herken ook de beelden van vee dat echt het slachtoffer is van die wolf. Maar daar kunnen we morgen over in debat met de minister voor Natuur en Stikstof. Dus geen steun. Morgen een commissiedebat. Dat is snel genoeg.

De heer Bontenbal (CDA):

Morgen is er een commissiedebat Natuur. Daar kunnen de wolf, de hond en alle andere dieren besproken worden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik steun het niet. Ik maakte een opmerking, omdat ik vind dat een inbreng van twee minuten in een debat thuishoort, en niet bij de regeling van werkzaamheden. Dat is ook onze afspraak. Deze regeling kost iedere week veel te veel tijd. We moeten kort en bondig een verzoek toelichten. That's it!

De voorzitter:

Steunt u het debat?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat had ik al gezegd. Nee.

De heer Van Baarle (DENK):

Geen steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Kort en bondig: morgen commissiedebat Natuur; geen steun.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik ken het gebied op de Veluwe waar die wolven lopen. Ik heb ze pas gezien. Dus ik steun dat. Want ik ben er bang voor.

De heer Thijssen (PvdA):

Geen steun. Daar hebben we het morgen over.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Ik was vergeten dat het ook mede namens de SP en mevrouw Den Haan geen steun was.

De heer Eerdmans (JA21):

Wij steunen dit mede namens de collega van BVNL.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Van der Plas, er is geen meerderheid voor uw verzoek. Maar er is wel aangegeven dat het in het commissiedebat besproken kan worden.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik wil nog even iets rechtzetten. De heer De Groot zei dat een van die wolven een hond bleek te zijn. Maar die heb ik dus juist net niet genoemd. Die heb ik niet genoemd. Dus het gaat mij om de echte incidenten met de wolven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat is rechtgezet.

Dan gaan we naar mevrouw Maatoug van GroenLinks.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Voorzitter. De commissie voor Financiën is, zoals dat gebruikelijk is, bezig met de behandeling van het Belastingplan. Dat doen we goed en nauwkeurig en daarom hebben we wetgevingsoverleg, om ook de techniek van wetten te kunnen wegen en daarover vragen te kunnen stellen en daarna hebben we een plenaire behandeling. Afgelopen vrijdag kregen we een nota van wijziging met daarin een nieuwe maatregel, namelijk dat het LIV, dat zou worden afgeschaft, voor twee jaar verhoogd wordt. Die maatregel is hiervoor niet besproken; daar hebben we nog geen kennis van kunnen nemen en we hebben die niet kunnen wegen. De staatssecretaris gaf aan dat werkgevers het zo wilden, maar wij hebben daar nog heel veel vragen over. Ik heb als parlementariër niet heel veel instrumenten. Ik kan hier roepen: "Schande, we stoppen ermee en we gaan het niet behandelen." Dat vind ik niet wenselijk. Mijn verzoek — maar dat kan ik niet doen — zou eigenlijk zijn: haal dat stukje van het LIV, die primarkbonus, eruit, zodat we dat nog los kunnen behandelen en netjes kunnen behandelen. Dat kan ik niet doen, want daar ga ik niet over. Wat ik wil doen, is dus om een brief verzoeken voordat we zo starten met het begin van het belastingplandebat, waarin in de eerste plaats staat met wie er gesproken is om dit te besluiten, want in de memorie van toelichting en in de brief van het kabinet staan twee verschillende dingen. Er moet dus in staan met wie er overlegd is en verder wat de weging van het kabinet zelf is en waarom er anders dan in alle conclusies en evaluaties nu voor gekozen is om dit instrument door te zetten.

De voorzitter:

Dank u wel. Het is een informatieverzoek in plaats van een wijziging van de behandeling. Ik kijk of er bezwaar tegen is om dit informatieverzoek door te geleiden. Dat is niet het geval.

Dan zijn er een drietal aanvragen voor tweeminutendebatten. Ik wil daar even een reactie op geven. Dat heeft niks te maken met de inhoud, maar ik wil u wel vragen, omdat deze tweeminutendebatten deze week ingepland moeten worden, om echt goed na te denken of het zo urgent is dat het deze week moet, in verband met de belasting van de plenaire agenda. Want we hebben begrotingen en we hebben heel veel andere dingen op de agenda staan. Dat betekent dat het wel meteen effect heeft op de agenda. Dat geldt ook als het gaat om het verzoek om meteen deze week ook te stemmen. Nogmaals, dit staat los van de inhoud. Dan geef ik eerst het woord aan de heer Thijssen van de PvdA.

De heer Thijssen (PvdA):

Ik wil een vooraankondiging doen om nog deze week een tweeminutendebat te doen over verduurzaming van de industrie, zodat we daar volgende week dinsdag over kunnen stemmen. Daar hoeven we niet deze week over te stemmen, maar ik wil wel graag een tweeminutendebat.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we dat inplannen. De heer El Yassini, van de VVD.

De heer El Yassini (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik sta helemaal achter uw verklaring dat we daar heel secuur mee om moeten gaan. Het is alleen in het geval van dit specifieke tweeminutendebat Mbo wel zo dat de minister al deze week, volgende week en de week daarna al meteen in onderhandeling gaat met de MBO Raad. Dat betekent dus in feite dat we het voor deze week moeten inplannen, zodat we aan de minister mee kunnen geven wat er eventueel moet veranderen of worden aangepast aan zijn inzet. Ik wil wel aangeven dat er dan volgende week dinsdag gestemd wordt over de moties, maar ik wil het deze week wel inplannen, zodat de minister ook weet welke instrumenten hij mee mag krijgen vanuit de Kamer om die onderhandelingen met de MBO Raad in te zetten.

De voorzitter:

Dank u wel en ook dank voor deze toelichting daarop. Dan geef ik het woord aan mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren, ook voor een verzoek tot een tweeminutendebat.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Er stond inderdaad al een tweeminutendebat over gewasbeschermingsmiddelen. Wij noemen dat landbouwgif. Omdat er volgende week in Europa gestemd wordt over de verlenging van glyfosaat, vinden we het belangrijk om daar deze week nog een tweeminutendebat over in te plannen, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we dat op die manier organiseren, als daar geen bezwaar tegen is. Dat is niet het geval.

Dan zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden, dus u kunt gaan zitten. O, heeft u nog een verzoek? Het staat niet op mijn lijstje. Ik ben heel benieuwd.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dat begrijp ik. Ik ben blij dat het kan worden toegevoegd. De minister heeft toegezegd om na het herfstreces de vragen die wij hebben gesteld over niet-toetsbare stoffen per brief te beantwoorden. Ik wil de minister vragen of hij die brief voor het tweeminutendebat wil toesturen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dit zal ik doorgeleiden naar het kabinet.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan starten we met het tweeminutendebat Innovatie en ruimtevaart.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven