2 Vragenuur: Vragen Koerhuis

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Koerhuis aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Klimaatactivisten breken in op Schiphol, arrestanten klagen over 'gebrek aan eten en drinken'".

De voorzitter:

Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid van harte welkom en ook de woordvoerders, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het mondelinge vragenuur volgen. Ik geef het woord aan de heer Koerhuis. Die heeft een vraag aan de minister over het bericht "Klimaatactivisten breken in op Schiphol, arrestanten klagen over 'gebrek aan eten en drinken'". Het woord is aan de heer Koerhuis van de VVD.

De heer Koerhuis (VVD):

Voorzitter. We hebben allemaal gezien dat klimaatactivisten op Schiphol hebben ingebroken en vliegtuigen hebben geblokkeerd. Dit is onacceptabel. We hebben allemaal ook gezien dat het KLM-personeel is tegengehouden en uitgescholden door klimaatactivisten. Dit is ook onacceptabel. Graag een reactie van de minister. De luchtvaart verbindt ons land met de wereld en we moeten staan voor ons luchtvaartpersoneel. Het inbreken op Schiphol en het blokkeren van vliegtuigen is niet alleen gevaarlijk voor reizigers en voor luchtvaartpersoneel, maar ook voor klimaatactivisten. Vliegtuigen die moesten worden afgehandeld op Schiphol-Oost, voelden zich gedwongen om uit te wijken naar Rotterdam-Den Haag. Ik begrijp dat, omdat vliegtuigen in een gecontroleerde omgeving moeten worden afgehandeld en moeten worden geparkeerd, in het belang van de o zo belangrijke vliegveiligheid. We hebben zaterdag ook gezien dat Schiphol was verrast. Hoe kan dit, vraag ik de minister. Plan A waren de afspraken die Schiphol had gemaakt met klimaatactivisten. Maar waar was plan B, vraag ik de minister. Ik wil niet alleen terugkijken, maar juist vooruitkijken: hoe voorkomen we dat Schiphol weer wordt verrast? We hebben vanochtend op WNL gezien dat de burgemeester van Haarlemmermeer ondertussen een vergaande oproep heeft moeten doen. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. De boodschap van klimaatactivisten is een schonere en stillere luchtvaart. In die boodschap kan ik mij vinden. Ik sta voor de luchtvaart en ik sta voor de banen in de luchtvaart. Daarom moeten we doen wat nodig is. We moeten blijven investeren in schonere en stillere vliegtuigen, in elektrische vliegtuigen, in elektrische taxi's, elektrische pushbacks en walstroom voor vliegtuigen: voor reizigers, voor luchtvaartpersoneel en voor omwonenden. We moeten geluidsoverlast blijven aanpakken.

Voorzitter. Het aantal inwoners in ons land groeit fors. De vraag naar vliegen groeit fors. Waar de klimaatactie van zaterdag toe oproept, helpt hierbij niet; dan worden vluchten en overstappen overgeplaatst naar het buitenland. Hier is ons klimaat niet bij geholpen, onze koploperpositie in de luchtvaart ook niet en onze banen in de luchtvaart ook niet. Laten we onze koploperpositie in de luchtvaart gebruiken voor die schonere en stillere luchtvaart in de wereld.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel, voorzitter. Dank ook voor deze vragen. Ik zal ze ook vanuit mijn rol als minister van Justitie en Veiligheid beantwoorden, maar daar waar het kan natuurlijk mede namens mijn collega-minister Harbers van IenW. Het mag duidelijk zijn dat het incident op Schiphol-Oost van afgelopen weekend absoluut volstrekt onacceptabel is. In dit geval zijn er dankzij de inzet van de lokale driehoek — dus de burgemeester, de politie en het OM — geen veiligheidsrisico's voor de luchtvaart opgetreden. De Koninklijke Marechaussee heeft ervoor gezorgd dat de demonstranten afgezonderd bleven van de grote commerciële luchtvaart. Als dit niet was gebeurd, zeg ik hier, dan had dit ten minste tot verdere ernstige verstoring van de luchtvaart kunnen leiden en dat dus ten minste. De lokale driehoek is verantwoordelijk voor het goed laten verlopen van demonstraties en het handhaven van de openbare orde. De burgemeester van Haarlemmermeer — de heer Koerhuis zei het al — heeft aangegeven te willen onderzoeken of er aanvullende voorwaarden gesteld moeten worden aan demonstraties op Schiphol. Maar natuurlijk komt ook aan de orde hoe het tot nu toe is gegaan, wat we daarvan kunnen leren en wat er gebeurd is. Dat is een gesprek dat vooral lokaal plaatsvindt. Daar zullen wij vanuit onze rol, bijvoorbeeld vanuit Justitie en Veiligheid en vanuit de NCTV, aan bijdragen wat wij kunnen.

Ik denk dat het goed is om daarbij te zeggen dat de Wet openbare manifestaties een aantal mogelijkheden geeft om aanvullende voorwaarden op te leggen voor demonstraties. Dat kun je doen in het belang van de bescherming van de gezondheid en het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Ik ben het dan ook erg met de burgemeester eens dat in dit geval ten behoeve van de veiligheid van Schiphol moet worden bekeken of binnen de wet nadere voorwaarden opgelegd moeten kunnen worden voor demonstraties op Schiphol. Ik zal dus ook — dat is een antwoord aan de heer Koerhuis — een voorstel van de burgemeester in deze richting actief steunen. Ik kijk daarnaar uit. Daarnaast is het ten slotte belangrijk dat goed wordt gekeken of de beveiliging echt op orde is. Samen met Schiphol en de lokale autoriteiten wordt het incident onderzocht, zoals gezegd. Ook zullen we bezien of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Daarmee heb ik denk ik de vragen die de heer Koerhuis terecht stelt, met de zorgen die er zijn over de veiligheid, beantwoord.

De heer Koerhuis (VVD):

Ingaande op wat de minister gezegd heeft: ik heb genoteerd dat zij heeft gezegd dat we moeten bijdragen aan de beveiliging waar we kunnen. Daarbij hoor ik haar de lokale driehoek noemen. Ik wil de minister er toch aan herinneren dat Schiphol een nationaal vliegveld is en dat de veiligheid op Schiphol zelf de verantwoordelijkheid is van het kabinet. Ik zou daarin een iets actievere rol willen zien, dus: niet alleen kijken waar we kunnen bijdragen, maar bijdragen waar we moeten.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

De heer Koerhuis en ik kennen elkaar al een tijdje, maar we komen elkaar in deze rollen niet vaak tegen. Maar ik kan hem absoluut verzekeren dat ik altijd die actieve rol zal nemen als het gaat om de veiligheid van de mensen in ons land. Daarom verwees ik ook naar de evaluatie. Wij zijn daarbij betrokken op de onderdelen waarvoor wij verantwoordelijk zijn. Wij zullen daar zeker actief over meedenken en de taken oppakken die bij ons liggen om het zo veilig mogelijk te houden en daar waar mogelijk ook veilig te maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of dat leidt tot vervolgvragen, allereerst mevrouw Bouchallikh van GroenLinks. Graag een korte vraag of opmerking. Gaat uw gang.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Demonstreren is een grondrecht. Ik hoor zojuist de minister zeggen dat zij de acties onacceptabel vindt, maar vindt zij het ook onacceptabel dat de burgemeester heeft aangegeven een demonstratieverbod te willen onderzoeken, terwijl onder andere Amnesty International zegt dat dat in strijd is met de mensenrechten? Hoe verhoudt de minister zich daartoe? En hoe gaat zij als verantwoordelijke vanuit het bevoegd gezag in haar benadering van de burgemeester deze grondrechten borgen en beschermen?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik ben ervan overtuigd dat deze grondrechten in zeer goede handen zijn bij de burgemeester. Demonstreren is absoluut een groot recht, een heel belangrijk grondrecht dat we moeten verdedigen, maar dat ook nooit misbruikt mag worden. Als jij met acties anderen in gevaar brengt, dan maakt het mij helemaal niks uit wie je bent en welke acties dat zijn of voor welk doel. Dan zal er opgetreden worden en zullen er consequenties zijn. Ik vind het heel erg goed dat de burgemeester zegt, binnen de Wet openbare manifestaties te zullen kijken welke extra voorwaarden hieraan gesteld kunnen worden om ervoor te zorgen dat de boel veilig blijft.

De heer Van Raan (PvdD):

Fijn dat de minister van Justitie hier nu staat. Ik had eigenlijk een andere minister hier verwacht. Dat biedt ons de gelegenheid om de volgende vraag te stellen. Er was nog een demonstratie op Schiphol en het ironische van die demonstratie tezelfdertijd is dat die meer vergunningen bleek te hebben dan Schiphol zelf. Het is fijn om nu de minister van Justitie daarover te kunnen bevragen, want Schiphol overtreedt de wet continu door te vliegen zonder natuurvergunning, door te vliegen op de illegaal aangelegde Polderbaan en door de geluidsnormen te overschrijden. Mijn vraag is dus heel simpel: wanneer gaat deze minister ingrijpen om deze illegaal opererende operatie aan te pakken?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik sta hier vanwege een actie die wat mij betreft behoorlijk uit de hand is gelopen. Ik heb al gezegd dat het onacceptabel is dat daarbij potentieel mensen in gevaar gebracht hadden kunnen worden. Volgens mij is het nooit wijs om te zeggen: dat is erg, maar ik heb iets gevonden wat ook erg is. Ik sta hier vanwege de vragen die de heer Koerhuis stelde. De aanleiding is het incident op Schiphol-Oost. Als er ideeën zijn dat er andere zaken zijn die niet deugen, dan moeten we het daarover hebben, maar uiteraard heb ik daarop nu geen antwoord.

De voorzitter:

Meneer Van Raan, tot slot. De tweede vraag.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik aarzel even of ik er nu een persoonlijk feit van moet maken of toch die tweede vraag moet stellen.

De voorzitter:

Ik zie het als een tweede vraag.

De heer Van Raan (PvdD):

Ja, dat begrijp ik en daar ben ik het mee eens. Dank. Fijn dat wij het eens zijn. Dit antwoord van de minister gaat wel voorbij aan een feit. Als je een vragenuur hebt en het gaat over de illegaliteit van activiteiten die echt aan elkaar gelieerd zijn, in dit geval de illegale activiteiten van Schiphol, dan kan de minister daar best antwoord op geven. Als zij dat niet doet, dan wekt zij de schijn dat zij de vraag ontloopt. Ik zou haar de kans willen geven om die schijn niet te wekken.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ten eerste zijn de elementen waarnaar gevraagd is, niet aan mij maar aan mijn collega van IenW, minister Harbers. Die vraag kan inderdaad prima gesteld worden. Ik gaf vanuit mijn rol het antwoord dat ik gaf, omdat je wat mij betreft nooit kunt zeggen: iemand doet iets niet goed, dus ik ga nu ook iets doen wat niet deugt en dat veegt elkaar dan weg of dat is dan minder erg of wat dan ook. Je moet nooit aan selectieve verontwaardiging doen. Als dat de vraag is, dan ben ik het daarmee eens. Gaat het heel erg specifiek over wat Schiphol wel of niet moet doen, dan is dat natuurlijk aan de minister die daarover gaat en dat ben ik niet.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Demonstreren is natuurlijk een grondrecht, maar dit gaat veel verder dan demonstreren. Als je de veiligheid van anderen in gevaar brengt — de minister zei het net zelf — dan kom je toch op een ander gebied. De VVD was vroeger de partij van law and order. Daarom ben ik blij met de vraag van de heer Koerhuis, dat hij daar toch wat over zegt. Ik ga nu een vraag stellen. Wat vindt de minister een passende straf voor het soort tuig dat dit soort dingen doet?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

In een rechtsstaat is het zo dat wij de kaders bepalen, maar degenen die bepalen wat daarbij passend is, zijn het OM en de rechter. Daar gaat de minister van JenV nooit over. Dat moet je ook helemaal niet willen, overigens, want anders ga ik zelf voor rechter spelen en dat is echt een ander vak. Dus daar ga ik niet over. Ik vind wel dat op het moment dat jij je recht op demonstreren misbruikt, het terecht is dat je daarvoor vervolgens verantwoordelijk wordt gehouden. Er zijn, naar wat ik heb begrepen uit mijn laatste informatie, bijna 300 mensen aangehouden en geregistreerd. Ze zijn heengezonden en het OM bekijkt nu aan de hand van de dossiers hoe het daarmee omgaat. Dat is per persoon natuurlijk afhankelijk van op basis waarvan die is aangehouden en geregistreerd. Dat lijkt me ook de juiste manier om in een rechtsstaat met elkaar om te gaan.

Mevrouw Leijten (SP):

De woorden "onacceptabel" en "meten met twee maten" of hoe de minister het ook zei, zijn gevallen. Dan moet de SP toch van het hart dat het wel heel makkelijk is om demonstrerende mensen aan te pakken, terwijl de minister-president zelf leugens staat te verkondigen bij de klimaattop in Sharm el-Sheikh. Daar roept hij landen op zich te houden aan gemaakte afspraken, terwijl Nederland koploper is in het zich niet houden aan gemaakte afspraken. Dit maakt mensen boos. Dit maakt dat mensen zeggen: dat is onacceptabel en wij zetten ons demonstratierecht in om dat duidelijk te maken. Laat duidelijk zijn dat de SP voor het demonstratierecht is. Als daar dingen niet goed gegaan zijn, is dat aan de rechter. De politiek moet zich daar ver van houden, zeker als zij een dubbele maat heeft als het gaat om het nakomen van beloftes. De minister-president liegt nota bene bij de VN in Sharm el-Sheikh.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik kan deze niet zo goed plaatsen. Ik kan niet zo goed plaatsen waar het goed voor is om nu de minister-president van leugens te betichten als het trouwens heel erg duidelijk is wat voor klimaatpakket en klimaatbeleid we hier hebben. Maar er gebeurt hetzelfde als wat zojuist bij de vorige vraag gebeurde. Niemand in deze zaal is tegen het recht op demonstreren; sterker nog, we zitten juist allemaal in deze zaal omdat we de grondrechten willen verdedigen. Dat recht staat bovenaan. Op het moment dat een grondrecht wordt misbruikt en dat anderen in gevaar worden gebracht, is het heel erg goed dat er fors wordt opgetreden. Ik constateer dat actievoerders steeds vaker de randen van het strafrecht opzoeken. Je ziet dat acties niet meer alarmerend en ludiek aandacht vragen voor iets, maar steeds meer de grenzen van de wet en het strafrecht opzoeken en daaroverheen gaan. Ik vind het dan lastig — ik zeg niet dat mevrouw Leijten dat deed, dus nu beantwoord ik 'm weer algemener — als we dat zouden vergoelijken of bagatelliseren. Op het moment dat je dat doet, misbruik maakt van een grondrecht en anderen in gevaar brengt, wat je doel ook is — dat doel interesseert mij dan dus helemaal niks — vind ik dat er moet worden opgetreden. Nou, dat is lokaal aan de driehoek. Dat heeft de burgemeester van Haarlemmermeer ontzettend goed gedaan, vind ik. Zij zal dat in haar gemeenteraad toelichten en evalueren. Ik steun haar daar vol in.

De heer Van Houwelingen (FVD):

De minister maakt nu een groot punt van het demonstratierecht. Maar zoals de minister ongetwijfeld weet, is afgelopen weekend een demonstratie in Amsterdam verboden. Hoe werden daar de openbare orde en de veiligheid van anderen in gevaar gebracht? Misschien kunt u daar iets over zeggen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Zoals ik zojuist vier keer zei, is de lokale afweging aan de lokale driehoek. Ik zeg het nu dus voor de vijfde keer: dat is aan de burgemeester, de politie en het Openbaar Ministerie. Die kijken wat er lokaal aan de hand is. Wie komt hier demonstreren en met hoeveel mensen? Hoe ziet het eruit? Op welke plek? Worden andere mensen in gevaar gebracht, ja of nee? Zij maken daarin een afweging. Als er mensen zijn die het niet eens zijn met de afweging, dan kunnen ze het daar in de gemeenteraad bespreken. Daarvoor is de gemeenteraad.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ditzelfde riedeltje hoorden we natuurlijk afgelopen vrijdag van de minister-president, die zei: ik ga daar niet over. Er is afgelopen weekend iets heel ergs gebeurd; er is iemand verboden om te demonstreren. Er is een demonstratie verboden en u komt alleen maar met een algemeen procesantwoord, terwijl u zelfs niet in staat bent om één juridische reden te geven waarom dat verboden is. Het is een enorm grof schandaal.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik probeerde Forum voor Democratie uit te leggen hoe ons democratisch stelsel in elkaar zit. Aangezien Forum voor Democratie op allerlei plekken vertegenwoordigd is, zou je kunnen verwachten dat ze dat inmiddels een beetje weten. Dat zijn dus onze stelsels. Dat is niet een riedeltje; dat is hoe het werkt. Als hier wordt verwezen naar het verbod aangaande de Jodenhater die ons land wilde binnenkomen, ben ik ontzettend blij dat dit is tegengehouden en dat dit niet op de Dam heeft kunnen plaatsvinden. Het lijkt me dus maar, wederom, dat onze democratische rechtsstaat goed heeft gefunctioneerd.

De voorzitter:

Dank u wel, minister van Justitie en Veiligheid.

Naar boven